Ijil Hummer bekoort een Biimisel. He Jaarg. Zondag 22 en Maandag 23 Maart 1891. No. 3940. VERSCHIJNT DAGELIJKS. V 1 Bureau: Boterstraat, E 39. Prijs der Advertentiëu: 's eens de Octrooien. ^btj °nZe nommers van en ®ePl In 4e X er<i 'hans cvmd: Oe ALGEMEEN OVERZICHT. nieuwe schiedamsche courant Prijs van dit Blad: j,°01 Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 1 arico per post door geheel Nederland 2.00 Ouderlijke Nommers0.05 Het \v *ut«urarecht van den inhoud dezer courant ii ver volgens de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.Ï) Van 1—6 regels0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. i. oen wij getracht een lans te breken voor te l^^erinvoering van eene octrooiwet hier Welk Wij wezen toen op de billijkheid vatl 6 0r °- i- in gelegen is, om den uitvinder ja,. 6e" °f andere zaak minstens voor eenige ko011 et uitsluitend recht tot fabrikatie of ver dut VaU Z'4" ^'kelte waarborgen, ten einde 4ee|eU'^US 'n staat te stellen, zelt de voor op Van zijne vinding te plukken. Tegen- 4e bev ïwenng van sommigen, dat men de,. e wyze is overgeleverd aan de willekeur het Ultv'n4ers of der fabrikanten, of dat men to( ,0 ,^r°°te publiek zou berooven van het ee' der uitvinding, merkten wij op dat 0r*W bemerkingen weinig grond hebben, Uiet nien het artikel kan koopen of het ?a| 00Pt, al naar het ons gevaltde massa ateil et zonder die uitvinding wel kunnen vlnden> zoo goed als zij het deed toen de "'S nog niet was gedaan. En zij die er iB„ "ijk nut of voordeel van hebben, kun- ook gerust wat meer voor betalen. hen °ct,. °'ri dringen de tegenstanders van eene \yet lvvet ook niet aan op afschaffing der ei». °P de fabrieksmerken, omdat sommige >ni "'tikelen aars van gezochte jmerken" hunne e,. 'w* duurder houden dan het publiek hea^[lUlne voor betaalt Dat is dan toch ook Zo0ai^rrnen tot schade van het algemeen, J. onlangs in de vergadering der Ver- S'nsr 8 voor fabrieksnijverheid te Utrecht georeerd. Maar die inconsequentie *nen niet in, en men sprak daar zelfs •U i r Oct, ,enadeeling der nijverheid door eene 'We,;, a'soP niet tal van fabrieken juist Var, '"euwe vindingen, door het bestaan wet op de octrooien uitgelokt of *a, en. 'uncle: bevorderd, het aanzijn hebben te r hier thans verder op de zaak zelf de,.^6 dingen, willen wij heden eenige bijzon- 8ev|n e" onatrent de geschiedenis der wet- d-elg'' °P de Octrooien in ons land mede- tUeiiJ1' bijzonderheden welke wij vinden Uirvi^deeld in de brochure «Octrooien voor 'Ugen," in ons vorig nommer vermeld. Octrooien zijn in ons land sinds eeuwen Zo0,S bekend en zij hadden de strekking, om het bet doen van nieuwe uitvindingen als tign °en van nieuwe ontdekkingen te beloo- e" tegelijk te bevorderen. Zoo wordt '"gezonden. melding gemaakt van een octrooi dat den 27n Maart 1614 werd verleend, waarbij het uit sluitend recht verzekerd werd om gedurende den tijd van vier achtereenvolgende reizen handel te drijven op nieuw ontdekte landen. Tegelijk met de bevoorrechting dus ook be perking van dat voorrecht, waardoor gevol- gelijk al het schadelijke van een onbegrensd monopolie voorkomen werd. Nog vroeger dan in het bovengenoemde jaar werd reeds een octrooi gevraagd, be trekking hebbende op de nijverheid. Door de Staten-Generaal werd nl. in 1608 eene aanvraag behandeld om octrooi voor de uit vinding der verrekijkers, maar de Staten gingen daarop niet in, omdat verschillende per sonen hun recht als uitvinders kwamen eischen. Maar het bewijs is hiermede toch geleverd, dat de zaak zelf bekend was en ook werd toegepastlater had men dan ook zelfs eene commissie tot examinatie van nieuwe inven- tiën", maar het is waar dat de toen verleende octrooien meer het karakter hadden van een gunst, door de regeering verleend het woord «privilegie" waarmede zij betiteld werden, was dan ook veel meer juist, en er bestond ook geen wet, waardoor den uitvinder rechts zekerheid voor zijne vinding en voor zijn octrooi of privilegie werd gewaarborgd. Dit werd anders toen de Fransche overheersching kwam, en in November 1810 werd in ons vaderland kracht van uitvoering gegeven aan de Fransche wet op de brevetten van 7 Januari 1791 en aan de verschillende regle menten en decreten, welke daarop betrekking hadden. En deze wetten en besluiten be hielden kracht tot in 1817, toen door Koning Willem I den 25n Januari van dat jaar eene wet op de octrooien uitgevaardigd werd. Onder deze wet werden dooreen genomen elk jaar 140 octrooien verleend, waarvan velen aan vreemdelingen. Dit laatste vond zijn oorzaak- vooreerst in de geringheid onzer bevolking, maar vooral in het hooge octrooi-recht, dat voor een octrooi van 15 jaar tot boven de f 10.000 kon klimmen. Dit hooge recht stond dikwijls met een verbod of weigering van octrooi gelijk, waarover meer gefortuneerde buitenlanders konden zegevieren, doch waar voor de onbemiddelde uitvinders in ons eigen land het onderspit moesten delven. Men mag dan ook daaraan wel den geringen invloed toeschrijven, welke de wet van 1817 op den vooruitgang der nijverheid in ons land heeft gehad er ontstond wat men genoemd heeft een octrooi-trafiek (handel;, welke natuur lijk kwaad deed aan onze nationale nijver heid. De wet hield geen verband met de behoeften der industrie, zoodat haar invloed eer schadelijk dan voordeelig was. Er moest dus iets worden gedaan om verandering en verbetering te brengen, en daartoe vroegen sommigen een betere wet, welke met de bestaande behoeften rekening hield, terwijl anderen eenvoudig hare afschaffing verlang den. Die afbrekers kregen hun zin, en in 1869 werd tot de afschaffing besloten. Nadat dus gedurende meer dan twee eeuwen in ons land de ontdekkingen en uit vindingen door privilegiën of octrooien waren beschermd geworden, werd dit stelsel op eens losgelaten en bleef Nederland verstoken van een middel tot bevordering van de nij verheid in dien zin, dat voor uitvinders van nieuwe of verbeterde zaken het middel tot waarborging van het rechtmatig bezit of van de uitsluitende fabrikatie, ten eenemale ont brak. Het lijdt geen twijfel, meenen wij, of dit gemis is nadeelig geweest voor onze nijverheid de lust en de ijver om iets nieuws te vinden of toe te passen moest onder deze omstandigheid te loor gaan, en voor Neder land bleef op menig gebied niets anders over, dan zich te behelpen met den namaak van vreemde artikelen. Het is dan ook geen wonder, dat er altijd ijveraars zijn gevonden die voor het behoud van eene octrooiwet hebben gestreden, die op middelen peinsden om de wet te verbeteren en doeltreffender te maken, aldus medewerkend tot de we- zentlijke bevordering van onze nationale nijverheid. In een volgend nummer willen wij doen zien, wat er in dit opzicht al zoo gedaan is, DUITSCHLAND. De katholieke bladen wemelen van berich ten over plechtige requiem-missen, die aller wegen voor de zielerust van wijlen dr. Windt- horst zijn opgedragenniet enkel in de grootste steden als Keulen, Breslau, Munchen,Freiburg, Trier, Bochum, Duderstadt enz., maar ook in de kleinere als Bocholt, Villerbeck, Uer- dingen, enz. enz. Overal wedijverden de ge- loovigen om zoo luisterrijk mogelijk hun dankbare liefde op echt christelijke wijze te toonen. Op vele plaatsen ging dit echter ook vergezeld van vrijwillige bijdragen tot vermindering van de nog overgebleven bouw- schuld der O. L. Vrouwe-kerk te Hannover. Te Meppen besloot de stedelijke overheid in stede van een afzonderlijken krans op Windt- horst's graf, zooals aanvankelijk bepaald was, liever 200 mark voor de reductie der bouw- schuld in te zenden, terwijl niettemin de stad in den krans van Windthorst's kiesdistrict

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1