ELISE. ia m 23) gezet bij art. 4, hetwelk een bijzonderen waarborg bevat voor de verzekering van de inning van den bijslag. De heeren Van Nunen c. s. hebben voorgesteld de scherpe bepalingen van dit artikel te temperen en de aansprakelijkheid te beperken tot de fabrikanten. De heer Huber achtte geheel het fis caalrecht van parate executie en privilege van invordering tot verzekering van den bijslag niet noodig, omdat de wet van 1867 en art. 90 der algemeene wet voldoende waarborgen bevatten. Ook de heer Cl e r c x bestreed krachtig de motieven zoowel als de beginselen, welke voor het in art. 4 geschreven strenge fiscale recht gelden. De heer Mees en de Minister deden uitkomen dat de bepalingen van de Alge meene Wet hier niet toepasselijk zijn, om dat de bijslag afgescheiden is van de ac cijnsbelasting. De Minister had geen bezwaar tegen de toepasselijkverklaring van art. 39 der wet van 1867 op den hier bedoelden omslag. De heer Huber stelde een amendement in dien zin voor. De Minister liet daaromtrent de beslissing aan de Kamer over. Het amendement werd aangenomen met 69 tegen 15 stemmen, waardoor art. 4 van het Regeeringsontwerp vervalt. Als overgangsbepaling is nog aangenomen een artikel, waarbij voorgeschreven wordt, dat als een deficit op de belasting in 1891 niet in de drie laatste maanden wordtinge haald en de belasting in dat tijdvak met overeenkomt met de opbrengst van de be lasting in het correspondeerend tijdvak van 1890, dat tekort in 1892 zal moeten worden aangezuiverd. Een voorstel-M u t s a ers om voor dat laatste tijdvak het gemiddelde van de 5 jongste jaren te nemen werd ver worpen met Ó2 tegen 23 st. Het wetsontwerp werd aangenomen met 52 tegen 37 st. Voorts werd behandeld het wetsontwerp waarbij de vrijstelling van verhooging van de personeele belasting wordt uitgebreid tot landbouwpaarden die afwisselend gebruikt worden gewone paarden zoowel als heng sten Door aanneming van een amende ment werd die vrijstelling nog eenigszins uitgebreid. De eindstemming zal heden plaats hebben. De Burgemeester van Schiedam, gezien art. 15 der wet van 26 Mei 1870 (btaatsbl. no. 82) betrekkelijk de Grondbelasting, brengt ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat de staat, aanwijzende de uitkomsten van de metingen en de krachtens art. 14 der aangehaalde wet vastgestelde schattingen van gebouwde en ongebouwde eigendommen, binnen deze gemeente gelegen, gedurende dertig dagen ter inzage op de Secretarie is nedergelegd. Naar wij vernemen, moet de Koningin- Regentes het voornemen hebben te kennen V. Bart Dok. Terwijl Keerers dit laatste zegt, is de vrouw van Bart Dok de kamer binnenge tredenin hare hand draagt zij een knap, maar vooral een geriefelijk koffertje, geheel en al berekend voor de diensten, die het ha ren man op zijne reis moet bewijzen. Toen Bart, het is nu reeds bijna drie-en-dertig jaren geleden, Amsterdam binnen kwam, had hij geen koffertje noodig en hij dacht er ook toen niet aan dat er ooit een tijd voor hem kon komen, waarin hij er een zou noodig hebben. Hoe geheel anders is zijn levensloop geweest, dan hij zich had voorgesteld. Wel was zijn hart ook toen vervuld van een levendige hoophij ver trouwde er zelfs vast op, dat hij door ijver gegeven, namens de Koningin, voortaan weer jaarlijks een gouden zweep als prijs uit te loven voor de te Leeuwarden te houden harddraverij van Friesche paarden. Vad.) Zeven leden der Tweede Kamer hebben kennis gegeven verhinderd te zijn aan het diner ten Hove, dat gister-avond aan de tweede helft van de leden dier Kamer werd aangeboden, deel te nemen, met name de heeren Zaayer, Kerdijk, baron d' Olne (wegens ongesteldheid) Heldt, Okma, Van Vlijmen (we gens ziekte in zijn gezin) en D. Nieuwenhuis. De heer Walter kon niet genoodigd worden, daar hij wegens zijn benoeming tot kanton rechter ophield lid der Kamer te zijn. Gisteren-avond kwam per Staatsspoor van 7 uur 36 min. de broeder van H. M. de Ko ningin-Regentes, Z. D. H. de Erfprins van Waldeck-Pyrmont, te 'sHage aan. De prins werd aan het station opgewacht door generaal-majoor C. H. F. graat Du Monceau en door den secretaris van de Duitsche legatie bij ons hot dr. Von Bulow. Z. D. H. begaf zich dadelijk in een hofrijtuig naar het paleis. Het bericht van het Ilbl, dat de minister van Oorlog op geen hoofdpunt van de Le- gerwet heeft toegegeven, moet, volgens Het lad., natuurlijk, slaan op 's ministers schrif telijk antwoord. Omtrent het overleg met de commissie valt nog niets te zeggendat overleg moet nog plaats hebben. De com missie hield, volgens een ander bericht, gis teren weder een bijeenkomst. Het D. v. Z.-H. deelt mede dat de intrek king door den minister van marine van de bepaling op de rijks-marinewerven, dat christelijke feestdagen, welke op andere dagen den Zondagen vallen, aan de werklieden op gewone arbeidsdagen worden uitbetaald, is geschied bij de nieuw ingevoerde reglementen. De werklieden, die worden aangenomen se dert deze reglementen van kracht werden, blijven van het genot der bepaling verstoken en weten dat dus van te voren, maar voor de werklieden, volgens de oude bepalingen aangenomen, blijft zij van toepassing. Tegenover den heer Walter, met alge meene stemmen in de katholieke Kiesver- eeniging candidaat gesteld, zullen de Anti- revolutionnairen in het district Hontenisse bij de a. s. verkiezing voor de Tweede Kamer geen candidaat stellen. Dit geschiedt, wijl deze verkiezing als een door de kieswet voorgeschreven formaliteit en vlijt, maar vooral ook door oppassend en braaf te leven een eerlijk stuk brood zou kunnen verdienen maar dat hij in welstand en in overvloed nog eens zou leven aan de zijde van de vrouw, die hij van zijne kin derjaren af bemind hadhoe zou hij zich dit hebben kunnen voorstellen, terwijl hij zijne geboortestad als ontvlucht was en ge lijk een verlalen zwerveling de volkrijke stad intrad? Hoe kwam het, dat hij zich dit alles nu juist op dit oogenblik zoo levendig her innerde Stijf en stug zat Bart daar op zijn stoel neder en toch, de tranen die uit zijn oogen sprongen, glinsterden op de zwarte haren van zijn harden ringbaard, hij moest met zijn sterke handen zijne knieën vast houden; maar het gevoel van zijn hart werd hem toch te sterk en bij rees op van zijn stoel en trad toe op zijne trouwe vrouw, en drukte haar aan zijn hart en kuste haar ge laat, terwijl hij uit de volheid zijner ziel uitriep: »Wat zij ge toch een best wijfje!" «Och, malle vent, roept Kaatje op hare beurt uit, wat moet mijnheer wel van je wordt beschouwd en ook andere partijen 1 de laatste jaren gewoon zijn bij zulke g genheden geen partijstrijd te voeren. De heer Jhr. mr. W. Elout van SoeteI eefl woude, secretaris van het hoofdbestuur den «Anti-opiumbond" hier te lande, is Londen vertrokken tot bijwoning van congres van belangstellenden in het tegenga' van het opiurn-gebruik in Britsch-Indië. ifli'ik Gelijk men weet, was er reeds geruid1^ tijd ernstig sprake van het versterken v het Indische leger door aanwerving vans daten ter Westkust van Afrika, Aan de pogingen van den heer Hen1 P. N. Muller is het te danken, dat de aanvankelijk op de meest gewenschte is geslaagd. Door ons Gouvernement met hem een overeenkomst gesloten, thans haar vruchten begint te dragen. Daar de negers van de Goudkust bekel' staan als uitstekende soldaten, is hun ail1' werving een belangrijke aanwinst voor 11 Oostindische leger. Arnh Door den secretaris van den sociaal-de111^ cratischen bond te Amsterdam, is aan Staatsspoorweg-Maatschappij te Utrecht. e extra trein aangevraagd, voor het vervoe1 van 300 personen van Amsterdam q Brussel op 29 Maart e. k. en terug op J d. a. v. ot' weg Men schrijft ons uit Maassluis Naar een gerucht wil, zal toch de sp°' Rotterdam-Maassluis reeds met d aanstaanden zomerdienst in exploitatie 'vv01^ den gebracht. Zoolang n. 1. de onderhand® lingen met de Hollandsche Spoorweg-M9,9 schappij tot overdracht der lijn duren z' c t S' de Maatschappij tot exploitatie van Sta® Spoorwegen in de behoefte door middel v een lokaaldienst voorzien. Het zou waar'J dan ook tijd worden. Achttien jaar gele( werd tot den aanleg in de Kamers besl° L h® en stak onze burgerij de vlag uit, op vernemen van dit verblijdend nieuws, e° jaren hebben wij met Fatima uit Blauwbaa'Uj sprookje geroepen «Zuster Anna, ziet e nog niets komen maar was steeds het woord ontkennend. Thans echter zijn broeders in aantocht, om ons te verloss' uit ons benauwend isolement. (R. Naar Het Vad. verneemt, is pf°^ sor Liebreich uit Berlijn te 's-Grav®^ hage aangekomen om zijn nieuwe gen® wijze van keeltuberculose toe te passen een der inwoners van de residentie, in denken?" Maar in weerwil van dezen uitr°®lj slaat zij toch haren arm om zijn hals» kust en liefkoost den man, dien zij te ro lief heeft, omdat zij als kind reeds zoo wijls in stilte geweend heeft over de dr j vige oorzaak, die zijn inborst gaandeweg en afgetrokken gemaakt heeft. rg- Wat Keerens dacht van dit huiselijk1' reeltje zei hij wel niet, maar in zijn werd, zoo mogelijk, zijn vertrouwen °P eigenaardigen, toch zoo trouwhartigen nog dieper gevestigd «Juffrouw Dok, z~D- stad in gezelschap van uwen man n'ej r tf (\e hij, ik meende onverwachts te mogen verlaten, zo.— eenige ophelderingen van dit onvoorzien trek te geven." n U «Mijnheer, 'antwoordt zij, als mijn"1 jafl op eenige wijze van dienst kan wil ik graag mij schikken in de n°°d' lijkheid van zijne afwezigheid. Maar vi e zal het mij zeker zijn, als ik hem m e t dagen niet zien zal. U heeft zeker ah® de juffrouw afgesproken

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2