Laster?! In de openbare bijeenkomst II. Woensdag avond in het lokaal «Paulus" te dezer stede gehouden, heeft de heer M. C. M. de Groot goed gevonden, ook onze courant eens onder handen te nemen, omdat wij ons verstout hebben van zijn «geestelijk kind", de inkom stenbelasting, «kwaad te spreken". In het verslag door de N. R. Ct. van die bijeenkomst gegeven, wordt dit feit in een ander licht gesteld. »Bij een woord van lof voor de Scliiedam- sclie Courant, die hare kolommen had ge opend voor critiek op het aan den Raad inge diende ontwerp zoo heet het in eene corres pondentie uit Schiedam sprak hij eene welverdiende bestraffing uit over de Nieuwe Schiedamsche Courant, die zich van laster had bediend om de ingezetenen te kunnen con- doleeren met de aanneming van het ontwerp." Laster Het is verschrikkelijk om te hoo- ren. Wij dachten niet, dat wij ons tot heden aan die leelijke ondeugd hadden schul dig gemaakt. En toch Het staat daar zwart op wit in de Nieuwe Rott. Court. Het moet dus wel waar zijn want het is bekenddat blad liegt nooit Laten wij ons geweten eens aandachtig onderzoeken, en zien of wij ons werkelijk aan dien afschuwelijken laster hebben schul dig gemaakt. De heer De Groot zal ons wel op 't spoor helpen. O ja! de ge wraakte zinsnede was »En zoo blijft ons ten slotte niets anders over dan onze goede burgerij te condoleeren met het te lijden verlies van eenige harer zuur verdiende penningen, die vooral tegen woordig zoo noode kunnen gemist worden." De heer De Groot meende bedoelde zin snede te moeten wraken, omdat er volgens hem hier geen sprake is van te lijden ver lies immers hij noemde een menigte zaken op, die de burgerij voor de belastingpennin gen die ze naar het stadhuis brengt, krijgt te genieten. Nu vragen wij in gemoede of de redenee ring van den heer De Groot opgaat? Al de zaken door den heer De Groot opgesomd onderhoud van havens en kaden, politie, brand weer, uitgaven voor het onderwijs, armwe zen enz. werden totnogtoe uit de bestaande middelen bestreden. De burgerij had dus reeds het genot van al die zaken, en voor de pen ningen die ze nu weldra zal moeten op brengen, zal ze niets meer ontvangen. Wel werden door den heer De Groot aan het slot zijner rede een aantal zaken in uitzicht gesteld; maar wat van dit alles onder de gegeven omstandigheden terecht moet ko men, verklaren wij niet te begrijpen. Als men nu reeds herhaaldelijk voor de meest te voorziene uitgaven gaat leenen, zal dan het bedrag der inkomsten-belasting niet al leszins noodig zijn om de rente en aflossing van die leeningen te dekken Ten slotte stellen wij allen weidenkenden deze vraagMoeten de belastingpenningen, die nu zullen worden opgebracht, dienen om te voorzien in uitgaven, waarvoor de midde len nog niet waren aangewezen, of wel, is de inkomsten-belasting noodig geworden, omdat hetgeen tot heden aan belastingen werd geofterd, niet goed werd besteed, of dat het werd aangewend tot doeleinden, die niet algemeen als voorwerpen van gemeente- zorg worden erkend? Het antwoord op deze vraag zal tevens de kwestie oplossen, of wij ons aan laster schuldig maakten, toen wij, naar aanleiding der goedgekeurde inkomstenbelasting, meen den, de burgerij met het te lijden verlies harer zuur verdiende penningen te moeten condoleeren. BINNENLAND. Schiedam, 20 Mei 1892. TWEEDE KAMER. Zitting van Donderdag 19 Mei De Minister v. Binnen 1. Zaken verdedigde heden het wetsontwerp tot het verleenen van tijdelijken bijstand aan nood lijdenden gemeenten. Hij gaf als zijne meening te kennen, dat er voor 't oogenblik geen beter middel is dan deze noodwet om de gemeenten te helpen. De Minister vertrouwde dat dit niet langer dan 3 jaren behoefde te duren daar inmiddels het kiesrecht zal zijn herzien en de herziening van de provinciale en ge meentewetten een eindweegs zal zijn gevor derd. Voor't overige verzekerde de Minister dat hij waarborgen zal stellen voor het richtig gebruik van de subsidiën, in overleg met Gedeputeerde Staten en in den geest van de toepassing van art 49 der schoolwet. Bij de replieken verlangde de heer Tydens als het beste redmiddel de ont eigening van het groot grondbezit in Friesland waar dit niet in cultuur is gebracht. De heer A. vanDedem verdedigde het vorig kabinet tegen verzuim in deze zaak en verweet de katholieken dat zij juist tegen het sectie onderzoek van het ontwerp- Godin waren. De heer vanVlijmen antwoordde, dat destijds de katholieken nog het Ministerie steunden en dat toen de politieke vriendschap werd opgezegd, de heer Bahlmann afwezig was. Bovendien kennen de katholieken geen leider. De heer Zaayer wilde niet de afwer king van kieswet, provinciale- en gemeente wet afwachten, alvorens eene definitieve regeling voor de gemeenten zal tot stand ko men. Het wetsontwerp werd daarna aangeno men met 67 tegen 46 stemmen. De behandeling van het Billiton contract is daarop aangevangen. De heer van G ij n verklaarde zich daartegen omdat hij aan staatsexploitatie de voorkeur bleef geven en omdat zijne sympathie voor de Maatschappij niet was versterkt door eene uit Indië ont vangen mededeeling van den Gouv. Generaal omtrent eene ontevredenheidsbetuiging van de Indische Regeering aan den ontvanger der in- en uitvoerrechten en accijnzen, tevens fungeerend havenmeester te Tandjong-Pandan, betrekkelijk van de Billiton-Maatschappij ontvangen belooning wegens diensten haar in zijne betrekking bewezen. Uit een brief vanden Administrateur der'Billiton-maatschap- pij blijkt echter dat hier van zoodanige feiten alleen bekend is dat bedoelde ambtenaar f25 per maand heeft ontvangen als billijke be looning van haar bewezen diensten als haven meester. Burgemeester en Wethouders van Schie dam, gelet op Art. 8 der wet van den 2den Juni 1875 Staatsblad no. 95), geven kennis aan de ingezetenen, dat op heden de navol gende vergunningen zijn verleend lo. aan H. P. V a n K a t w ij k en zijne rechtverkrijgenden tot oprichting van een distilleerder ij in het pand aan de Westvest alhier, wijk B, no, 27, kadaster sectie C, no. 1078 en 1079. 2o. aan J. Brandenburg en zijne recht verkrijgenden, tot uitbreiding zijner brander ij aan den Noordvestsingel alhier, wijk B, no. 94m, kadaster sectie H. no. 225, met een stoomwerktuig van 1-t paardenkracht, en ketel met een verwarmingsoppervlak van 1.75 M2 en 3o. aan J. L. G o u k a en zijne rechtverkrij genden, tot uitbreiding zijner bran derij aan den Noordvestsingel alhier, wijk B, no. 110, kadaster sectie H, no. 302, door plaatsing daarin van een stoomwerktuig van 2b paardenkracht, en ketel met een verwar- mingsoppervlak van 8 M2, ter vervanging van het bestaande stoomwerktuig met ketel. Burgemeester en Wethouders van Schiedam brengen, ingevolge art. 5 der Wet tot regeling van den kleinhandel in sterken drank en tot beteugeling van openbare dronkenschap bare Staatsblad no. 118 van 1885), ter 0Pen^',j., kennis, dat bij hen is ingekomen een vei z ster- schrilt om vergunning tot verkoop van kendrank in het klein, vanG. P. S c h e f f e^' voor het pand aan de Boter straat, D no. De tappers, slijters en debitanten ^a loterijbriefjes binnen deze gemeente wor er aan herinnerd dat zij, op vertoon van aanslagbiljet, gedurende deze en de gende week hun patent ter gemeente-secreta rie kunnen bekomen. Door den Minister van Binnenlandsche za ken is bepaald, dat er van omstreeks 15 tot 15 Augustus te Rotterdam een cursus de vrije- en ordeoefeningen zal gegeven den onder leiding van den heer S. van Ake,1> leeraar in de gymnastiek aan het Erasm1 aansch gymnasium. Er is tevens bepaald, dat ieder onderW'J zer, die dezen cursus volgt en in het najafll de vereischte akte verkrijgt, f 40 uit 's rij''5 schatkist zal ontvangen als tegemoetkom'^ voor reis- en verblijfkosten. Door dezea maatregel wordt zeer zeker aan veler wens0 voldaan. da' het al De Minister van Justitie heeft bepaald, het examen bij artikel 11 der wet op notarisambt bedoeld, voor het jaar 1892 aanvangen op Vrijdag 1 Juli e. k. en da het zal worden gehouden te 's Gravenhage' De Minister van Oorlog heeft bij circulair0 van 14 Mei jl. er de aandacht van de aut° riteiten der landmacht op gevestigd, dat do°r hen, en in het algemeen door alle meerde ren, te juister plaats en tijd, alles in het werk moet worden gesteld, wat kan bijl1'9' gen tot z e d e 1 ij k e vorming van de onde' hunne bevelen gestelde militairen. Vooral voor de jeugdige miliciens, die t° de vervulling van hunnen dienstplicht in he leger worden geroepen, en daarbij tijdehj aan het toezicht van hunne ouders ot he trekkingen worden onttrokken, behooren zlJ in den waren zin des woords zooals de reg'e' menten bedoelen, ook opvoeders tezVn' die hen leiden en voorgaan in de vervuil'11^ zoowel van hunne militaire, als van hunue zedelijke en maatschappelijke verplichting011' De vermelde autoriteiten behooren deze aangelegenheid met den meesten ernst te* harte te nemen en er voor te waken, "a voornamelijk hunne onderhoorige officieren» in dit opzicht in bovenbedoelden zin al'eS doen, wat in het belang van de zedelijk® ontwikkeling der militairen dienstig kan ziJ'1 en wat, gelet op de groote verantwoordelij'4 de" et heid, die voor het moreele welzijn van soldaat op hen rust, van hen mag en m° worden gevorderd. De minister doet daarbij opmerken onder de middelen, welke kunnen strekke9 om de zedelijke vorming van den soldaat bevorderen, alleszins de aandacht verdierf de zoogenaamde Militaire Tehuizen, Roomse Katholieke vereenigingen|en dergelijke im'lC tingen en instellingen, die in den late' tijd, met medewerking en onder besch0^ ming van weldenkende personen zijn °Pb.(r richt, waar de soldaat nuttig wordt b0 gehouden en onder behoorlijk toezicht Se genheid vindt, om zich op gepaste wijze ontspannen. De bedoelde tehuizen en eemgingen, en andere inrichtingen oi111 lingen van dien aard, mogen dan ook il zins aanspraak maken op den steun van militaire autoriteiten. Het is zijn bepaald verlangen, dat de >n^ taire autoriteiten hunne medewerking zU doek verleenen tot bevordering van het fV* t in«te'

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 2