a
BLNN ENLAND.
test ingediend, wijl Rusland er een begin van
erkenning van vorst Ferdinand in ziet en dus
het tractaat van Berlijn geschonden acht. De
Porte antwoordde, dat het slechts een zaak
tusschen haar als suzerein en Bulgarije als
vazal betrof, maar sedert heeft toch Rechied-
bey voorzichtigheidshalve voor een depuner
bij vorst Ferdinand, om redenen van gezond
heid bedankt.
Den 17en hebben een honderdtal Albanee-
zen uit het Turksch grondgebied den Mon-
tenegrijnschen grenspost te Terskacza aan
gevallen, maar zijn met het verlies van eenige
dooden en gewonden teruggeslagen. Monte
negro en Turkije hebben troepen ter plaatse
gezonden om verdere verwikkelingen te voor
komen.
RUSLAND.
Het Weener Fremdemblatt wijdt uit over
het vriendschappelijk onthaal, aartshertog
Franz Ferdinand von Este door het Russische
hof bereid, en zegt dat dit overal als een
vredesteeken beschouwd zal worden.
Het bezoek van den Oostenrijkschen
kroonprins aan het Russische hof, en het
warme onthaal, dat hem daar is ten deel
gevallen, geven in de Europeesche pers tot
vele beschouwingen aanleiding. Het is be
kend, dat de Kroonprins niet zeer Duitsch-
gezind is, en opmerkelijk wordt het gevonden,
dat zijn bezoek aan Petersburg samenvalt
met vriendschapsbetuigingen van den Duit-
schen keizer aan den Franschen gezant.
De Kozakken-hoofdman Atchinof, die in
dertijd te Sagallo met zijn manschappen
door den Franschen admiraal Olry werd
beschoten, vertoeft thans te Parijs, waar hij
natuurlijk zeer gevierd wordt.
Schiedam, 20 Februari 1891.
EERSTE KAMER.
Zitting van Donderdag 19 Februari.
De behandeling der Begrooting van Bin-
nenlandsche Zaken werd voortgezet.
De Minister gaf omtrent het onderwijs
te kennen, dat de strijd het best kan ge
keerd worden door de bevordering van
schoolgeldheffing van hen, die het betalen
kunnen.
De ongunstige resultaten var» de akte
examens voor het middelbaar onderwijs liggen
aan 't gemis aan voldoende wetenschappe
lijke opleiding.
De Minister bleet op grond vooral van
justitieele bezwaren de lijkverbranding be
strijden.
Op den weg dezer regeering ligt 't bo
vendien niet, iets te doen, wat strijdt tegen
het Christelijk bewustzijn. Laten de liberalen
't doen, dan kan eenmaal op hun monument
geschreven worden«Deze urn bevat de
asch van het ministerie der lijkverbranding."
De heer Van Gennep maakte uit dat
antwoord op, dat het Ministerie eigenlijk zijn
gevoelen onderdrukt om aan den leiband der
Katholieken te loopen.
Hoofdstuk V. werd aangenomen.
Daarna werd de Begrooling van Marine
behandeld.
De heer Van Alphen betuigde zijne
teleurstelling over het beleid van den Mi
nister. Ons materieel heeft in 3 jaren tijds
geen verbetering ondergaanwij moeten,
naar evenredigheid van onze middelen, goede
schepen bouwen. Wij hadden bij het bui
tenland te rade moeten gaan. De zwakke
aanbouw was ook nadeelig voor Indië. De
aanbouw van hef. artillerie-instructie vaartuig
keurde spr. goed, maar een speciaal nieuw
schip voor de bescherming der visscherij
acht hij onnoodig.
Omtrent het personeel deed spr. opmer
ken, dat er te veel adelborsten zijn geplaatst
te Willemsoord. Zoodoende duurt het te
lang eer zij practisch geoefend worden.
Met het mindere personeel zijn wij onder
dezen Minister ook niet vooruitgegaan. Van
eskadervaren is geen sprake meer, hetwelk
toch zoo hoog noodig is voor de vorming en
ontwikkeling voor het personeel. In de win
termaanden moest het naar zachter klimaat
gezonden worden om zich te kunnen oefenen.
Practische en gecombineerde oefeningen
behoorden 's zomers meer plaats te hebben.
De troepen moeten meer met zwaar ge
schut en het te water laten van torpedo's
geoefend worden.
In 't belang der marine acht hij bestendi
ging van dezen Minister ongewenscht. Hij
zou dan ook uit dien hoofde tegen de Be
grooting stemmen.
De heer Prins bestreed de voorstelling
van den Minister gegeven aan de beteekenis
der contracten met de Kon. fabriek van
Stoomwerktuigen en betoogde, dat de con
tracten schadelijk zijn voor 's Lands belang.
Zij zijn aangegaan zonder de minste waar
borgen en zonder zekerheid voor de goede
afwerking. Zij hebben op hem den indruk
gemaakt van welwillendheid tegenover de
Koninklijke Maatschappij. Aan haar is een
zoodanig bewijs van vertrouwen gegeven,
waarop zij geen aanspraak heeft gehad.
Heden voortzetting.
Burgemeester en Wethouders van Schie
dam, gelet op art. 8 der wet van den 2n
Juni 1875 Staatsblad no. 95) geven kennis
aan de ingezetenen, dat den heer W. H.
Ingelse, wonende te Roosendaal, en zijne
rechtverkrijgenden, vergunning verleend is
tot oprichting van een h e r st e lp 1 a a ts
van stoom- en andere werktuigen
met stoomwerktuig van 3 pkr. en
ketel van 4± M2. verw. oppervlak, in het
pand aan de Westvest alhier, wijk B no. 31,
kadaster sectie C no. 799.
Bij Burgemeester en Wethouders van Schie
dam zijn ingekomen verzoeken van
lo. R. J. K 1 e i p o o 1 om vergunning tot
het uitbreiden zijner b r a n d e r ij aan
de Schie alhier, wijk F, no. 40, kadaster
sectie A no. 967/968, o. a. met eene
stoommachine van lj pkr. en een
ketel van 2.50 M^ verw. oppervlak
2o. J. C. van der Klink om vergun
ning tot het oprichten van een slachterij in
het pand aan de Boterstraat alhier, wijk D,
no. 86, kadaster sectie B no. 412en
3o. H. Groeneweg om vergunning tot het
opri chte n van een steen houwer ij
in het pand aan het Groenweegje alhier, wijk
D. no. 132, kadaster sectie A no 49.
Gelegenheid tot het inbrengen van be
zwaren tegen het toestaan van die verzoeken
zal op Donderdag den 5n Maart a, s., des
middags ten 12 ure, ten Raadhuize worden
gegeven.
In eene vergadering van de liberale kies-
vereeniging te Sliedrecht, waar de heer mr.
S. van Houten eene rede hield over de aan
hangige Legerwet, heeft de heer A. A. Beek
man, directeur der Hoogere Burgerschool te
Schiedam, zich omtrent de vrijstelling van
geestelijken, naar luid van een verslag in de
N. R. Ct., als volgt uitgelaten
)>De vrijstelling van ordebroeders en van
a. s. geestelijken van welke orde ook, virdt
de heer Beekman mede zeer onbillijk, maar
toch heeft de regeering zeer verstandig ge
daan om die mopperende lui buiten het leger
te houden."
Hier heeft men dus te doen met een door de
gemeente gesalarieerd ambtenaar, dielo. zich
beslist tegen de vrijstelling van de geestelijken
verklaart2o. zich veroorlooft de geestelijken
mopperende lui te noemen.
Wat mogen de ouders, ook de enkele ka
tholieke, die hunne kinderen aan de hoede
van dien Directeur toevertrouwen, niet van
zulk een man voor de opvoeding hunner zonen
verwachten 1 Maar vooral hoe nuttig zijn de
belastingpenningen van alle ingezetenen ®a®
zulk een opvoeder besteed 1
De stedemaagd van Schiedam schijnt de11
laatsten tijd al bijster slecht te spreken. E®®
der lezers van den Stand, hoorde haar o. a'
in een moedeloos oogenblik de volgende ve>"
zuchtingen slaken
J
»Uitgemergeld door den fiscus, geplaag0
door kleingeestige administratieve bepaling®®'
bedreigd door Delft, wier groote spirit®8'
fabrieken zich in bescherming van distill®'
teurs-afschaffers mogen verheugen, en die"'
tengevolge zoo nauw niet op de vinge|S
worden geziende keel toegeknepen doo®
den nagenoeg vrijen invoer van vreemde wijn®®
en spiritualiën, terwijl ik mij alom door ee®
ijzeren muur omringd zie en bijna nerge®'
met mijn fabricaat meer kan komen, snak'
mijn veste als een visch op het droge 1
»Is het de bedoeling der Regeering h®'
fabriceeren van moutwijn en jenever onmo
gelijk te maken, en dus ook de gist- en spo®'
lingproductie te vernietigen, die daaraf®
onafscheidelijk verbonden is, en buiten welk®
artikelen men toch moeielijk kan welf®»
laat ze dan der, invoer van vreemde drank®®'
cognac, spiritus en brandewijn evenzeer be
lemmeren. Dan handelt ze ten minste nog
consequent. Nu vernietigt zij een tak va®
Nsderlandsche nijverheid, en laat ze de koe
meedoogenloos doodhongeren, naar wier melk
zij hunkert, terwijl zij vreemde akkers wiedt-
»Ik hoop nu maar, dat de opzegging de'
handelstractaten, van Spanje en Portugal m®'
ons Vaderland, ten minste aanleiding gev®
tot de beloofde «herziening der tarieven".
«Verwaardigden de hooge autoriteiten zie®
nog maar eens tot een bezoek aan mijn veste»
dan zou stellig heel wat van hun vooroorde®'
wegvallen.
«Maar och, arme! Hoe zou ik de heere®
ontvangen, nu de vroede mannen in Schie'
land mij zelfs allen toevoer van het zoo on
misbare versche water afsloten als dat lang
duurt, zal de gezondheid van mijn burgerij
er ook nog aan worden gewaagd.
»En dan, de mannen der vroedschap hier»
die mijn trawanten, mijn lijfwacht moete®
zijn! Ze schijnen daar niet eens iets van t®
merken. Gelukkig, dat er ten minste nog
kloekmoedigen onder de burgerij zelf zij®'
die daar protest tegen aanteekenen.
«Maar als dat protest tegen de heeren va®
Schieland ook niet helpt, dan reken ik eI'
toch stellig op, dat er in Den Haag nog zoo
veel barmhartigheid zal zijn, dat men o®s
hier ten minste nog de gelegenheid zal late®
om te leven."
De minister van binnenlandsche zaken heef'
de commissarissen des Konings in de pr°'
vinciën medegedeeld, dat in de alphabetisch®
naamlijst der dorpen, gehuchten, buurtschap
pen en waterschappen ditmaal eene menigt®
namen worden gemist, die voorkomen in d®
lijst bij de vorige volkstelling uitgegeven, e®
daarentegen een aanzienlijk aantal name®
die in de lijst van 1879 niet worden vermeld»
thans in de opgaven worden aangetroffe®»
met verzoek dat de lijst nog eens met zorg
worde nagegaan en de noodige veranderi®'
gen aangebracht.
Door het bestuur van de Vereeniging va®
aardappelmeelfabrikanten hier te lande is b'j
adres aan de Regeering het verzoek gerich'
om bij de regeering van Frankrijk poging®®
aan te wenden, opdat het plan, daar te land®
bestaande, tot verhooging van het inkomend
recht op aardappelmeel niet verwezenlijk'
worde.