ALGEMEEN OVERZICHT, Binnenland achter. Gunt gij een Protestantsch of Joodsch blad uw advertentie, zeer wel, maar waarom dan hetzelfde niet aan een Katholiek blad gegund? Neemt gij andersgezinde ambachts lieden en leveranciers, best, zij moe ten ook door de wereld, maar mogen de Katholieken nu nimmer in aan merking komen O, evenzeer als het leelijk zoude staan, eenen mensch die goed voor u werkt, om zijn ge loof te ontslaan, even leelijk is het eenen mensch trots zijn geloof werk te weigeren. Onze eenheid vordert redelijke billijke begunstiging van elkaar. Als vierde plicht vordert de eenheid een goed hart jegens eikaars voorspoed. Het is zoo vreemd en toch maar waar, dat de winst, vooral de groote winst van den eenen mensch den ander min of meer steekt. Maar het is gelukkig ook waar, dat een goed katholiek hart dat gevoel van zekere wan gunst zoo weet te beheerschen, dat het schier niet meer in hem oprijst of hij althans zijn gedrag naar ge heel andere beginselen inricht. Dit is trouwens noodig. Wil een partij als partij vorderen, dan moet even als bij een huisgezin de glorie en voorspoed van den eenen broeder, als een luister en terugstraling zijn voor den ander. Het Apostolisch woord over het ééne groote lichaam en de vele ledematen, met Christus als hoofd, blijft voor ons, Katholieken, de hoogste politiek. En ten slotte, het offer Wie een of andere zaak behartigt, welke ook, 'tzij kunst of wetenschap, 'tzij eene affaire of zijn kerk, hij moet edelmoedig zijn. Vandaag kost het ons een vermoeid hoofd, morgen twee vermoeide voeten, overmorgen een vermoeide zak, ja nu, het moet ons alles blijde afgaan. Voor het vaandel, zegt de krijgsman, moet ge al eens wat doen, hetzij aan de wapenbroeders, die bezwijken en ach- terraken, of ter wille van de aan voerders en de goede zaak. Zonder wonden geen eerekruis. Eendracht slechts maakt macht. Zij onze pijlbundel toch altoos om snoerdP. M. B., pr. 13 Augustus '92. Blijkens een telegrafisch bericht uit Londen heeft de Koningin het ontslag van het ministerieSalisbury aangeno- Jantje een gedachte in. Hij stond trotsch en blozend, maar met neer geslagen oogen, voor den haard. Aller blikken waren met verwondering op hem gevestigd. Hagij hebt haar gezien, gij, kleintje zei Gueffès, op spottenden toon. Ja, zekerik heb ze gezien, antwoordde Jantje. Hij heeft ze gezien Hij heeft ze gezien riepen allen te gelijk. En waar hebt gij ze gezien vroeg Gueffès. Hier, voor de deur. Wanneer Gisteren. Hoe laat? 's Nachts om twaalf ure. Al die antwoorden kwamen er voor de vuist en op vastberaden toon uit. Baas Vincent Gueffès rekte zijn kakebeen tot een ondeugend lachje. Zoo zoo kleintje zeide hfi en wat doet gij 's nachts om twaalf ure, zoover van uw spelonk, voor de deur van Simon Le Priol Jantje ging dapper vlak voor Gueffès staan, en antwoordde Daar en overal doe ik wat ik wil. En denk eens om het spel, dat de Bretanjer in de Vier Gouden Penningen den Franschman voorstelde, dat spel, haas Vincent Gueffès, waarbij men geen tafel of tapijt gebruikt, men. Men verzekert, dat Gladstone morgen eene koninklijke boodschap zal ontvangen om een nieuw ministerie te vormen. Intusschen heeft Ponsoby, par ticulier secretaris der Koningin, gisteren reeds Gladstone bezocht, om hem te kennen te geven, dat tot het begin der volgende week, waarin de samenstelling van een nieuw ministerie zal kunnen zijn volbracht, zijn aanwezigheid op Osborne niet zal worden vereischt, daar H. M. wenscht den hoogbejaarden staats man de moeite van het telkens heen en weer reizen te hesparen. Volgens verschillende draadberichten, die deze week te Brussel zijn ontvan gen, is de toestand aan den Boven-Congo hoogst ernstig. De Indépenclance bevat o. a. de volgende dépêches. Arabische benden onder het hoofd Koumaliza zijn van Tanganika te Nvangwé en aan de Boven-Lomani aangekomen en hebben de daar gevestigde nederzettingen ver nield. De opstandelingen in het noord oostelijk deel van Nyangwé zijn de Loualaba afgezakt tot Kibariba. Drie blanken zijn gedood door de aan de Lo- mani aangekomen Arabieren. De toestand van de onder Hodister staande nederzet ting wordt als hachelijk beschouwd. Men vreest, dat de Arabische hoofden aan de Stanley-vallen en te Isanghi, die tot dusver trouw zijn gebleven, vijandig zullen worden. Door het bestuur van den Congo staat zijn versterkingen ge zonden naar het Basoko-kamp. De Etoile Beige bevat berichten uit Congo- land, welke die van de Indépenclance bevestigen en aanvullen. De handels vestiging te Mantnga, bestaande uit twintig beambten onder Hodister, is door de Arabieren overvallen en allen zijn gedood of gevangen genomen. De stoom boot Auguste Beernaertgeladen met koopmansgoederen, is door de Arabieren genomen. De kantoren en koopwaren van de onderneming te Asee zijn ge plunderd. Ook volgens nadere tijdingen zouden twee agenten van de maatschappij van de Boven-Congo door Arabieren zijn gedood en drie aan de gevolgen van dyssenterie gestorven. Hodister met drie der zijnen zijn waarschijnlijk ver moord. De factorijen in Bena Kamba en Taki zijn geplunderd en vernield. Hetj handelssyndicaat te Brussel, waarvan Hodister directeur in Afrika was, heeft gisteren een telegram uit den Congo-staat ontvangen, waarin mel ding wordt gemaakt van den dood van vijf zijner agenten (Tourot, Noblesse, Piorret, Mussche en Chaumons) en van de plundering van verscheidene facto rijen aan de Loualaba en Boven-Lomani. De kapitein Thyss, die het telegram heeft ontvangen, laat doorschemeren, dat hij de toekomst donker inziet, of schoon de Arabieren langs de Stanley- falls totnogtoe rustig waren. Het be richt, dat de geheele zending van Hodister was te gronde gegaan, kan waar zijn, maar is nog slechts het resultaat van veronderstellingen. Er zijn nog geene voldoende informatiën verkregen op grond waarvan men alle hoop zou moeten opgeven. Hodister maar dat met twee lange knuppels wordt ge speeld, waarbij een vaste voet, een geoefend oog en waakzame hand noodig is, en de rest aan de Voorzienigheid wordt overgelaten Simon Le Priol iton niet nalaten, eens hartelijk te lachen, maar zeker niet ten koste van Jantje. Simonnette gloeide van genoegen. Baas Gueffès stond pal. Een lange stok bewijst niet, dat een leugen Evangelie is, zei hij. Wat deed de Toovergodin, toen gij haar zaagt Zij bukte naar den drempel, om een koek van tarwemeel op te rapen. Dat is waar, voegde er de huishoudster bijik had een koek aan de deur gelegd. En hoe ziet er de Toovergodin uit, klein tje vroeg baas Gueffès verder. Jantje aarzelde. Ze is schoon, hervatte hjj eindelijk, schoon als een engelbijna zoo schoon als de doch ter van Simon Le Priol. Simon en zijn vrouw fronsten beiden hun wenkbrauwen. Baas Vincent Gueffès sperde zijn mond wa genwijd open, om het een of ander bijtend woord, dat zijn nederlaag kon wreken, uit te braken, want hij was overwonnen, toen zich opeens de hoefslag van een paard op den weg liet hooren. Iedereen sprong op. JuliaanJuliaanriep men, Juliaan Le PriolWij krijgen nieuws uit de stad had 1G Europeanen bij zich en de laatst door hem afgezonden berichten dagteekenen van April. Uit de gege vens die uit verschillende bronnen zijn verkregen, kan men nagaan dat de be volking der oevers van het Tanganika- meer, alwaar de expeditiën van de kapiteins Joubert en Jacques ter be strijding van den slavenhandel zich be vonden en dan zou er geen sprake zijn van een opstand der Arabieren in Nyangwe maar van een inval in de streek van Nyangwe door vijandige benden van het Arabische opperhoofd in Tanganika. Naardien reeds sinds veertien dagen in diplomatieke kringen te Berlijn ge zegd werd, dat de Bulgaarsche minister president Stambouloff om geen andere reden zekere geheime documenten open haar heeft doen maken, dan om daar door het terrein tot het opwerpen der kwestie betreffende de erkenning van Bul garije voor te bereiden, trekt zijn be zoek te Constantinopel indeBerlijnscke regeeringskringen zeer de aandacht, te meer omdat hij uit Sofia is vertrokken daags na de terugkomst vanprins Ferdi nand, die hem zijne te Londen en te Weenengedane waarnemingen had mede gedeeld. Of de bemoeiingen van Stambou loff thans meer gevolg zullen opleveren dan vroeger, schijnt twijfelachtig. Het ge rucht dat prins Ferdinand zich incognito te Berlijn heeft opgehouden, schijnt onwaar te zijn; maar het is nog niet zeker of hij daar met politieke personen in- aanraking is geweest. De te New-York verschijnende Mor ning Herald bevatte gisteren een dépêche uit Trinidad, waarin gemeld wordt dat de regeeringstroepen in Venezuela den 10 dezer na een hardnekkig gevecht de stad Barrancas aan de Orinogo in namen. Generaal Valdes, de bevelhebber der revolutionairen, werd doodelijk ge wond. Generaal Deecharm verzamelde de aan Crespo trouw gebleven troepen en rukte eergisteren op naar Barrancas en hernam de stad na een aanval op twee poorten. De aanzienlijke strijdmacht der revolutionairen zou nu naar Frinidad oprukken. Schiedam, 13 Augustus '92 Bij gunstig weder zal morgen (Zon dag) des namiddags ten 1 ure, de 4e uitvoering door het muziekkorps der dd. Schutterij in de Plantage alhier gegeven worden. Met ingang van 15 dezer is J. Lou- rens aangesteld als 2e brugwachter aan de Oranjebrug. H.H. M.M. de Koninginnen maakten eergisteren-middag met hare gasten de prins en prinses van Bentheim en hunne ldnderen, een meisje en drie knapen in een met vier paarden bespannen brik een rijtoer over de Lage Vuursche. Op den hoek van den staatweg naar Maar- Het paard hield voor de deur stil, en kort daarna trad Juliaan Le Priol, de zoon van Simon, binnen. Het was een schoone, kloeke jongen zwarte haren, een levendig en open oog, een jongeling, die meer de goede kustlucht dan de zware, lauwe Moerasnacht had ingeademd. Hij kuste zijn moeder en Simonnette. Wat nieuws, jongen vroeg de vader. Slecht nieuwsantwoordde Juliaan, ter wijl hij de zeisenklingen, die hjj te Dol op de markt was gaan koopen, op tafel wierp, slecht nieuws Geen hoosdoeners hebben het kasteel van Sint Jan geplunderd, en niet uit spotternij heeft men den paal der hertogelijke gerech tigheid onder op den stoep geplant. Mijnheer Hue de Maurever, onze heer, wordt van hoog verraad beschuldigd. Van hoogverraadherhaalde Le Priol vol verbazing. In dien tijd kwam het nieuws niet per post. Het gehucht Sint Jan, dat op *vijf of zes mijlen afstands van Avranches, in het gezicht van den Berg, lag, wist niet eens, wat er veertien dagen vroeger in de kloosterkerk was omge gaan. Op zekeren nacht van de voorafgaande week was het kasteel van Sint Jan door «nzichtbare handen van onder tot boven verwoest. De ver schrikte dorpelingen hadden hooren zingen en roepen, 's Anderendaags was er op het ver nielde kasteel geen bediende meer te vinden. tensdijk en dien naar Utrecht juist tegen over liet buiten Prins Hendriksoord van den heer A. Boissevain, reden de paarden die gemend werden door den prins van Bentheim in volle vaart tegen de brug leuning aan. Het rijtuig werd nog al beschadigd en de Koninginnen en hare gasten zagen zich genoopt uit te stappen totdat de koetsier, met behulp van het personeel van Prins Hendriksoordalles in zoover had hersteld, dat de rit ver volgd kon worden. (Hll.) Naar aanleiding van het bericht als zouden HH. MM. de Koninginnen aan het gemeentebestuur van Middelburg officieel kennis hebben gegeven van een in 't volgend jaar aan die gemeente te brengen bezoek, kan het Hll. v. Z.-H. mededeelen, dat nog geen enkele gemeen te in ons Land zulk een officieele kennis geving heeft ontvangen, dus ook Middelburg niet. De Groothertog van Saksen is uit Weimar gister-avond tot Utrecht ge reisd, vanwaar hij ten 8 ure over Baarn naar Soestdijk vertrok, ten hezoeke aan de Koninginnen. Hij zal eerst Maandag 15 dezer in het hotel Kurhaus te Scheve- ningen verblijf gaan houden. De Minister van Binnenl. zaken, de heer Tak van Poortvliet, is eergisteren met verlof voor een paar weken, naar het buitenland vertrokken. De Exploitatie-Maatschappij is van Regeeringswege uitgenoodigd, om in verband met de te nemen maatregelen tegen de cholera, zonder eenige belem mering van het verkeer, toezicht te houden op de reizigers, die van de zijde van België op de grensstations per spoor weg aankomen, en voorts om met den inspecteur van het Geneeskundig Staats toezicht voor Friesland en Groningen, maatregelen te nemen, teneinde te ver hoeden, dat de cholera door Russische landverhuizers zou kunnen worden over gebracht. Naar het het I), v. Z. II. met zeker heid verneemt, zal eerstdaags het Ko ninklijk besluit verschijnen, waarvan reeds vroeger sprake was, en waarhij ingesteld wordt een Staatscommissie, belast met het onderzoek der vraag of de gedeeltelijke droogmaking van de Zuiderzee, gelijk zij ontworpen is door de Zuiderzee-Yereeniging, uitvoerbaar is en in het algemeen belang van den Staat moet worden gerekend. Bij de door de Exploitatie-maatschap pij voor 1 October ontworpen dienstre geling zal de trein van 7.44 vm van Rotterdam D. P, naar Breda reeds ver trekken te 7.20 vm., en niet verder loopen dan tot Bokstel. Op laatstgenoemd station zal hij aankomen te 9 u. vm. en en kunnen de reizigers dan overgaan op den trein Vlissingon—Duitschland, die te 9.18 van Bokstel vertrekt naar Venloo, en die daartoe steeds tusschen En boven den hoofdingang hing een opschrift, waarop onder het wapen van Bretanje de door Vincent Gueffès ontcijferde woordenHertoge lijke gerechtigheid te lezen stonden. Overigens waren de meesters al lang afwe zig, en toen de plunderaars kwamen, vonden zij niets dan bedienden op het kasteel. 's Anderendaags hadden de dorpelingen door de gebroken glasruiten in het kasteel gekeken, maar er was niets te zien dan naakte muren. Juliaan zat tusschen zijn ouders in. Allen vestigden hun vragende blikken op hem. Er lag een ernstige en treurige gemoedsstemming op zijn aangezicht te lezen. Toen mijnheer Hue de Maurever, zoo be gon hij langzaam, mij naar het kasteel van Guildo, het erfgoed van mijnheer Gilles ge leidde, zag ik daar schoone feesten Gilles van Bretagne was jong, lier en levendig. Nu ligt hjj onder de vloersteenen van de een of andere kapel in een looden kist. En ieder een weet zeer goed, dat hij door vergif ge storven is Beste Juliaan, zei Simon Le Priol, wij hebben voor de zaligheid zijner ziel gebeden. Wat kunnen christenen nog meer doen? (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 2