15e Jaarg. Zondag 26 en Maandag 27 Juni 1892. No. 4318. VERSCHIJNT DAGELIJKS. Bit Hit Hommer behoort een Biiwewl. Bureau: Boterstraat, E 39. I'rijs van dit ltlad: Voor Schiedam per 3 maanden f i.50 Franco per post door geheel Nederland 2.00 Afzonderlijke Nommers0.05 l'rys der Arivertentiëii Van 16 regelsf 0.60 Elk gewone regel meer»0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Kamer-Overzicht. Was het reeds bij het Kamerdebat van 11. Dinsdag op te merken, dat er over 't alge meen, ook bij de Linkerzijde, weinig opge wektheid bestond, om de belastingvoorstellen van den minister Pierson te behandelen de zitting van Donderdag heeft het bewijs ge« leverd, dat die opgewektheid er niet op ver beterd is, sedert de Kamer, of liever de li berale partij, het besluit nam 's Ministers plannen toch maar te behandelen, omdat de Regeering daartoe haren uitdrukkelijken wensch had te kennen gegeven. Waarschijn lijk zouden de algemeene beraadslagingen reeds Donderdag gesloten zijn, ware het niet dat de Voorzitter de uiterste lankmoedigheid had betracht, en zich telkens verwaardigd had te vragen, of nog een der leden het woord verlangde, nadat reeds twee leden hunne zienswijze hadden doen kennen. Het debat werd Donderdag geopend met een rede van den Leidschen afgevaardigde, den heer Bool, die vol lof en bewondering was voor 's Ministers plannen. Hulde bracht hij den Minister voor den ijver en de voortvarend heid waarmede hij deze wetsontwerpen had ingediend, en hij sprak daarbij den wensch uit, dat ze zouden worden aangenomen. Even- tvel lof en bewondering waren niet onver mengd want ook de heer Bool had liever gezien, dat eene herziening van het gemeen telijk belastingstelsel aan de behandeling van deze belastingplannen ware voorafgegaan. Hij dacht evenzeer dat de bedrijfsbelasting niet Van de vermogensbelasting moest gescheiden vvorden maar na de mededeeling van den Minister had hij in de splitsing geen bezwaar meer. Ook vertrouwde hij, dat de Minister spoedig zijn ontwerp-grondbelasting zou in dienen. In ieder geval zou de vermogens belasting de voornaamste stap zijn op den y,eg der verbetering van ons belastingstelsel. Mij hoopte, dat de ontwerpen zonder partij- °°gmerken zouden worden behandeld. Van de zijde der antirevolutionaire partij berden 's Ministers voorstellen principieel be dreden door de heeren Van Dedem en De Meer van Jutfaas. De heer Van Dedem delde uitvoerig in 't licht, dat de grond reeds redelijk dubbel zal worden belast door ook den eigendom daarvan in de vermogensbe- ast'ng te begrijpen, zonder dat de landeige naars of pachters eenigszins zullen gebaat Worden, hetzij door verlaging der mutatie- zoutaccijns. Doordat der gemeenten de be voegdheid zal gegeven worden tot een aan zienlijk bedrag opcenten op de personeele belasting te leggen, zou dit euvel nog wor den verergerd en zoo zullen de bezitters en gebruikers van onroerend goed drie of vier malen worden getroffen, terwijl de bezitters van roerend goed slechts naar de variee- rende waarde daarvan zullen te betalen heb ben. Het hoofdbezwaar van den heer De Geer was, dat men hier te doen had met een zuivere kapitaalsbelastingeen bezwaar dat te meer geldt, omdat het kapitaal, in den grondeigendom gestoken, reeds zwaar is be last. Bestond bij de Kamer weinig opgewekt heid om 's Ministers belastingplannen te be handelen, de Minister deed in zijn antwoord uitkomen, dat hij nog met dezelfde geest drift voor zijne geestes-kinderen is bezield, waarvan hij in den aanvang blijk heeft ge geven. De Minister verzekerde, dat de Ka mer binnenkort de indiening der bedrijfsbe lasting kon verwachten. Of zij ook zou worden afgedaan, was voor hem geen vraag where there is a will, there is a wayzon der het tot stand komen der nieuwe kies regeling op te houden, is het tot stand bren gen der bedrijfsbelasting mogelijk. Ook ten aanzien der perequatie en vermindering der grondbelasting gat de Minister bevredigende verklaringen. Op zijn bureau ligt eene wet op de organisatie der grondbelasting gereed, en hij hoopt ze spoedig in te dienen. Maar tegelijkertijd met die wet van wijdere strek king, zal de Minister een klein wetje indie nen, dat uitsluitend ten doel heeft de pere quatie voor de ongebouwde eigendommen, en de verlaging van de grondbelasting daar op met 9.6 ton, en dat bestemd is op 1 Ja nuari 1893, in werking te treden. In het vervolg zijner rede kwam de Minis ter vooral op tegen het beweren van den heer A. van Dedem, dat hij ontrouw zou ge worden zijn aan zijn program, door den land bouwers met de eene hand te ontnemen, wat hij met de andere heeft gegeven. Hij meende te kunnen bewijzen, dat hij den landbouw zou ontlasten en trachtte dit door berekeningen aan te toonen. Door hetgeen hij voorstelt worden de pachters volstrekt niet bezwaard, terwijl daarentegen door de verlaging van den zouts ccijns de zuivelboe- ren zeer gebaat zullen worden. Hierbij komt, dat door verlaging der mutatierechten de pachters spoediger eigenaren zullen kunnen worden. Ook van de afschaffing van den zeepaccijns zullen de landbouwers voordeel 1 echten, hetzij door vermindering van den hebben. Van de boeren-eigenaren van 1 tot 5 hectaren valt niet een enkele in de vermogensbelasting; een eigenaar van 10 hectaren zal ook zeer weinig en het grootste deel zal niets betalen. Van de 96000 bóe ren-eigenaars zullen minstens 64000 niets met deze vermogensbelasting te maken heb ben, terwijl zij toch krijgen vermindering van de grondbelasting en de mutatierechten, en deelen in al de andere afschaffingen en verminderingen. En wat nu betreft de eigena ren, die wel door de belasting zullen getrof fen worden, ook zij die een grondeigendom hebben van f 100.000 zullen f 25 minder be talen dan nu. De Minister liet zich niet in met eene theoretische beschouwing over zijne belas ting-ontwerpen maar gaf als zijne meening te kennen, dat er geen beter middel is om het privilegie van het roerend vermogen op te heffen, dan door de geheele belasting van het vermogen, waardoor het mogelijk zal zijn groote ontheffingen te verleenen. En vooral is dit noodig, waar het niet gemak kelijk is den grens van het roerend ver mogen aan te geven. Het is eene onmo gelijkheid de progressie goed te regelen, zonder eene belasting op roerend en onroe rend goed. De Minister verklaarde geen kans te zien, met het oog op de daaraan verbonden moeilijkheden, eene redelijke be lasting alleen op het onroerend goed voor te dragen. De vraag is nuis wat nu wordt voorgesteld, werkelijk in het belang van het algemeen Hij gelooft dit zeker, inzonder heid wat de mutatierechten betreft, waarvan de vermindering juist is in 't belang van den landbouw. De Minister zeide, dat zijn grief tegen de mutatierechten steeds was, dat het een last is op de zwakken. Die last wil hij nu overbrengen op de sterkeren door de progressie der vermogens-belasting. Ook het aequivalent meent hij te moeten handhaven, zooals hij dit heeft voorgesteld. Zonder aequivalent is dan ook geene belasting af te schaffen. Wat het laatste betreft, meende de heer Van Houten te moeten opmerken, dat men het aequivalent voor de ontheffing van ac cijnzen, die vooral de minvermogenden drukken, niet moest zoeken in de verhooging van een anderen accijns, waarin zij voor het grootste gedeelte bijdragen. De verhooging van den accijns op het gedistilleerd was ook als aequivalent voor de voorgestelde afschaf fing van belastingen niet noodig, zooals de heer Van Houten zeer juist aantoonde. De 12 ton, die deze verhooging zou moeten op brengen, zou gedeeltelijk noodig zijn als aequivalent voor de 50 ton die met de af- NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT Het auteursrecht van ilen inhoud dezer courant «ver zekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 Stsblno. 124.')

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1