Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
bureau <$oogsfraaf 317.
EERSTE BLAD.
15de Jaarg.
Zondag 16 October 1892.
No. 4412.
Parijsche Kroniek.
Feuilleton.
PRIJS VAN DIT BLAD:
PRIJS DER ADVERTENTIËN
66)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
1-50
- 2.—
- 0.05
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 12i.)
Van 16 regels0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
Evenals in Italië heerscht er in Frank
rijk een geest van ontkenning welke
zich vooral bij sommige gelegenheden,
hetzij de onthulling van een monument
bij eene begrafenis, luide lucht geeft.
a°t ia alsof er dan een wachtwoord
Segoven wordt, dat de te verheerlijken
Persoon al de gaven van een genie ge-
'la<l heeft en een weldoener der mensch-
heid is geweest, zonder dat de groote
menigte daarvan ooit iets gehoord of
gemerkt had. De pers verkondigt dan
dat een groote geest die de verstanden
heeft wakker geschud, is heengegaan,
en zegt niets dan goeds van geleerden
of wijsgeeren die het Charïté bien
ordonnée commence par soi-memein den
ruimsten zin hebben toegepast. Wat
heeft de pas gestorven Ernest .lienan
bijvoorbeeld voor weldaden aan de
menschheid bewezen De meeste
zijner werken, „la Vie de Jesus" uitge
zonderd, zijn alleen (Kor enkelen gelezen,
öQ wat men ook moge schrij ven, Honan
18 in Frankrijk nooit populair geweest,
boewei hij als litterator zeer hoog staat
en de Fransche taal onverbeterlijk
schreef. Doch juist die gaaf heeft hij
hechts voor zich-zelven en een klein
getal uitverkorenen benuttigd, en daarom
moet de rede dat men zooveel gebaar
bij zijn sterven en begrafenis maakte,
ergens anders gezocht worden. Hij, de
gewezen seminarist, die zijn Meester en
Celoof verzaakte, past juist aan de on-
geloovigen, vrijmetselaars en vrijden
kers om vertooniug te maken. De
(>aulois zegt zeer terecht: „Deze man
ndie goed en toegevend was, em geen
«vlieg zoude kwaad gedaan hebben, en
«een eerbaar en werkzaam leven leidde,
«Ja die van iedereen hield, is een beul
«geweest voor het menschelijk geslacht,
NAAR HET FllANSCH.
hij de pogingen, die de ridder deed, om
"Sar overeind te zetten, bemerkte hij eerst
met, dat de bodem onder zijn voeten wegzonk.
Hij was zwaar gewapend.
Toen hij het bemerkte, bereikte het zand
reeds de gespen zijner kniestukken.
Hij liet Reine los, en wilde zich loswringen.
■oooals altijd het geval is, dienden die po-
Smgen slechts om het gat, dat zijn graf zou
Vü™.eu' te dieper uit te hollen.
Hy zag bet zana boven zfjn knieën staan,
ea verMeekte.
i, ~"T Zal ik hier moeten stervendacht hij
"«■rdop.
Heine hoorde hem.
Zij sprong op, nis gevoelde zij een electri-
»chen schok.
H*ar zjj lag, en haar lichaam op een groote
"Ppervlakte rustte, had haar gewicht nauwe-
Dks een indruk in het zand gemaakt.
„dat het ongeluk had in zijnen tijd te
„leven. Vol toewijding heeft hij bijna alle
„beginselen en feiten, waarop deopenbare
„zedelijkheidgegrond isontheiligdHij
„heeft voor ons de vergifkas ontsloten."
Bij al zijne begaafdheden ontbrak
hem eene zaak: geloof in zich zelf. In
zijne „Souvenirspersonnels" den heiligen
Yves, patroon zijner geboorteplaats en
dien der advokaten besprekende, geeft
hij een staaltje van zijne ironie gepaard
met een goedhartigen toon welke men
in al zijne werken overal terugvindt.
Hij schrijft daarover als volgt
„Gedurende de maand Mei, waarin het
„feest van dezen uitmuntenden heilige
„gevierd wordt, zag men dagelijks pro
fession. Wanneer er twee elkaar op den
„weg ontmoetten, deed men de voorop
gaande kruisen als teeken van ver-
„bond elkander omhelzen. Den avond
„voor het feest vereenigden zich de
„geloovigen in de Kerk voor het beeld
„van den heilige, die tegen middernacht
„zijne armen uitstrekte om de neerge
knielde menigte te zegenen. Doch
„wanneer er zich bij ongeluk een onge-
„loovige onder hen bevond, die de oogen
„opsloeg om te zien of het wonder
„wel waarlijk plaats had, dan bewoog
„zich de met recht door deze verdenking
„beleedigde heilige niet en om de schuld
„van één twijfelaar werd niemand ge
regend.
„Een ernstige, belanglooze, eerlijke
„geestelijkheid waakte voor het behoud
„van deze overlevering met eene handig
heid die het geloof er in niet deed ver
zwakken en zonder er zich echter ook
„het minst door te compromitteeron. Deze
„waardige priesters waren mijne eerste
„leermeesters en wat er goed in mij is
„ben ik aan hen verschuldigd. Al hunne
„woorden schenen mij godspraken: ik
„had, tot mijn zestiende jaar, toen ik
„naar Parijs ging, nooit aan iets wat
„zij mij voorhielden, getwijfeld, zulk
„een eerbeid had ik voor hen. Sedert
„heb ik schitterender en grooter meesters
Om op te staan en te vluchten, behoefde zfj
slechts een poging te doen, want haar voeten
zaten niet, gelijk die van Méloir, in het weeke,
drabbige zand bekneld.
Zij begon gretig hoop to voeden.
De gedachte aan Aubry, die haar zooeven
vreeseljjk kwelde, kwam haar nieuwe kracht
schenken.
Zij wierp een oogslag op Méloir, die zicht
baar wegzonk.
Ik kan hem niet redden, mompelde zij.
En haar blanke hand leunde op het zand,
om de pogingen haars lichaams te ondersteunen.
Maar een andere, een ijzeren hand greep
haar poezele, blanke hand.
Om Méloir's lippen grijnsde een onheilspel
lende lach. Hij zei
Dit is onze huwolijkssponde, Reine de
Maurever ik had gezworen, dat gij mijn vrouw
zoudt worden.
Reine slaakte een kreet van afgrijzen.
Dit wa» ook het oogenblik, waarop van bo
ven van de gaanderijen een stem op het pla
teau van het klooster klonk, zeggende
Bidt voor de stervenden!
Op het plateau lag iedereen op zijn knieën.
De doodsklok luidde.
De oude Maurever beantwoordde bleeker
dan een doode, maar met drooge oogen en
vaste stem het gebed, dat de monniken voor
de veroordeelden van hvtpericulum maris deden.
„gehadnooit had ik er eerbiedwaar
diger en dit was dikwerf de oorzaak
„van verschillen tusschen mij en mijne
„tegenwoordige vrienden. Ik heb het
„geluk gehad de ware deugd te kennen
„en weet wat gelooven is, en hoewel ik
„later moest erkennen, dat een groot
„deel ironie door den hoogsten verleider
„in onze heiligste illusiën verborgen
„was, toch heb ik kostbare ervaringen
„uit dien goeden ouden tijd bewaard.
„Innerlijk gevoel ik dat mijn leven
„nog door een geloof beheerscht wordt
„dat ik niet meer bezit. Het geloof
„heeft die bijzondere eigenschap van
„zich nog te doen gevoelen en te wer-
„ken na reeds verdwenen te zijn. De
„genade overleeft uit gewoonte aan de
„latere aandoeningen welke men gehad
„heeft en men blijft werktuigelijk doen
„wat men eerst in geest en waarheid
„deed. Nadat Orpheus, zijn ideaal ver
sleren hebbende, door de menaden in
„stukken gehouwen was, kon zijn lier
„slechts: EurydiceEurydiceherhalen."
Er heeft bij Kenan's begrafenis een
pijnlijk incident plaats gehad. Aan het
kerkhof van Montmartre gekomen, kon
de hooge lijkwagen niet door de over
brugging, voor den ingang daarvan ge
legen, en moest de kist naar het graf
monument van Ary Scheffer, waar zij
werd bijgezet, gedragen worden. Bij
de opening van de kapel viel een schil
derij van Ary Scheffer, daar ter nage
dachtenis zijner vrouw aangebracht, da
delijk in 't oog. Christus Zijne armen
openendo, verbi'eekt de banden eener
vrouw, die aan zijne voeten smeekt.
En ziet, niettegenstaande zijn bur
gerlijke begrafenis zal de oud-semina
rist van Saint Sulpice toch in een kapel
rusten, eu het is alsof de bestrijder dei-
Godheid van Jesus, na zijn dood nog,
door Hem wien hij verloochende, den
eeuwigen Christus, vergeven en geze
gend wordt.
Hoogstwaarschijnlijk zal hij later met
Michelet en Quinet naar het Panthéon
Jantje, Simonnette, haar vader en de andere
leenmannen van Alaurever weenden in stilte.
In het noordwesten schreed de groote blauwe
ljjn, die in de stralen der zon glinsterde, al
tijd voorwaarts.
Het paard van Aubry vloog over het zand,
altijd door den grooten zwarten windhond Loys
voorafgegaan.
Wie zou het eerst aankomen, de zee of de
ruiter, de dood of het leven
Reine had slechts een enkelen gil gegeven.
Daarop was haar bekoorlijk hoofdje voorover
gezakt, terwijl haar groote blauwe oogen zich
ten hemel wendden.
Ook zjj bad.
Zjj bad voor haar vader en voor Aubry,
alvorens voor zich zelf te bidden.
Aléloir wierp op haar den blik van een ver
worpeling.
Méloir zat tot aan zijn lendenen in 'tzand.
Eenmaal woei hem de wind uit de verte
het gelui der klok van den heiligen Alichaël
in de ooren.
Méloir lachte.
Reine wendde haar hoofd om.
Zij wierp een blik op den oever van Bre-
tanje. Een kleine golving van het terrein
wees haar de plaats aan, waar het kasteel
van Saint Jean achter de boomen verscholen lag.
Daar had zjj de gelukkige dagen harer
kindsheid gesleten. Daar had zjj Aubry
verbuizen, hetgeen een spotter deed
zeggen, dat Renan meer dan iemand
anders in dien aan den godsdienst ont
nomen tempel, thuis behoort.
Nu men in Nederland het algemeen
stemrecht wil invoeren, want het
aanhangige wetsontwerp gaat bijna zoo
ver, zoude het inderdaad van groote
wijsheid getuigen, indien de bezadigde
Hollanders zich het spreekwoord her
innerden wie zich aan een ander
spiegelt, spiegelt zich zacht, en de
blikken naar Frankrijk richtten, al
waar wij na vele jaren nu eerst de
treurige gevolgen van dat algemeen
stemrecht dagelijks voor oogen hebben.
Onder de vele gemeenten, die door eene
onbeschaafde, slecht ontwikkelde en
redelooze meerderheid, nu eindelijk re
volutionaire en socialistische gemeente
raden en maires bezitten, zooals
St. Denis, St. Ouon enz, komt, zoo dit
nog noodig was, de gemeente Carmaux
het bewijs leveren, hoever de tyrannie
der volksleiders over werklieden kan
gaan, wier belangen zij zoogenaamd
verdedigen, en hoe weinig zelfs de Re-
publikeinsche regeering daartegen ver
mag, wanneer, zooals het zich daar
voordoet, een der werkstakers de maire
der gemeente is.
De Temps voorziet, dat indien de Re
geering niet tusschen beiden treedt, de
werklieden die nog willen werken, zich
ook zullen wapenen, en dan zou een
burgeroorlog niet meer te vermijden
zijn. De Kamers, die den 18den bijeen
komen, zullen dit moeilijk vraagpunt
dadelijk te behandelen hebben en eene
interpellatie over de werkstaking te
Carmaux zou wel aan een of twee
ministers hunne portefeuille kunnen
kosten.
Froiuus
Parijs, 1/14 October 1892.
voor het eerst ontmoet.
Denkt gij aan hem, mejuffrouw zei Mé
loir, die spotten wilde, maar wiens tanden
knarsten.
Denk aan Godantwoordde het meisje,
kalm en opgeruimd in liaar doodsuur.
Men hoorde het dof gebruis der golven.
Aléloir zat tot aan de borst in 't zand.
Zijn ijzeren hand omklemde Reine's arm
Hij wendde plotseling op een geplas achter
hem het hoofd om. Loys sprong in den loop
van den Couesnon, waar de zee reeds in stond.
En Aubry was achter Loys.
Aubrymijn Aubry riep Reine.
Méloir trachtte haar met een wanhopige
poging naar zich toe te trekken.
Zijn verwilderde oogen gaven duidelijk zijn
ontzettend voornemen te kennen.
De wraak, die hem ontsnapte, wilde hij weer
vastgrijpen, en zijn overwinnenden mededin
ger een ljjk in plaats van een verloofde toe
werpen.
Kom Aubryach komherhaalde het
meisje, dat zich verzette, maar zich onweer
staanbaar meegesleept gevoelde.
Ik zal niet alleen sterven riep Aléloir uit.
Op het oogenblik, dat zijn andere hand
Reine's hals zou omklemmen, vleog Aubry
pjjlsnel voorbij.
Zijn lans stak door de keel van Méloir heen.
Aléloir vloekte eu liet loi.
(Worét vtrvtlfAS.