Dagblad voor Scbiedam en Omstreken.
nUmm m
bureau ^oogstraat 817.
15de Jaarg,
Zondag 9 October 1892.
No. 4406.
TWEEDE BLAD.
ALGEMEEN OVERZICHT-
"gemengd" nieuwsT
a i i i
:<i m u
m mj
S3 CrTS
tf a
UbiA i
1 L> f ''v
4 F iL' i'4
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 12é
PRIJS DER ADVEF TIEN
Van 1—6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer - 0.10
Voor herhaalde plaatsing word. billijke overeen
komsten aangegaan.
PRINSES SOPHIE.
1842. 8 October. 1892.
o
In het Dagllad van Z. II. schrijft de
heer B. G. van der Hegge Zijnen, ge-
pens. dirig. Officier van Gezondheid,
naar aanleiding van het gouden huwe
lijksfeest van den Groothertog en de
Groothertogin van Saksen-Weimar-Eise-
nach het volgende
Op een Octoberdag van 1842 ver
drong zich tegen den middag de be
volking van het vorstelijk 's-Graven-
hage op den Kneuterdijk.
Vorstelijke geestdrift was op het aan
gezicht te lezen van die schare, wier
blik op een enkel punt was gericht
op het Koninklijk Paleis van Neêrlands
Koning Willem II,
En wèl was het schouwspel, dat zich
aldaar op de trappen van het bordes
vertoonde, in staat de geestdrift der
trouwe Hagenaars op te wekken.
Daar stond de ridderlijke gestalte van
den Koning, naast die zijner fiere Ge
malin, omgeven door de Prinsen Willem
en zijn Gemalin, Alexander en Hendrik,
allen jonge mannen op wie het vorste
lijk Ouderpaar terecht trotsch mocht
zijn.
Maar nog aangrijpender schouwspel
vertoonde zich op den voorgrond. Daar
verscheen, in Haar volle lieflijkheid, de
ranke, lieve gestalte der beminnelijke
18-jarige Prinses Sophie en naast Haar,
de mannelijk schoone en fiere 24 jarige
®rf Groothertog van Saksen-Weimar
Eisenach, Haar Bruidegom, met Wien
Zij zich den 8n October in den echt
stond te begeven.
En de Vorstelijke Ouders wenschten
Hun trouwe Hagenaars deelgenoot van
Hun geluk te maken, en stelden de
Hooge Bruid en Haar Bruidegom aan
de bevolking voor.
Wat al jubelkreten harstten, op dien
aanblik, onder de opeengedrongen schare
los! Wat werden tal van zegenbeden
voor het geluk en den langen levens
duur van het Hooge Bruidspaar, luide
of in stilte, geuit. Dat oogenhlik zal
voor beide aanstaande echtelingen wel
steeds onvergetelijk zijn gebleven.
Vijftig jaren zijn sedert dat tijdstip
heengegaan. Het gouden huwelijksfeest
der beide Hooge Echtelingen is daar.
Veel zegen hebben Zij, gedurende die
halve eeuw, ondervonden, maar ook
vele, zeer vele smartelijke dagen hebben
Zij moeten doorleven. Want van alle
de Vorstelijke personen, die zich toen,
°p de trappen van het Paleis, den volke
vertoonden, zijn Zij alleen overgebleven
De engel de's doods heeft vreeselijk in
het edele Huis van Oranje-Nassau ge-
Woed. Vader, moeder en broeders, allen
zag onze Princes Sophie heengaan. Allen
rusten in het grafgesteente te Delft.
Doch op alle die zoo rampspoedige
dagen toonde Zij Nederland, Haar ge
boorteland, niet te vergetensteeds
deelde Zij met Haren Vorstelijken Echt
genoot in het leed van Ouders en Broe
ders, en van het Nederlandsche Volk,
dat Zij steeds bleef herdenken.
En ook door daden toonde Zij een
Nederlandsche Vorstin te zijn geble
ven. Waar Haar hand iets vond wel
te doen, bleef die hand nimmer geslo
ten, en vele liefdadige en maatschappe
lijk nuttige inrichtingen ondervonden
Haar weldadigen steun. In vele har
ten leeft Prinses Sophie in dankbare
gedachtenis.
God schenk e het edele Vorstenpaar
ook verder zijn besten zegen, tot in
lengte van dagen, en doe bij de ge
ëerbiedigde Hertogin steeds de herinne
ring voortleven aan het trouwe Neder
land, dat Haar zag geboren worden,
dat Haar steeds heeft lief gehad, en dat
Haar nimmer zal vergeten
8 Octobïïk '92.
De parlementaire werkzaamheden wor
den langzamerhand in allelandenvanEu-
ropahervat. Debij eenroeping der ï"rar<scho
Kamersis thans officieel bepaald opl 8dezer,
wat al weder veel te laat is om voor
het einde des jaars in Kamer en Senaat
met de Begrooting gereed te komen,
zoo die althans ernstig zal behandeld
worden. Begon men nog maar dadelijk
na de opening, maai de Begrootings-
commissie zelve heeft pas eergisteren
haar arbeid hervat, en van den anderen
kant worden reeds tal van interpellation
in het verschiet gesteld, die alle af
doening van zaken zullen tegenhouden.
Om te beginnen zal Lockroy de werk
stakingen van Carmaux en Lens tot
het onderwerp eener interpellatie maken,
waarbij al aanstonds zeer levendige
discussiën te wachten zijn. Hij wil do
geheele mijn-exploitatie in handen van
den Staat gebracht zien, desnoods door
onteigening en verandering der wetten.
Dat zal dus tot hoogst gewichtige de
batten aanleiding geven. En daarna
zal de nieuwe Fransch-Zwitsersche han
dels-conventie zulk een scherpen strijd
veroorzaken, dat sommige een ministeri-
eele crisis daarbij vreezen.
De bekende economist Leroy Beaulieu,
heeft een interessante statistiek open
baar gemaakt, welke wijst op eene ge
weldige verhooging der gemeentelijke
uitgaven in Frankrijk. Leroy Beaulieu
constateert, dat de schuld der gemeen
ten (Parijs uitgezonderd) van 574 mil-
lioen fr. in 1869 tot 1351 millioen in
1890, dus met ongeveer 40 pCt. is
gestegen. Vroeger hadden de landelijke
gemeenten geen schuld, tegenwoordig
schier allen. De heer Leroy Beaulieu
schrijft deze treurige verandering toe
aan de groote zorgeloosheid en verkwis
ting in de laatste twintig jaren, Men
is niet meer beducht voor het passief;
men geeft het geld met volle handen
uit, zonder zich om de gevolgen te be
kommeren. Da dwaze en overdreven
uitgaven voor het neutrale onderwijs,
dat toch niet „pakt" bij de bevolking,
spelen hier zeer zeker een groote rol.
Sinds jaren wordt in Frankrijk minder
gedacht aan de belangen van het volk,
dan aan die der partijMet partij-oog
merken doet men groote uitgaven, en
worden ambtenaren aangesteld, die op
geene andere aanbeveling kunnen bo
gen, dan dat zij tot de vriendjes be-
heoren. Geen wonder dat men thans
voor treurige cijfers staat.
Het bericht dat de Duitsche keizer
bij zijn aanstaand bezoek aan Weenen
voor de eerste maal een samenkomst
zal hebben met den hertog van Cum
berland, zoon van wijlen den onttroon
den koning van Ilanover, geeft in de
Duitsche pers aanleiding tot een drukke
bespreking van de politieke gevolgen,
welke uit die verzoening zouden kun
nen voortspruiten. Zooals men weet,
werd de hertog van Cumberland in 1,884
van de opvolging in het hertogdom
Brunswijk uitgesloten, omdat hij geen
afstand wilde doen van zijn rechten op
den troon van Hannover. Brunswijk
werd sinds dien tijd door prins Albrecht
van Pruisen als regent bestuurd. De
vraag is nuzal na de verzoening en
na de regeling van het Welfenfonds de
hertog van Cumberland den troon van
Brunswijk kunnen beklimmen. Volgens
de BraunschweigLandeszeitung wordt deze
kwestie reeds maanden lang besproken
en is men in welingelichte kringen van
oordeel, dat eene goede oplossing van
dit vraagstuk verre van onwaarschijn
lijk is. Evenwel wordt betwijfeld of
de hertog zelf als regeerend vorst zal
optreden. Men is eerder geneigd aan
te nemen, dat wanneer de verzoening
een feit wordt, des hertogs oudsten
zoon den troon van Brunswijk zal be
klimmen.
Eindelijk laat de Duitsche regeering
weder iets los omtrent de nieuwe leger-
wet. Wel schijnt het nog niet de sinds
lang toegezegde volledige uiteenzetting
te wezen, maar in een officieus artikel
van de Nordd. Attg. Zeitung wordt ver
klaard, dat de Begeer in g zich voor aan
neming van den tweejarigen diensttijd
bij de infanterie slechts verklaard heeft
op politieke gronden ontleend aan de
militaire verhouding van Duitschland
tegenover andere Staten. Zonder twee
jarigen diensttijd zou eene aanmerke
lijke versterking van het weerstands
vermogen des Bijks, ook uit een finan
cieel oogpunt, onmogelijk zijn. De na-
deelen, aan den tweejarigen diensttijd
verhonden, worden opgewogen door de
betere vorming der troepen. Dq National
Zeitung ergert zich intussclien over de
indiening van het ontwerp bij den Bonds
raad voor dat het Pruisische ministerie ge
raadpleegd is, zoodat zich nu het ge
val zou kunnen voordoen, dat dit laatste
bezwaar maakte en de Pruisische ver
tegenwoordigers in den Bondsraad een
ontwerp zouden moeten verdedigen, dat
door den Pruisischen ministerraad was
afgekeurd. Wilhelm zou dan als koning
het door zijne ministers niet gewilde
ontwerp moeten afkeuren, terwijl hij als
keizer hetzelfde ontwerp bij den Bonds
raad aanbeveelt. Onder Bismarck zijn
die verkeerde manieren ingevoerd, maar
wat Bismarck moest doen, [mag Caprivi
zich niet veroorloven. En wordt dan
ook over deze zaak eene interpellatie in
den Bijksdag verwacht, en van liberale
zijde heeft men reeds hoop op een kan
selierscrisis
Blijkens draadbericht uit Washing
ton, heeft admiraal Walker, bevelheb
ber van het voor Venezuela liggende
eskader, geseind, dat de revolutionairen
de zege behaalden, en generaal Crespo
overwinnaar is. De president en zijne
ministers zijn uit Venezuela gevlucht.
Crespo zou gisteren Caracas bezetten.
De kansen van Cleveland, den kandi
daat der democraten voor het presi
dentschap in de Vereenigde Staten van
Noord-Amerika, worden voortdurend
gunstiger. Bij de deze week plaats
gehad hebbende verkiezingen in de sta
ten Florida en Georgië, zegevierden de
democraten met eene meerderheid van
resp. 25.000 en 50.000 stemmen. Cle
veland's kansen rijzen zoowel in het
Zuiden als in het Noorden.
Volgens bericht uit Porto Ncvo
wordt de sterkte der öaboiseyers in
den slag bij Ghede op tien duizend
geraamd. Zij waren in het bezit van
tien achterlaad-kanonnen. Het gevecht
duurde drie uren. Koning Behanzin
was zelf bij het gevecht tegenwoordig,
maar sloeg het eerst op de vlucht. De
Franschen waren genoodzaakt zich in
carré's op te stellen.
Volgens bericht uit Hamburg-waren
daar gisteren aangegeven 24 cholera
gevallen en 4 sterfgevallen.
Naar uit Pesth wordt bericht waren
daar tot gisteren-middernacht 51 cholera
gevallen en 19 sterfgevallen aangegeven.
Te Krakau zijn eergisteren 4 cholera-
en 2 sterfgevallen voorgekomen.
Met inbegrip der lauïieue waren eer
gisteren te Parijs 14 nieuwe cholera
gevallen en 13 sterfgevallen voorge
komen. De epidemie is te Parijs aanzien
lijk verminderd.
Als een bewijs hoe storend de veld
arbeid onder de schooljeugd werkt op
het onderwijs, kan dienen, dat het
schoolverzuim te Stad aan 't-Haring-
vliet (Fla Lk e) de vorige maand bijna
50 procent bedroeg, dat grootendeels
een gevolg is van kinder-veldarbeid.
In de Nes te Amsterdam had eergis
teren een zonderlinge jacht plaats. Een
schutter uit de Bloemstraat, die nalatig
was gebleven in het betalen van eenige
boeten, zou door de boden van den
schuttersraad, bijgestaan door de po
litie, worden gearresteerd.
De man wist echter aan zijn vervol
gers te ontkomen door in de Nes op het
dak van een huis te klimmen. Toen men
hem ook daarheen volgde, sprong hij
van het eene dak op het andere en ver
wijderde zich op deze wijze. De boden
moesten zonder arrestant aftrekken.
.r;:.:a l F
*c3 iy w v j?
iiii^lllll(lBlt(imillinilllllllllii