K
Ingezonden.
GEMENGDE BERICHTEN.
(B
fïkr&gv,
1
Sedr tW6e c'oc'lters samenwoont, zijn binnen-
tlie °n®en 'n den nacht en haar dwongen
Ha „>00r ^en te zetten> 's gisteren voor de
ftia öSf°'le Rechtbank van 14 dagen tot 5
an en gevangenisstraf geëischt.
den offVerneemt c'at> °P eene klacht aan
in» llc'er van justitie van eenige aanzienlijke
is ff6Zetenen van Scheveningen, eene instructie
opf^d tegen een politiebeambte van de
Be\v 61 ^Ur^aus gestationeerden post, wegens
Wari"61,ie onrechtmatige handelingen bij de
h^Heden, die dezen winter plaats
de i 6.'ingevolge van het verbod om op
te ap-1"1® van Seinpostduin met prik-sleetjes
vers u 6n' deze instructie moeten reeds
'Oieidene getuigen gehoord zijn.
a'it
e n
verantwoordelijkheid
der Redactie.)
U'lr
H,
Inlaten van verscli water.
Mijnheer de Redacteur,
6' veel genoegen vernam ik, dat er een
ls gericht aan heeren Dijkgraaf en
®eHe 'i!öe,rnraden van Schieland, inhoudende
'Haten °m wederom versch water te mogen
het UJk 'larte wensch ik, dat die poging met
tyant es*'e succes moge bekroond worden,
ti°0(j ju®®1' en meer blijkt de dringende
gez0(1'Vjel.Ükheid zoowel in 't belang van de
stapgi d a's voor de industrie en den vee
wet Indien er echter onverhoopt aan dit
tVelnn )Been Sevo'§ mocht worden gegeven,
doorj. at Bet gemeentebestuur dan den
Velenden maatregel nemen, om toch
geetl water in te laten. Daartegen bestaat
Hen verwegend bezwaar; zooals men zal
kenr Ult onderstaand artikel 47 der Algem.
Hep,, Vuu Schieland. Natuurlijk laat men niet
V°] Water in dan tot het gewone Schiepeil.
B^ duarop eene bekeuring, dan moet de
Beeft6 jBe Rechter beslissen, wie er recht
h>ersMaar buitendien, indien de Schiedam-
d ln 1^2 hunne sluizen mochten openen,
dan ei Spanjaarden voor Leiden te verdrijven,
Hellp men die met recht ook mogen open-
W" ter wille van de gezondheid en de
Bp).- 8eri der ingezetenen van ons zoo gedrukt
A.I 111
ScL^nieene keur van het Hoogheemraad-
P van Schieland.
Titel III
Van de sluizen.
Het Artl 47"
«ter0n..ls verboden zonder schriftelijke toe-
^den van den dijkgraaf en Hoogheem-
°or eenige sluizen, zijlen, duikers of
Vte 6 opening in Schielands Hoogen Zeedijk
Mjf "Water in te laten op eene boete van
«s^^tvvintig gulden voor iedere overtreding.
had verbonden, en uwe kinderlijke
.die gij zoo groot zegt te zijn, schijnt
dieri r,let bestand te wezen tegen den trots,
fkgpj-.By uit den stand uws vaders hebt
Jtoft Ik hervind in uwe ziel den dommen
i'iti ''W?. vaders, die liever zich-zelf en zijn
dar, e" zijne vrouw ongelukkig wilde maken,
dat \-eBe smet te werpen op een geslacht,
ju ijdelen waan tot in vroegere eeuwen
°oit^°®der, moederwaarmede verdiende ik
dit hard, dit bitter verwijt. God is
klijn getuige, hoe groot de liefde is, die
'den
v., waartoe miin nart in staa
'k m..elnu, beproef die liefde dan,
dig 'art voor u koestertgebied, beproef
Hudfin °P a"e wijzen, en gij zult onder-
di
Waartoe mijn liart in staat is voor u."
en wanneer
den heer Dijssens
dan in uwe liefde
v1 m mijne hoop op d
Nr B bedrogen, toon u
'fin d'lj sterk, om inschikkelijk te zijn voor
an, dien uwe moeder zal beproeven, zal
Zij11 te beminnen
VrZe've huivert, als zij aan de liefde denkt,
zij dien man zal moeten bemin-
Hcij Maar aanstonds herstelt zij zich doch
Nft, ust, dat hare zielsgevoelens niet
Snerkt zijn gebleven voor haren zoon,
ZtJ uit«Welk geweld ik mij ook
De hoofden en leden der polderbesturen,
de sluiswachters en opzichters, die met het
opzicht over de sluizen en duikers en andere
middelen tot waterverversching belast zijn,
zullen in geval van overtreding door derden
gepleegd, wegens gebrek aan toezicht met
gelijke boete als de daders gestraft worden.
Met de plaatsing dezer regelen zult U wel
verplichten,
Een belanghebbend industrieel.
Eene groote, levende meikever (molenaar)
werd heden gevangen op een land onder
O verveen aan de Houtvaart. Gewoonlijk zit
ten de larven van dit insect om dezen tijd
nog 2 meter diep in den grond.
Een niet dagelijks voorkomend verzoek is
door een ingezetene van Rotterdam gedaan,
namelijk aan H. M. de Koningin-Regentes om
f300 ter leen, onder voorwaarde elke week
een klein bedrag op de spaarbank te zullen
deponeeren, om, als de geleende som is aan
gevuld, het bedrag aan H. M. terug te
zenden.
Te Terbregge, nabij Hillegersberg, waren
eergisteren drie kinderen bij de kachel ge
zeten, toen eensklaps een ruim driejarig
meisje in brand geraakte. De oudste had de
tegenwoordigheid van geest een emmer wa
ter over haar uit te werpentoch bekwam
voor er hulp kwam, de kleine belangrijke
brandwonden.
De botkloppers op de Zuiderzee bij Mar
ken hebben Dinsdagnacht eenige angstige
oogenblikken doorgebracht. Toen zij eenigen
tijd aan het visschen waren, geraakte het ijs
in beweging en konden zij zich slechts door
een overhaaste vlucht naar een vastere
plaats vrijwaren voor een onvrijwilligen tocht
naar onbekende oorden.
Op het, oogenblik dat Zondag-ochtend de
overzetboot aan het Vlaamsche Hoofd te Ant
werpen zou afvaren, hoorde men eensklaps
het roepen: „Een man overboord!"
Een werkman, de jonge Vereecken, de
zoon van een melkboer te Zwijndrecht, snel-
toe, en de jongeling liet zich tusschen
het schip en den veerdam naar beneden
zakken en slaagde erin, bijgestaan door den
stuurman en een matroos, den drenkeling
boven water te halen. Maar wie schetst
zijn verbazing en zijn vreugde, toen hij
moet aandoen, het is noodzakelijk voor mijn
kind, en om wille van haar zal ik tot alles
in staat zijn. Gij zult mij dan niet tegen
streven, Jules. Dit alleen eisch ik van u, dat
gij mij niet weigeren zult te doen, wat noo-
dig is voor mij, om tot deze verbintenis te
komen. Ik verwacht op dit oogenblik uw
verder antwoord niet. Ik gevoel, dat uw
hart rust en kalmte behoeft, om dit nieuw
denkbeeld u eigen te maken. Gelijk ik reeds
vele dagen gedaan heb, zoo zult ook gij doen,
en alle overige gevoelens uit uw hart ver
bannend, u vastklampen aan dit eene denk
beeld, dat deze daad noodzakelijk is voor
uwe moeder, om te bereiken, waarnaar ik
zoovele jaren vruchteloos verlangd heb mijn
verstooten kind aan mijne zijde geëerd en
gelukkig te zien En nu Jules, spoedig
zal het oogenblik daar zijn, waarop ik den
heer Dijssens bij mij heb ontboden. Ik heb
er behoefte aan, om deze laatste oogenblik
ken alleen te zijn. Wij zien elkander spoe
dig wedermoge ik u een gunstigen uitslag
kunnen mededeelen van het onderhoud, waar
voor ik mij nu voorbereiden ga."
En haren zoon aan zijne droevige gedach
ten overlatend, treedt zij de zaal uit en
spoedt zich naar hare kamer, in de hoop
zag wien hij gered had. Het was zijn vader
Weenend van blijdschap sloot hij den
geredde in de armen, en de talrijke om
standers weenden met hem van aandoening.
Men kan denken hoezeer redder en geredde
door allen werden gelukgewenscht.
Te Parijs stond jl. Maandag voor den zoo-
veelsten keer een oude vrouw terecht wegens
bedelarij. Men vond bij haar tien schulbrie-
ven van het Crédit Fonder, een spaarbank
boekje voor een bedrag van 4500 frank en
430 lrank in zilver. De 68 jarige vrouw ver
klaarde voor de rechtbank, dat zij haar «am
bacht" wilde voortzetten tot zij genoeg bijeen
had voor haar ouden dagDaar zij reeds
verscheiden malen wegens bedelarij was ver
oordeeld, legde de rechtbank haar een straf
van twee maanden opsluiting op.
De oorlog van 4870 duurt nog altijd voort.
Tijdens de Vastenavonddagen geraakte een
dronken Franschman aan 't vechten met
een dronken Duitscher. De eerste lag boven.
Met de knie op de borst riep hij den Duit
scher toe
Geef Elzas en Lotharingen terug
Die heb ik niet bij mij riep de Duit
scher uit.
Tweeduizend werklieden aan de dokken
te Liverpool hebben het werk gestaakt ten
gevolge van een verbod, waarbij hen ont
zegd werd de onderscheidingsteekenen van
een arbeiders-verbond te dragen. Er loopt
een gerucht, dat de vereenigingen vanvuur-
stokers op zeeschepen zich voor eene alge-
meene werkstaking hebben verklaard.
Dat vele kleintjes een groote maken be
wijst opnieuw de rekening van de Engelsche
Bank. Daar worden, evenals op alle andere
privaat-banken, onderdeden van een penny
niet betaald. In verloop van eenige jaren is
dit een voordeeltje voor de Bank geworden
van 440,000 pond sterling.
Om fijne kanten gordijnen nog kostbaar
der te bewerken, zonder dat de prijs daarom
verhoogd wordt, willen enkele fabrikanten
zich er op toeleggen in hoofdzaak die ge
deelten te verfraaien, welke altijd in het oog
vallen. De mindere arbeid aan het overige,
dat meestal ongezien blijft, komt aan het
prachtige borduurwerk ten goede.
hare gewone kalmte in de eenzaamheid terug
te vinden.
Nog een wijl blijft Jules peinzend staren
in het vuur van den haardmaar welke
moeite hij zich ook geeft, zijn geest kan
zich geen geregeld oordeel nog vormen. Eens
klaps schrikt hij op uit zijne pijnlijke over
denking hij meent, dat een rijtuig stil houdt
voor hunne woning. Zou deze Dijssens reeds
gekomen zijn? Eene siddering bevangt hem.
Met drift trekt hij aan de kamerschel. Na
eenige oogenblikken treedt de getrouwe Pierre
de zaal binnen.
»Ik wil aanstonds uitrijden laat Frits
mijn paard zadelen, en gij, Pierre, zult mij op
mijne kamer vinden." Hij gaat de tweede
trap op, die naar zijne kamers geleidt en na
nog eenige oogenblikken besluiteloos in zijn
vertrek te hebben rondgeloopen, neemt hij
de pen op en schrijft«Mama, Naar rust
verlangend, ga ik voor eenige dagen naar
het kasteel. U zult mij dus dezen middag
niet behoeven te wachten. Ik hoop u in deze
week weder te zien. Jules."
Hij sluit dit briefje dicht en geeft het aan
Pierre over, zeggend «dit brietje aan Mama
gij zult het haar eerst na een uur overhan
digen." Wordt vervolgd.)