Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
"Praatjes over dit en dat.
15de Jaarg.
No. 4436.
bureau ^oogstraat 317.
0
ALGEMEEN OVERZICHT.
s
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
2.
- o!oö
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124.
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
m.
„Zeg, amice, wat heb ik je in lang
niet gezien," sprak ik, toen mijn vriend
mij gisteren weer bezocht.
„Och, drukte, zei hij, drukte in mijne
bezighedendie beletten iemand soms
om zelfs zijne beste vrienden bij te hou
den en geregeld te bezoeken."
„Maar hebt je 't dan ook te druk
gehad om de couranten te lezen en bijv.
te zien wat er in de laatste Raadszit
ting behandeld is het ontwerp tot ver
hooging der onder wij zers-tractemen ten,
waar ge zooveel tegen te zeggen hadt,
is er al zoo goed als door."
„Ja, dat heb ik helaas gezien, ant
woordde mijn vriend. IJat is toch ver
schrikkelijk, om zoo met het geld van
de burgerij om te springen. Nog eens
herhaal ik het, dat dit geld zoo goed
als weggeworpen geld is, dat wij zullen
uitgeven zonder er iets voor tè krijgen.
Als men die onderwijzers nu wat meer
liet werken, door de schooltijden iets
langer te laten duren, dan had de ver
hooging nog eenigen zin en ook eenig
nut. Of als de tijdsomstandigheden, door
duurte van levensmiddelen enz., de ver
hooging noodig maakten, dan was het
nog iets. En dan zou het er ook beter
afkunnen, afgaande op het woord Dure
landen zijn welvarende landen. Maar
nu, onder de tegenwoordige omstandig
heden, en met zulk een berooide gemeen
te-kas als wij er op nahouden, nu noem
ik liet ecne schande, om zoo te doen, en
de geheele burgerij te laten bloeden
voor enkelen, die best wat meer voor
hun eigen onderwijs konden betalen."
„Dus zoudt ge het eens zijn met den
heer Hoogendam, die de ouders dei-
schoolgaande kinderen de verhooging
wil laten betalen?" vroeg ik.
„Juist, was het antwoord, dat zon ik
Ojk willen. Ik vond het van dien heer
zeer dapper, om in zulk eene vergade
ring van gemeente-geld beschikkers (f)
met dat donkbeeld voor den dag te
durven komen. Hij had natuurlijk geen
succes, maar gezegd is het nu toch,
en het denkbeeld blijft daar geboek
staafd, als een protest tegen de ver
hooging."
„Ja, 't is onbegrijpelijk, merkte ik op,
hoe men onder de tegenwoordige om
standigheden, nu men niet eens het
gold daarvoor weet te vinden, of er
zich het hoofd mee breekt waar het
vandaan zal komen, lioo men nu tot zulk
eene verhoogde uitgaaf durft besluiten."
„Onbegrijpelijk?, zei mijn vriend, 't
is meer dan datik vind het schandelijk,
zooals ik reeds zeide, en onverantwoorde
lijk. Ik zou den geheelen Raad wel willon
aanklagen bij de publieke opinie, en hem
ter verantwoording willen doen roepen".
„Maar zouden bijv. Gedeputeerde Sta
ten nu zulk eene verordening of regeling
maar goedkeuren, vroeg ik, vooral als er
Ingezonden.
t) Wij cursiveeren De Inzender gebruikt
een ander woord, dat wij liever nog niet wil
len plaatsen. Red. N. Sch. Ct.
geen middelen worden aangewezen om die
meerdere uitgaven te dekken Die Sta
ten kunnen anders zoo krenterig zijn!"
„Ik geloof wel zeker dat dit moest,
antwoordde mijn vriend, maar of het
gebeuren zal betwijfel ik zeer. Ge weet,
onze liberalen zijn zoo vrijgevig waar
het geldt het openbaar onderwijs, dat
betaald wordt uit de gemeenschappelijke
kas, dus ook door hen die er niet van
gediend believen. We hebben daar dus
weinig kans op hulp."
„Maar is er dan geen hooger beroep
mogelijk, vroeg ik weerbij den
Minister of bij de Koningin men neemt
toch zoo dikwijls zijn toevlucht tot
dien maatregel."
„Ja, als het den lieeren niet naar den
zin is, dan weet men dien weg wel te
vinden; maar nu ik geloof er niets van
dat men thans dien weg zal opgaan,
zei mijn vriend.
,,'t Is mooi, repliceerde ik; dus we zijn
zoo wat aan de joden overgeleverd, in
dit geval?!"
„Daar heeft het veel van", conclu
deerde mijn vriend.
„Hebt ge, zoo vroeg ik verder, gis
teren dat stukje gelezen in de Schied.
Court., waarin de verwerping wordt aan
bevolen van het amendement-Elzevier
Dom, om het tractement van de plaats
vervangende schoolhoofden op f'900 te
houden, in plaats van het op f 1000 te
brengen, zooals de schoolcommissie dat
wil
„Jawel, kreeg ik ten antwoord, en
ik heb eens hartelijk gelachen om den
bombast, welke daar verkocht wordt.
De betuiging, dat het blad van den
tegenwoordigen gemeenteraad de ver
werping van liet amendement verwacht,
is onzen Raad juist niet tot eer, maar
dat laat ik daar. Het meest heb ik
moeten lachen om de opsehroeverij van
dien hoofdonderwijzers-.» zonder stand
plaats om die „wetenschappelijke" ele
menten, die zulk een belangrijke rol ver
vullen aan onze lagere scholen Waar-
drommel, gaat zich de wetenschap al niet
verschuilen dacht ik waar begraven
zich al niet de lui van niets minder dan
„talenten", die hier zoo maar te hooi
en te gras schijnen rond te loopen
Leden van den gemeenteraad, siddert,
gij allen Want die „wetenschappelijke"
mannen, die „talenten", zij werpen u hun
brevet van niets meer of minder dan
hoofdonderwijzer naar het hoofd, en ver
pletteren u daarmede, als gij de ver
hooging niet handhaaft. Het mag waar
zijn dat die wetenschappelijke mannen,
die „talenten", na eenige jaren bij een
vergelijkend examen blijken niet meer
mee te kunnenhet kan ook gebeuren
dat zij, bijv. No. 4 staande op de no
minatie, toch nog benoemd worden, met
voorbijgang van drie beteren dus, dat
alles doet er niets toe; zij hebben hun
brevet, en dat brevet alleen geeft hun
het recht op hooger loon, voor een mi
nimum-arbeid
„Bravo," riep ik uit, na het aan-
hooren van deze oratie, waarbij mijn
vriend heelemaal in vuur was geraakt,
bravo, dat zegt ge daar goed. 't Is
inderdaad om te lachen, en ik vat
niet hoe men zulk geschrijf durft
publiceeren, waar er slechts sprake is van
eenvoudige onderwijzers met de hoofd
akte, waarvoor de meesten hunner zelf
geen dubbeltje meer zouden geven. En
dan die slottirade, over dien „jarenlangen
strijd om volksontwikkeling, die niet
mag bezegeld worden met een besluit,
een liberalen raad onwaardig," zij doet
de deur toe. Verschrikkelijk zou het
zijn, als de gevraagde dubbeltjes er
niet kwamen; de „jarenlange strijd om
volksontwikkeling" was dan vergeefs
gestreden! Maar krijgen die talentvolle
mannen van de hoofdakte thans eene
verhooging van tractement, dan is het
volk ontwikkeld en het vaderland gered
„Ik ga heen, riep mijn vriend, ge be
gint ook al te oreeren Adieu."
„Tot ziens," riep ik hem na, en weg
was hij.
14 Nov. '92. XX.
14 Novejibeb, '92
Het blijkt dat de straatbetoogingen
voor het algemeen stemrecht in België
niet voortgezet zullen worden. Wel
worden er nog talrijke meetings ten
gunste van het algemeen stemrecht
onder de werkmanskringen voorbereid,
maar de bond der arbeiderspartij heeft
besloten morgen (Dinsdag) ter gelegen
heid van het Te Deum dat ter eere van
's Konings naamdag plaats heeft, geene
betoogingen te houden. Tot dit besluit
heeft zeker medegewerkt de omstan
digheid, dat de radicale betooging ter
gelegenheid van de opening der Kamers
zoo treurig is mislukt. Wel is er bij
die gelegenheid veel lawaai gemaakt;
wel heeft men op velerlei wijze door
woord en schrift voor algemeen stemrecht
betoogd,maar alles samengevat blijkt, dat
met uitzondering van enkele heethoof
den de bevolking van Brussel volstrekt
niet algemeen hoeft ingestemd met de
aanhangers der socialistische werkmans
partij zij heeft meerendeels hare konings
gezinde gevoelens op duidelijke wijze
geopenbaard. Het vive le roidoor honder
den stemmen met geestdrift herhaald,
heeft de enkele kreten van A has le roi
de carton weldra gesmoord. En_ zij, die
onder hot voorwendsel van het alge
meen stemrecht te bemachtigen, liet volk
wilden opzetten, om de gestelde mach
ten omver te werpen, hebben zich deer
lijk misrekend. België houdt wat het
heeftder vaderen kerk, der Belgen vorst.
Yan België's zuidelijke naburen kan
dit in goenen deele gezegd worden.
Frankrijk heeft in de laatste honderd
jaren zoo dikwijls van regeeringsvorm
en regeeringspersonen verwisseld, dat
daar liet behoud uitzondering, do ver
andering regel is geworden. Zoo blijkt
het o. a. nu weer,- dat het ministerie
Loubet reeds al te lang hoeft geleefd.
Nadat het zelf zijn einde verhaast heeft
door de jammerlijke zwakke houding
in de zaa'lc van Carmaux heeft het zich
op den rand van een gevaarlijken afgrond
gewaagd door liet indienen van het
wetsontwerp waarbij de bepalingen op
de druksperswet wordeD verscherpt. Daar
mede heeft het het laatste greintje
sympathie dat het nog bij de radicalen
had behouden, verspeeld. In de couloirs
der Kamer heerschte dan ook Zaterdag
reeds vrij algemeen de meening dat het
kabinet Loubet aanst. Woensdag, bij de
behandeling der perswet-verscherping,
groot gevaar loopt te tuimelen.
Dreigt alzoo in Frankrijk eene minis-
terieele crisis, in Hongarije heeft de
Kabinetscrisis een begin van oplossing
gekregen. Het ontslag van het geheele
kabinet-Szapary is door den Keizer-
Koning aangenomen en Wekerlé, minis
ter van financiën, die aanvankelijk be
zwaar maakte zijne veelomvattende
werkzaamheden nog meer uittebreiden,
is met de samenstelling van een nieuw
ministerie belast. Daarmede schijnt een
compromis tusschen liberalen en katho
lieken bereikt te zijn. Wekerlé hoewel
liberaal en protestant, is den katho
lieken liever dan een slecht katholiek
als Gzaky en verdient allicht de voor
keur boven Tisza, die nog onlangs bij
zijn zilveren feest als protector der pro-
testantsche kerken door zijne anti-katho
lieke redevoering de verontwaardiging
der katholieken in zoo hooge mate op
wekte, dat de primaat Vaszary, aarts
bisschop van Gran, zich verplicht zag
tot een openbaar protest. De omstan
digheid dat mgr. Yaszary de vorige
week een langdurig onderhoud met den
Keizer-Koning te Weenen heeft gehad,
doet vermoeden, dat hij bij de oplos
sing der crisis eenigen invloed heeft
uitgeoefend. En dit vermoeden behoeft
niet ver te worden gezocht, immers de
geheele kwestie is eigenlijk van kerke-
lijken aard, de zaak is, dat de Keizer-
Koning, berustende in de vrije uitoefe
ning van alle godsdiensten, die reeds
een feit was, niet wil toegeven in zake
de invoering van het zgn. burgerlijk
huwelijk. Frans Jozef meent terecht,
dat de invoering van het „burgerlijk
huwelijk" als verplichte formaliteit voor
de voltrekking van het huwelijk in de
kerk eene beleediging is voor de katho
lieke Kerk. En die beleediging wil de
Apostolische koning van Hongarije niet
gedoogen. Daarom zal het ministerie,
dat haar als een nummer, in zijn pro
gram had opgenomen, moeten wijken
voor des Konings onwil.
Is er met 'toog op de nieuw ontwor
pen legerwet willicht in Duitschland eer
lang een grooto omkeer te wachten
Die vraag wordt in de laatste dagen
meermalen gesteld en op verscheiden
wijze beantwoord. Hardnekkig blijven
de geruchten standhouden, dat de koning
van Saksen zich in overeenstemming
met den groothertog van Baden moeite
geeft om tusschen den Keizer en Bismarck
eene verzoening tot stand te brengen
en aan de bedenkingen van verscheidene
bondsvorsten tegen de nieuwe leger-
ontwerpen ingang te doen vinden. De
Koning van Saksen vertoeft met dit
doel ook tegenwoordig te Berlijn. Dat
bij een en ander de handhaving van
het Drievoudig Verbond op den voor
grond moet staan is dezer dagen opnieuw