Zaterdag 28 November 1891. No. 4147. VERSCHIJNT DAGELIJKS. 14e Jaarg. Bureau: Boterstraat, E 39. l'rijs van dit liiad: ^°or Scliiedam per 3 maanden f 1.50 franco per post door geheel Nederland 2.00 Wonderlijke Nommers0.05 de sti §en h Kamer-Overzicht. Tweede Kamer heelt deze week na afdoe aatsb ning der Indische °men. egrooling voor 1892 Begrootir.g de in behandeling j, - Als gewoonlijk gaan bij de be- a] e''"g van dit gewichtig onderwerp de ^c'r"eene beschouwingen vooraf, d, w. z. de heeren over allerlei zaken spreken, eigenlijk met de Staatsbegrooting niets 'naken hebben, maar waaromtrent het j, eenmaal usance is geworden die bij de brgi "deling der Begrooting ter sprake te i gen. Ditmaal ontleenen de »algemeene nouwingen" een byzonder gewicht aan P^standigheid dat de Kamerleden bij 'n^anSvaneen nieuw parlementair tijdvak n tegenover eene nieuwe regeering die 1 "og niet kan beoordeelen naar hare <Wen Ht te maar wier optreden de vraag wettigt, men van haar voor de toekomst heeft ^'erwachten. tel men redevoeringen der onder- ene sprekers op de beide dagen, die "a .f* onderwerp van ons overzicht maken, led an bliJkt ^et a' spoedig, dat de Kamer- ®n in drie categoriën zyn te verdeelen en l'eeft geen-ministerieelen, ministerieelen sPr °/1Voorwaardelijk ministerieelen. De eerste C er' die Maandag het debat opende, be- v°orzeker onder de ministerieelen ge- te worden. De heer Poelman, "de grijsaard, oud-predikant, blijkt, al tg 'let gezicht, nog over genoeg gaven "ai: beschikken, —"""ien, om de taak van volksverte- ^"ordiger te vervullen. Op kalmen, Vt. r biaar '°en toon verklaarde hij zich dankbaar, "le^ vo'daan over de toezeggingen der 'r'g in de troonrede. Hij hield een astii 01 V°°r een Pr°gressieveinkomsten-be- g6rrj G en brak verder een lans voor het al- e6tl ee" stemrecht. Zelfs zou hij niet tegen te i^1 °"dwetsherzieriir,g opzien om daartoe rll(;e;"ken- Ten slotte beval spr. der Regee- Vo0 v°oral aan, de sociale wetgeving op den Ojfond te stellen. .V°orvvaardelijk ministerieel ten aanzien ga,.(| let kiesrecht en lid der oude liberale I)eZeU rioemde zich de heer De Iianter. üpra, K e"de schoolopziener-afgevaardigde b<,hi'c0°Ver ^6n rechterlijken eed, halfbouw, Wftttel>"traC*en 6nZ'' maar vooral over bet 'le stb'fv 6n ^Gn landbouw, die volgen hem 3ij„ a '"'deren der opvolgende regeeringen C°rrinb'NV0eSt' ^en 'an(lbouwraad en eene grootJ 816 Van voorlichting zouden daarin bij |f" beteringen kunnen brengen. Ook belof^10 °1> daden der Regeering. Van is, yy',' e^ men genoeg- Maar de vraag at zal het eerst komen Althans bui ten de Kamer wordt het meest belang ge steld in de vraag of men is voor dadelijke kiesrechtuitbreiding. Spr. is onder dit op zicht nog onvoorwaardelijk ministerieel. Hij laat de volgorde der indiening van de wets ontwerpen over aan de Regeering hij zal de gerechten eten, zooals men ze hem voorzet. Als radicaal afgevaardigde stond naast den heer Poelman de heer Pyttersen, maar zijne rede geeft zeker geene aanlei ding hem onder de ministerieelen te rang schikken. Integendeel, hij wees derRegee- ring op de ^kentering in de publieke opinie" door het dralen met hare bij de verkiezin gen zoo op den voorgrond gestelde hervor- vormingspolitiek. Ilij eischte een kiesrecht hervorming in den meest radicalen zin en dat wel binnen den tijd van een jaar. Daar enboven zou hij willen, dat de Regeering in dat jaar de belastingwetten zou verbeteren en de geheele sociale kwestie oplossen. Merk waardig was het zeker, dat men een lofrede op Domela Nieuwenhuis moest hooren uit den mond van dezen afgevaardigde, die zeker wel als de meest vooruitstrevende onder zijne radicale broeders mag aangemerkt worden. Veel welwillender tegenover het ministe rie betoonde zich de heer H e 1 d t. Trou wens het is bekend, dat deze onder radica le vlag gekozen afgevaardigde, allengs een tamme liberaal is geworden. Hij wilde ook wel kiesrecht, maar niet zoo, dat hij der Regeering geen tijd wilde laten om hare aandacht vooreerst aan andere onderwerpen te wijzen. Spr. zou geduld oefenen en eene afwachtende houding aannemen, mits de Regeering er voor zorge, dat het kiesrecht niet blijve een voorrecht, maar worde een recht. Zijn innige wensch was ook eene arbeids-wetgeving in den zin der besluiten op het Amsterdamsch christelijk sociaal con gres genomen, en van de jongste Pauselijke Encycliek. Met veel waardeering sprak hij over laatstbedoeld document, en uitte hij zijne meening, dat bij van de Katholieke Kerk steun verwachtte bij de oplossing der zwaarwichtige sociale kwestie. Nagenoeg in den geest van den heer Heldt sprak ook de heer K e r d ij k, die vooral aandrong op verdere arbeids-wetgeving en op het instel len van Kamers van arbeid, waarbij de Re geering vooral op de buitenlandsche wetge ving daaromtrent zou hebben te letten. Voor het laatste punt verklaarde zich ook vooral de heer Van A 1 p h e n. maar hoewel hij zich zeer welwillend tegenover de Regeering uitliet, kan hij zeker, wegens het partijver- bond waarin hij zich bevindt, niet tot de ministerieelen gerekend worden. Ibrijs der Advertentiëii: Van 1—6 regelsj 0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herbaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. i Van de heeren Schimmelpen ninck v. d. Oye en Beelaerts van Blok land kan zeker allerminst gezegd worden, dat zij zich ministerieel betoonden. De eerste besprak vooral het militaire vraagstuk, en stelde de vraag of bij de regeling daarvan de vooruitstrevende richting van den heer Seyf- fard of de temporiseerende van de heeren Tak en Smidt de bovenhand zou hebben. Is de Regeering, zoo luidde ten slotte zijne vraag, bereid om alles te doen, teneinde nog in dit parlementair tijdvak de defensie-kwes tie ten einde te brengenDe heer Bee laerts betoogde, dat de Regeering door het intrekken van alle bij de vorige Kamer aanhangige wetsontwerpen, ten onrechte het beginsef van Torbecke: stuiting door sluiting, in praktijk had gebracht. Deze handeling was volgens hem noch naar den geest noch naar de letter der Grondwet, en in strijd met de sedert jaren gevolgde praktijk, dat sluiting der zitting geen stuiting der werk zaamheden medebrengt, zooals vroeger wel het geval was. Van de overige redevoeringen rest ons nog allereerst te releveeren de redevoering van den Kamper afgevaardigde, den heer Noort- z ij. Deze hier ter stede welbekende oud-predi kant hield een warm pleidooi voor de scheiding van Kerk en Staat. Hij wil tot die scheiding komen langs de historische lijn en met eer biediging van ieders verkregen rechten. Ook de rechtspositie der kerkelijke gezindten werd door spr. in het debat gemengden hij ein digde met den wensch uit te spreken, dat de Regeering ernstig zou overwegen eene zoodanige herziening der organieke wetten, dat de rechtspositie derkerkelijke gemeenten zou worden erkend, zoo als zij dit wenschen. Kan men van dezen Kamper afgevaardigde niet zeggen, dat hij zich ministerieel betoonde, van een der leden der Rotterdamsche depu tatie valt dit zeker 't minst te betwijfelen. De heer Mees bewees door zijne redevoering dat hij is plus ministeriel que les ministres. Hij trachtte uit de Regeeringsverklaringen te bewijzen, dat het nooit de bedoeling ge weest is, de kiesrechthervorming boven aan te plaatsen, maar dat zeer goed eerst een deel van het belastingwezen kan geregeld worden, waarbij de heer Mees voor alles noodig achtte de invoering van een nieuwe directe belasting. Met eenigen humor zette spr. de wat heet gebakerde vrienden op hun plaats en betoogde hij, dat men tot eene uitbreiding van het kiesrecht slechts met verschillende tempo's moest overgaan. De verdere beraadslaging werd verdaagd tot den volgenden dag. NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is ver- leKerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl. no. 124.) "ie St

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1891 | | pagina 1