BINNENLAND. de m°e' d« - d'" onzer inwoning ten goede. Men zal dat inzien als men weet, dat ieder harer drie schepen jaarlijks voor ongeveer f 10.000 be- noodigdheden behoeft, en dat verreweg het grootste deel daarvan door ingezetenen dezer gemeente wordt geleverd. Ieder die het wel meent met de stad zijner inwoning moet dus van harte wenschen, dat het bedrijf van de »Zeevisscherij Schiedam" zich meer en meer uitbreide. Moge het naast onze uit hare langdurige kwijning herrezen branderij-industrie een nieuw middel van bestaan worden Keeren voor Schiedam de gulden dagen weder, waarop uit hare kleine haven een aantal loggers ter haringvisscherij uitzeilden, en moge zij hare jongere zusteren aan de Maas, die aan dat bedrijf haren tegenwoordigen bloei danken, zoo mogelijk nog in welvaart voorbijstreven 1 Dat de »Zeevisscherij Schiedam" leve, groeie en bloeie, is voorzeker een wensch dien ieder rechtgeaard Schiedammer met ons zal deelen. Schiedam, '20 November 1891. TWEEDE KAMER. Zitting van Woensdag 25 Nov. In deze zitting zijn de algemeene beschou wingen over de Staatsbegrooting voortgezet. De heer N o o r d z ij, zich aansluitende bij hetgeen de heer Beelaerts bij het adresde bat heett gezegd, ook om te doen uitkomen de eensgezindheid van de anti-revolutionaire partij, plaatste op den voorgrond het groote beginsel van scheiding van Kerk en Staat. Met een beroep op de beginselen der libe rale partij en op hare antecedenten, wilde hij dat zij er toe zou medewerken om naar de scheiding van Kerk en Staat te streven, door geleidelijke losmaking van de financieele banden, met eerbiediging van verkregen en historische rechten, en rnet het wachtwoord der anti-revolutionairendoor recht naar vrijheid. Voorts moet, uit een zedelijk oog punt, gestreefd worden naar verwezenlijking van het op zich zelf juiste beginsel van onafhankelijkheid tusschen Staat en Kerk, heiden naast en tegenover elkander, en dat wel uit een administratief oogpunt, uit een oogpunt van vrijheid en met 't oog op de rechtspositie der gezindten. De heer Pyttersen, het nieuwe kabi net en het politiek programma van de libe rale partij bij de stembus met ingenomen heid begroet hebbende, bleel vasthouden aan de herziening van het kiesrecht, aan de her vorming van het belastingstelsel en aan de oplossing der sociale kwestie, waarbij de heer Nieuwenhuijs zich groote verdiensten heeft verworven. Maar aanvankelijk was hij teleur gesteld door de daden der Regeering de militaire noodwetten en de wet op de rid derorde. Dit zal de liberale partij verzwak ken. Zij moest blijven vasthouden aan de leus hervorming, ook en vooral op kiesrecht- gebied. De heer Heldt maakte zijn steun van dit Ministerie afhankelijk van zijne daden in den zin van hervorming, inzonderheid van het kiesrecht en voorts van de belasting kwestie en van de sociale kwestie. Bij deze laatste stond hij vooral stil bij de verzeke ring van werklieden en bij de bepaling van een wettelijken arbeidstijd en van een mi nimum loon (zoo mogelijk 20 cents per uur.) In dit laatste opzicht wees hij er op dat de anti-rev. hebben erkend tot dusver geen loon naar arbeid te hebben gegeven en op het belangrijk verschijnsel van ;de behandeling der arbeidskwestie in de jongste Encycliek. De heer Beelaerts bestreed uit een constitutioneel oogpunt, de leer der Regee ring, dat bij eene geheele vernieuwing der Kamer alle wetsontwerpen vervallen. De heer Schimmelpenninck v. d. O y e vroeg, in verband met de ariticedenten van den heer Seyffardt, of in de defensie kwestie de vooruitstrevende richting van den Min. v. Oorlog of de temporiseerende van de heeren Tak en Smidt bij de Regeering op den voorgrond staat, en of zij het defensie- vraagstuk binnen den tijd van dit parlemen tair tijdvak tot oplossing wil trachten te brengen. De heer IC e r d ij k wilde meer opzettelijke behartiging van de arbeidsbelangen dan door de tegenwoordige organisatie mogelijkps. Hij wees op de urgentie der regeling van de verzekering van het lot der arbeiders, de voorbereiding der instelling van Kamer van Arbeid en de bepaling van een minimum loon en maximum van arbeid in de Rijksbe stekken. De prioriteit van het kiesrecht werd door spreker betoogd. De heer Mees daarentegen achtte de belasting-hervorming urgent en wel met eene nieuwe directe belasting voorop. De heer Van Alphen wenschte het vraagstuk van den arbeid tot een onderwerp van meer algemeene regeeringszorg ge maakt te zien. Tot voortdurende behartiging van die belangen wil hij kamers van arbeid. Heden (Donderdag) voortzetting. In de Memorie van antwoord van den Mi nister v. W. tl. en N. op het voorloopig ver slag der afdeelingen van de Tweede Kamer tot onderzoek der Staatsbegrooting lezen wij ten opzichte van de boeien in den Nieuwen Waterweg het volgende Het maken van gelegenheden ten gerieve van den handel om op stroom te lossen en te laden behoort niet tot de bemoeienis van den Staat. Het plaatsen van boeien, waar aan schepen, die lading innemen of lossen, bevestigd worden, geschiedt zoodanig dat daardoor het zwaaien dier schepen, als zij slechts geankerd waren, wordt belet en los sing en lading op stroom daardoor zonder benadeeling van het rivierbelang kan worden vergund. De Staat heett wel in het belang van han del en scheepvaart de verbetering van den Rotterdamschen Waterweg ondernomen, maar het heeft nimmer in de bedoeling ge legen bovendien inrichtingen en hulpmidde len voor de scheepvaart voor Rijksrekening aan dien Waterweg aan te leggen. Rotterdam en Schiedam hebben steeds gezorgd voor de noodige inrichtingen ten behoeve der schepen, en het lossen en laden, en dit voorbeeld staat eerlang gevolgd te worden door Vlaardingen en Maassluis. De Staat zorgt voor den Waterwegde Maassteden zorgen voor alles wat de handel ter uitoefening van het bedrijf noodig heett. Beide zaken belmoren zorgvuldig gescheiden te worden gehouden. Dit standpunt verla tende, zou de Staat aan steeds klimmende eischen van commercieelen aard moeten vol doen, welker bevrediging aan de plaaiselijke besturen is overgelaten. Zooals men ziet, is het antwoord van den Minister zeer gunstig voor Schiedam, en be staat er dus geen gevaar, dat wij de onmisbare bron van inkomsten, die de boeien ons op levert, zullen moeten missen. Door de politie te Vlaardingen is in beslag genomen een zilveren dames-remontoir-hor- loge en zijn nog eenige andere voorwerpen opgespoord, alles te Schiedam ontvreemd, en daarna te gelde gemaakt. De daders zijn bekend. H. M. de Koningin-Regentes heeft aan het Comité voor de verbetering van de inkomsten van het Sophia Kinderziekenhuis te Rotterdam f 100 geschonken, ten behoeve van de filiale te Loosduinen. Het gevolg van H. M. de Koningin is eer gisteren ter hertenjacht gegaan. De Groothertogin van Saksen vertrekt Maandag van't Loo naar Buitenrust (bij Den Haag). De Regeering heeft het voornemen teeke- ningen en eenige voorwerpen in te zenden op de te Parijs in 1892 te houden tentoon stelling, verbonden aan het internationaal congres voor binnenscheepvaart. Een som van f1500 is voor zulk een inzending aan Staten-Generaal aangevraagd. De Minister van Waterstaat stelt voor ingang van 1892 een jaarlijksche bijdi*1^ van 1/3 der exploitatiekosten, tot een 1111 nimum van f12,000 te verleenen in de ko» ten van ijsopruiming in het Noordzeekan" mits de provincie Noord-Holland en Anfi»te' dam eik gelijk bedrag beschikbaar stelle11 Door aanstelling van geschikt hulpperS® neel zal de Minister van Waterstaat tri ten, altijd met inachtneming van de belang ed ge" i-llSt Aan het verkeer, gelijdelijk de Zendag1 u' voor de Post-ambtenaren te bevordere Ten einde de militie meer te localisee"®11 en dientengevolge eene eventueele mobile"1 te kunnen bespoedigen, hebben bij het 1®£ op groote schaal overplaatsingen van gr<) verlofgangers plaats, zoodat zij voortaan 'l°° veel mogelijk bij het dichtst bij hunne n;ngen gelegen garnizoen worden ingede® Vooral heeft dit betrekking op die afdeel l(\ gen, welke bij dreigend oorlogsgevaar d"de lijk belangrijke punten, sperforten enz. ten bezetten. Naar wij vernemen, moet de heer P1® pers, voorzitter van den Raad van toeZ|C op de spoorwegdiensten, thans het vo0|lJ'l, men hebben te kennen gegeven, met 1 nuari e. k. zijn betrekking neer te leg!?' e"' Het was eergisteren de laatste raadsvern o-a- dering, welke door den naar Rotterdam ver- arde"' trekkenden burgemeester van Leeuwaï' den heer P. Lijcklama a Nijeholt, werd vo0[1 gezeten. Nadat de werkzaamheden wai afgeloopen, hield de burgemeester eene spraak, waarin hij dank betuigde voor medewerking gedurende zijn beheer ondL' vonden. De heer mr. J. Dirks, oudste lid in ja1 beantwoordde den burgemeester en are"' hem een zilveren bokaal en eene oorko" aan. Deze laatste bevat de volgende w°' of den »Aan Petrus Lycklama Nijeholt, burg^ meester der gemeente Leeuwarden, rid1 der orde van den Nederlandschen LefiU^.j lid der Staten van Friesland enz., wordt de leden van den Raad met den secre' rel"''1® aangeboden een van zilver gedreven b0^,, als blijk van waardeering en erkenning v° j den ijver en de voortdurende werkzaaml'e'^ waarmede hij als burgemeester gedure"' het tijdvak van den len November 1883 heden, op uitstekende wijze de belangen gemeente Leeuwarden heeft behartig1' voorgestaan. Men meldt ons uit Katwijk aan Zee De schade, door den storm van 'H 1 .g aan de visschersvloot alhier toegebrad1' - i zeer aanzieulijk. Een der reeders behiel11 zijne 3 schuiten slechts 7 netten. Gelid zijn de meeste netten van de pees gesche"' zoodat de reeptouwen behouden bleven 1 aan de goede verwachtingen, die de ree van het haringjaar '91 met reden koestel' is voor velen de bodem ingeslagen. Aa(1 ten en touwen begroot men de schaue f 34,000. In jaren is het verlies niet z°'j gemeen geweest en de meeste schuiten ben door gebrek aan want de vissd'e moeten staken. Voegt men hierbij, dat naar alle schijnlijkheid K W 67 vergaan is, waar de opvarenden, behalve de jongens, alien v

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 2