Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Bericht. 15de Jaarg. Donderdag 11 Augustus 1892. No. 4356. bureau hoogstraat 817. Kennisgeving1. ALGEMEEN OVERZICHT. Feuilleton. Binnenland PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN: Zij die zich tegen 15 Aug. op dit Blad abonneer en, ontvangen de tot dien datum nog te verschijnen Nummers Gratis. Belasting naar het inkomen. IEUWE SC Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers 1-50 - 2. - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 {Stsbl No. 124.) jjJüLüiiül Van 1—6 regels0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Burgemeester en Wethouders van Schiedam doen te weten, dat op heden zijn afgekondigd lo. de door den Kaad dier gemeente in zijne openbare vergadering van den 26sten April j.l* vastgestelde en hjj koninklijk besluit van den léden Juli d. a. v. no. 33 verordening op de heffing van een plaatselijke directe belasting naar het inkomen, en 2o. de door den Raad, in diezelfde vergadering vastgestelde verordening op de invordering dier belasting. Schiedam, den 9den Augustus 1892. Burgemeester en Wethouders voornoemd VAN DIJK VAN MATENESSE, De Secretaris VERNÈDE. 10 Augustus '92. Bij het voortgezet debat over het adres van antwoord in het Engelsche Lagerhuis heeft de minister Balfour betoogd, dat de partij welke de verbreking eischt van den bond van Groot-Britannië met Ierland, slechts voor een deel bestaat uit aanhangers van Gladstone. De rest zijn bondgenooten, die tegelijkertijd de 9) NAAR HET FrANSCH. Vijftig kronen, goede HemelIedere kroon ter waarde van twaalf pond, het pond gere kend tegen twintig koninklijke stuivers, en de stuiver tegen twaalf penningen. Jantje had nooit, zelfs niet in een droom, zooveel geld bij elkander gezien. Laten wij nu eens met baas Gueffès kennis maken. Een laag voorhoofd, grooten neus, en een ontzaggelijk wijden mond. Die mond werd Versierd met een paar kakebeenderen, zoo groot en forsch, dat de geleerden over een honderd jaar of vier, wanneer zij het geluk hebben, baas Gueffès kakebeenderen op de een of andere plaats op te delven, deze ongetwijfeld zullen toeschrijven aan een voorwereldlijk wezen, uit het anti-diluviaansche tijdperk. Hij had kleine, ronde oogen, aan de randen met rood omzoomd, de kleur zijner haren was twijfelachtig, het best te vergelijken bij het meesters zijn. Hij beklaagt den minis ter, die rekent op de gewone wet in Ierland; zijn falen is zeker. Enkele dei- antwoorden, door Gladstone gegeven op de vragen van Mc. Carthy, zijn vaag; maar de Kamer heeft het recht te weten, of de prijs voor den steun der nationa listen het leven en het eigendom van het volk in Ierland is. Dynamietman- nen zullen zij worden als zij eenmaal losgelaten zijn. De partij der unionisten ziet de toekomst met kalmte tegemoet; de tegenpartij denkt met verslagenheid en wanhoop aan de toekomst met de unionisten, tot wie de kiezers spoedig zullen terugkeeren om eene deugdelijke wetgeving te verkrijgen. In antwoord op Balfour's rede ver klaarde Gladstone, dat een krachtig be stuur en eene rechtvaardige wetgeving in Ierland niet mogelijk zijn, zoolang de wetten niet overeenstemmen met de gevoelens der bevolking. De dwangwet mag niet langer gehandhaafd worden dan strikt noodzakelijk is. Het vraag stuk der verhouding tusschen Engeland en Ierland blijft op den voorgrond staan voor de behandeling in het Parlement. Wat de amnestie betreft voor zekere gevangenen, het is onmogelijk belofte te doen ten opzichte der uitgezette pach ters. Gladstone hoopt, dat vrijwillige regelingen tusschen de eigenaars en de pachters de noodzakelijkheid zullen weg nemen van wettelijke regelingen. Het beginsel van de wet op de home-rule zal zijn het volkomen en ongedeerd behoud van het oppergezag des rijks, en de vol ledige overdracht aan Ierland van het bestuur van zijn eigen zaken. Er moe ten in het rij ksparlenient Iersche afge vaardigden blijven. Wordt het home-rule ontwerp verworpen door liet Iloogerhuis, dan zal dit onmogelijk kunnen worden beschouwd, als een einde te maken aan de plichten van een liberaal gouverne ment. De eischen van Groot-Britannië zullen niet vergeten worden. Gladstone zal ze ernstig behandelen ook in 1893. stof van een zanderigeu weg, zijn gestalte was rijzig en bjjzonder mager, en verschool zich in een kleed, dat blijkbaar niet voor hem was gemaakt. Ziedaar liet portret van baas Gueffès. Simon le Priol zei wel eens, dat Gueffès niet leelijk washy had in zooverre geljjk dat onze vriend afschuwelijk was. Omtrent zijn leeftijd verkeerde men even eens in 't onzekere. Zulke lieden zijn gewoon lijk tusschen de vijf-en-twintig en zestig. Zoo dra zjj zestig jaar zijn, worden ze jong opnieuw. Maar met dit al, was baas Gueffès van top tot teen een Normandiër. En wat men niet zou hebben gedacht Gueffès was de mede dinger van Jantje den schelpvisscher. Hij vond Simonnette bekoorlijk, en wanneer hij aan haar huwelijksgift dacht, dan sperden zich zijne kakebeehen tot een afgrijselijken glim lach. Onze Gueffès bedelde nooit in de omstreken van Saint Jean. Bedelen was overigens in dien tjjd eenvoudig gebruik maken van de mild dadigheid die op zekere tijden van het jaar werd ten toon gespreid. Gueffès haalde zijn soep bij de uitdeeling in het klooster en hjj kraaide zijn kerstlied als do heeren hem voorbij gingen, maar dat was geen bedelen. Men wist bovendien zeer goed, dat hij ergens een leeren zak verborgen hield, wiens inhoud genoegzaam de welwillendheid van Simon le Priol tegenover Gueffès verklaarde. In den loop der zitting legde de heer Lowther bescheiden over betreffende Oeganda, die onmiddelijk rondgedeeld zullen worden. De Engelsch-Oostafri- kaansche maatschappij heeft aan al hare officieren bevolen zich tegen 31 Decem ber terug te trekken uit Oeganda. Het schijnt dat kapitein Lugard er in toe gestemd heeft, dat het grondgebied verdeeld wordt volgens deze schikking. De Eransche Katholieken zullen met hunne wapenen in Budda blijven, terwijl in Oeganda de belijders van alle ge zindten vrijelijk mogen blijven. De Engelscli-Oostafrikaansche maatschappij heeft dépêches gekregen van Lugard,maar hetministerieheeftdienogniet'ontvangen. De maatschappij van den Boven-Congo zal een rapport aan den minister-presi dent doen toekomen, waarin wordt aangetoond, hoezeer de politiek van den Congo-staat nadeelig is voor den Belgi schen handel en waarin de tüsschenkomst van de Belgische regeering wordt in geroepen. In het reeds vermelde anti-semitische monster-proces Paasch is gisteren als eerste getuige gehoord de vice-consul Lenz, die in het voorjaar van 1888 te Peking herhaaldelijk met Paasch in aanraking is gekomen. De door Lenz afgelegde verklaringen komen hierop neder, dat Paasch, die, naar men weet, wil doorgaan voor het slachtoffer van eene groote Joodsche samenzwering, aan welker hoofd de Duitsche gezant Yon Brandt te Peking zou staan, daar eenvoudig een aanval van krankzinnig heid had en toen, als ernstig ongesteld, gedwongen werd in het gezantschaps gebouw te blijven, teneinde geneeskun dige behandeling te ondergaan. De Duitsche Reichsanzeiger maakt een besluit des Keizers hekend, waarhij het door den minister Herrfurt gevraagde ontslag als minister van binnenlandsche zaken aangenomen, en de minister-presi dent graaf Eulenburg als zoodanig be noemd wordt. Jantje was zoo hang als een wezel. Anders bad bij Gueffès al lang zijne ingenomenheid voor Sionnette afgeleerd. AVij zouden echter bijna vergeten nog twee aanwezigen uit dit waardige gezelschap voor te stellen, en wel de I'oode en de Zwartede beide schoone koeien, die op haar gemak in liet andere eind van het vertrek zich over den ronden, gevulden rug wentelen, terwijl drie varkens onder de tafel liggen te knorren. Men vermaakte zich uitstekend. De kruik met appelwijn ging met de gemeenschappelijke drinknap lustig rond. Het spinnewiel en het spinrokken mochten rusten. Ons Jantje zit met de bloote voeten in de warme ascli, hij liet den appelwijn vooobijga&n, zonder er zelfs zijne lippen aan nat te maken doch hij keek, zooveel hij maar kon, naar de bekoorlijke Simonnette. De gedachte liet hem intusschen niet met rust: „Als ik eens vijf tig Nanteezer kronen bezat Simonnette, het lieve kind, lachte met dezen, lachte met genen, lachte met allen. Nu luisterde zé juist naar haar vader, Siinon le Priol, die een historie verhaalde. Eu zeker was het een boeiend verhaal, want het was zoo stil, dat men een speld had liooren vallen. Die ridder dan beste vrienden, sprak Simon le Priol, was uit Leon of Cornwallis afkom stig. Hij kwam naar Dol om zijne moeder te bezoeken. Zij slieptn alle drie in dezelfde kamer, in de Volgens bericht uit Athene heeft de Grieksche Kamer van afgevaardigden gisteren de begrooting voor 1892 on gewijzigd aangenomen. De sluiting der zitting is ophanden. De Koning is be reids gisteren-avond naar Aix-les-Bains vertrokken. De opstand der Hazaras tegen den Emir van Afghanistan is van een zeer ernstige beteekenis geworden. Alle groo te stammen, welke den Afghanen vijan dig zijn, hebben eenen ontzaglijken hond tegen den Emir gesloten, die nu alle beschikbare krachten verzamelt om aan den opstand het hoofd te bieden. Hij heeft twintingduizend man geregel de troepen bijeengebracht en eèn gelijk aantal onregelmatige. Schiedam, 10 Augustus '92 Velen onzer lezers zullen zeker met verrassing vernomen liebhen, dat in de Raadszitting op gisteren een voorstel van eenige leden is ingekomen, bedoelen de den Raad te doen hesluiten, aan het Rijk te verzoeken de gemeentelijke in stellingen van middelbaar onderwijs over te nemen. Inderdaad hadden velen niet verwacht, het zóó ver met onze gemeente-linanciën zou komen, dat een noodkreet als bovenbedoeld zou moeten worden ge slaakt. Voor hen die meer van nabij den loop der gemeente-zaken gevolgd hebben, is echter dit voorstel niet zulk eene groote verrassing. Het is toch sinds lang bekend, en meermalen hebben wij er op gewezen, dat zelfs na aftrek van de Rijkssubsidie en de schoolgelden, de Hoogere Burgerschool en de Burger avondschool van de gemeente eene uit gave vorderen, die op den duur beden kelijk wordt voor onze gemeente-finan ciën. En vooral wordt het gewraakt, dat niet alleen de Schiedamsche „hoogere burgers" een cadeau van de gemeente herberg de Vier Gouden Penningenhij het kloos ter der Minnebroeders, aan het einde van de Draaistraat, zooals ik ztide een Franschman, een Normandiër en de Bretanjer ridder, dus drie man. Voor zij ter ruste gingen, 'tis de zuivere waarheid die ik u vertel, zong de Franschman een vroolijk liedje, de Normandiër telde zijn beurs na, en de Bretanjer prevelde zijn avond gebed. Niet liegen hoorzei de Franschman tot den Normandiër Hoeveel hebt ge in den zak, kameraad Honderd stuks Rouaansche munt eu drie Vlaamsche dukaten, antwoordde de Norman diër oprecht. Zet gij ze in vijftien worpen met de dob- belsteenen tegen honderd Pnrijsche stuiters en drie schakels van mijn gouden ketting De Normandiër sloot zijn beurs en legde hem onder zijn hoofdkussen. Wilt ge niet riep de Franschman woe dend welnu, laten wij er dan voor drinken, als gij er niet mede wilt spelefl. Goede vrienden, viel hun thans de Bre tanjer in de rede, laat mij toch rustig mijn avondgebed bidden..,. Matliurin geef mij de nap eens aan Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1