Justjl iartiis Bottemaone,
!4eJaarg. Dinsdag 10 Februari 1891. No. 3905.
V E R S C HIJ N T DAGrEL IJ K S.
Bureau: Boterstraat, E 39.
G.,
"eQj
et,eu
fel
>e
'Ük
4
^1,
'Ht
*n,
nieuwe schiedamsche courant
Trijs vsui dit Blad:
p°01 Schiedam per 3 maanden ƒ1.50
1 anco per post door geheel Nederland 2.00
z°nderlijke Nommers0.05
H i
zekpi-i au^cur8recht van den inhoud dezer courant is ver -
volgens de Wet van 28 Juni 1881 Sisblno. 124.)
Trijs der Advertentiëu
Van 16 regels0.60
Elk gewone regel meer0.10
Voor herhaalde plaatsing] worden billijke
overeenkomsten aangegaan.
hoOR
"hts
BISS
GENADE GODS EN DE GUNST VAN
OEN APOSTOLISCHEN STOEL
CHOP VAN HAARLEM,
S,^UAT VAN Z. H. DEN PAUS, ASSISTENT-
°HOP BIJ DEN pauselijken TROON, ENZ.
1 ('e Geestelijkheid en de Geloovigen
van ons Bisdom,
Zaligheid in den Heer.
^Poste' Paulus prijst als de eerste
Ou „a"e deugden de christelijke liefde, welke
°ir SC'le'delijk van de liefde tot God, ons
l^^dle van God onzen naaste doet lief-
Weot etl. 8el\jk ons zei ven. Zonder die liefde,
is alle welsprekendheid, alle wijs
te alle arbeid en opoffering vruchteloos,
W-i met die liefde de zonde onmogelijk
r- en iedere deugd opbloeit. Daarover,
willen Wij u heden onderhouden.
*0i> kunnen w'j 'n onze vaderlijke be-
4lleg<lheid vuriger wenschen, dan dat door
met meer ernst nog gestreefd worde
>ij ^'e voortreffelijkste deugd, zonder welke
H. "'ets zijn, en met welke wij alles ver
gen.
'S voorzeker bij het licht des geloofs
(j0(,akkelijk te erkennen, dat de liefde tot
ilp.. n,e' alleen in onze harten moet bran-
maar ook naar buiten moet uitschit-
door werkdadige naastenliefde. Iets
eps echter is de gewillige erkenning, iets
e's de volkomene vervulling van dat
(L"t;ite gebod in de Wet. Wel blijkt uit
?icj °'iberispelijken levenswandel, uit de
0(f(!| l'°L)it verloochenende barmhartigheid en
hi(.Vtla''digheid van zeer vele christenen, dat
d-Wergeefs de heilige liefde in hunne har-
'loe '^'dtgestoi'tmaar B. G. laat ons het goede
"de
met moede worden J) en naar het
S(:'l0°ne deugden van een innig medelij-
streven. Immers, al hadden wij reeds,
het uitverkorenen van God betaamt,
"ei,j Van goedertierenheid,
ootmoedig-
zachtmoedigheid en geduld, dan nog
A||t a,'a"t ons de ApostelHebt boven dit
ttlij. de heide, welke de band der vol-
''.leid is. 2) De weerglans der christe-
'*efde is altijd de vrede van Christus.
,|'lt dus nog onbedwongene hartstocht de
<kv. verontrust, waar nog rampzalige twee
de geloovigen tegen elkander verbit-
kipj.' daar ontbreekt de liefde, daar is zij
V6||( de band der volmaaktheidde band,
k'ih5 allen m alles op God welgevallige
vereenigt en tot volkomenheid brengt.
!^mert u B. G., dat onze Goddelijke
6al- VI, 9. 2) Col. III, 14.
Zaligmaker de naastenliefde uitdrukkelijk
bevolen heeft. Om ons te toonen hoezeer
hij de nauwgezette vervulling daarvan ver-
eischt, verklaart Hij het gebod der naasten
liefde bepaaldelijk tot Zijn gebod. Dit is Mijn
gebod, zegt Hij, dat gij elkander lief hebt T).
Ja, zelfs zoo hoog heeft Hij de liefd e tot de
naasten verheven, dat Hij haar tot kentee-
ken gesteld heeft dergenen die Hem toebe-
hooren Hieraan, sprak Hij, zullen allen erken
nen dat Gij Mijne leerlingen zijt, dat gij
elkander lief hebt. 2) Meer nog, de onge-
loovige wereld moet door onze liefde over
tuigd worden van de waarheid van ons
geloof en van de Goddelijke zending van
onzen Heer Jesus Christus. Immers op den
avond vóór Zijn lijden bad de Zaligmaker
den Hemelschen Vader, dat Zijne leerlingen
één zouden zijn, gelijk Hij en de Vader één
is, opdat daardoor de wereld zou erkennen
dat Hij van den Vader was gezonden. 8)
B. G., streeft derhalve naar die liefde,
werpt alle zelfzucht en eigenliefde uit uwe
harten, opdat de vrede van Christus daarin
zegevierend heersche. Vooral reinigt
uwe zielen, naar de vermaning van den
H. Petrus, door de gehoorzaamheid der liefde.5)
Gods wet zij ons ten richtsnoer in alles,
en opdat inderdaad de broederliefde onder
ons blijve, onderwerpe zich een ieder, van
harte en gaarne, aan Gods voortdurende
leiding onder de door Hem gestelde Over
heid. Behartigen wij toch de wijze lessen van
onzen oppersten leeraar, onzen roemrijk re
geerenden Paus Leo, die, in zijn schrijven
aan alle Bisschoppen der wereld van den tien
den Januari 1890, de gehoorzaamheid een der
voornaamste christelijke verplichtingen noemt
en te gelijk, opdat niemand den weg der
waarheid zou verlaten, aanwijst, hoedanig die
gehoorzaamheid der geloovigen èn in het
bijzonder, èn in hun maatschappelijk leven
zijn moet. Gelijk altijd is ook hier het
Pauselijk woord duidelijk als het licht in de
duisternis.
Immers, de H. Vader leert daar»Bij het
vaststellen van de grenzen der gehoorzaam
heid meene niemand, dat men aan de her
ders der Kerk en in het bijzonder aan den
Roomschen Paus slechts gehoorzaamheid ver
schuldigd is, waar het de geopenbaarde ge
loofswaarheden geldt.. Christenplicht is het
bovendien zich door het gezag der Bisschop
pen en vooral van den Apostolischen Stoel
te laten leiden en besturen." En met nog
meer nadruk wordt hierop onze aandacht
gevestigd, waar de H. Vader de Christenenin
1) Joan. XV, 12. 2) Joan. XIII, 85. 3) Joan. XVII.
4) I Cor XIV, 1. 5) I Petrie I, 22-
het maatschappelijk leven beschouwt en de
verplichtingen der Katholieken als onderda
nen van den Staat beschrijft. Wederom en
nog krachtiger handhaaft hij er den plicht
der gehoorzaamheid met deze woorden »ILet
is noodzakelijk niet slechts in gezindheid en
handelingen eendrachtig te zijn, maar ook
de wijsheid, welke het Kerkelijk gezag bij
den gang der openbare zaken aan den dag
legt, te eeren. Het beheer nu der christe
lijke belangen behoort na den Roomschen
Paus op de eerste plaats aan de Bisschop
pen, wier standpunt wel niet de hoogte der
Pauselijke machtsvolkomenheid is, maar die
toch in de Kerkelijke hiërarchie ware vor
sten en, een ieder in het bestuur zijner
Kerk, als de eerste bouwmeesters van den
geestelijken tempel zijn, terwijl het de taak
der geestelijken is hunnen Bisschop in de
waarneming van zijn ambt te helpen en
zijne besluiten te volvoeren. Overeenkom
stig deze inrichting der Kerk, welke geen
sterveling kan veranderen, behoort een ieder
zijne daden te regelen. Derhalve, gelijk de
Bisschoppen bij de vervulling van hun Bis
schoppelijk ambt noodzakelijk met den Apos
tolischen Stoel moeten verbonden zijn, zoo
moeten ook de geestelijken en leeken met
hunne Bisschoppen in allerinnigste vereeni-
ging leven en handelen."
En om nu alle ijdele tegenspraak te voor
komen maakt de H. Vader zelf de volgende
opmerking»Het kan gebeuren dat in de
meenmgen der Bisschoppen iets minder aan
nemelijks wordt gevondenevenwel, aldus
luidt zijn antwoord, geen gewoon mensch
matige zich hierom het ambt van rechter
aan. Rechter is alleen hij, die door Chris
tus den Heer over de lammeren en schapen
gesteld is."
Aan deze woorden van onzen H. Vader
den Paus behoeft voorzeker niets ter verkla
ring te worden toegevoegd. Moge zijne ern
stige en duidelijke onderrichting door allen
ten volle worden begrepen en in beoefening
gebracht
Zietdaar, B. G., de vermaning, welke Wij
u geven bij den aanvang van de veertig-
daagsche Vaste. De Vaste is een tijd om
door boetedoening en gebed Gods barmhar
tigheid at te smeeken tot uitwissching onzer
zonden, maar vooral ook om door de beoe
fening der deugd ons zeiven meer en meer
te heiligen en ons te maken tot eene leven
de, heilige en Godbehagelijke offerande
Maar geen enkele deugd is zoo verheven als
de liefde. Zoo slechts de liefde beoefend
wordt met toewijding en met kracht, dan
1) Rom. XII, 1.