ELISE Het verstrekken van kredieten aan de hootden van gewestelijk bestuur kan worden aangemerkt als een bescheiden stap in de richting van financieele decentralisatie. Er zijn echter volgens 's Ministers op een on derzoek gegrond oordeel niet veel catego rieën van uitgaven, die er zich toe leenen om op deze wijze te worden behandeld. Naar men verzekert, zal een der eerste wetsontwerpen, die in de Tweede Kamer bij haar terugkomst aan de orde zullen worden gesteld, de herziening van de Post- wet zijn. Uit Den Haag schrijft men o. a. aan de Zw. Ct. Van een zomerverblijf der Koningin blijkt nog niets. Wel beweren sommigen, dat het Huis ten Bosch, dat steeds keurig onder houden wordt, als zoodanig dienen zal, maar alles spreekt daar nog van koningin Sophie, en het zou menschelijke eigenaardighe den in acht genomen niet vreemd wezen, dat dit juist geen aantrekkingskracht oefende op haar, die de plaats der overledene innam. Het niet groote maar bevallige Oranje-Nas- sauoord, bij Wageningen, is een plekje, waar Koningin Emma vroeger gaarne vertoefde, en dat dus groote kans heeft nogmaals te worden uitverkoren. Bovendien kan men zeker wezen, dat. zoodra de etiquette het toelaat, een bezoek aan verschillende steden des lands zal worden gebracht. En dan zul len de noordelijke provinciën met haar wel varende en sierlijke hoofdsteden al licht het eerst aan de beurt zijn. Zeker is het, dat de Koningin vroeger reeds haar verlangen heeft uitgedrukt menig merkwaardig plekje van het land te leeren kennen, maar dat zij die n wensch heeft laten rusten, zoolang haar plicht haar riep bij den Koning met zijne wankelende gezondheid. Naar aanleiding van losse geruchten in en kele proviciale bladen omtrent reisplannen van de koninklijke familie, verneemt het Dagbl. van Zuidh. en 's-Gravenh., dat het niet onwaarschijnlijk is, dat het jaarlijksche be zoek aan de hoofdstad, sedert eenige jaren door de ziekte van wijlen Z. M. den Koning achtergebleven, dit jaar in den loop van de maand Mei, doch niet vóór de helft dier maand, zal plaats hebben. Door de staatsspoorweg-maatschappij is bepaald, dat de koninklijke wachtkamers in het station te Den Haag voor 1 Juni e. k. 8) in. Eene Barones. De honden, die een thuis hadden, waren zoo slim, om bedaard hunne koude neuzen aan het vuur in den haard te warmen en behaalden dien ochtend waarlijk eene zedelijke overwinning op zich-zelven door aan den lust te wederstaan, om bij den naburigen slachter eens een kijkje te nemen, of wellicht niet een of ander kluifje onbeheerd in een hoekje van den winkel nederlag; ja, zij waren dien ochtend grootmoedig genoeg, om met mede lijden aan hunne verstooten broeders en zusters daar buiten te denken en hun den Seheelen ochtendbuit van harte te gunnen, e straathonden leverden een geregeld ge vecht onder elkander over ieder beentje, dat zij op hunnen ochtendtocht ontmoetten en betwistten gezamenlijk den veroveraar zoo lang de overwinning totdat eene nieuwe vondst geheel gerestaureerd en van kostbare tapijten en meubelen voorzien moeten zijn. Daartoe door de R. K, vereeniging uitge- noodigd, zal dr. Schaepman te Heerenveen, (district Schoterland) als spreker optreden. Of zijne rede al of niet van politieken aard zal zijn, is niet bekend. Domela Nieuwenhuis heeft in een verga dering van sociaal-democraten te Enschedé het woord gevoerd over den 8-urigen ar beidsdag. Een talrijk publiek, benevens de heer T. Van der Zee, burgemeester dier gemeente, was aanwezig. Volgende motie werd aangenomen «De vergadering, overwegende, dat de Minister van Binnenlandsche Zaken en de Volksvertegenwoordiging verklaard hebben, dat de burgemeester van Enschedé het recht heeft de menschen dood te laten schieten overwegende, dat tijdens de laatste werk staking die burgemeester van dat recht geen gebruik heeft gemaakt, besluit dien burge meester daarvoor haren dank te betuigen Alle liberale kiesvereenigingen in het hoofd- kiesdistrict Zuidhorn hebben tot kandidaat voor de Tweede Kamer gekozen, den heer G. Zijlma, landbouwer te Westpolder. De door den Minister van Buitenlandsche Zaken aan de Tweede Kamer overgelegde bundel stukken betrekkelijk het Congo-trae- taat is thans in druk rondgedeeld. De voornaamste daarin voorkomende stuk ken zijn die sub. 9° en 10°, betrekkelijk onze toetreding tot de artikelen. De daartoe betrekkelijken brief van den Nederl. gezant te Brussel aan den Belgischen minister van Buitenlandsche Zaken is gedag- teekend 30 Dec. 1890. Na den bekenden loop der zaken te hebben geresumeerd schrijft de gezant «Bij den brief, die Uwe Exc. mij de eer heeft gedaan, den 18 dezer tot mij te rich ten, heeft zij mij te kennen gegeven, dat de Mogendheden die de acte hebben onder teekend, eenparig weigeren toe te treden tot de voorstellen die haar zijn gedaan, en dat zij bij den wensch volharden, dat het Nederl. gouvernement besluiten moge de beide acten van de conferentie te ondertee kenen. De Mogendheden blijven dus bij hunne meening dat de heffing van invoerrechten het eenige middel is, om de Congo-Staat in staat te stelten tot bestrijding der kosten van de uitvoering der Slavernij-acte. een nieuwen strijd onder de vereenigden deed ontbranden. Deze onafgebroken strijd had voor de straathonden ten minste dit voordeel, dat zij geen tijd hadden, om over koude en honger te brommen; en hierin waren zij er beter aan toe, dan de arme jongens, die door hunne ouders reeds vroeg met eene leege maag van huis waren gezonden onder een edelmoedigen vrijpas overigens, om dien dag zooveel te eten, als zij door hun eigen toeleg slechts vermochten. Eene gelukkige uitzondering op de alge- meene ontevredenheid van dien ochtend maakten de schooljongens, die met eene har tige boterham in de maag en een dito als reserve in de schooltasch, moedig de koude trotseerden en op gevaar af van een half uurtje te laat te komen op school, in dolle pret elkander in de sneeuwhoopen wierpen en wederkeerig nu eens den eenen, dan den anderen terdege wieschen. Hoe zouden zij het hehben kunnen nalaten, om den kouwe- lijken voorbijganger, met neus en ooren diep in den hoogen kiaag gedoken, tot mikpunt hunner goed gerichte sneeuwballen te maken O, konden wij immer dat blij en kinder lijk gemoed in ons behouden, wij zouden ons «Hoewel door deze mededeeling niet g®' schokt in zijne overtuiging, dat de dooi' verklaring beoogde maatregel indirect sch9' den zal aan de ontwikkeling van den hand® in den Congo, wil mijn Gouvernement ni® het verwijt op zich laden, dat het 't mens®'1' lievende doel van de Conferentie zou hebb®® doen mislukken. »Om deze reden en terwijl het elke ve>' antwoordelijkheid van zich afwerpt van d® gevolgen van den maatregel, dien het ni®' kan goedkeuren, heeft het besloten zi®'1 te schikken naar het eenparig verlang®11 der Mogendheden en mij gemachtigd bek'0 acten van de Brusselsche Conferentie te o'r derteekenen." De brief sub 10' is van den Belgisch®11 j minister van Buitenlandsche Zaken, prins d® Chimay, aan onzen gezant te Brussel, gedag' teekend 3 Januari. De minister geeft daar'11 acte van den brief van 30 Dec. en schrijf' «Bestaat er tusschen het Kabinet vand®® Haag en de overige onderteekenende gendheden verschil van opvatting omtre® het karakter en de beteekenis van de v®1' klaring van 2 Juli jl., te meer dank we®1 het Gouvernement des Konings, mijn Do°r' luchtigen Souverein, aan de Regeering va" H. M. de Koningin-Regentes der Nederl®11 den voor het door Haar genomen besluit- De Standaard, het denkbeeld van e®11 vergelijk in zake de Legerwet, door d>' Schaepman in de laatste dagen te Alk ma9' en te Utrecht geopperd, besprekende, tof® zich van dit denkbeeld niet afkeerig en ze# reeds meer dan één denkbeeld te hebh®'1 opgeworpen, dat aan de bezwaren van d® tegenstanders van den persoonlijken diens'' plicht kon tegemoet komen. «We opperden het denkbeeld zegt 1'®. antirevolutionaire hoofdorgaan om bfl het in dienst treden gelegenheid te bied®'1 tot het ondergaan van een examen, om, Z°® men dat met goed gevolg doorstond, oiive1' wij ld met verlof huiswaarts te keeren eerst later voor korten tijd weer op komen als de groote oefeningen begonn®11' «We vroegen, waarom men niet de dien^ plichtigen in zekere klasse van sociale p°s' tie kon indeelen, en plaatsvervanging, nfli'S uit diezelfde klasse, kon toestaan. «Zelfs opperden we, in den geest van Gro®'1 van Prinsterer, de gedachte, of voor Limb,ll!" en Noord-Brabant geen mogelijkheid van b®^ lef :fiS houd der plaatsvervanging kon gecreë' door de wijze van leverantie der milici®: aan de Provinciale Staten over te late1^ mits telken jare onder goedkeuring der met dien voorbijganger niet zóo boos mak®, op de nog zorgelooze jongens, die juichen van pret opspringen, als de sneeuwbal onz® rug eens heeft geraakt. Maar laten wij ons een weinig haast® j want het is langzamerhand tien uur ge^"'1,- den. Wij stappen de lange straat, die ons ligt, een goed eindje door, en om weg te bekorten, want de koude wind sul)In scherp langs onze roode ooren, slaan j(Y v 1 *\(X0 be' roemde Notre Dame-kerk de hulde ofi2® deze dwarstraat links in, en zijn nu spoe< op het groote plein, waar wij, zij het si®®,' een vluchtig oogenblik, stil staan, om de b bewondering te brengen. Maar wij ~sp°e ir ons voort. Ziet gij daar ginds aan uwe re® i terhand dat groote huis met zijne hooge stoel De sneeuw is daar reeds weggeruimd; wij kunnen dus gemakkelijk de vijf treden opgaan. In dit huis waar'V een dier, eigenaardige, doch deftige hu'Ln die men alleen in Antwerpen vinden woont gedurende de wintermaanden vrouw de douairière George de Plerisse, 8,11 ,i nog geen jaar weduwe geworden bij eg dood van den baron. Mevrouw de bar0 zal wellicht hare vertrekken nog niet v'''

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2