Parijsche Kroniek. noemt spr. dit legerstelsel een wreed stelsel- Als vakman is sprekers innige overtui ging dat men evengoed buiten als in de ka zerne met goede instructeurs en onder goede leiding een degelijke weerbare macht kan verkrijgen. Het dreigt allengs een geloofsar tikel te worden, zeide spr., dat de persoon lijke kazerneplicht het alleen noodzakelijke is voor een goede legervorming. Spreker ver klaarde zich daar tegen als militair, als ka tholiek en als volksvertegenwoordiger, op de gronden reeds in zijne lezing te Rotterdam uit eengezet en onzen lezers bekend. Hij kon ook uit eigen ervaring verzekeren, dat de plaatsvervangers niet het slechtste gehalte van het leger uitmaken, maar integendeel zeer bruikbare soldaten zijn, en stelde in 't licht dat de vrijheid van plaatsvervanging voor allen bestaat, en daarvan ook veel door mingegoeden, geholpen door familie of lief dadige personen wordt gebruik gemaakt. Hij wilde het stelsel van vrij willigen dienst aanmoe digen door het verleenen van premiën en het uitzicht op aanstelling en bevordering bij verschillende takken van staatsdienst, en ver klaarde zich verdertvoor het stelsel der volks wapening (de verbeterde burgerwachten, die een klein leger ter zijde staan en die op eigen terrein en onder de eigen bekende officieren tegen den vijand optrekken) als het beste stelsel van 's Lands verdediging. Mocht men op de groote kosten van dit stelsel wijzen, dan wijst spr. er op, dat de kosten van het thans beoogde stelsel, door sommigen op vijf millioen meer geraamd, zeer enorm zullen zijnmaar dat, mocht ook het stelsel der volkswapening nog meer uitgaven ver- eischen, het dan toch een feit is, dat het volk liever financieele dan persoonlijke lasten brengthet zou wellicht een krijgsbelasting (door de vrijgestelde gezinnen op te brengen) zonder morren dragen. Ten slotte nog een woord aan de staatkunde wijdende, verklaarde spr. zich tegen het sluiten van bondgenoot schappen met andere partijen voor bepaalde tijdperken, en geloofde hij, dat eene zelfstan dige onafhankelijke katholieke staatspartij het best zou zijn voor de verdediging der belangen, het recht en de vrijheid der Katholieke Kerk. Nadat de gevierde spreker aldus zijne rede ten einde had gebracht, en het bleek dat niemand van de gelegenheid tot debat ge bruik wenschte te maken, betuigde hem de heer H. R. M. A. van Gent, bestuurslid van de Katholieke Vereeniging :»De Grondwet," den dank van het Bestuur en de Vergadering voor de uitnemende wijze, waarop hij had voldaan aan de uitnoodiging om op te treden, om bij den grooten strijd die ontstaan is, over de Legerwet te spreken. Hij verze kerde dat zijn helder en bondig betoog ons versterkt had in de overtuiging dat de aan neming der wet niet was in 's Lands belang. Had het Bestuur gemeend zich om bijzondere redenen van het stellen eener motie te moeten onthouden, uit de stemming dezer vergadering meende het te mogen afleiden, dat alle Katholieken van Schiedam met den inhoud en de strekking van dat betoog instemmen. Ik eindig dan ook met den wensch ongeveer aldus besloot de heer Van Gent dat uwe bestrijding in 's Lands raadzaal ons voor de invoering dier wet moge behoeden. Daardoor zult ge U niet alleen verdienstelijk hebben gemaakt voor het Va derland, maar U ook een eerezuil hebben op gericht in de harten van alle Katholieke Nederlanders. Het bezoek dat de Keizerin-Weduwe van Duitschland aan het schoone Parijs bracht, had zeker niet de beteekenis die vele bladen er aan gegeven hebben. Het eenige wat er duidelijk uit spreekt is de ontspanning der internationale betrekkingen en der minder scherpe verhouding tusschen Duitschland en Frankrijk, en hoewel de tractaten onveran derd blijven en de bajonetten nog altijd in de zon blijven schitteren begint het er wel naar uit te zien dat deze eeuw niet in 't bloed zal eindigen. Men moet aan die bezoeken van vorsten en vorstinnen, die in een oogenblik van conflict al zeer licht zou den wegen, niet al te veel waarde hechten, doch men moet bij dit bezoek niet uit het oog verliezen dat hier den eersten stap door den trotschen Hohenzollern gedaan wordt, van wien dit zeker niet te verwachten was. Deze toenadering wordt door de Franschen zeer verschillend beoordeeld. Het groote publiek en de heethoofden zijn nog even haatdragend als twintig jaren geleden en van gevoelen dat de Fransche schilders, die de Keizerin-Weduwe kwam uitnoodigen in Mei aanstaande te Berlijn te exposeeren, er niet heen moeten gaan zoolang Elzas en Lotharingen niet aan Frankrijk zijn terug gegeven. In meer bezadigde kringen, waar men vreest dit nog lang kan duren, vindt men, dat op het terrein van kunst de na tionaliteit niet zoo op den voorgrond behoeft te treden, en dat, niettegenstaande de Duitsche schilders in 1889 niet naar Parijs kwamen, de Franschen nu wel naar Berlijn kunnen gaan. De'oorlogskreet »a Berlindie de licht zinnige Parijzenaars in 1870 zoo luide deden hooren, hebben nu velen in »pas d Berlin!" veranderd. Op eene meeting in de zaal Wagram gehouden, klonken deze woorden tusschen de opgewondene redevoeringen van mannen als Laur en Déroulède door. Toen deze laatste op de tribune verscheen, bracht men hem, niettegenstaande hij de ruim 1500 manifestanten lang had laten wachten, eene ovatie. Hij had zoo lang met de leden van het comité der Ligue des Patriotes moeten delibereeren over wat hen in dit ernstig oogenblik te doen stond. Onder een vloed van woorden, blakende van vaderlandslievende verontwaardiging, ging er veel van zijn rede, voor de toehoorders, die ook in zeer onrus tige stemming verkeerden, verloren. Hij slaagde er evenwel in, hen te doen begrij pen, dat hij bij een helderen maneschijn naar het graf van den schilder Henri Reg- nauld (in de school der schoone kunsten op gericht) is gegaan, om daar een groote krans met het opschriftAu grand peintre mort pour la patrie, la Ligue des Patriotes, quand même, neer te leggen. Hij heeft, zoo zeide hij verder, met eenige zijner vrienden het beeld van Straatsburg op de Place, de la Concorde met nieuwe Fransche driekleuren getooid, opdat, wanneer morgen de Keizerin het door hare soldaten gebombardeerde Parijs zal bezoeken, zij onze vlaggen, die tegen haar bezoek binnen onze muren protesteeren, moge zien wapperen. In een zeer heftige order van den dag, door de Vergadering bij acclamatie aange nomen, komt onder andere liefelijkheden aan het adres van den Duitschen Keizer, ook de belofte voor, dat, zoo hij het mocht wagen hier te komen, men hem even aangenaam zoude ontvangen als men den Uhlanen- koning, Alfonso XII van Spanje ontvangen heeft. Deze toen nog zoo jeugdige en reeds ziekelijke vorst kwam van Berlijn naar Parijs en werd hier, wanneer hij uitreed, door het gemeen uitgefloten. Bij het ver laten van het Spaansche gezantschap was ik in dien tijd er zelf getuige van, en de pijnlijke indruk dezer onverdiende belee- diging, een met Frankrijk bevrienden Koning aangedaan, is nog levendig in mijn herinne ring gebleven. Een gedeelte der manifestanten trok tegen middernacht, nog niet tevreden over hun werk, naar de Place de la Concorde om nog maals de Maagd van Straatsburg te vereeren, doch daar werden deze late gasten niet zeer vriendelijk door de politie ontvangen en langs de Rue Royale uiteengedreven. De bekende militaire schilder Edouard De- taille, de beste leerling van den beroemden, onlangs op 81-jarigen leeftijd overleden, Meis- sonnier, moet aan Keizerin Frederik, die zijn atelier bezocht, gezegd hebben, dat hij niet ongenegen was te Berlijn te exposeeren en had zich eerst aan het hoofd geste'0 artisten die genegen waren hem daa'1'^ te volgen, toen de hevige tegenstand die kunstreis naar de hoofdstad van P'Mli meer en meer vindt, hem heeft doe11 sluiten den volksgeest niet te trotseere" dus ook stil thuis te blijven. "e De Parijsche gemeenteraad geeft viermaal per jaar in zijn Paleis, V fP'ff J Ville, een bal-monstre waarop twaalf d"'2^ genoodigden zich verdringen, als wannee' een even groot getal ontevredenen zich p, klagen geene invitatie ontvangen te l'e npO. De kosten van elk bal bedragen frs Aan de buffetten wordt voor ruim frs aan ijs, punch, champagne, sandwiches, o bakjes enz. verslonden. Het groote pracj1^ gebouw schittert op zoo'n avond, zoowe' ten als binnen van licht en alleen de d' oeil der lange rij van ineenloopende P vol bloemen en zeldzame planten, loo"'^ moeite die men heeft om door die duiz®" jj danslustigen heen te komen. Er gingen re.pi dikwerf vele stemmen op om die .f frs 200,000 welke aan deze bals per J.^ besteed worden, een nuttiger bestem'1' te geven, doch de invloed der vrouwe" g dochters van de gemeenteraadsleden, die1 j eens gaarne walsen schijnt altijd zoo m te zijn dat een voorstel tot afschaffing Wc" kans heeft aangenomen te worden. ju Niettegenstaande die drukte gaat hej' t, de zalen nog al deftig en ordelijk toe, j« de buffetten zijn niet genaakbaar en be .p| ongelooflijk hoe beschaafde menschen eni llg, inwoners van de hoofdstad der beschav' jf zich zoo kunnen aanstellen om ee",y glas limonade, wijn of punch of een tuur boterhammetje met wat ham of f y de foie gras er op, machtig te worde"- |S Daar gaat alle décorum verloren en, z0°(113 ik stellig hoorde verzekeren, wordt er s° gevochten. Op het laatste bal waren p''^ dent Carnot en zijne vrouw de gaste" a gemeente. - Zij vertoefden er echter "pO lang, doch lieten bij hun vertrek frs 2- voor de armen achter. Parijs, 15/28 Februari 1891. FidéltUS- GEMENGDE BERICHTEN. Een ongehuwd man had een kosthuis trokken te Jubbega-Schurega. Steeds bet"" hij geregeld zijn kostgeld, tot hij voor ee"'ë t tijd door ziekte daartoe niet meer in s" ji was. Zijn kostbaas had geen zin om jV langer te onderhouden. Hij legde zijn c" ,i mensaal in een kruiwagen en vervoerde op die wijze naar het een paar uur ve'i;jl< gelegen Wijnjeterp, waar de man eige" if thuis behoorde. Niemand wilde zich daar den armen zieke ontfermen. Goede raadgJ1 nu duur, en de verlegen kostbaas zag ëc anderen uitweg dan zijn kruiwagen e[i keeren en den last aan den dijk te 1" g\ liggen. Eenigen tijd later werd hij daar J gevonden. Naar aanleiding van dit vo0^s' vertrokken heden van de officier va" J. titie, de rechter-commissaris en ee" je ëedigde klerk ter griffie, vergezeld va" doctoren Rinkes en Kijlstra, naar Wijnje|" om een onderzoek ter plaatse in te ste" In de kolenmijn te Alsdorf bij Kei'k''^ (Limburg), is een mijnwerker omgek""1 die bezig was een steen door dynam'e jej- doen springen. Hij was. gehuwd en v" van een talrijk kroost. Een detectieve op eigen gezag heeft sporingen in het 't werk gesteld, om den d"1 der vrouwenmoorden in Whitechapel, °P sporen. Hij was al een goed eind op maar nu heeft ongelukkigerwijs de ee"yejj reporter hem in de wielen gerede". ef ambtenaar der douanen houdt zich "".jp tuigd, dat »Jack the Ripper" op ee" thuishoort. Hij ging na, welke schepen?' 0{ December 1887, toen nog slechts dn vier moorden gepleegd waren, tusschen b den en een vreemde haven voeren, ju's j,gt te Londen losten, of in het dok lagen "P jjj tijdstip der moorden. Vervolgens wil weten, of er onder die schepen geen dat bijzonder de aandacht trok. Een bijzonder schip van kleine tonne"' varende tusschen Londen en eene bijge ~T Tl#'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 6