Binnenland.
Pensioenen voor weduwen en
weezen der ambtenaren.
Het vertrek.
feesluiten hoogstens zooals die van het
Canadeesche, aan een veto onderworpen
zullen zijn. Zulk eene oplossing zal,
zegt Davitt, Ierland "bevredigen en voor
het Britsche rijk geenerlei gevaar op
leveren. In elk geval acht hij den tijd
der halve maatregelen voorhijDe heer
Gladstone zal de hoop moeten opgeven
om Ierland te verwennen, of in zijn
Jiome-rule-OTitwQT^ de maatregelen moeten
opnemen, die door hem, Davitt, worden
geëischt.
Ten opzichte van de herichten uit
Cairo, in sommige hladen van Londen
openbaar gemaakt, kan stellig worden
verklaard,dat door deEngelsche regeer ing
geen hevel tot terugroeping is uitge
vaardigd voor een Engelsch Infanterie-
regiment te Cairo. Er is overigens geen
reden te gelooven, dat de Engelsche
politiek ten aanzien van Egypte ge
wijzigd is, of dat de kwestie der ont
ruiming van Egypte de aandacht van
het Kabinet zou hebben bezig gehouden.
De Daily Chronicle twijfelt dan ook
aan de waarheid van een bericht uit
Cairo, als zouden de Engelsche troepen
aan het eind van 1892 die stad ont
ruimen en er slechts een klein detache
ment in de citadel achterlaten. Dit be
richt is in strijd met de welbekende
zienswijze van lord itoseberrv, die
Egypte niet wil ontruimen. De dag
bladen melden, dat sir Charles Dilke
met den heer Labouchère van meening
is, dat de Engelsche troepen uit Egypte
moeten verwijderd worden. De onder
handelingen met Frankrijk over de
Egyptische kwestie moeten hervat
worden.
Pensioenfonds voor Gemeente-ambtenaren.
I.
Door de heeren K. J. Yan Erpecum,
mr. H. J. Schuurman en M. C. M. de
Groot, die in de raadsvergadering van
21 September 1891 benoemd werden
tot leden eener commissie, welke de
mogelijkheid en wenschelijkheid der op
richting van een pensioenfonds voor ge
meente-ambtenaren en voor hunne we
duwen en weezen zou hebben te onder
zoeken, is het volgende rapport aan den
Raad dezer gemeente uitgebracht
Aan den Gemeenteraad van Schiedam.
Uw vergadering van 21 September 1.1.
nam het volgende besluit (zie bladz.
257 Yerslag der Handelingen):
„De Raad benoeme uit zijn mid-
„den eene commissie, om met des
kundige hulp te onderzoeken de
„mogelijkheid en de wenschelijk-
„lieid der oprichting van een pen
sioenfonds voor gemeente-ambte-
„naren en voor hunne weduwen en
„weezen en om, indien die moge
lijkheid en wenschelijkheid blij
ken, aan den Raad een volledig
„organisatieplan in te dienen.
„Deze Commissie zal bestaan uit
„drie leden van den Raad en in
„overleg treden met twee gemeente
ambtenaren".
Nog in dezelfde zitting werden de
lessenaar te gaan staan zingen, niet waar,
beste man?
O, jazeer zeker, antwoordde mijn peet
oom, die niets kwaads vermoedde.
De edelman, die niets anders dan een lucht
geest was, nam een staak, en begon peetoom
te helpen. Peetoom dacht
Dat is waarachtig een goede heer
De appelen vielen bij mudden.
Toen alles op den grond lag, stak de edel
man mijn peetoom zijn staak toe, en peetoom,
die volstrekt aan geen kwaad dacht, nam den
staak aan.
Zoo waar als Poulven te Ploubay, aan de
rivier de Rance is, gevoelde mijn peetoom, dat
hij over de appelboomen heen opgenomen werd.
De edelman hield het andere einde van den
staak vast, en hij zwom door de lucht als een
visch door 't water.
Maar wat gebeurdePeetoom kwam op het
denkbeeld, een Wees gegroet te bidden, en de
booze liet den staak los, roepende „Gij gooit
mij op 't vuur
En voorts lag peetoom met een gebroken
rib, aan den overkant der Kance, op de steenen
van Saint-Suliac
Onder de dorpelingen, die naderbij gekomen
waren, om de geschiedenis te hooren, werd een
dof gemompel gehoord.
Maar de Toovergodin van 't Strand her
vatte Kervoz, die reeds niet half zoo hard
meer snoefde,
ondergeteekenden benoemd tot leden
dezer Commissie.
Ze koos tot secretaris den heer De
Grootde heeren S. A. Vernède en
J. van der Hout als gemeente-ambtenaren;
vervolgens Prof. Legebeke van Delft
als deskundige. Genoemde personen
lieten zich allen de keuze welgevallen.
Na eenige besprekingen werd over
eengekomen, dat de deskundige een ad
vies zou uitbrengen. Met dit advies is
langer tijd verloopen dan de Commissie
aangenaam was. Het verzamelen der
gegevens omtrent de gemeente-ambte
naren (aantal, ouderdom en bezoldigin
gen) en de berekeningen, daarop ge
grond, hebben natuurlijk een vrij aan
zienlijk011 tijd vereischtdaarbij kwam,
dat de pensioen-kwestie ook in de ge
meente Amsterdam aanhangig was en
hierover door de professoren Yan Geer,
Yan Pesch en Legebeke een onderzoek
werd ingesteldmet op den uitslag daar
van te wachten, kon onze gemeente haar
voordeel doen zonder verhooging van
kosten.
Het advies van onzen deskundige,
met verschillende bijlagen, leggen wij
hierbij over. Wij kunnen ons met zijn
beschouwingen geheel vereenigen, terwijl
wijl wij natuurlijk bij zijn vonnis over
het bekende plan der gemeente-ambte
naren en bij zijn verdere berekeningen
niets te voegen hebbende berekenin
gen maken op leeken zoozeer den in
druk van volledigheid en nauwkeurig
heid, dat wij er ten volle op vertrouwen.
Pensioen voor ambtenaren.
De Commissie is van gevoelen, dat een rege
ling voor de pensioenen der ambtenaren in de
hoogste mate wenschelijk is en wel op de gron
den, die in het advies duidelijk worden uiteen
gezet en dus hier niet behoeven te worden
herhaald.
Het is onmogelijk uit te maken of de thans
voorgestelde regeling grooter offers aan de
schatkist zal opleggen dan het voortgaan op
den de laatste jareu betreden wegdit zou
afhangen van aantal en bedrag der pensioenen,
die de Gemeenteraad in 't vervolg zou toe
kennen. Maar raadpleegt men de sterke toe
neming der pensioenenlast en de hoogte der
pensioenen van de laatste jaren, dan wordt
't waarschijnlijk, dat het bedoelde mortgaan op
den duur grooter offers zal eiscnen dan de
voorgestelde regeling.
Ook zijn bij een regeling de offers met vrij
groote nauwkeurigheid vooruit te berekenen,
hetgeen natuurlijk verre te verkiezen is boven
een onzekere toekomst.
Op nog een belangrijk voordeel moeten we
hier bijzonder drukken. Bij een regularisatie
voor de toekomst zal onmogelijk worden een
zoo groot verschil in de verhouding tusschen
traktement en pensioen, als bij de in den laat-
sten tijd verleende pensioenen tot veler ge
rechtvaardigde ontevredenheid valt waar te
nemen
Ook voor de ambtenaren heeft een regeling
voordeelen. Ze zal hun geven een recht;
zekerheidonafhankelijkheid van wisselingen
in de meening der meerderheid van den Kaad
hen daardoor verlossen van een drukkende zorg,
een treurig vooruitzicht.
Wachtgeld voor ambtenaren.
Naast de pensioenregeling is een regeling
der wachtgelden wenschelijk en noodig en nage
noeg op dezelfde of gelijksoortige gronden.
Hetgeen is aan te voeren ten gunste van
pensionneering der ambtenaren geldt ook voor
Mathurin belastte zich met het antwoord.
Jaren lang had men ze niet meer ge
zien, zei hijmaar sedert eenige dagen is ze
hier weer verschenen, want de kommen met
gort verdwijnen iederen nacht, kommen en al.
Na de woorden van Mathurin brand
den de vier tongen der Gothon's van onge
duld.
Dat is waarriepen ze alle vier tege
lijk en iedereen weet, dat, als men in staat
van doodzonde is, en haar tegenkomt, men
den dag van morgen niet meer beleeft
Onder de soldaten waren er niet veel, die
niet in staat van doodzonde waren. Meer dan
een liet 's nachts zijn oog vol angst steelsge-
wijze rondwaren.
Alles was stil.
Men begon algemeen ongeduldig te worden.
Mijnheer Méloir liet zich te lang wachten.
De fakkels begonnen, «bij gebrek aan hars,
uit te dooven.
Toen de boogschutter Conan de zijne eens
ter dege geschud had, om de vlam wat te doen
herleven, zag men achter den appelboom, waar
aan de strop reeds vast hing, een zwarte schim
heensluipen. Ieder spalkte zijn oogen open.
Toen de vlam uitging, scheen de schim in
den grond te zinken,
Soldaten en boeren, allen rilden tot in het
merg hunner beenderen.
Komaan, jongenszei Morgan, de wa
pendrager, die Kérnvel verving, laat ons er een
die van hun weduwen en weezen. Maar in
belangrijk mindere mate. Toch zouden wij niet
aarzelen u te adviseeren, ook tot het verleenen
dezer pensioenen over te gaan, indien onze ge-
meente-flnanciën in goeden toestand waren en de
draagkracht der burgerij normaal was. Thans, nu
dit niet 't geval is, voelen wij ons verplicht,
hoewel noode, tot het afwachten van gunstiger
financieelen toestand te adviseeren. Zoodra die
verkregen mocht zijn, hopen wij dat de Kaad
deze wenschelijke zaak zal tot stand brengen
en regelen.
Ten slotte hebben wij de eer u te
adviseeren, zoo spoedig mogelijk te willen
overgaan tot het vaststellen van bijgaan
de ontwerp-verordening op pensioenen
en op wachtgelden der gemeente-amb
tenaren.
Yoor de pensioenregeling hebben wij
bijna geheel gevolgd die van het Rijk
(wet van 9 Mei 1820) èn omdat op zich
zelf deze regeling goed geconstrueerd
is èn om de wenschelijkheid van over
eenstemming, in het advies nader aan
getoond.
De afwijkingen ten opzichte der Rijks
wet zijn ten deele in het advies reeds
gemotiveerd en vorderen voor het ove
rige o. i. geen afzonderlijke toelichting.
Het is ons aangenaam te kunnen
constateeren, dat al het bovenstaande
de eenparige instemming heeft gevon
den zoowel van de ondergeteekenden als
van de beide gemeente-ambtenaren.
Alleen li ebben de laatsten gemeend
omtrent de vraag, of de gemeente-finan-
ciën op dit oogenblik de pensionneering
van weduwen en weezen toelaten, juist
om hun kwaliteit als ambtenaar, geen
oordeel te mogen uitspreken.
K. J. YAN ERPECUM.
SCHUURMAN.
M. C. M. DE GROOT.
Schiedam, Aug. 1892.
Schiedam, 7 September '92
Hare Majesteiten zullen na de ope
ning der zitting van de Staten-Generaal,
in de tweede helft van September, naar
liet Loo vertrekken.
De Minister van Binnenl. Zaken
brengt ter algemeene kennis, dat volgens
de bij hem ingekomen ambtsberichten
in de afgeloopen week als aan Aziatische
cholera overleden zijn aangegeven:
in Zuid-Holland, te 's-Gravcnzande,
3 personen (allen behoorende tot de be
manning van het te Hoek van Holland
in quarantaine liggend stoomschip Jason)]
in Groningen te Groningen, 1 persoon
(een vrouw, die een paar dagen te voren
uit Hamburg gekomen was).
Naar men verneemt, zullen vanwege
het Ministerie van Binnenlandsche zaken
waarschijnlijk maatregelen worden voor
geschreven, hoe te handelen ten opzichte
vandeteRotterdam inlogementen verblij
vende en nog verwacht wordende vreemde
lingen, die niet in het bezit zijn van
een contract met maatschappijen voor
overtocht naar Engeland, Amerika enz.
Een en ander in verband met de maat
regelen tot wering van cholera.
einde aan makenGaat den kleinen snuiter
halen, en legt hem fluks den strop om den
hals
XIX.
De soldaten maakten toebereidselen, om Mor
gan's bevel ten uitvoer te brengen, maar met
weerzin. Zij waren niet op hun gemak.
In de pachthoeve zaten Jantje en Simonnette
naast elkander.
Jantje had Simonnette verzocht, voor het
laatst met liem te willen bidden.
Simonnette weende heete tranen, maar Jantje
had nog de kracht om zijn mond tot een lachje
te plooien, als hij haar aanzag.
Hij bad zoo goed hij kon, en vroeg voor zijn
moeder een gezegenden ouderdom, en voor Si
monnette een lang en gelukkig leven.
En waarlijk, als Jantje zoo op zijn knieën
zat, zag hij er uit ajs een engel.
Toen de soldaten binnen kwamen, stond hij op.
Vaarwel, Simonnette, zei hij, denk aan
mij, en herinner u, wat gij gezworen hebt, voor
moeder te zullen zijn.
OJantje ga niet heen, riep het meisje
uit, en klampte zich wanhopig aan hem vast.
Simon en zijn vrouw zagen dit van buiten
aan. Zij zagen wel, dat hun huiselijk geluk
verdwenen was.
De soldaten grepen Jantje, en voerden hem
Naar wij vernemen, is op de begroo
ting voor 1893 door den Minister van
Marine de bouw van een paar groote
oorlogsschepen gebracht.
De Zondagmorgen aan den Rotterdam-
schen Waterweg binnengekomen stoom
schepen Hermia en Florabeide van
Hamburg, worden nog onder 's-Grave-
zande in quarantaine gehouden.
Op verzoek van den houder van een
logement aan de Zijl te Rotterdam is
door de politie daaruit verwijderd een
Duitscher, die na eenigen tijd daar ver
toefd en de noodige verteringen gemaakt
te hebben, toen hem de rekening aan
geboden werd, niet kon betalen, omdat
hij geheel van geld ontbloot was. De
Duitscher is ter beschikking van het
centraal bureau gesteld, om uit het rijk
te worden verwijderd, als zonder geld
of middel van bestaan zijnde.
Ook te Zwijndrecht heeft zich een
geval voorgedaan van cholera nostras met
doodelijken afloop. Op last van den bur
gemeester zijn dadelijk de noodige voor
zorgsmaatregelen genomen en worden
van lieden af in alle scholen, privaten
en urinoirs dagelijks met chloorkalk,
zwavelzuur en carbol ontsmet.
Nog geen 10 jaren geleden werd te
Yenlo een nieuw Ziekenhuis gebouwd,
dat hoogstens een 4-tal zieken bergen
kan en dat van geen drinkwater is
voorzien. De Yenloërs zijn er nu ein
delijk op bedacht om toch iets te doen
in deze bange dagen. De gemeenteraad
besloot namelijk een nortouput aan te
brengen en ontsmettingsmiddelen aan te
schaffeneen en ander kan circa f 500
kosten.
De beide nog overgebleven cholera-
lijders in de barak aan den Hoek van
Holland zijn, naar men verneemt, zoo
goed als hersteldhunne terugzending
naar de Jason kan spoedig verwacht
worden. Deze stoomboot ligt nog altijd
in quarantaine.
Do Commissaris der Koningin in de
provincie Zuid-Holland breng ter ken
nis van belanghebbenden, dat, wegens
herstellingen aan de binnenvloeddeuren
van de Waaiersluis op den Hollandschen
IJsel te Haastrecht, met die sluis ge
durende veertien dagen, aanvangende den
7den dezer, alleen over de eb zal wor
den geschut.
Ged. Staten van Zuid-Holland heb
ben, in antwoord op het verzoek van
het gemeentebestuur van 's-Gravenhage,
om een officieel afschrift van het rap
port en het verhandelde in de jongste
vergadering van den geneeskundigen
Raad in zake de typhus-epidemie te
ontvangen, te kennen gegeven, dat de
gevraagde bescheiden eerst kunnen wor
den verstrekt, nadat de notulen van
bedoelde vergadering door den genees
kundigen Raad zijn vastgesteld.
naar den appelboom, die tot galg moest dienen.
Baas Vincent Gueffes verborg zich achter
de Gothon's. Hij lachte op een helsche manier.
Lief Jantje, riep hij toen het kind voorbij
kwam, ik had u wel gezegd, dat ik op de
bruiloft zou zijn
Ben hand viel op den schouder van den
Normandiër.
't Was die van Simon le Priol.
Vincent Gueffès, zei de goede man, ik
verbied ik, nog ooit een voet bij mij in huis
te zetten.
Gueffès sprong terug, en mompelde binnens
monds
Zeer goed, meester Simon
Er heerschte onder de soldaten, die onder
den appelboom stonden te wachten, een vreemde
onrustigheid. Zij spraken elkander zachtjes
en vol schrik toe.
Men hoorde uitdrukkingen, als
En ik zeg u, dat ik ze gezien heb
een groot, wit en bleek gelaat op een zwarten
romp.
Daar staat ze, stamelde een anderzij
loert ons af.
Waar toch
Achter de heg.
Heilige Guino 't is waarIk zie haar
oogen tusschen de bladeren flikkeren.
De fakkels verspreidden een vaal en flauw
licht, dat aller gelaat een hleeke tint gaf.
Wordt vervolgd.)
I