Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
15de Jaarg.
Dinsdag 23 Augustus 1892.
No. 4365.
(jjiktveau «hoogstraat fë 317.
ALGEMEEN OYERZICHT.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIÉN
Abonnementen op dit
Blad worden dagelijks
aangenomen.
BAAS GUEFFÈS.
NIEUWE SCHIEDA
COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
1.50
- 2.—
- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.)
Van 16 regelsO.GO
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
22 Augustus '92.
De verwisseling der partij-regeeringen
in Engeland gaat steeds gepaard met de
vervanging van een groot deel der hof-
dignitarissen, die gewoonlijk van de
zelfde kleur zijn als het fungeerend
ministerie. Zoo is dan nu Robert C. Spen
cer vice-kamerling van het Huis dei-
Koningin geworden en A. Leveston
Glower, tot hofmaarschalk benoemd,
terwijl lord Sandhurst vice-minister van
oorlog sir Walter Foster vice-minister
van locaal bestuur, en Thomas Burt
vice-minister van koophandel is gewor
den. Een radicaal afgevaardigde heeft
beweerd, dat Labouchêre uit het minis
terie is gehouden door den persoonlijken
invloed van koningin Victoria, die over
't algemeen niet van de Wighs houdt,
kan den radicalen Labouchêre zijne op
positie tegen de aanzienlijke civiele lijst
niet vergeven. Labouchêre, geïnterviewd
zijnde, deelde mede, dat hij voornemens
was een voorstel te doen tot ontruiming
van Egypte „Lord Rosebery", zeide
Labouchêre verder, „zal in het mi
nisterie de wachthond der torry-partij
zijn. Hij zal de buitenlandsche politiek
van lord Salisbury voortzetten.
In liberale Berlijnsche bladen uit zich
de vrees, dat het besluit des Keizers
tegen de invoering van eenen tweejari
gen diensttijd in het leger niet_ zal
blijken in zich te sluiten, dat de jaar-
lijksche begrooting voor oorlog niet meer
zal worden verhoogd. In verband daar
mede vallen zij Caprivi aan en drijven
den spot met hem; reeds heeft Caprivi
zoo zeggen zij zich verbonden eene
vermindering van diensttijd te bewerk
stelligen; en nu moet hij toonen, of hij
liever zijn ontslag neemt als rijkskan
selier of op bevel des Keizers, gehoor
zaam als een onderofficier, de door Z.M.
bevolen zwenking maakt. Ook den
minister van financiën vallen de libe
rale bladen telkens aan. Hem wordt
gezegd, dat men zonder de commissie
van den tweejarigen diensttijd in geen
nieuwe uitgaven voor oorlog zal toe
stemmen, zoodat zijne ontwerpen van
belastinghervorming overbodig zijn,
daar zij toch slechts verhooging der
belastingen bedoelden. Daarentegen zijn
er staatkundige kringen, waarin men
meent, dat de Keizer juist daarom van
de diep ingrijpende militaire verande
ringen, waaronder die van den tweeja
rigen diensttijd, heeft afgezien, teneinde
aan Miquel de invoering van zijne be
lastingplannen gemakkelijk te maken
en groote Parlementaire schokken in d e
eerstvolgende zitting te vermijden.
In zijn antwoord op de nota van den
Franschen minister Ribot heeft het be
stuur van den Congostaat aangevoerd,
dat het aangaande den moord van den
heer Pouymayrac geen enkel bericht
heeft ontvangen. Was deze moord wer
kelijk gebeurd op het grondgebied dooi
de soldaten van den Congostaat bezet,
dan zou het bestuur er van verwittigd
zijn. Van wege den Congostaat is geen
enkel nieuw en goed vuurwapen aan
de inlanders verstrekt.
Te Antwerpen zijn gisteren met de
stoomboot Lulu Bolden de eerste geschre
ven berichten, loopende tot den 13en,
omtrent het gebeurde aan den Boven-
Congo aangebracht. De heer Tobback,
resident van den Kongostaat, heeft den
20en Mei te Stanley-vallen het bericht
van eenen opstand der Arabieren te
Ribariba aangebrachtDe heeren Michiels
Jouret en Noblesse waren gedoodPage
en Doré waren ontsnapt. Dit bericht is
den 2en Juli te Brazzaville bekend ge
worden en den lOen d. a. v. ontving
de gouverneur van den Congo-staat het
1U/»
18)
TC AAR HET FrANSCH.
Doet hem geen kwaad, zei Méloir tot de
boogschutters.
Op het hooren dier stem hield de vluchte
ling stand.
Ik dank u, waarde Heer, zei hij, moge
God u beloonen
Breng hem binnenbeval Méloir.
Een oogenblik daania duwden de boogschut
ters iemand de zaal in, die waarlijk niet met
de door Méloir gegeven omschrijving overeen
kwam.
Die beschrijving, hoe onvolkomen ze ook was,
sprak ten minste van een buigzame gestalte
en lange, zachte, blonde haren.
Onze vluchteling had daarentegen alles, wat
noch van nabij, noch in de verte, op die be
schrijving geleek, 't Was een groote jongen,
leelijk als de nacht, en had haren, die veeleer
op de borstels van een stekelvarken geleken.
Heer, zei de boogschutter Merry, dien
eerste rapport van den heer Tobback.
Omtrent hetgeen later aan de Lomani
is voorgevallen heeft de Lulu, Bolden
niets medegebracht.
Er is te Londen een tweede blauw
boek verschenen over het gebeurde in
Marokko. Sir Evan Smith, de Engelsche
gezant te Tanger, verklaart daarin, dat
de Sultan nimmer plan had gehad een
nieuw handelstractaat te sluiten. In een
schrijven aan Smith verklaarde lord
Salisbury, dat, zoolang Engeland niet
de volledige instemming der overige
mogendheden bezat, -het beter ware den
Sultan niet tot het sluiten van een
handelstractuat over te halen.
Naar liet heet, heeft koningin Victoria
eenige weken geleden aan den Sultan
een Mohammedaan gezonden, Fudieu
genaamd, die een door de Koningin-zelve
onderteekenden brief in het Turksch
overbracht, handelende over de Bul-
gaarsche en Egyptische zaken. De Ko
ningin gaf het verlangen te kennen,
dat prins Ferdinand erkend zou worden,
waarna hij in het huwelijk zou kunnen
treden.
De Bol. Corr. bericht dat Stambouloff
uitstekend door den Sultan is ontvangen,
dat laatstgenoemde zich lioogelijk in
genomen heeft betoond met den persoon
van den vorst en met den tegenwoordigen
staat van zaken in Bulgarije, en hij
prins Ferdinand als wettig vorst zal
erkennen zoodra het gunstige oogenblik
daartoe gekomen is. De Swoboda voegt
daar nog bij dat de Sultan den minister
geraden lieeft bij de tot dusver gevolgde
staatkunde te volharden en dat de audiën
tie gelijk staat met eene erkenning van
den vorst.
Yan wel onderrichte zijde wordt uit
Petersburg vernomen, dat het besluit
des Keizers in zake het verzoek om
ontslag van Wyschnegradski spoedig
verwacht kan worden. Als zijn opvol
ger wordt met zekerheid Witte genoemd,
die in zijn tegenwoordige betrekking
zou worden opgevolgd door den hof-
Mij vrijlaten herhaalde hijgij zijt al te
edelmoedig, lieve heer, om nog niet iets meer
te doen.
Komaan! spreek! riep Méloir uit.
Gueffès bekwam geheel.
Daarachter op den heuvel, zei hjj, ditmaal
zeer zachtjes, heb ik in den maneschijn uw
beurs zien wegsleepen, lieve heer. Owat
schoone haarlokken en wat een allerliefst lachje!
Spreek op toch!
Vier beenen loopen harder dan twee.
Wapenruiters stijgt te paard, als gij den raad
van een arm, eerljjk christenmensch wilt
volgen, rijdt het dorp door en houdt regelrecht
op het strand in. Gij zult de beurs vinden.
en als gij vertrokken zijt, voegde hij er bij, Méloir
van ter zjjde aanziende, zal ik met mijn
besten heer spreken.
Op wegriep Méloir.
En als hij eens een tooveuaar is 1 vraagde
Kervoz, en u den nek omdraait, heer
Méloir keek baas Gueffès eens aan.
Bah zei hij, de dag breekt al aan, en ik zal
mijn hand aan mijn dolk hondenOp weg
Wapenruiters en boogschutters, alles was in
beweging. De paarden stonden op het voor
plein gereed. Men hoorde de groote poort
opengaan, voorts het getrappel van den ruiter
stoet, en daarna was alles stil.
Sapperlootbromde Méloirzij komen
zeker met ledige handen terug Achhad ik
mijn twaalf hazewinden uit Rieux maar hier
maarschalk Kriwoschein. Deze gaat
0001- voor een der beste kenners van de
economische toestanden in Rusland.
De Staatssecretaris voor buitenland
sche zaken te Washington heeft van den
zaakgelastigde der Yereenigde Staten
te Constantinopel bericht ontvangen,
dat Amerikaan sclie zendelingen te Bour-
dour, in Klein-Azië, mishandeld zijn ge
worden. Hierop is den zaakgelastigden
per telegraaf gelast de Porte spoedig
genoegdoening te vragen. Twee Ame-
kaansche oorlogsschepen worden naai
de Klein-Aziatische kust gezonden.
De toestand te Nashville (V. S.) blijft
nog steeds zeer critiek. Generaal Carnes
met troepen ter versterking aangekomen,
heeft de werkstakers aangevallen. Er
zijn aan beide kanten veel dooden en
gekwetsten gevallen. De generaal heeft
het spoorwegstation te Coal-creek ge-
genomen en honderd mijnwerkers achter
slot gezet als gijzelaars voor het leven
van kolonel Anderson. De generaal is
thans meester van den toestand. De
mijnwerkers hebben kolonel Anderson
losgelaten, nadat zij in een gevecht de
nederlaag geleden hadden. De vijande
lijkheden kunnen thans als geëindigd
worden beschouwd.
Er zijn thans te Buffalo troepen ter
versterking aangekomen, maar de toe
stand is onveranderd. De werkstakers
hebben Vrij dag-avond met steenen ge
worpen naar de werklieden van het
goederenmagazijn. De directie van den
New-York-Central-Spoorweg heeft mili
taire bescherming aangevraagd voor de
niet tot den Bond behoorende werk
lieden. De directie heeft de wisselwac h-
ters ontslagen.
De onder- en bovenbouw van den
Wengernalpspoorweg zijn zoover vol
tooid, dat de locomotieven van de beide
sectiën, de eene van Grindelwald, de
andere van Lauterbrunnen, den 15 dezer
op het hoogste punt, zijnde de Kleine
Scheidegg, zijn bijeengekomen.
heb ik schoone, blonde haarlokken in plaats
van de stijve borstels van dat stekelvarken
gezien, en een lieve leest in plaats van dat
plomp gebouwde lichaam
De wapendragers lachten.
Gueffès beefde over al zijn leden.
God moge mij vergeven, hervatte Méloir,
maar ik geloof, dat die schurk mijn beurs ge
stolen heeft!
Ogoede heergoede heerriep baas
Gueffès uitik zweer u
Goedgoed, man, viel hem Méloir in de
rede, gij kunt zweren zooveel gij wilt, maar
ik zal u laten ophangen
Gueffès viel op zijn knieën.
Mijn lieve Heer, zei hij met tranen in zijn
oogen, (het was de eerste keer in zijn leven,
dat hij dergelijke blijken van teergevoeligheid
gaf), lieve heer, de dood van een onschuldige
zal u uw beurs niet teruggeven, en als gij mij
vrij laat, zal ik u in de gelegenheid stellen,
de gunst van onzen rijken hertog te verworven.
- Weet gij misschien, waar de verrader
Maurever zich schuil houdt vroeg Méloir
driftig.
Ja, lieve heer, hernam Gueffès zonder
aarzelen.
Gueffès was te zeer een man van zaken, om
niet te zien, dat het gevaarlijkst oogenblik
voorbij was.
Ilij schepte weer een weinig moed, en dunde
thans zijn oogeii opslaan.
vogel hebben we gesnapt op het oogenblik, dat
hij het voorplein afsloop.
Wat kwaamt gij op het voorplein doen
vroeg Méloir, die weer in zijn zetel was gaan
zitten.
Ik kwam, om u te spreken, goede heer.
Wie zijt gij
Vincent Gueffès, een trouw onderdaan v au
hertog Frans, en de nederigste uwer dienaren,
mijnheer.
IX.
Het was inderdaad baas Gueffès, de waar
dige baas Gueffès, de Normandisclie bedelaar,
die naar de hand der schoone Simonnette stond,
de mededinger van klein Jantje, baas G-uèffes
met zijn groot kakebeen, zijn lsag voorhoofd,
en armen van twee ellen.
En wat niet dikwijls gebeurde, baas Gueffes
sprak de waarheid hij was werkelijk gekomen,
om ridder Méloir te spreken.
Ridder Méloir keek hem geruimen tijd met
oplettendheid aan.
Kameraden, zei hij vervolgens, zelden
ontmoet men een leelijker dier dan dien lom
perd daar.
Allen waren het met hem eens.^
Maar gij weet, ging Méloir voort, als
men zoo ontwaakt en overeind springt, is men
nog slaperig, en ziet men nog niet goed. Mis
schien lijd ik aan sckeinerblindkeid, misschien