14e Jaarg. V rijdag I iVIei IttVH. !\o. -V.UZ. Vrijdag 1 Mei 1891. No. 3972. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bureau: Boterstraat, E 39. Vrijs van dit lil ad p°°r Schiedam per 3 maanden ƒ1.50 'anco per post door geheel Nederland 2.00 z°nderlijhe Nommers0.05 Vrijs der Advertentiën Van 1—6 regels0.60 Elk gewone regel meer. 0.10 Voor herhaalde plaatsing] worden billijke overeenkomsten aangegaan. Kamer-Overzicht. Dat enkel atfter bet verzet tegen de Legerwet niet van katholieke zijde komt, is in de >ez eiZ'tt'ng van Dinsdag 11. opnieuw be- bet 6n' sPrebers voerden dien dag over all, Ij °ntwerp-legerwet het woord, en het waren Scj6t? bberale Protestanten, die zich op ver- Dat 6n<^e 8ronden tegen de Wet verklaarden. ve kansen voor de aanneming van het hog esPr°ken ontwerp dan ook hoe langer tin ri.Un^er worden, schijnt zelfs de Regee- 111 Ie zien, en het is dan ook waarschijn- Wei ^aar aan te wyten, dat zij halstarrig blijft Seren het advies van den Raad van State 1 06 Legerwet aan de Kamer over te Voj,] klit advies moet toch, naar algemeen 0 Uu') voor het aanhangig ontwerp zoo bet mogelijk zijn, en de Regeering acht Zeker niet in haar belang de ongunstige (jQ neing, die reeds in de Kamer heerscht, °r overlegging van het advies nog te ver aderen. be^°b op den heer De Beaufort had jnkegerwetsontwerp den meest ongunstigen te 'Uk gemaakt. Hij vond, dat wij daarbij $t ,|Vee' be groote mogendheden naapen in e van ons te bepalen tot hetgeen van Nederlandsche leger-inrichting alleen een, bjn^ gevorderd worden handhaving van de ^aonlandsche 0riaih; de rust en verdediging van de ankelijkheid des Lands. Het argument 1(1 afschaffing der plaatsvervanging had dai^n we'nig waardehij kon niet inzien, °ïize leger-inrichting staat of valt met astt de lie 1 est'e °f er eenige ontwikkelde jonge- Gr* meer of minder in het leger zullen ften. Wat hij wil, is niet persoonlijke ai!nstplicbt met langdurige oefening, maar .pmeene dienstplicht met korte oefening. Sin et b, Dat 'deaal is het Zwitsersche stelsel, waarbij geheele volk weerbaar wordt gemaakt, stelsel is ook in ons Land toe te passen, daarbij moeten wij niet denken aan Vei kond met België of aan een front 8jl e" naar de een of andere zijde, maar Vagön aan bet geen wij voor de verdediging 0lls Land noodig hebben. Aan het slot p6j e' rede zeide de heer De Beaufort de VariSü°nbjke hoedanigheden van den minister j oorlog zeer te waardeeren, maar dit 't hem er niet toe brengen diens persoon 'dentifieeren met dit ontwerp, waar aan Xv alleen dan zijn stem zou kunnen geven, atlneer het geheel in zijn geest zou zijn "gewerkt. hoofdbezwaar van den heer mr. Far n- "Yy1" beSanders was gelegen in art. 136 der wegens de onvoldoende rechtspraak in zake militiezaken, welke daardoor wordt in 't leven geroepen. Dat de al of niet afschaf fing der plaatsvervanging hier niet de hoofd zaak is, werd ook betoogd door dien spreker, die de stelling verdedigde, dat men zich enkel had af te vragenwat hebben wij voor ons Land noodig en geeft dit ontwerp al wat wij noodig hebben. Om die vraag te beantwoor den achtte spr. het vooraf noodig de orga nisatie te kennen, en daarom was hij met den heer Viruly voor wettelijke legerorgani- satie. Ook de heer Sanders verklaarde zich voor het Zwitsersche stelsel van algemee- nen weerplicht en voor het invoeren van een krijgsbelasting. Zooals hij reeds vóór een paar weken gedaan had, betoogde hij, dat er volstrekt geen reden was voor deze over haast» behandeling der Legerwet, die vol gens de eigen verklaring der Regeering eerst na dertien jaren volledig zal kunnen uitge voerd worden. De rede van den heer Van Houten bestond voor het grootste gedeelte uit een tweegevecht met den heer Roo seboom, die de handschoen opnam voor het korps olfi- cieren, omdat de afgevaardigde van Gronin gen gezegd had, dat zij uit eigen belang, het maken van promotie, het totstandkomen der Wet wenschen. Overigens verweerde zich de heer Van Houten tegen hetgeen hem als voorzitter der commissie van voorbereiding was ten laste gelegd en hield hij een warm pleidooi voor het stelsel van den algemeenen oefenplicht, indertijd door den heer De Roo en later eenigszins gewyzigd door den heer Reuther aangegeven. Het ontwerp-Bergan- sius acht de heer Van Houten onbillijk en onbestaanbaar met den bloei van kunst, we tenschap, handel en industrie. Hij stemde met den heer Haffmans in dat wij moeten zijn »noch een gewaardeerd bondgenoot noch een gevreesd vijand" verdedigbaar, zonder meer, moeten wij zijn. Waren in de Kamerzitting van 11. Dinsdag uitsluitend tegenstanders van het ontwerp- Legerwet aan 't woord, Woensdag namen inzonderheid de voorstanders der wet het grootste deel der zitting in beslag. Het wets ontwerp werd uitvoerig verdedigd door den heer S e r e t antirDeze militair beschouw de het ontwerp vooral van militairistisch standpunt. Hij besprak achtereenvolgens de verschillende legerstelsels, om tot de con clusie te komen, dat zij ons geen van alle geven wat wij voor de verdediging des lands noodig hebben. Het stelsel der Regeering werd door hem als het eenig heilaanbren gende geprezen, en hij verklaarde zich daar voor uit een militair en sociaal oogpunt op gronden van recht en billijkheid De invoe ring van den persoonlijken dienstplicht achtte hij noodzakelijk, teneinde een militiekader van voldoend gehalte te verkrijgen, terwijl hij wat het kazerneleven betrett van oordeel was, dat er aan beide zijden overdrijving heerschte. Intusschen erkende hij de nood zakelijkheid daarin verbetering te brengen. Aan het slot sprak de heer Seret den wensch uit, dat thans gelegenheid zou worden gege ven een wet tot stand te brengen, waardoor de verdedigbaarheid des Lands zou worden verzekerd. Uit eene mededeeling van den heer Van Wassenaer van Catwijck {antir.), die voor den heer Seret het woord voerde, en het ontwerp vooral daarom aanbeval, om dat de lasten niet grooter zullen worden dan uit eene behoorlijke toepassing der militie- wet van 1861 zouden voortvloeien, blijkt dat er van de zijde der antirevolutionairen een amendement zal worden voorgesteld om niet te verplichten het wonen in de kazerne, waarvan men zoowel verbetering van het kazerneleven als van den rechtstoestand van den soldaat schijnt te verwachten. De Regeeringsvoordracht werd ook uit voerig verdedigd door den heer Rutgers van Rozenburg, {lib.), die het thans voorgedragen legerstelsel goedkooper en beter achtte dan elk ander. Sprekende over de bezwaren die van katholieke zijde tegen de Wet geopperd zijn, wilde hij het doen voor komen alsof dit waren specifiek katholieke bezwaren, waarom hij het bewijs vroeg dat de persoonlijke dienstplicht in strijd was met eenig katholiek dogma. Met dezen en meer nder e quasi-geestigheden was de rede van den heer Rutgers doorspekt, die vooral den Minister aanried op het punt van den per soonlijken dienstplicht niets toe te geven. Als bestrijders van het ontwerp traden gisteren op de heeren Dobbelman en Schreinema cher (beiden katli.) De eerste keurde vooral het kazerneleven als zedebedervend afde laatste bepleitte op grond zijner veeljarige ondervinding als ge neesheer het nut der plaatsvervanging voor de mindere standen. Beiden verklaarden zich tegen het ontwerp wegens de zware perso- neele en finaneieele lasten, die het der Natie oplegt. Het verdere verloop der zitting werd ge kenmerkt door een nieuwen aandrang van den heer S c h e p el om overlegging van het advies van den Raad van State. Is het mis schien voor openbaarmaking minder geschikt, dat de Regeering het dan alleen voor de leden der Kamer ter lezing legge. Ten slot- 'aTl' NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT H t lelt i au'eursrecht van ilen inhoud dezer courant i» ver- Ker« volgens de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.) V^IVV/1 I VV/1 VAVlt rl ,VjUCl IdllUdLIlC lCgCI 1U1 ICllblllg OillCCli

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1