H, J. WOUTERLOOD
DUITSCHLAND.
Ter Beurze te Berlijn waren gisteren ge
ruchten verspreid, dat de Keizer door eene
ziekte was aangetast. Zij werden echter
reeds op de Beurs officieel tegengesproken,
en in de avondbladen werden zij gekwali
ficeerd als leugenachtige verzinsels uitge
strooid om storing te verwekken in de inschrij
vingen op de nieuwe leening. Naar men
verneemt, worden van bevoegde zijde maat
regelen voorbereid, om de verspreiders dezer
geruchten op te sporen.
Aan het diner van den Provincialen Land
dag van Brandenburg heeft de Keizer gis
teren eene veelbeteekenende rede gehouden.
Hij verklaarde, zeer goed te weten, dat ei
veel in den laatsten tijd anders is geworden,
en dat het niet iedereen gemakkelijk valt,
hem te volgen. Men moge echter op hem
vertrouwen steeds lettende op het geheel.
Terwijl hij den vorigen zomer te Memel in
het huis was, waar zijne overgrootvaders
waren geweest toen Pruisen ten onder lag,
had hij ingezien, dat daar hei begin van de
tegenwoordige grootheid had gelegen, door
dien destijds zich alles in vertrouwen ron
dom den Koning had geschaard. Zóó moet
het ook thans gaan, al is de toestand God
dank niet zoo slecht als destijds. »In onzen
tijd, waarin ongehoorzaamheid en andere
ondeugden door de wereld sluipen en waarin
een oceaan van inkt en papier wordt ver
spild om alles in verwarring te brengen, alles
te verduisteren wat toch zoo helder en dui
delijk vóór ons ligt, moge men zich aan mij
houden. Ik laat mij niet van den goeden
weg af brengen en koester de stellige Hoop,
dat men mij zal volgen dat ik genoeg
trouwe mannen zal vinden." De Keizer ver
klaarde, daaabij inzonderheid ook te rekenen
op zijne Brandenburgers.
Volgens andere berichten gaf de Keizer
de vertrouwende hoop te kennen, dat iedereen
in plichtsvervulling hem zou ter zijde staan
en hem op den ingeslagen weg zou volgen.
Hij handelt in opdracht van een Hoogere
en zendt eiken avond en morgen een gebed
ten Hemel voor het welzijn des volks. Volgt
mij Brandenburgers", zoo besloot hij onder
de toejuichingen van zijn gehoor, sallen man
voor man. Leve Brandenburg
EGYPTE.
Uit Cairo wordt gemeld, dat de marsch
der troepen naar Takar door eenen zandstorm
vertraagd werdt. Osman Digna is twee mijlen
benoorden Afafit gelegerd.
Volgens berichten uit Cairo heeft de Fran-
sche consul-generaal, graaf d'Aubigny, niet
alleen geprotesteerd tegen de benoeming van
den Engelschen rechter Scott tot rechtskun
dig adviseur der Engelsche regeering en tegen
de aanstelling van een commissie van toe
zicht, maar heeft hij ook verklaard, dat
Frankrijk zijn toestemming tot de wet intrekt,
volgens welke 300.000 pd. st. van de opbrengst
der conversie van de Egyptische regeering
voor de bekende hervormingen zouden wor
den aangewendde som blijft in handen
der commissie van de staatsschuld.
De publieke opinie, de Fransche kolonie
natuurlijk uitgezonderd, keurt Frankrijk's
houding in deze sterk af.
BINNENLAND.
Schiedam, 21 Februari 1891.
EERSTE KAMER.
Zitting van Vrijdag 20 Februari.
De Minister van Marine verdedigde heden
zijn beleid. De vertraging in den aanbouw
van het pantsertorenschip is het gevolg van
het voorgevallene met de fabriek te Amster
dam, die hij ten onrechte vertrouwen ge
schonken had. Het speet hem, dat hij het
niet anders heeft voorzien, maar de zaak
ligt er toe en hij zal op de naleving der
contracten letten. Overigens heeft hij sedert
zijn optreden een vast werkplan gevolgd.
De Minister heeft ook veel voorbereid en
georganiseerd en verwacht veel van de voor
lichting der commissie voor de kustverdedi
ging. Ook voor het personeel is veel dooi
den Minister gedaan, terwijl juist door hem
het eskadervaren weer is opgevat. Ook
andere oefeningen van het personeel worden
geleidelijk voortgezet. Van het nut er van
is de Minister overtuigd.
De heer Van Alp hen vroeg in zijn re
pliek waarom de luitenant ter zee le kl.
Land, lid van de Tweede Kamer, als zoodanig
op nonactiviteit, bij de vordering tot kapitein
luitenant-ter zee is gepasseerd. De M i-
n i s t e r antwoordde hierop, dat de vi et eene
voordracht tot die bevordering niet gedoogde.
De heer Fransen vandePutte (die
tevens terug kwam op de zending van de
Atjeh naar Bassorah) meende, dat als aan de
eischen van de wet werkelijk niet is voldaan,
de onafhankelijkheid van de Volksvertegen
woordiging hier in 't spel is.
De M i n i s t e r verklaarde, dat hij den heer
Land moest passeeren, omdat hij hem onge
schikt achtte voor den hoogeren rang. De
heer Van dePutte bleef desondanks
de gepleegde handeling afkeuren.
Hoofdstuk VI werd aangenomen met 30
tegen 11 stemmen.
Bij hoofdstuk VII B kwam de heer Van
de Putte terug vooral op zijn grief van
onwettige betaling van gelden, die niet door
de Kamers zijn toegestaan. De Regeering
had daarin kunnen voorzien door wettelijke
machtiging te vragen voor de uitgave van 1/12
gedeelte.
De heer Van Lier vroeg invoering van
eene belasting op het roerend vermoging en
dienstbaarmaking van de grondbelasting aan
meerdere evenredigheid van druk.
De Minister zeide dat perequatie niet
het doel was der herziening van de grond
belasting en dat een inkomstenbelasting zeker
niet naast een andere kan gevoegd worden.
Omtrent de besteding van nog niet toege
stane uitgaven zeide de Minister, dat de Re
geering in de gegeven omstandigheden niet
anders kon handelen.
De heeren V e ri i n g Meines en Moo-
lenburgh verklaarden zich voor eene Rijks
inkomstenbelasting met gemeentelijke op
centen daarnevens.
De Minister deed opmerken, dat slechts
van eene belasting op roerend vermogen kan
sprake zijn naast de Grondbelasting.
De hoofdstukken Financiën en On
voorziene uitgaven worden aange
nomen.
Bij de estingbegrooting wees de heer
Werthe i m op de noodzakelijkheid om te
zorgen voor de volledige verdedigbaarheid
van de stelling Amsterdam.
De Minister gat daaromtrent gerust
stellende vei klaringen.
Na aanneming der Vestingbegrooting werd
de Begrooting van Oorlog aangenomen, na
eene korte discussie over de inrichting der
krijgsraden en remonte.
De Minister deelde mede, dat bij den
Raad van State aanhangig zijn de wetsont
werpen tot herziening van het militair straf
wetboek en van het reglement op de krijgs
tucht.
Heden (Zaterdag) voortzetting van de
werkzaamheden.
Naar wij vernemen, is door vier leden
van den Gemeenteraad alhier, in overleg met
eenige andere leden van den Raad, eene
vergadering aangevraagd ter behandeling
van een gewichtig en urgent gemeentebelang.
Wij hopen dat het hier bedoelde gemeen
tebelang de levenskwestie der waterver-
versching zal zijn.
Het gedeelte van den bazaltmuur voor de
sluis aan de Buitenhaven, dat het vorige
jaar is ingestort, wordt thans hersteld door
rijswerk.
Te 's-Hage werd gisteren door mejuf-
vrouw II. Mak, van Schiedam, met gunstig
gevolg examen afgelegd in de fraaie haf^'
werken.
Bij den Raad van State is (behalve ee"
wetsontwerp tot wijziging van het milita'1
strafwetboek) thans ook aanhangig gemaal
een ontwerp tot wijziging van het regiem0"'
op de krijgstucht, (Avp-)
Zie verder het Bijvoegsel
AD VERTE NT I EN.
Voor de talrijke bewijzen van belangstelli"^
en deelneming, bij het overlijden van mij"
dierbaren Echtgenoot, JOSEPHUS BERNAR'
DINUS MARIA TIMMERHALJS, ondervonden
betuig ik, ook namens de overige familielede")
oprechten dank.
Wed. J. B. M. TIMMERHAUS,
RebEB3,
Schiedam, 21 Febr. 1891.
te OVERSCHIE.
De Notarissen D. VAN DEN BERG V
Overschie en P. F. J. VAN DER HEB'
DEN te Schiedam, zullen in het ope"'
baar verkoopen, bij veiling Woensdag
25 Februari 1891 en bij afslag
Woensdag daaraan volgende, telkens
voormiddags elf ure in »de Vergulde KoetS'
wagen" te Overschie:
I. Een HEEREN HUIS met Koepel'
Erve en Tuin, aan het beste gedeelte
van de Dorpstraat te Overschie e"
strekkende achter tot aan de Schie, wij''
A 119.
II. Een KOETSHUIS met HOOI
ZOLDER en afzonderlijken Paardenstal'
Ertte en Open Grond, naast Perceel
en mede strekkende tot aan de Schie, wij''
A 118, geschikt voor inrichting tot woo"'
huis als anderszins.
Aanvaarding 15 Mei 6. k. en te bezich
tigen Dinsdag 24 Februari en Ding
dag 3 Maart, van elf tot vier ure
ten overstaan van den Notaris P. F. J. VA^
DER HEIJDEN te Schiedam, op Vrij
dag, 27 dezer maand, precies ten elf
ure, in »de Vergulde Valk" te Kethel, va":
I. Een perceel WEILAND onde"
Vlaardinger-Ambacht, groot 3 hectaren, 7^
centiaren, staande in hoogste bod op f507&
II. Een BOüWMANSWONINÖ;
met aanhoorigheden en WEILAND, onde"
Kethel aan den Harrenweg, ten grootte va"
2 hectaren, 83 aren, 8 centiaren, in hoogs*0
bod op f 4850.
nemen gelden a deposito
WORDT GEVRAAGD
fi
niet beneden 16 jaar, R. K.
Brieven franco, letter D, bureau van dit bh"''
met twee dagen opzegging a 2
voor drie maanden vast a 3
voor ééne maand vast fegen de prolongat'8'
rente der Amsterdamsche Beurs.
Vergoeden rente in rekening-courant
percent beneden Bankdisconto (thans 21/3