Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Het nieuwe Kiesrecht. ^ttrecat g&ooQztxaaï 317. EERSTE BLAD. 15de Jaarg. Zondag 9 October 1892. No. 4406. 9 Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers 1-50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.) PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regels0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Het blijkt, dat de herhaalde betoo gingen van de voorstanders van alge meen kies- en stemrecht niet vruchte loos hebben plaats gehad. De Regee ring heeft aan den hij herhaling en van meerdere zijden uitgesproken wensch naar uitbreiding van het kiesrecht ge volg gegeven. Nauwelijks was de nieuwe zitting der Staten-Generaal geopend, of een ontwerp regelende de uitoefe ning van het kiesrecht voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal en der Pro vinciale Staten werd hij de Tweede Kamer ingediend. Het radicale element doet zijn invloed in het Kabinet gelden. Nog heeft minister Pierson zijn ontwerp-inkomsten belasting niet voltooid, of minister Tak komt zijn ontwerp-kiesreckt uitbreiding voordragen. De erkende leider van het Kabinet blijkt steeds meer onder den invloed te komen van dat beweeglijk deel des volks, 'twelk zijne eischen op dreigende wijze vertolkt in het be kende refrein Doe open de Stembus het volk staat [er vóór. Doe open of de boel gaat kapot Dat men hier te denken heeft aan eene gedwongen fraaiigheid, aan een faire bonne mine a mauvau jeubewijst de geheele inrichting van de voordracht, die voor eenige dagen de Tweede Kamer der Staten Generaal heeft bereikt. Het 60) Nadat men ongeveer een uur geloopen had hoorde men het gedruisch der zee zoo duidelijk dat er niet meer aan te twijfelen viel. Zij waren van den weg af. Reine leed veel aan haar wond. Bovendien werd zjj moede en moedeloos. En de mist verminderde niet. De troep bevond zich op dat gedeelte van het strand, dat ten noordwesten van den Berg ligt, en waar de poelen veelvuldig zijn. By het terugkomen langs denzelfden weg, liet Aubry de lijn, die hij volgde, naar het zuiden hellen. Daar had de troep geen zand meer, maar week geworden mergel onder de voeten. Om de poelen met hun drabbigen bodem te vermijden, maakte men vele omwegen. Sommi gen liepen er links, anderen rechts om heen. Van tjjd tot tijd ging er een man of vrouw verloren. Eens riep Maurever aan Reine, die niet ant- wpordde. is alsof de minister Tak bij zich-zelven gedacht heeftnu, waarde vrienden, weest maar gerust, je zult het zoo vurig begeerde kiesrecht hebben, maar ik zal je het vorkiijgen en de uitoefe ning daarvan aoo lastig maken, dat je al spoedig van die hoog wassende vrucht genoeg zult hebben, en er niet te veel van zult gebruiken. Dit toch is de indruk dien men verkrijgt, als men de verschillende artikelen van het uitvoe rig wetsontwerp naleest. Het blijkt dan alras jdat men hier te doen heeft met eene navolging van de kiesrecht regeling, die sedert eenige jaren bij onze zuidelijke naburen is ingevoerd, maar met eene navolging, die voor ons land allerminst geschikt is, omdat zij een ijver voor het kiesrecht veronder stelt, die hier, rien déplaise eenige schreeuwers, volstrekt niet bestaat. Beschouwen wij het ontwerp van den Minister van Binnen landsche zaken in zijne hoofdtrekken, dan zal de waar heid van een en ander des te duidelijker blijken. Ieder jaar worden, evenals nu, door de gemeentebesturen de kiezers lijsten op 15 Februari voorloopig vast gesteld. Yóor dien tijd, of juister gezegd vóór den 21n Januari, moet ieder mannelijk meerderjarig ingezetene, die het kiesrecht begeert of vermeent daarop aanspraak te kunnen maken, zich op de Secretarie daarvoor aanmel den. Nu bewere men niet, dat dit niet noodig is, omdat men altijd op de kie zerslijsten is geplaatst, zonder het ge vraagd te hebben; men zegge niet dat deze bepaling gemaakt is voor de nieuwe kiezers, maar niet voor hen die, hun eigen zaken drijvende of een zekere som Een vreeselijke angst beneep het hart van Jen grijsaard. En van dat oogenblik af heerschte er ver warring onder de vluchtelingen. Ieder wilde Reine zoeken. Men keerde om, en verloor den weg. Daarna geraakten de groepen van elkander af. Het was nu onmogelijk, elkander terug te vinden. Hue de Maurever liep met zijn ouden leen man Simon le Priol, die zijn vrouw bjj de hand hield. Panchon, die arme vrouw, schreide heete tranen, omdat haar beide kinderen, Juliaan en Simonnette, haar roepen niet meer beant woordden. Razend van droefheid, liep Aubry geheel alleen in dien lichten nacht rond, zonder rich ting en bijna zonder hoop. De meisjes en jongens van Saint Jean dwaal den in het honderd rond. Al die verschillende groepen kruisten elkan der in den mist, zonder elkander te zien. Alles was in de war. En het werk der soldaten van ridder Méloir werd er niet beter op. Die verspreide menigte vluchtelingen diende slechts om de jagers te misleiden. Aubry was sedert een kwartier uurs van zjjn makkers af, toen hij achter zich een licht geraas meende te hooren. Hij hield stil, en ging met sfju oor op het zand liggen. Zjjn hart klopte geweldig. in de belasting betalende, altijd kiezers zijn geweest. Neen, die redeneering doet hier niets ter zakp. Ieder die op het Staten-kiesreclit aanspraak maakt, moet het vragen. Do gewijzigde Grondwet stelt als cri terium voor de uitoefening van het kies recht de geschiktheid en den maatschap- pelijken welstand. Welnu, de ingekomen voordracht interpreteert die beide ver- eischten op de meest loyale wijze. De geschiktheid blijkt, als men, meerder jarig mannelijk ingezetene, zonder ach terstallige belasting of onteerend vonnis ten zijnen laste, eigenhandig een formu lier kan schrijven, waarin het kiesrecht wordt gevraagd; en aan den eisch van maatschappelijken welstand is voldaan, als men niet bedeeld wordt. Ieder adspirant-kiezer, die met zich zich-zelven het zalig bewustzijn om draagt, aan deze vereischten te voldoen, begeeft zich naar het Raadhuis. Daar wordt hij door een beamhte in een kamertje geleid, waar hij zich aan een soort van examen moet onderwerpen. Hij moet eigenhandig het formulier schrijven, waarin het kiesrecht wordt aangevraagd, en dit wel „onder toezicht van daartoe aangewezen ambtenaren." Dezen moeten onmiddellijk het verzoek schrift bij Burg. en Weth. indienen, en aan het gemeentebestuur staat het nu te beslissen of de adspirant-kiezer al of niet tot de uitoefening van het kies recht zal worden toegelaten. Wordt tot het laatste besloten en is aldus de adspirant-kiezer bij het examen geslaagd, dan ontvangt hij bij de eerst volgende inlevering van stembriefjes, eene oproeping thuis, waarmede gewa- Maar toen hij opstond, was de straal van hoop, die even te voren op zjjn voorhoofd schitterde, weer verdwenen. Het geraas, dat hij hoorde, was de stap van Méloir's paarden. Aubry zocht naar welken kant hij zou vluch ten, want zijn eerste behoefte was te leven, om Reine te beschermen. De stappen kwamen nader. Aubry kon reeds de stem der soldaten hooren. Holazei Péan, wat scheelt dien rakker van een Ardois toch, hij zal nog door den band springen En Rougeotantwoordde Coëtaudon ach ach Belliisan, uw honden worden razend Stzei de jagerziet gij niet dat zij staan Ik heb moeite, dat groote beest van een hond, dien ik onder weg gekocht heb, tegen te houden. Mooi, Reinotmooi, jongen Is ridder Méloir daar? Heer Méloir, riepen zachtjes verscheidene stemmen. De heer Méloir was er niet, want hij gaf geen antwoord. Dat is zeer jammer, zei Bellissan weer, want ik ben er zeker van, dat we iemand op zullen jagen. Mooi, Reinot, mooi, jongen Kijk kijk riep Corson, de heraut, Pivois trekt mij mee. Naar beneden, Pivoisin 's hemels naam, naar benedenGodde band is in mijn hand afgebroken, en God weet, waar de hond op dit oogenblik is. pend, hij zich naar het Raadhuis be geeft. Daar wordt hem eerst door den Voorzitter van het stembureau afge vraagd zijn naam, voornaam en woon. plaats. Blijkt daarna, dat hij tot het kierecht bevoegd is, dan wordt hem verzocht zijn naam te teekenen op de kiezerslijst, en nu ontvangt hij uit de handen van den Voorzitter het begeerde stembiljet. Hij begeeft zich met dit stembiljet onmiddellijk naar een der af gesloten lessenaars in de zaal, teekent er op de wijze bij algemeenen maat regel van bestuur vastgesteld zijn stem op aan, d. w. z. hij doet een keuie uit de onderscheidene kandidaten, wier namen op het stembiljet zijn gedrukt, „vouwt het dicht naar de zijde waarop de namen der kandidaten zijn gesteld" en ver toont het onmiddellijk aan den voor zitter van het stembureau, die het hem in de bus doet steken. Na het ver strijken van den voor de inlevering van stembriefjes bepaalden termijn, die in de nieuwe kieswet van 's morgens 8 tot 's avonds 5 ure is bepaald, gaat het stembureau onmidlellijk over tot het opmaken van den uitslag der verkie zing, zoodat die nog denzelfden avond bekend wordt. Intusschen is het niet zeker, dat al deze werkzaamheden, gedeeltelijk reeds nu aan eene verkiezing onafscheidelijk verbonden, ook onder de nieuwe kies wet zullen plaats hebben. De nieuwe kieswet voert namelijk in de „wettelijke kandidaat-stelling." Op den bepaalden verkiezingsdag worden eerst ingewacht opgaven van kandidaten. Aan iedere groep van minstens 50 kiezers, op welke wijze ook te zamen gebracht, is het Pivois was weggesneld onder het aanheffen van dat kort en klagend geblaf der echte windhonden, dat veel op het geluid van een doofstomme gelijkt. De andere honden gingen razend te werk. Het gelukte twee of drie hunner, achter eenvolgens hun band te breken, en pijlsnel het spoor van Pivois te volgen. Pivois was een schoon en edel dier uit het .heldhaftig geslacht van Rieuxzijn kleur was donker grijs, zijn snuit spits als een dolk hjj was gespierd van lijf, en had sterke klauwen. In drie sprongen was hij bij Aubry. Deze bevond zich op een soort van heuvel of nauwelijks merkbare verhevenheid. De mist was er minder ondoorschijnend, dan in de laagten. Men zag zeer goed den grond, zelfs drie voet in den omtrek. Midden op den heuvel stond een vochtige, kleverige paal met zeemos begroeid, en die bij hoog tij voor de schuiten der visschers een teeken van een ondiepte was. Aubry stond met den rug tegen dien paal. Hij had zijn blanken degen in de hand. Van het oogenblik, dat hij het gesprek der soldaten gehoord, en bemerkt had dat de hon den hem roken, had hij het ontvluchten moeten opgeven. Eén redmiddel bleef hem nog over het vech ten. (Wordt lemolfdj. llllllHiiiiiiimimi NA All HET FllANSCH.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1