„Holland op zijn breedst."
huizen; het was tot 2.07 boven A. P. ge
stegen.
De Staatscourant behelst de statuten der
volgende naamlooze vennootschappenSpie-
gel- en lijstenfabriek De Atlas Atlas Works
voorheen J. van Vorstenberg en Zoon, te
Amsterdam, en naamlooze vennootschap de
Stoommolen Nederland, te Schiedam.
Op grond van ingewonnen inlichtingen kan
De Stand, beslist tegenspreken, dat eerst
daags de benoeming zou te wachten staan
van den oud-minister Ilavelaar tot hoofdinge
nieur bij de Staatsspoorwegen, en dat de
Kamerzetel te Gouda dus andermaal vacant
zou worden. Zelfs moet er niet eens een
dergelijke vacature van hoofd-ingenieur bij
de Staatsspoorwegen zijn.
Het bekende geschil tusschen de Holland-
sche Spoorwegmaatschappij en Stad en Lande
van Gooiland, betreffende het afzenden van
de Gooische heide is ten einde gebracht en
aan de eischeres, Stad en Lande, eene scha
devergoeding van f18,000 uitbetaald.
Het is de laatste jaren meermalen voor
gekomen dat zoogenaamde Fransche koop
lieden, vergezeld van eenen tolk, het land
afreizen en goederen op staal te koop aan
bieden verre beneden de werkelijke waarde,
welke goederen natuurlijk nooit worden ge
leverd en welk aanbod alleen dienst doet
om stukken linnen, broekstof enz., welke
zij bij zich hebben (en dus direct kunnen
leveren) en welke later blijken bijna geheel
waardeloos te zijn, voor een goeden prijs
aan den man te brengen. Daar zich thans
weder dergelijke kooplieden in de Hoeksche
Waard bevinden, acht men het noodig nog
maals hiertegen te waarschuwen.
De stand van het winterkoren laat in het
Westland weer veel te wenschen over. Wat
er staat is best, doch het wintergraan heeft
zeer veel geleden door de tallooze slakken,
welke zich in den vorigen herfst vertoonden
zoo zelfs, dat véle hoeken onder geploegd, en
opnieuw gezaaid moeten worden. Voor de
boeren is de hierdoor veroorzaakte schade
zeer aanzienlijk, te meer nu het weder nogal
meeloopt.
De broodprijzen van de maatschappij de
Korenschoof te Utrecht, evenals die der
Utrechtsche brood- en meelfabriek, zijn met
1 ct, per kilo verlaagd.
Men meldt uit BaarnEene merkwaar
dige vangst werd dezer dagen door den jacht
opziener van Emnes gedaan. In de bosschen
dwalende, zag hij een valk, bezig met het
verslinden van een dood hert. Het roofdier
had blijkbaar zich zóó te goed gedaan, dat
het zich bij de nadering van den jachtopzie
ner niet kon verwijderen en dus in diens
handel viel. De roofvogel werd aan het station
te Baarn verkocht.
Het bedelen in de Haarlemmermeer schijnt
voor sommigen een aanlokkelijk baantje te
worden, althans er zijn lieden die weigeren
om bij landbouwers voor f6 per week te
werken, omdat bedelen meer oplevert. Bij
een landbouwer aan den Sloterdijk hadden
zich Zaterdag in den voormiddag al 22 aan
gemeld, en wanneer er niet wordt gegeven,
worden zooals bij de wed. K. werktuig en
gereedschap vernield. Bij den landbouwer
v. D. vernielden zij op éen nacht voor f 50.
Het is met eenige brutalen niet meer bedelen
om een cent, zij durven wel f 2.50 te eischen.
De influenza heerscht ook op het eiland
Marken sterk. Ruim 200 personen zijn aan
getast, zoodat verscheidene botters wegens
gebrek aan personeel niet ter vischvangst
kunnen uitgaan.
Vóór eenigen tijd is door het provisorie-
bestuur te Borkelo een stuk heidegrond
aangekocht, om in de gelegenheid te zijn,
's winters arbeid te kunnen verschaften, zoo
dat aan een aantal arbeiders gedurende deze
maand gelegenheid werd gegeven om te
kunnen werken.
Tot groot gerief van den handelsstand en
het fabriekswezen is sedert 1 Januari in de
onmiddellijke nabijheid van de goederenlood
sen der Staatsspoorwegen te Tilburg door
het rijk een douane- of inklaringskantoor
gevestigd, met het doel om al de van het
buitenland komende goederen driect naar
daar door te kunnen zenden, zonder visitatie
aan de grenzen, waardoor veel oponthoud
vermeden wordt en de goederen minstens
een paar dagen vroeger de plaats hunner
bestemming bereiken.
i.
Voor de leden der sociëteit sllarmonie"
met hunne dames en eenige genoodigden
werd gisteren-avond door den zeereerw.
zeergel. heer L. J. Hageraats, professor aan
het seminarie sHageveld" te Voorhout, de
aangekondigde lezing gehouden.
Ruim acht ure werd de gevierde spreker
door het bestuur der Sociëteit de zaal bin
nengeleid en stelde de geachte president,
de heer G. M. Meijer, aan de' vergadering
voor, den zeereerw. zeergel. heer prof Ha
geraats, »wel bekend om de lauweren die
hij reeds op andere plaatsen had geoogst"
onder het uitspreken van den wensch dat
♦dezelfde resultaten ook hier dezelfde uit
werking zouden hebben."
De geachte referent, die daarop den ka
theder besteeg, nam als uitgangspunt zijner
rede de woorden van den bekenden dr. Heye,
die gezegd had gij spreekt altijd van den
gouden ouden tijd, maar zal er dan nooit
een goeden nieuwen tijd komen Naar aan
leiding van dit teekenend gezegde, betoogde
spr., dat de een den tegenwoordigen tijd te
pessimistisch de ander te optimistisch be
schouwtvan den eenen kant geeft men te
veel aan de duisternis, aan de andere zijde
offert men te veel aan het licht, doch de
aangewezen weg is, dat wij ieder naar de
mate die ons gegeven is, den tijd weten te
beheerschen. Wij moeten ons voordeel doen
met de lessen van het verleden, ons spiege
len aan ons roemrijk voorgeslacht der '17e
eeuw. Daarom zou refer, spreken oversHol-
land op zijn breedst." Toen Holland op zijn
smalst doorgestoken was, werd er gevlagd,
omdat Amsterdam aan zee lag; wij moeten
er op uit zijn, om Holland op zijn smalst
steeds meer weg te graven en Holland op
zijn breedst te voltooien in het heden.
In het vervolg zijner rede zette spr. uit
een, hoe de seeuw van Frederik Hendrik"
met minder middelen meer geluk en zegen
bracht dan de tegenwoordige. In keurige trek
ken schetste spr. ons het beeld van den man,
die geheel deze eeuw beheerschteFrederik
Hendrik, den grootsten onzer Oranjevorsten,
den edelste en populairsten vorst van zijn tijd,
die de partijschappen bedwong en den vrede
herstelde, die liefde en vrede voor allen
betrachtte en wiens naam daarom nog door
het verre nageslacht met dankbaarheid wordt
genoemd. Toen, zegt spr., ruischte het Wil
helmus door de boomen van het Haagsche
Voorhout en langs de muren van 's Vorsten
eenvoudig paleishet loeide met den storm
op den Oceaan en vermengde zich met den
donder van het geschut op de slagvel"^
waar Nassau's en Holland's Leeuw te za"1
streden. En toen de klank der metalen vu'
monden verstomde, werd het Wilhelmus'' j t
zegelied ter eere van den Vredevorst uit j>
Huis van Oranje, het symbool der welvaa
onder de gelukkige regeering van den gr°
ten vorst, die de kunst aanmoedigde
hij kon, en op het tijdvak der 17e eeUjti
het stempel van zijne grootsche daden h<F
gedrukt. Wel mocht Vondel van hem zinge'
's Lands rechten en vrijheden
Ik helpen zal in zwang,
In geen verèende steden
Gewetens felle dwang
Op tyrannye lije
Ik wensch de goê gemeent
En trouwe borgerijen
In lietd te zien vereend.
Ik heb van kindsche dagen
De vrijheid voorgestreèn
En 't harrenas gedragen
Tot welvaart van 'tgemeen;
Nog zal ik 't vendel zweyen
Van Hollands fiere leeuw
En met Oranje-weyen
Bedekken wees en wêeuw.
Huldigen wij in Frederik Hendrik z'''.
vervolgde spr. den toongever van
bloeiendste tijdperk van ons volk, dan erk'/j
nen wij in Willem III den man, die
maakte wat Willem II niet kon voltooie''|
Hij is 't, die de vrijheid gebracht heeft "f
Nederland, de vrijheid aan het overige bj
ropa. Willem III is onhistorisch in een ve'
keerd licht gesteld. Het is waar, dat er
de geschiedenis van dien vorst een zw8> t
vlek kleeft door den ondank dien hij tege'!;
over zijn schoonvader betoonde; maar hij
onweersprekelijk de geniaalste van onze
stenniet om den Engelschen troon of 0 j
koning over een groot volk te zijn, was u
hem te doen, maar om de vrijheid do.
Frankrijk bedreigd, door Frankrijk gescho1*
in Europa te herstellen. Hij, die de to"
gever van Europa's vorsten en volken, ze j
de raadgever van den Roomsch keizer vv®
werd door den Paus-zelt beschouwd als "e.^
grootsten staatsman zijner eeuw, alleen
staat, om het gallicanisme van Lodewijk X'
te weerstaan. Was er onder de regeer'*®
van Willem III overvloed van geld, en 1
welvaart ontzaglijk toegenomen, onze vlo
was de machtigste der aarde en tallo°z
soldaten ontvingen soldij van den prins,/1
zijne zegepralen te Rijswijk kwam voltooF'j
waar de machtigste potentaten vroegen
de stadhouder van Holland in 't belang
het vereenigd Europa geliefde te bepal0^
De lauweren bij dien Rijswijkschen vr1/^
behaald, zij kroonen het hoofd van den voi'^
die de idee van Oranje zoo hoog verhef
heeft, dat zij de grootste, de krachtig®.^
steun werd van ons vrij en onafhankeW
volksbestaan. ,l5
In overeenstemming met den vorst,
het karakter van het volk, een volk, k'0|
maar een volk van de daad, van hand/,
Geen volk der aarde, zoo getuigde de to0,(l
malige Fransche gezant in Den Haag, he0,{
zoo veel voor den handel gedaan, vergad0
zooveel rijkdommen uit den handel als
Nederlandsche volk doet. Van alle zij'
stroomde het goud ons toe uit de volkspl'1
tingen door de vaderen aangelegd tal vj],
schepen voeren aanhoudend af en aan 0
de schatten van Oost en West in onze
den te bergen wij hadden een vloot n tg
om krijgsroem, maar om onze koloniën .j
verdedigen. De Hollandsche spaarzaam" 3
gaf kracht aan den handel. Onze vooroi"1g(l
hielden van spotten," niet om rijkdorm"
opeen te hoopen, maar om hunne kinde'gI,
in staat te stellen, nog grooter zaken te <Ff
dan zij hadden gedaan. Het is waar, da
ook toen aan dien handel, zooals altijd
nige zwarte vlek kleefde, maar over 'ta,!h'
meen handelde Europa gaarne met de
landers, die om hun eerlijkheid bekend s'
dan. Het was toen, dat de Amst. koop'1® y
hun rijkdommen opeenhoopten, dat het t
sterdam der 17e Jeeuw zich kon omi''"b|1t
met die muren en grachten, die de
zijner veste uitmaakten, en er daar to t
welvaart heerschte dan overal elders.
was van de energie onzer voorouders te