Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 15de Jaarg. Dinsdag 29 November 1892. No. 4448. l$ttreau ^oogstraat 317. ALGEMEEN OVERZICHT. Een Sprookje. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN: NIEUWE SC Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124. Van 1 6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 28 November '92. Door heel Europa bracht gisteren de telegraaf de treurmare, dat de groote apostel van Afrika, kardinaal Lavigerie, aartsbisschop van Carthago en Algiers, Pas van zijne jongste ziekte hersteld, door den d«od aan de Kerk, Afrika en Frankrijk is ontrukt. Die dood be looft de Kerk van een Harer uitnemend- ste prelaten, die in den kring zijner medebroeders in het H. College van kar dinalen zoo zeer geschitterd heeft, dat hij zelfs door velen genoemd werd als den vermoedelijken opvolger op St. Pe trus' Stoel. Door dit sterfgeval ontvalt aan de Missiën van Afrika de groote bisschop-missionaris, die haar met den vurigen ijver eens apostels heeft uitge breid en het geheele zwarte werelddeel doen omvatten. Dit droevig verscheiden eindelijk ontneemt der Kerk van Frank rijk een prelaat, die niet minder vurig patriot dan ijverig missionaris was en bet land zijner geboorte met al de in nigheid van zijn hart heeft bemind. Moge ook in zijn verscheiden bewaar heid worden het woord, dat een andere Apostel, de H. Dominions, stervende tot z\jne bedroefde geestelijke kinderen sprak Ja, moge hij na zijn betreurd verscheiden voor alles wat hem hier als edel mensch en heilig priester zoo nauw aan 't hart lag, nog meer zegen ver derven, dan hij eertijds heeft verspreid De zitting door de Fransche Kamer bh Zaterdag gehouden, was zeer druk. 411e banken waren bezet. Pourquéry betoogde, dat de Kamer van Delahay moet eischen, dat hij of zijne in de Fanama-zaak gedane beschuldigingen bewijze, iff de Kamer verlate. Toejui chingen). De Kamer moet aan de enquête- c°mmissie uitgestrekter macht toekeu- nen dan zij-zelve bezit. De commissie moet kunnen eischen, dat alles geschiede dat voor het volledige bewijs noodig i) ®r was eens een man, die zijn geheele le- e® tevergeefs gezocht had naar het Geluk, hui a.?r zou ik het toch kunnen vinden He hb telkens bij zich zelveu gezegd, wan- hij van een vruchteloozen tocht in zijn to"raiUe kluis terug was gekeerd. „Het moet be,f n'(t zoo moeilijk te vinden zijn. Zoovelen Hia 1 ^et Geluk, zonder dat zij er zich ook Ve ar eeu tiende part van de moeite voor ga- ken' i.k mij getroost heb om het te zoe- Wid' 'k maar> koe het Gelnk er uitzag, boi-er Weiken vorm het zich zoo arglistig ver- ei ®en houdtHeeft het den verblindenden Vn'r, s, vau goud of zilver Is het de macht i?" het i. i. i gezag Ligt het in de hand van stn?' .Wiens wil over het lot van duizenden drvelmgen gebiedt rj„ andermaal toog hjj uit, om het zoo vu- feik eer(^e kleinood te bemachtigen. Want ensi als hjj zijn woning weer na een lan- is. De minister-president Loubet be streed de urgentie van het voorstel- Pourquéry, dat na door Ponthois ver dedigd te zijn, door de Kamer met 272 tegen 262 stemmen verklaard werd niet urgent te zijn. Voor de commissie van de Panama enquête te Parijs verscheen Zaterdag de senator Béral, die verwachtte geboord te worden samen met Drumont. Maar deze laatste verklaarde dat hij nocli moreel noch materieel genoegzaam vrij heid bad om een getuigenis af te leggen. De zitting was dus kort. Do commissie zal er op aandringen, dat Drumont, zonder daarom nog in vrijheid te wor den gesteld, overigens alle faciliteiten ondervinde tot liet afleggen van eene ver klaring. Drumont lieeft de Panama-com missie doen weten, dat indien de com missie inderdaad de waarheid weten wil, zij eerst moet zorgen, dat bij uit zijn onrechtvaardige gevangenschap ontsla gen worde. Do voorzitter der commissie heeftdit tor keanD vaa dn minister van justitie gebracht, doch de minister heeft bet verlangen van Drumont een voudig voor kennisgeving aangenomen. De held en de glorie der Fransclien is thans de overwinnaar van Dahomey, generaal Dodds. Niet alleen dat men hem in rang beeft verhoogd, maar hij is ook benoemd tot groot-officier van liet legioen van eer. De generaal heerscht als onbeperkt gebieder in Dahomey's hoofdstad. Hij heeft koning Behan- zin vervallen verklaard, en hij stelt aan de regeering to Parijs voor, het land to verdeelen in drie groote provinciën en aan inlandsche hoofden het bestuur op te dragen. De drie hoofden der te stichten provinciën zouden verzekerd zijn van de trouwe bescherming van den Fransclien resident te Porto Novo. Het land van Decame is geheel onder worpen en zal onder het bestuur ge steld worden van den bondgenoot der Franschon, koning Toffa van Porto Novo. Het rijk van koning Behanzin gere of kortere afwezigheid betrok, vond hij er zich verlatener en ongelukkiger dan ooit te voren. „Hoe vreemd," zeide hij dan hij zicli-zelven, „het Ongeluk doet zich zoo duidelijk aan mij vooralles rond mij getuigt er van, de kale wanden van mijn kluis, de uitgedoofde haard, het karige maalhet grijnst, mij uit alle hoeken tegen, terwjjl het Geluk, dat ik met de opoffering van mijn geheele leven gezocht heb, zich hardnekkig schuil houdt." Eu des anderen daags toog hij weer uit. Ditmaal gold zijn zwerftocht het bezoek aan een bekend woekeraar, die zich eenigeu tijd geleden in de plaats zijner inwoning gevestigd had. Onderweg ontmoette hij een grijsaard, een wjjze, die voor een zonderling doorging. Hij knoopte een gesprek met hem aan eu wist op behendige wijze daarin de vraag te vlech ten, wat toch eigenlijk het Geluk was, en waar het te vinden zou zijn. „Het Geluk," antwoordde de wijze, „is een schat, welke grootèr wordt, naarmate men er meer van geeft. Ieder kan het deelachtig wor den. Het toeft even gaarne in de paleizen der rijken als in de hutten der armen." „Een schat zou toeven in de hutten der armen vroeg hjj spottend, doch reeds had de grijsaard zijn staf opgenomen en zijn weg ver volgd. Eu dien noemt men een wijzepre velde hij, minachtend. Neen, dan was hjj zelf wjjzer! Naar den woekeraar zou hij gaan. zou dus feitelijk een Fransch winge west worden. De Mouvement gêographique meldt, dat de expeditie van Van Kerckhove zich te Lado aan den N ijl bevindt. Hij wacht daar instruction af. Kapitein Christiaans gaat zich met een karavaan hij hem aansluiten. Zevenhonderd sol daten in Abessinië aangeworven, zijn te Boma aangekomen om in dienst te treden van den Congo-staat. Te Matodi zijn 500 Chineesche arbeiders aange komen voor de spoorwegwerken. Kapi tein Jacques, van de anti-sla vernij-ver - eeniging, telegrafeerde uit Albertville aan het Tanganykameer, dat hij in Augustus door de Arabieren werd aan gevallen. Hij vraagt versterking. In cene fractie-vergadering van de Duitsche Centrumspartij is besloten het ten vorige jare met het oog op de agitatie betreffende de schoolwet ingetrokken voorstel tot opheffing dor zoogenaamde „Jesuietenwet" opnieuw hij den Rijks dag in te dienen. Dat dit van zelf sprak werd reeds op de in September te Mainz gehouden Katholiekendag gecon stateerd en men kan er staat op maken, dat het Centrum, na de ondervonden teleurstelling, zich niet weder door voor spiegelingen tot intrekken zal laten bewegen. Terwijl in Hongarije een ernstige strijd dreigt tusschen de regeering en de gees telijkheid is ook in Oostenrijk de toe stand zeer gespannen. De liberalen, die dank zij een allerzonderlingst kiesstelsel over voel macht beschikken in het Par lement en in de gemeenteraden van ver schillende voorname steden, laten geen gelegenheid voorbijgaan om de katho lieken in hun overtuiging of hun zeden en gowoonten te kwellen. Daar de meeste liooge staatsambten door hun handlan gers worden bekleed, beschikken zij over veel middelen om hun anti-clericalisme den vrijen teugel to vieren en zoo werd onlangs door den Weener schoolraad verboden, dat in de school het kruis- Wijd en zijd was het hekend, dat deze schat ten verzamelde en een schat moest er bij in het spel zijn, zonder dien geen geluk. ITet fraaie huis van den woekeraar boe zemde hem reeds aan de buitenzijde diepen eerbied in, en deed tegelijkertijd een gevoel van afgunst zijn hart binnen sluipen. Dat is er weer eon, die het al gevonden heeft, zeide hij hij zicli-zelven en ongeduldig stampte hij met den voet op den grond. In dezen ge moedstoestand viel het hem echter gemakke lijker binnen te gaan. Stapels goud- en zilvergeld lagen in menigte op de langwerpige tafels opgehoopt, terwijl een mager mannetje met kleine sluwe oogen en een bril op den neus bedrijvig rondliep en een jonge man, met een ziekelijk uiterlijk, die achter een lessenaar zat te schrijven, duize lingwekkende getallen opsomde. „Hier moet. ik wezen", mompelde de zwer ver. „Hoe dom, dat ik er niet eerder aan ge dacht heb." Wat had ik al niet gelukkig' kun nen zijn, wanneer mijn schreden mij reeds eerder hierheen geleid haddenHet ligt im mers voor de hand, dat waar zich zooveel geld heeft opgestapeld, het geluk te vinden moet zijn. De man met den bril zag even op en, de armoedige kleeding van den binnenkomende bespeurende, vroeg hij op vrij onverschilligen toon „Wat is er van uw dienst?" teelten zou worden gemaakt, althans onder het uitspreken der woorden. Na tuurlijk moest dit verbod in een stad die nagenoeg, geheel katholiek is, groote verontwaardiging wekken en in den Rijksraad werden ernstige klachten dien aangaande tot den minister gericht, die tengevolge hadden, dat het verbod werd opgeheven, maar alleen wegens een gebrek in den vorm. Voor de Katholieken heeft deze zaak aanleiding gegeven, om eene meeting te heieggen en de gemoe deren wakker te schudden om een her haling van zulk een schandaal te voor komen. Duizenden personen woonden de vergadering hij, en daar de geestdrift zeer groot was, mag men de hoop koes teren, dat het besproken incident niet weinig zal bijdragen tot een krachtiger optreden der Oostenrijksche Katholieken in het openbare leven. In het Huis der afgevaardigden in Hongarije heeft graaf Aponyi de rede gehouden die hij aangekondigd had. Hij verklaarde zich voor de invoering van het burgerlijk huwelijk en hoopte dat de geestelijkheid in het belang der Kerk zelve zou afzien vau hareu strijd tegen de invoering van die formaliteit. Een aanzienlijk deel der liberalen zullen, naar het heet, eene samensmelting voor stellen met de nationale partij van welke graaf Aponyi het hoofd is, op den grond slag van een votum van vertrouwen jegens Wekerlé. In het militaire congres te Madrid sprak Canovas over de neutraliteit. Zij wordt rechtens erkenddoch indien er een oorlog uitbrak, zou dit recht niet geëerbiedigd worden, zoo het niet met kracht van wapenen gehandhaafd werd. Volgens tijdingen uit New-York over weegt thans het comité van den Senaat betreffende de kwestie dor emigranten een rapport en voorstellen ter beper king van aankomst van landverhuizers. Daartoe behoort een voorstel, waarbij het den landverhuizers verboden wordt, Wat er van zijn dienst wasja, dat viel moeielijk te zeggen, althans in antwoord op zulk een korte, rechtstreeksche vraag. Het begin was reeds een kleine teleurstelling. Hij durfde in die omgeving niet met het doel van zija tocht voor den dag komen en toch hij moest iets zeggen. Wanneer hij eenvou dig de woorden van den wijze aanhaalde Hij immers had gesproken van dien wouderlijken schat, en hier lagen zooveel schatten opge stapeld, misschien Hij vatte moed en zeide „Gij, die zoo rijk zijt aan de schatten der aarde, kunt mij, arme, ook zeggen, waar de schat te vinden is, die grooter wordt, naar mate men er meer van geeft De woekeraar, die vreesde met een krank zinnige te doen te hebben, wierp den jongen man achter den lessenaar een blik van ver standhouding toe, eu, zonder zich de moeite te geven den ander op de voor hem zoo zonder linge vraag te antwoorden, wierp hij hem over zijn bril een minachtenden blik toe, zeg gende „Ernstiger zaken nemen mijn tijd in beslag. Vervoeg u elders." Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 1