Ingezonden.
^JJ^h (R. N.)
uit-
GEMENGDE JiEHICHTEN.
1 d/^ ®c'®0oraïn koten meer gebruikt dan in
I gewone omstandigheden.
^öb)elft 'ieett men het verschijnsel waar-
I °P ometl' d£R sedert ook daar aan behoefti-
de °s'e'00s koffie en brood wordt verstrekt,
I om ai> ^a" 'een'"g geen panden meer
1 ep V^n^..van kleederen en ondergoed. Wel
I 1 ewijs dat er ernstige behoefte was.
laiuD burgemeester ™n Rijswijk (Zuid-Hol-
I ver .Xeizoe'it opsporing en opzending ten
I de Z« Van t'6 moeder van Catharina van
I bol i!an' Jaren> lengte flink, aangezicht
I oorr °a< met h00ge kleur, haar blond (pony)
I ^e°en lichtblauw en eenigszins schichtig,
Jan" mon<^ gewoon. Zij heeft den 18
Uur h '6S namiddags omstreeks half vijf
I iti oude,'lijke woning verlaten, gekleed
lano.10UWk'eederen a's zwarte effen japon,
I ho/i"" Zwar^en regenmantel en zwart strooien
I ove'wlnet tU'e' Tenzij haar een ongeluk is
I'sp,0rnen' ''oudt zij zich vermoedelijk te
la: tlUonhage, te Delft .of te Nieuwe-
P'ep op.
I de!' 'eieen i'j'R onder den zwaren druk van
li'26'1 barren winter. De boer niet het minst.
I trie, 'ee^ geen voer meer voor zijn beesten;
I m geen zou graag eenige stuks vee van de
I ^nd ri j
gei 1 oen> doch de slager biedt hem geen
I dp genoeg. Nu zijn er te Stratum en in
*'jn °"1S^rekeni die zelf aan het slachten
Var ^egaan e" er 'het slecht bij schijnen te
hp/ verkoopen het vleesch voor 30 cents
en verantwoordelijkheid
d e r Redactie.)
Mijnheer de Redacteur,
kinp.61, genoegen las ik gisteren uwe bemer-
j>ern omtrent de wenschelijkheid, dat van
gj^J^ol-ewege toch iets meer aan de reini-
W0^i 0r'zer straten en pleinen mocht gedaan
tijp- ®n, dan totnutoe is geschied. De rei-
?e|f g 's niet alleen gewenscht, maar zij is
bg2o "oodzakelijk. Men behoeft slechts een
de te brengen aan de Vlaardinger poort,
Vegt °omarkt met Gerrit Verboonstraat en
Sen verschillende toegangen tot de brug-
igen"^-' °m z'cb daarvan ten v0"e te over-
W0p<|t kan werkelijk eene schande genoemd
hest,en' dat zulk een toestand langer heeft
v"an dan één enkelen dag. Zal niet
Sek/ S'aa^ van Rerh°ga vond haar nog neer
vee 1 'dj beduidde haar het bevel zijns
hpv ste's. Alix richtte zich op zij maakte
Ve ken des kruises op haar voorhoofd,
kal,/1, mond en hare borst, en volgde toen
laar geleider. Toen zij voor den vorst
Moussoul kwam, troffen dezen haar
\V:(|. °udi baar waardigheid, den blik van
deri6fl godsdienst die uit hare oogen straal-
Sjj e" daarbij de fierheid van haren gang
'are bewegingen.
4k ken uw gevangene, vorst van Mous-
kpr|{| zeide zij, het eerst de stilte verbre-
e' vgij hebt mij laten roepen en ik ben
blij,. r}1en om met u te onderhandelen over
losgeld en dat voor mijn zoon."
h6^0oveel vrijmoedigheid en ongedwongen- I
to,, Voerden de verwondering van Kerboga
ee0 c®1k'.j bad aan eene vrouw nooit zulk
'lat i 'beid toegeschreven. Hij wist niet,
Va|( geloof van Jezus-Christus, de wereld
har(> e zonde verlossende, aan de vrouw
<|6 waardigheid had teruggegeven, die door
fVgj, ,"eeste heidensche volkeren met voeten
getreden en dat Mahomed, het Oosten
zÜn juk latende buigen, opnieuw zich
Ho ("'derworpen aan de eischen van de laag-
Wij,, beb u niet doen roepen om over de
'""I van uwen zoon te onderhandelen",
iedereen moeten toegeven dat niets rationeeler
zou geweest zijn, dan dat onze stadsjantjes,
die nu toch niet veel doen kunnen, dadelijk
aan het werk waren gezet om althans op
de meest smerige punten der stad den boel
op te ruimen Zelfs had men zoo noodig
eenige losse werklieden kunnen aannemen,
om daarbij de hulpzame hand te bieden. Om
het geld behoeft men het blijkbaar niet te
laten, zooals door u terecht is opgemerkt.
De geheele stad is in de meening gebracht,
dat het er tegenwoordig best »aanzit" hier,
getuige de royale wijze waarop met de pen
sioneering enz. omgesprongen wordt, en
daarom te meer wekt het ontevredenheid,
dat nu aan iets wat toch met alle recht een
algemeen haast schreef ik: een »waar-
achtig" belang genoemd mag worden, zoo
totaal niets wordt gedaan. Nu dooit het
nog niet eens, maar wat moet het worden
op hier bovengenoemde plaatsen, als de dooi
eens flink intreedt Men stelle zich zulk
een toestand eens voor in de Gerrit Verboon
straat bijvoorbeeld, waar men nu reeds letter
lijk door de vuile sneeuw moet baggeren
Inderdaad, als er ooit een bewijs is gege
ven dat ons bestuur zoo goed als niets doet
om het den ingezetenen een weinig aange
naam te maken, dan is het nu gedaan op
atdoende wijze heeft het thans het bewijs
geleverd, van vrijwel onverschillig te zijn
voor het gerief der ingezetenen. Zou het
geen zaak zijn, dat de Commissie van Fa
bricage zich hier eens deed gelden Of heeft
deze in dergelijke dingen niets te zeggen
Maar waarin heeft zij dan wel wat te zeg
gen
Doch hoe dit zij, ik hoop en vertrouw nog
dat dan degenen die hier bevelen kunnen, geen
oogenblik langer zullen aarzelen met de hand
aan het werk te doen slaan, en zij ons spoe
dig ten minste begaanbare straten zullen
bezorgen. De ingezetenen zullen dan kunnen
zien, dat er voor hun goede belastingpen
ningen toch nog iets nuttigs wordt gedaan.
Dankend voor de plaatsing noem ik mij
Jan de Schildwacht.
Schiedam, 23 Jan. '91.
P.S. Het bovenstaande was reeds geschre
ven, toen ik bemerkte, dat men hier en daar
begonnen is met de sneeuw wegteruimen.
Dit deed mij groot genoegen, en ik troost
mij nu met de gedachte beter laat dan nooit
J. de S.
Dat de vogels het buiten hard te verant
woorden hebben, blijkt o. a. daaruit dat
te Willemstad reeds wilde ganzen met de
band zijn gevangen. Uitgeput door gebrek
aan voedsel, zijn die beestjes zoo mager als
brood.
antwoordde de vorst, eindelijk van zijne ver
rassing bekomende »maar wel over zijn
leven
Zijn leven riep de gevangene met een
beweging van schrik uit.
- Ja, zijn leven, hernam Kerboga, die
met voldoening den indruk zijner woorden
gadesloeg; ïwant wat zijn vrijheid betreft,
deze kan hij alleen terug bekomen door Mu
zelman te worden
Muzelman bij riep Alix uit, ter
wijl een kleur van verontwaardiging de
bleekheid verving, die eerst op haar gelaat
zetelde. Vervolgens, hare handen vouwende
voegde zij er bij met een blik, die nu eens
de wanhoop eener moeder, dan weder de
moedige godsvrucht eener Christinne te ken
nen gaf. »Dat God dan mijn offer en het
zijne aanvaarde, want hij zal moed genoeg
bezitten om als Christen te lijden en te
sterven. Het bloed van Roger en van mij
vloeit door zijne aderen!
De vorst van Moussoul had met onrust
al de bewegingen zijner gevangene gadege
slagen. »Luister, vrouw," hernam hij ein
delijk, terwijl hij hoopte haar te kunnen
verleiden of haar vrees aan te jagen. »A1
de glorie van mijn troon, de hand mijner
dochter, rijkdommen en maent zullen de be
looning zijn van de onderwerping van uwen
zoon; maar zoo hij weigert, zoo gij zelf niet
De ondernemers van de stoomboot Kam
penEnkhuizen hebben Dinsdag met paard
en slede eene reis naar Urk gemaaktvan
Kampen 's ochtends om zes uur vertrokken,
kwamen zij te half één des middags op Urk
aan; om drie uur namen zij de terugreis weder
aan en arriveerden te Kampen om negen
uur des avonds.
Onder leiding van een officier der genie
werden gisteren-middag door een detache
ment genietroepen uit Utrecht, nabij Vrees
wijk, proeven genomen met het vernielen
der ijsbezetting op de Lek, door middel van
buskruit.
In de laatste dagen vervoegden zich te
1 Rotterdam bij eenige tappers twee kooplieden,
waarvan zich één als vreemdeling voordeed
en de ander als zijn tolk. De zoogenaamde
vreemdeling bood onder allerlei voorgevens
linnen en kamgaren te koop aan, hetgeen
dan door de tappers op aanraden van den
tolk werd gekocht, daar deze zeide, de goe
deren eenige uren later te zullen terugkoo-
pen met winst, waarbij hij dan 1 of 2 rijks
daalders tot pand gaf. Na het vertrek der
kooplieden bleek het aan de tappers, dat zij
door de voorgespiegelde winst in de val waren
geloopen, daar de goederen niet de helft van
de waarde hadden, en de tolk niet kwam
om ze terug te koopen.
De heer J. Th. Sippens, te Oosterend, is
in het bezit van een zilveren lepel, als eene
herinnering aan den winter van 1740, bekend
om zijn strengheid.
In fraai letterschrift is daarop het vol
gende rijmpje gegraveerd:
»Van Stavoren over zee
Reed Bijsitr. Sippens met paard en slee
In één uur en vijftien meniijten,
Tot op de barre Enkhuiser Kliijten
Daar bij heeft dees leepel gekogt
En zijn Froulief thuis gebrogt.
Den 26n Febr. 1740."
Te Hanau ligt de Main dicht. Volgens oud
gebruik zou een vat wijn op het ijs worden
aangestoken, hetgeen na 1845 niet was ge
schied. Duizenden menschen kwamen bijeen
om dit schouwspel bij te wonen, maar plot
seling brak het ijs onder den zwaren last.
Vijftig personen, meest vrouwen en kinderen,
schoten onder het ijs, maar werden terstond
uwe smeekingen aan mijne beloften voegt,
dan, ik zweer het bij Mahomed, zal hij ster
ven
Op den schrik, die de trekken en gebaren
van Alix verrieden, gedurende het gesprek
met Kerboga, volgde op zijne laatste woor-
pen een engelachtige onderwerping, en met
een innig diep gevoel van droefheid en
godsdienst, riep zij uit »Welnu liever zie
ik mijn zoon sterven onder de wreedste fol
teringen, liever zie ik hem dood aan mijne
voeten liggen, dan dat ik hem den God zie
verloochenen, voor Wien hij reeds zijn bloed
heeft vergoten, voor Wien zijn vader het
zijne tot den laatsten droppel heeft opge
offerd op het slagveld. Ik ben de weduwe
van een martelaar, ik zal de moeder van
een anderen martelaar zijn. Mijne oogen
zullen ongetwijfeld tranen storten; maar ik
zal niet blijven weenen, en God zal mij tot
zich roepen om mij weder met mijn echt
genoot en mijn zoon te vereenigen, wanneer
hij oordeelt dat mijne beproevingen in dit
tranendal ten einde zijn."
Bij het einde dezer woorden ging zij heen
zonder liet antwoord van Kerboga af te
wachten en keerde naar haar gevangenis
terug om daar God te smeeken haren zoon
als Christen te doen sterven, wanneer Ker
boga zijn plannen zou ten uitvoer brengen.
f Wordt vervolgd.)