ik
bijvoegsel
10
Binnenlandsche Berichten.
behoorende bij de
0
van 26 en 27 Juli 1891.
aderinjr der Kamer van Kooplian-
dt*I en FiibrieRen te Schiedam,
dd. 31 Juli isdi.
de
b
la
•Men
1 v L
1
rÜk
ia. i
''gestelde minimumtarief?
Van 1 Je vergadering belegd door de Kamer
Vo°Pbaadel en Fabrieken alhier tegen
yuag j
^vOrc)e waarop besprekingen zouden
ttiiSsje §ebouden omtrent een aan de com-
adVjes ^0or de handelspolitiek in te dienen
iridic'Wareri een aantal belangstellende
dig. \j ee'en uit onze gemeente tegenwoor-
li'st, '<i'''°'le'ds''a've laten wij hier volgen
'eant V£ln vragen door de Commissie'ter
w°ording aangeboden.
beid vetl 'uvloed heeft de tak van nijver
der, Waar';0e uw bedrijf behoort, ondervon-
Van h
verhooging der invoerrechten die
"rt
tei
1879
in
verschillende Europeesche
en nu onlangs in de Vereenigde Sta-
ari Noord-Amerika heeft plaats gehad
B.
vitidt •°°r we'lte producten uwer industrie
afzet in Frankrijk?
U\ve r d'e nfzet een aanzienlijk deel van
^'dteele jaarlijksche productie
uit
den 1' hoeveel wordt door u het cijfer wan
cler]at:'e'iee'en uitvoer van uw artikel uit Ne-
flc "aar Frankrijk geschat
pr0(], ^°eveel percent der waarde van uw
l-hang ^edraagt het invoerrecht daarvan
111 1' rankrijk geheven
II.
s de afzet van uw product in Franlc-
thans 6dfirt bet in werking treden van de
l8§.| ri°g vigeerende tariefwet van 7 Mei
ScWi ^fVo'sc' door de op 19 April 1884 tus-
de)s0' ^dderland en Frankrijk gesloten han
ds^ 'leer|k°mst, vermeerderd of vermin-
zich i 1 Uw afzet verminderd is, bepaalde
vermindering tot het tijdvak na
tra
oud.
01
bet
■acta 1882, toen er aanvankelijk geen
bost0 tusschen Frankrijk en Nederland
e en dus de invoeren uit Nederland
Woi'Pen waren aan het algemeen tarief,
"Uide, die vermindering voort toen na
18^ Wer<ing treden van de op 19 April
s'oten ,tUSSche" Nederland en Frankrijk ge-
pvoj ,andelsovereenkomst de Nederlandsche
teg6||Cten Frankrijk werden toegelaten
Hep' ''echten van het «tarif convention-
Iet laagste tarief)
Indien
Vo0l, SU In I rankrijk geen afzet of aftrek
de ]a,UW Product vindt, is dan, voor zooveel
gep0 atSle Jaren betreft, het bedrag der even-
ontie]» 'échten van het tari 1 conventi-
U a daarvan de oorzaak, of wordt dit door
ja a"dere oorzaken toegeschreven, en zoo
aa" welke
dij^t ?Vee' percent der waarde van uw pro-
0 "draagt het invoerrecht volgens
voo) 'et tilaus dool> de Fransche Regeering
gestelde maximumtarief
®tel') "et; thaas door d'e Rcoeer'ng voor
c'uv'nimiiintarief
vMr ^°01 de Commission des douanes"
J^telde «oaximumtarief
Voq 6 door de «Commission des douanes"
IV.
ge-
V.
1. Zal de uitvoer van uw product naar
Frankrijk, al wordt die dan ook minder
winstgevend, nochtans mogelijk blijven, en
indien die niet, bij welk der voorgestelde
tarieven houdt uws inziens die mogelijkheid op?
2. Indien gij van meening zijt, dat zelfs
bij toepassing van het laagste der voorge
stelde tarieven invoer van uw product on
mogelijk zal worden, is dan niet door u over
het hoofd gezien dat naar het zich laat aan
zien aan geen enkelen Staat invoer tegen
een lager recht zal worden toegestaan, zoodat
zonder onderscheid al uwe concurrenten uit
andere landen in Frankrijk ten minste dat
invoerrecht zullen moeten betalen?
3. Meent gij echter dat de onmogelijk
heid om in Frankrijk te kunnen invoeren
evenzeer voor uwe buitenlandsche concur
renten als voor u zal bestaan.
Zoo ja, grondt gij dan die meening
A. op de overweging dat in Frankrijk uw
product in genoegzame hoeveelheid wordt
of zal worden vervaardigd om in de binnen-
landsche behoefte te voorzien, en dat dus
de Fransche producent voor een lageren prijs
zal kunnen verkoopen dan u, in verband met
het invoerrecht, mogelijk zal zijn, en hij
zoodoende u en andere buitenlandsche con
currenten van de markt zal kunnen weren, of
B. acht gij veeleer dat tengevolge van het
hooge invoerrecht de prijs van uw product
zoodanig zal stijgen dat de vraag daarnaar
in Frankrijk sterk zal verminderen, zoo niet
geheel ophouden
VI.
Verwacht gij nog op andere dan de hier
boven genoemde punten eene ongunstige
werking van de voorgestelde Fransche tarie
ven voor uwe industrie, of meent gij nog
bijzonderheden te kunnen mededeelen waaruit
de beteekenis der Fransche markt voor uwe
industrie blijkt.
C.
Kunt gij naast bovenstaande vragen gege
vens verstrekken, waaruit voor- of achter
uitgang van de tak van nijverheid waartoe
uw bedrijt behoort, sedert de laatste jaren
blijkt? En zoo ja, wees zoo goed die gegevens
- en de oorzaken welke tot die voor- of
achteruitgang geleid hebben mede te
deelen.
Nadat de heer J. J. G. Nolet uitvoerig het
doel van deze vergadering uiteengezet had,
opende hij successievelijk de discussie over de
verschillende ter beantwooiding voorgelegde
vragen.
Omlrent vraag A was dealgemeene indruk
dat onze uitvoerhandel gevoelig getroffen is
door de in verschillende landen vigeerende
hooge invoerrechten, zoo zelts dat invoer in
enkele landen geheel onmogelijk is gemaakt.
Omtrent vraag B I en II werd geadviseerd
om aan de verschillende distillateurs, zoo
wel hier ter stede als in Rotterdam, Delft
en Culemborg opgaven te verzoeken van hun
naar Frankrijk geëxporteerd gedistillerd om
met cijfers te bewijzen, dat de uitvoer van dat
artikel aanzienlijk is verminderd. Ten
aanzien van vraag B no. Ill werd geconsta
teerd, dat door de voorgestelde hooge in
voerrechten in Frankrijk de invoer van ge
distilleerd daar geheel en al zal ophouden,
indien die invoer nog mogelijk was volgens
het «tarif conventionale]." Vraag B no. V
leverde een belangrijke discussie op. Nadat
geconstateerd was, dat bij elk invoerrecht
onze uitvoer van gedistilleerd en gist naar
Frankrijk zou ophouden, werd door een der
aanwezigen aangemerkt, dat onze positie
niet gelijk is aan die onzer buitenlandsche
concurrenten, wier uitvoer beschermd wordt
door somtijds hooge exportpremiën. Indien
dus al voor onze industrieëlen de Fransche
markt gesloten zou worden door de voorge
stelde hooge invoerrechten, dan volgt daaruit
nog niet, dat ook voor onze buitenlandsche
concurrenten de invoer onmogelijk zal wor
den, daar zij voor de hoogere invoerrechten
een tegenwicht vinden in de verleende ex
portpremie. Voorts werd nog gewezen, ten
aanzien van vraag B no. VI, op de beteekenis
voor den buitenlandschen handel van de voor
gestelde hoogere invoerrechten. De Fransche
fabrikant toch zou thans voor zijn product
meer aftrek gaan vinden in Frankrijk zelf
en meerdere winst kunnen behalen, waarvan
het gevolg zou ziin, dat hij zijne overpro
ductie goedkooper dan thans in het buiten
land zou kunnen van de hand zetten en dus
op die wijze ons zou komen concurreeren.
Nadat nog met betrekking tot vraag C
was geadviseerd ter beantwoording hiervan
eenvoudig de jaarverslagen der Kamer te
consulteeren, sloot de voorzitter de vergade
ring onder dankzegging aan de belangstel
lenden voor hunne opkomst.
Vervolg.)
In Den Haag is eene maatschappij tot ex
ploitatie vande»'s-Gravenhaagsche Kapsalon"
opgericht. Haar doel is het uitoefenen van
het kappers- en barbiersbedrijf, alsmede den
handel in daarmede verwante artikelen, met
een kapitaal van f 10,000 in 1000 aandeelen
van f 10, waarvan er 209 zijn genomen. De
overigen moeten binnen vijl jaren geplaatst
zijn.
In afwachting van het monument, dat de
Amerikaansche Gereformeerden ter eere van
de «Pelgrimsvaders" te Delftshaven willen
oprichten, van welke plaats laatstgenoemden
naar Amerika onder zeil gingen, heeft de
Nationale Raad van Gereformeerde kerken
der Vereenigde Staten van Noord-Amerika
aan een comité opgedragen een gedenksteen
te plaatsen in de kerk te Leiden, waar John
Robinson van 1611 tot 1625 een toevluchts
oord vond.
In de buitenmuur van bet zoogenaamde
doophek der Pieterskerk is de bronzen ge
denkplaat aangebracht, omgeven door een lijst
van het zelfde metaal. Zij geelt in haut
relief het schip te zien, waarmede Robinson
naar Amerika zou zijn vertrokken, als de
dood hem niet had opgeroepen. Onder die
afbeelding leest men in kloeke letters, in de
Engelsche taal, een beschrijving met ver
schillende feiten van den pelgrimstocht naai
de Nieuwe Wereld. D
Te Baarn wordt het onlangs aangelegde
Prins Hendrikpark voortdurend fraaier en met
nieuwe villa's uitgebreid. En der schoonste
van deze is de pas voltooide villa van den
heer Pierson, welke op eene hoogte ligt en
een fraai uitzicht heeft op de naburige bos-
schen. Zij is gebouwd volgens plannee vsn den
architect Muyskenhet park is aangelegd
door den heer A. Van der Helden, te Baarn.
Door de oplettendheid van den machinist,
is, naar men verneemt, te Zuidbroek een
groot onheil voorkomen. De trein van Gro
ningen kwam aanstoomen toen, naar men
zegt, de brug was afgeschoven. Gelukkig
wist genoemde ambtenaar nog bijtijds den
trein tot staan te brengen.
Sedert een veertien dagen is van Zwolle
verdwenen een gehuwd boterhandelaar, een