Het Paard van den Vaandrig.
gelijk trachten te voorzien, zoo noodig door
wetswijziging.
Avondzitting ook Woensdag en Vrijdag,
terwijl ook Zaterdag de Kamer zal verga
deren.
Avondzitting van Maandag 14 December.
In deze zitting werd het debat over Hoofd
stuk V (Binnenlandsche Zaken) voortgezet.
Bij art. 156 deed de heer Lie f t i n c k
een krachtig woord hooren ten gunste van
beter onderhoud der ruïne van Brederode.
De Minister wees er op, dat het prov.
bestuur van Noord-Holland zich sedert lang
met de zaak bezig houdt en een krasse
maatregel zal noodig zijn om gang achter
het werk te zetten.
Op den aandrang van den heer Py tter-
s e n bij art. 157 tot het geven van Staat-
subsidie voor restauratie van het stadhuis te
Bolsward verklaarde de Minister gaarne
tot een deugdelijke restauratie te willen
meewerken, maar op den betrekkelijken post
is voor 't oogenblik geen geld meer beschik
baar.
Alle artikelen werden goedgekeurd en
Hoofdstuk V werd zonder hoofdelijke stem
ming aangenomen.
Mede werden aangenomen de ontwerpen
tot afwijking van de regels der gemeente
wet omtrent plaatselijke belastingen voor de
gemeenten Hellevoetsluis, Middelharnis, Vlie
land, Den Helder, Urk en Terschelling.
Bij dat voor Vlissingen kwam de heer
Veegens op tegen bestendiging aldaar
van den accijns op het gemaal. Hij stelde
een amendement voor om nog slechts voor
één jaar dien accijns te bestendigen en den
accijns op het gedistilleerd zoo noodig tot
einde 1896.
De heeren L u c a s s e en Smit bestre
den het amendement evenals de M imster
met 't oog op den exceptioneelen toestand
waarin Vlissingen verkeert.
Het amendement werd ten slotte met 54
tegen 20 stemmen verworpen en het ont
werp (bestendiging voor 5 jaar) onveranderd
aangenomen.
Hierop vingen de beraadslagingen aan over
hoofdstuk VI (Marine.)
De heer Viruly V erbrugge was
ditmaal welwillend gestemd. Den Minister
noemde hij een uitnemend deskundige, en
hij zag in de begrooting grootendeels een
credietwet, al is het eindcijfer er wat hoog
voor. Zijne steun voor dit hoofdstuk bond
hem niet voor 't vervolg. Overigens ontwik
kelde hij eenige bezwaren tegen de uitzen
ding van de Sommelsdijk naar Buenos-
Ayres en Congo ter bevordering van den
handel en voor vlagvertoon. Voorts drong
hij er op aan, dat de Minister zijne meening
omtrent de rol van onze marine ruiterlijk
zou mededeelen, en op overlegging van het
rapport der marine-commissie. Met de kwes
tie der werven zou hij dit jaar den Minister
niet lastig vallen. Voorts klaagde hij over
beginselloosheid en willekeur bij de aanbe
stedingen voor Marine, over het vragen van
teekeningen aan fabrikanten, om dan in
't buitenland te bestellen over de pands-
gewijze verdeeling van het aanbesteden werk,
over de fabrieken en over de toeneming
van sedentaire betrekkingen.
De heer G u y o t keurde het karakter
dezer begrooting als credietwet goed, maar
ii.
Ik bevond mij op dat oogenblik juist op
een kruispunt van twee wegen, makende
eene open ruimte van 5 of 6 meter in het
vierkant, waarop vier lanen van eiken hoo
rnen uitliepen.
Toen het schot viel, was Brutus plotseling
blijven staan, hij had zijn ooren gespitst en
het hoofd opgeheven. Ik verwonderde mij
dat het paard zoo bang was voor het schot,
te meer daar ik veronderstelde dat het dier
vroeger bij den troep was afgericht.
Ik legde mijne beenen aan, om hem voor
uit te krijgen, maar Brutus bleef onbeweeg
lijk staan ik gaf hem de sporen maar te
vergeefsik gaf hem eenige geduchte
slagen met mijn karwats, niets hielp. Ik
meende dat er meer spaarzaamheid betracht
had moeten zijn. Bezuiniging is noodig op
het verouderd materieel. Voorts drong hij
aan op een organisatie van de marine, zoo
mogelijk bii de wet, en in elk geval vastheid
van regeling in verband met onze koloniale
behoeften en linancieele krachten. Verschil
lende punten besprak hij verder, o. a. de
noodzakelijkheid van meerdere eenheid bij
een torpedodienst.
De heer Land drong ook aan op een
vast plan van organisatie, bezuiniging en be
perking van de taak der zeemacht, zooveel
mogelijk tot verdediging onzer zeegaten.
Morgen 11 uur voortzetting.
Men seint ons heden-middag uit 's Hage
Tot havenmeester alhier is benoemd de
heer H. van der Velden, thans havenmeester
te Schiedam.
Uit de jongst ontvangen particuliere be
richten van St. Martin blijkt, dat het verloop
der ziekte van den zeereerw. heer E. A. J.
Onderwater, z. g., pastoor van St. Martin,
acht dagen geduurd heeft. Dinsdag den
vijfden October werd de Overledene ernstig
ongesteldden dertienden echter nam de
ziekte zulk eene gevaarlijke wending, dat
hem de laatste H. Sacramenten der stervenden
toegediend moesten worden en reeds den-
zelfden avond betreurde St. Martin zijn be
minden Herder. Den daaropvolgend en dag
werd het stoffelijk overschot naar de kerk
gebracht, waar de zeereerw. pater P. L.
Suermondt de H. Mis voor de zielerust van den
Overledene opdroeg. De talrijke stoet die
den Ontslapene des middags om vijf uur,
ondanks het zeer ongunstige weer, naar de
laatste rustplaats vergezelde en waarin de
ledel. gestr. heer Gezaghebber en vele Nota
belen werden opgemerkt, getuigde hoe alge
meen en hartelijk de deelneming was in dit
smartelijk en onvoorzien sterfgeval.
(A. d. C.)
In overeenstemming met den inhoud van
pagina 8 van de Memorie van antwoord
van den minister van financiën betreffende
de werking der pensioenwetten van 9 Mei
1890 StblNo. 78 en 79), is door het
hoofd van het departement een schrijven aan
den Pensioenraad gezonden, waarin deze
verzocht te willen onderzoeken welke artike
len naar zijne meening voor wijziging in aan
merking moeten komen, daar de ervaring
reeds heeft aangetoond, dat eene verandering
daarvoor noodzakelijk is of door de billijk
heid geboden wordt. Waarschijnlijk zullen
er verscheidene artikelen moeten gewijzigd
worden.
De order omtrent het niet verleenen van
verlof aan militairen uit en naar 's-Graven-
hage, wegens het heerschen der typhus te
trachtte het paard links of rechts te doen
wenden, het achteruit te doen gaan, maar ik
kon het dier niet van de plaats krijgen, het
stond als aan den grond genageld.
Lacht er nietom, en weest overtuigd dat mijn
verhaal niet het minst is overdreven
ieder keer dat ik eene poging deed om het
paard van plaats te doen veranderen, keerde
het zijn hoofd om en keek het mij aan met
een blik, waarin ongeduld en verwondering
te lezen waren, maar als een standbeeld bleef
het dier op dezelfde plaats.
Het was blijkbaar dat er tusschen Brutus
en mij een misverstand bestond, want ik las
in zijne oogen, dat hij mij te kennen wilde
geven ik paard, ik doe zoo als het behoort,
maar gij ruiter, gij handelt niet zooals gij
moet doen.
Ik was nog meer nieuwsgierig dan onge
duldig.
Wat voor een zonderling paard heb ik dan
gekocht, zeide ik tot mij zelf, en waarom
Scheveningen, is weder ingetrokken. Alle®11
is nu verboden het verlof naar Scheveni'1
gen.
Omtrent de in aantocht zijnde vermogen®'
belasting deelt men ons eenige bijzondei
heden mede, welke wij niet anders dan ond®r
voorbehoud hier laten volgen
De inspecteurs der registratie zullen d®
konieren opmaken en zij zullen voor elke
provincie het college van zetters uitmaken-
De oudste hunner zal president zijn.
stellen de kohieren ter invordering aan
de ontvangers der registratie en domeinen
ter hand.
Het getal der inspecteurs zou daardoo1
met 15 a 20 worden vermeerderd.
De mutatierechten, thans 4 pCt., zullen n11
worden 2p0t. zonder opcenten, dus pl. m.
pCt. minder.
Eene algeheele herziening van de registrar
zal hiervan het gevolg moeten zijn. (Nws.~)
De Haagsche Ct. geeft haar bevreemding
te kennen over 'tfeit, dat ons Hof den rou^
heeft aangenomen over den dood van de'1
ex-Keizer van Brazilië, terwijl onze regeerinfü
de nieuwe republiek heeft erkend.
De Haagsche kouter van de Prov. Grof"
Ct. schrijft, naar aanleiding van het feest
maal, waarmede het zilveren jubileum val1
mr. HafTmans als lid van de Tweede Kam®1
is gevierd»Als eenige »geachte afgevaa1"
digden" achtereenvolgens door lange, saa'e'
eentonige redevoeringen de vergadering va"
lieverlede in die eigenaardige verlammend®!
droomerige stemming hebben gebracht
waarin men na een reis van uur of drie 111
een dreunenden schokkenden spoortrein g®'
raakt, dan treedt mr. flaffmans op. Als ee'1
zonnestraal in een pikdonkeren nacht, booU
zijn grappig woord, populair van toon, soms
snijdend als een scherp scheermes, door d®
soezende vergadering. Allen luisteren na&f
den redenaar met zijn breed, overal door
dringend stemgeluid, en telkens davert d®
zaal van 't lachen, als de man van het li®'1
een kostelijken zet ten beste geeft. Al'®3
is vlijtig gememoriseerd, geen woordje hee'
zijn geboorte aan improvisatie te danken
maar veel van hetgeen de schrandere efl
geestige Limburger zegt, is raak en guit1#'
In een ingezonden stuk in de Maasbod1
levert de zeereerw. heer J. W. BrouwerS'
pastoor te Bovenkerk, een nieuw pleidooi vo°'
het feit, dat Christoforus Columbus, de groo1®
ontdekker der nieuwe wereld, was »een zoo'1
van Corsica en aangenomen kind van Fran'('
rijk," enfant adopté par la France.
geleerde schrijver bewijst dit met tal v&|1
kijkt het mij toch op zulk een vreemdejwijzeaa11'
Ik maakte mij gereed om met geweld h®
dier tot gehoorzaamheid te dwingen en ree(ts
had ik mijn karwats gereed toen er ®e'
tweede geweerschot viel.
Het paard sprong vooruit, ik dacht reet,j
gewonnen spel te hebben en om het be®s
verder aan te zetten legde ik mijn been®1^
aan maar jawelna den sprong ble®
het wêer stokstijf op dezelfde plaats staa1^
Nu verloor ik mijne gewone kalmte, en j
teugels inkortende, begon ik het dier uit
mijne kracht met mijn rijzweep te slaan, "a
er de striemen op kwamen.
Maar nu verloor ook Brutus zijn geduld
in plaats van zijn stil verzet, begon hij
steigeren, te slaan en alle mogelijke sprong®
te maken, dan rechts, dan weer naar de
linkerkant en terwijl ik voortging zijn lend®
nen tot bloedens toe met mijn sporen op®
te rijten en met mijn karwats hem, nu m
dan daar, geweldig te slaan, bleef hij 111J