SLjit Hunner bekoort een Büvoeise 14e Jaarg. Zondag 3 en Maandag 4 Mei 1891. No. 3974. V E R S C H IJ N T DAG E L IJ K S. Bureau: Boterstraat, E 39. Prijs van dit Klad °°i' Sc'ii 'am per 3 maanden ƒ1.50 'arico p~r post door geheel Nederland 2.00 zonder!'jke Nommersy> 0. Pr, 05 Prijs der Advertentiëii Van 16 regelsf 0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Kamer-Overzicht. ^°e langer het debat over de Legerwet 0Jïl Hoe minder er iets met zekerheid w erd de kansen van aanneming van het da» °ntwerP 's te zeggen- Zijn den eenen 0l|t^1hoofdzaak de tegenstanders van het trejg6^ aan het woord, den anderen dag w n Weder besliste voorstanders of voor der dhe medestanders ter verdediging D ^'etsvoordracht op. In de zitting van Yaiiter^ag 11. deden zich de heerenRoëll en voor ^arnebeek (beiden lib.) als besliste t>e fhTnders van het wetsontwerp kennen. Ver e?r ld. 0 11 besprak achtereenvolgens de te gillende legerstelsels om tot de conclusie b0 VOtïlen> dat zij niet de voorkeur verdienen Per 11 C'a^ der Regeei''ngde financieele en le»^°nee'e lasten door dit ontwerp op te Ver8en, acbtte hij blijkbaar niet te zwaar in b6f^ehjbing met de voordeelen die volgens h e'} C'eZG we^ °pleveid* Pe beer VanKar- 6 e h ha(l behoefte het uit te spreken, \Vet een overwegend gunstigen indruk dit jH6 s°ntwerp op hem had gemaakt. Hij baal'1^6 dat' wd'en wij met ernst ons natio- huite ^estaan bandhaven en de politiek er Her, 11 'aten> wij ook den wil moeten betoo- ,]e; ')"n eenige opoffering te brengen. Ver- Vqq 3eto°nde zich deze spreker een beslist (Jie stander van den persoonlijken dienstplicht, Zon V°'^ens hem het nationaal zelfbewustzijn Verlevendig en. JJc ci7lti beeren Huber en Oppedijk (beiden oAt00nden zich jegens het ontwerp niet achttns«g gezind, maar de heer Huber r6clt G daarin niet genoeg verzekerd de Eij sH°sitie van den soldaat, en daarom zou de2e^erhand willen tusschen de invoering "tyetj Wet en de herziening der militaire de i|°e^en' heer O p p e d ij k spoorde hoovering aan, niet meer te vragen dan 'S en ^heeiag te houden met de ^ati(C'6e'e Gn Personeele draagkracht der e'sch blijve daarom niet te kras in hare eetl{jeri' Waar de macht des volks door SeerjaCht wordt versterkt, trachtte de Re- tïiijJ"8. de onderscheidene wenschen tot ver- tvinj enn8 der lasten Z00veel mogelijk in te te /6n' SPr- eindigde met den wensch uit eeri(freke"' dat de Regeeiing en de Kamer Hei]irraChtig Zouden samenwerken om onze leus te handhaven: Je Maintiendrai. Pe 6 'leer Haffmans kathbestreed de \Vai.gWet °P zijne bekende geestige wijze. 6 1^'zas-Lotharingen niet geannexeerd (zoo betoogde allereerst deze spreker), wij zou den al dat militairistisch vertoon niet beleefd hebben en op dit ongelegen oogenblik niet met de behandeling dezer Legerwet opgescheept zit ten. Verder zeide spr.dat deze Regeering nau welijks eene scherpe resolutie heeft op touw gezet of zij begint een nieuwe. Pas aan het eind van den eindeloozen schoolstrijd gekomen, wordt het land gewikkeld in een strijd over het krijgswezen. Men wordt daarin on willekeurig medegesleept Spr. is zonder het te weten in het schuitje van de heeren Van Houten en Domela Nieuwenhuis gekomen. De oppositie is regeeringspartij en bladen als het Handelsblad en de Nieuwe Roiter- damsche Courant zijn regeeringsbladen ge worden. Verder zette spr. uiteen, dat deze wet in hare gevolgen even noodlottig zou zijn als de schoolwet van 1878. Beider scherper resolutiën hebben veel gemeen, maar de eerste was alleen het werk der liberalen, tot de laatste zou men ook van be vriende zijde medewerken. Spreker hoopte echter, dat wij voor deze tweede editie der scherpe resolutie zullen bewaard blijven. De heer Lieftinck (lib.) wees op de groote verdeeldheid, die er in het liberale kamp heerscht. Wat de eene deskundige aanprijst, verwerpt de andere. Hoe kan men nu zeggen, dat bij zooveel verdeeldheid, dat wat thans geboden wordt, het beste is. Bovendien alle partijen spreken van afschaf fing van belastingen, maar wat kan daarvan komen als de financieele lasten des Lands met nieuwe millioenen zullen worden be zwaard. De laatste spreker was gisteren de heer Harte, die in een uitvoerig betoog vooral het militairistisch karakter der wet uiteen zette militairistisch in dien zin, dat het alle levende en doode strijdkrachten der Natie in eene instelling wil te zamen bren gen, het Leger. En wanneer men dan ook vroeg, waarom de katholieke partij zooveel bezwaar had tegen deze wet, dan was het antwoord eenvoudig dit: zij wil van het Nederlandsche volk geene militairistische natie maken. Niet omdat zijne rede het minst belangrijk was, maar omdat zij het geheele debat en de geopperde bezwaren als 't ware resumeert, maker, wij het laatst melding van de motie door den heer Vermeulen gesteldzij luidt als volgt »De Kamer, van oordeel dat te zware financieele en personeele lasten bij dit Wets ontwerp aan de Natie worden opgelegd, terwijl de verdedigbaarheid des Lands daar door niet op voldoende wijze wordt gewaar borgd, gaat over tot de orde van den dag." Deze motie, waarmede gewis het grootste deel der sprekers die tot heden het woord hebben gevoerd, zich zouden kunnen ver eenigen, komt voor de behandeling der ar tikelen het eerst in stemming. Dit zal echter nog wel eenige dagen duren, want na de rede van den Minister van Oorlog zullen er voorzeker nog verscheidene replie ken volgen. De geheele zitting van gisteren werd in beslag genomen door de rede van den Mi nister van Oorlog, die vier uren lang het woord voerde om de opmerkingen door een veertigtal sprekers totnogtoe op het ontwerp-Legerwet gemaakt, te beantwoorden. Wij kunnen omtrent deze rede kort zijn, daar men ze in hoofdzaak in ons verslag van de Ka merzitting van gisteren vindt weergegeven. De rede van den minister getuigde van groote zaakkennis en van eene vastheid van over tuiging, die men bewonderen moet. Noch de aanmerkingen door tal van sprekers, ook erken de militaire specialiteiten, op het Regeerings- ontwerp gemaakt, noch de aanvallen die hij van de zijde zijner katholieke geloofsgenoo- ten had te verduren, hadden die overtuiging aan het wankelen kunnen brengen. Hij bleef het Regeeringsstelsel tegen alle andere als het beste stelsel van leger-inrichting verde digen en verklaarde dat hij als katholiek en militair met volle overtuiging voorstander bleef van den persoonlijken dienstplicht, maar met inachtneming van de noodige vrij stellingen voor de geestelijken en semina risten zonder welke eene behoorlijke uitoe fening van den godsdienst niet mogelijk is. Bleef de Minister aldus bij zijne overtuiging, hij was daarom niet doof voor alle opmer kingen, die naar aanleiding van het Regee- ringsontwerp waren gemaakt. Bij de toe passing van het Regeeringsstelsel zouden zooveel mogelijk faciliteiten verleend worden en de kazernes moesten onafhankelijk van deze wet verbeterd worden. Die verbetering zoo verzekerde de Minister zou dan ook met ijver worden ter hand genomen. Aan het slot zijner rede zeide minister Ber- gansius, blijkbaar naar aanleiding van een uitdrukking door den heer Travaglino in een der vorige zittingen gebezigd, dat hij zijn beste vriend waardeerde in zijn geweten en verklaarde te hopen dat het geweten hem bij het eind van zijn loopbaan de overtui ging zou geven, dat hij zijn plicht had ge daan jegens Vorst en Vaderland. Aanst. Dinsdag is de Minister van Marine aan het woord tot verdediging van de Wet voor zoover die zijn departement betreft, nieuwe schedamsche courant Het Sekerd a!:t eursrecht van ilen inhond dezer courant is ver volgens de Wet van 28 Juni 1881 S/sblno. 124.) düUrt 1 w

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1