Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
No. 4468.
bureau ^oogstraat 317.
15de Jaarg.
Donderdag 22 December 1892
Encyclieken van Z. H. Leo XIII
mmm
BISSCHOPPEN
HET VOLK VAN ITALIË.
ALGEMEEN OVERZICHT-
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
2.
- o!o5
Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen
komsten aangegaan.
Zij die zich tegen I Januari op dit Blad
abonneeren, ontvangen de tot dien datum
verschijnende nummers gratis.
ii.
Zonder de macht der magonnerie te
overschatten, door aan haar onmiddel
lijk alle kwalen toe te schrijven, die
ons in het godsdienstige bedroeven, voelt
men desniettemin haar geest in de fei
ten, die Wij in herinnering hebben ge
bracht en in vele andere, die Wij hier
niet kunnen vermelden. Want het is
deze geest, die als onverzoenlijke vijand
van Christus en Zijne Kerk, langs alle
wegen en door alle middelen tracht de
door Christus bevoorrechte natie, waai
de zetel van Zijn Stedehouder op aarde
en het middelpunt der katholieke een
heid wordt gevonden van de Kerk af
te trekken. Den onzaligen en krachtigen
invloed van dien geest op alles wat
Ons van nabij aangaat, behoeft men
tegenwoordig niet meer te vermoeden
uit eenige voorbijgaande teekenen of
af te leiden uit de feiten, die elkander
sinds dertig jaren zijn opgevolgd. Over
moedig door haar succes heeft de sekte
zelve luide gesproken en ons bekend,
wat zij in het verleden heeft gedaan
en wat zij doen zal in de toekomst.
De openbare machten beschouwt zij, of
deze er zich rekenschap van geven ja
dan neen, als hare werktuigen. Op de
godsdienstvervolging, welke Italië heeft
bezocht en nog bezoekt, beroemt de
goddelooze sekte zich als een werk, dat
dikwerf door andere handen wordt ver
richt, maar dat door haar wordt geïn
spireerd, gefavoriseerd, aangemoedigd en
geholpen op middellijke en onmiddellijke
wijze, door vleierijen en bedreigingen,
door verleiding of door do revolutie.
Van de godsdienstige op de sociale
ellenden is de overgang zeer snel. Wan
neer het hart niet meer wordt bezield
door liemelsche hoop en hemelsche liefde,
werpt de menscli, die bestemd is vooi
en behoefte heeft aan het oneindige, zich
met onverzadelijken wellust op de goe
deren dei' aarde. En daaruit volgt
noodzakelijk en onvermijdelijk een voort
durende hartstochtelijke strijd om rijk
dom, eer en genot, een strijd, die een
immer vloeiende bron wordt van haat,
wanorde, bederf en misdaad. In ons
Italië trof men ongetwijfeld ook in vroe
gere tijdsomstandigheden zedelijke en
maatschappelijke wanorde aan maar
welk een treurig schouwspel vertoont
het land niet in onze dagen In de
gezinnen heeft men de liefde, den eer
bied en de goede harmonie grootelij ks
zien verminderen het vaderlijk gezag
wordt maar al te dikwerf door de zonen
en naastbestaanden miskend de oneenig-
heden komen onophoudelijk en de echt
scheidingen niet zeldzaam voor iederen
dag nemen in de steden de geschillen
der burgers en de woedende haat tus-
schen de onderscheidene standen grootere
verhoudingen aan de tuchteloosheid
der nieuwe geslachten, die opgroeiend
in een atmosfeer van verkeerd begrepen
vrijheid, niets meer eerbiedigen, groeit
steeds aan en de ophitsingen tot mis
daad, het bederf der jeugd en de publieke
schandalen gaan daarmede gepaard.
De Staat, in stede van de zeer edele
en hooge taak te vervullen, in hun
harmonieus geheel de goddelijke en
menschelijke rechten te erkennen, te
waarborgen en te steunen, waant zich
daarvan bijna de arbiter en beperkt
of miskent ze naar welgevallen. De
sociale orde is algemeen in hare fon
damenten geschokt. Boeken en dag
bladen, scholen en katheders, politieke
documenten en redevoeringen, photo-
graphieën en schoone kunsten, alles
werkt samen, om de geesten en de har
ten te bederven. Inmiddels lijden de
verdrukte en verarmde volken, agiteeren
de anarchistische sekten, gaan de wer
kende klassen over tot het socialisme,
het communisme, het anarchismede
gemoederen komen in beweging en vele
lieden, die niet meer met waardigheid
weten te lijden, noch op mannelijke
wijze de boete te dragen, welke in het
lijden ligt opgesloten, maken lafhartig
aan het leven een einde door zelfmoord.
Ziedaar de vruchten, welke de sekte
der vrijmetselarij ons Italianen heeft
opgeleverd. En na dat alles waagt zij
hot zich bij het volk op te werpen onder
verheerlijking van hare verdiensten je
gens Italië en aan Ons en allen, die
Ons woord opvolgen en getrouw blij ven
aan Jezus Christus, den lasterlijken titel
van vijanden des vaderlands toetskennen.
Maar de feiten het is goed dit te
herhalen leeren, welke de verdiensten
van de verderfelijke sekte jegens het vader
land zijn. De feiten leeren, dat de vader
landsliefde der magonnerie slechts een
sectarisch egoïsme is, begeerig om alles
te overheerschen en te bevelen aan de
moderne Staten, die alles in hunne handen
concentreeren. De feiten leeren, dat in
de bedoelingen der vrijmetsetarij de
leuzen: politieke onafhankelijkheid, ge
lijkheid, beschaving en vooruitgang tot
strekking hebben in ons vaderland te
bevorderen de onafhankelijkheid van den
menscli jegens God, de algoheele vrij
heid van dwaling en misdaad, den terug
keer van een volk, dat door het godde
lijk bloed is vrijgekocht, tot de twee
dracht, de verbastering en de schande
van bet heidendom.
Men kan zich over dat alles niet
"erwonderen. Een sekte, die na negentien
eeuwen van christelijke beschaving, de
katholieke Kerk tracht te vernietigen
en hare goddelijke bronnen af te snijden,
een sekte, die in hare absolute ont
kenning van het bovennatuurlijke, iedere
openbaring verloochent en alle heilmid
delen, welke de openbaring ons schenkt,
die door hare bedoelingen en werken
zich uitsluitend baseert op een zoo on
volmaakte en bedorven natuur als de
onze, deze sekte kan niet anders
zijn dan het toppunt van hoovaardij,
onmatige begeerigheid en sensualiteit
Maar de boosaardigheid verdrukt, de
begeerigheid ontrooft, de sensualiteit
bederften wanneer deze drie driften
tot haar hoogsten graad komen, nemen
verdrukking, roof en bederf ongewoon
groote verhoudingen aan en doen zij
het geheele volk lijden.
Veroorloof dus, dat Wij, tot u spre
kende, u de vrijmetselarij met den vinger
hebben aangewezen als een gemeen
schappelijke vijandin van God, van de
Kerk en van ons vaderland. Erkent
haar voorgoed en op practische wijze
als zoodanig en vrijwaart u met alle
wapenen, welke de godsdienst, het ge
weten en het geloof te uwer beschikking
stellen, tegen zulk een geduchte be
strijdster. Dat niemand zich lato be
driegen door haar schijnschoon, zich
late madesleepen door hare beloften en
vleierijen, zich late verschrikken door
hare bedreigingen. Herinnert n dat de
Vrijmetselarij en het Christendom geheel
onverzoenlijk tegenover elkander staan,
zoodat men zich, door deel uit te maken
van de eene, afscheidt van de andere.
Neen, geliefde zonen, gij kunt er niet
onkundig van zijn, dat er zulk een vol
komen onvereenigbaarheid bestaat tus-
schen de belijdenis van den Christen
en die van den Vrijmetselaar. Onze
voorgangers hebben u openlijk te deze
opzichte gewaarschuwd en op dezelfde
wijze herhalen Wij luide deze waar
schuwing.
Dat zij dan, die ongelukkigerwijze
zich bij een der verderfelijke genoot
schappen hebben aangesloten, weten dat
zij gehouden zijn, zich daarvan weder
af te acheiden, willen zij niet blijven
afgezonderd van de christelijke gemeen-
cchap en hun ziel voor tijd en eeuwig
heid doen verloren gaan. Dat de ouders,
opvoeders, patroons, en allen, die met
de zorg der zielen zijn belast, weten,
dat een strenge verplichting hen ver
bindt, al het mogelijke te doen, om te
verhinderen, dat zij, die onder hun toe
zicht zijn gesteld, in deze schuldige
sekte treden, of, daarin reeds getreden
zijnde, leden blijven.
Het komt er bovendien in een zaak
van zoo groot gewicht en waar de ver
leiding in onze dagen zoo gemakkelijk
is, op aan, dat de christen zich wachte
voor de eerste stappen, ook zelfs de
kleinste gevaren duchte, alle gelegen
heden vermijde, de meest uitgebreide
voorzorgsmaatregelen neme, kortom
den evangelischen raad volge door in
zijn hart de argeloosheid der duiven te
paren aan de voorzichtigheid der slangen.
21 December '92.
De schandelijke Panama-zaak heeft
tot nieuwe heftige tooneelen in de Fran -
sehe Kamer aanleiding gegeven. De
Républiqne francam, de naamgenoote van
het door Gambetta gestichte orgaan,
maar ter onderscheiding de Petite ge
noemd, bleef gisteren-morgen tegenover
de stellige ontkenningen volhouden, dat
de Begeering weldra de vergunning van
de Kamer zou vragen om enkelen harer
leden te vervolgen, en dit wel eenigszins
ongeloovig opgenomen nieuwtje zou
reeds den eigen dag bevestigd worden.
In de Kamerzitting van gisteren heeft
de president Floquet voorlezing gedaan
van den procureur-generaal Tanon,
Beaurepaire's opvolger, bet verzoek
doende dat de Kamer besluite de par
lementaire onschendbaarheid op te hef
fen van de afgevaardigden Emmanuel
Arène (Corsica), Dugué de la Faucon-
nerie (Orne), Antonin Proust (Deux
Sèvres) en de beide oud-ministers Bou
vier en Jules lloche.
De tribunes der Kamer waren propvol
en er heerschte eene onbeschrijfelijke be
weging. Millerand las het rapport voor
met de strekking de vervolgingen toe
te staan. Arène betuigde zijne volledige
onschuld. Bouvier bracht zijn verleden
in herinnering en zeide dat, alvorens tot
de uiterste maatregelen over te gaan,
men althans de belanghebbenden jmoest
hooren. Toejuiching in het centrumHij
ontkende voordeel getrokken te hebben
uit de cheques. Toen hij als minister
aan het bewind kwam, ontbraken de ge
heime fondsen ter verdediging van de
republiek, en hij moest zijn toevlucht
nemen tot de hulp van persoonlijke
vrienden, want hij had geld noodig (Ge
mor.) Wat ik deed, zeide hij, hebben
alle politieke mannen gedaan, en had
ik het niet gedaan, zij die mij thans
in de rede vallen, zouden dan niet hier
zijn. Opnieuw rumoerBouvier zeide,
niets te vreezen te hebben, want nooit
heeft hij eenig persoonlijk voordeel ge
had van de maatschappijen, welke hij
nooit heeft verdedigd, liet rapport werd
daarna goedgekeurd.
De minister-president Bibot nam de
onmiddellijke interpellatie aan door De-
roulède gevraagd over de maatregelen,
welke de tuchtraad van het Legioen van
Eer nemen zal ten opzichte van Hertz.
Deze interpellatie veroorzaakte een on
beschrijfelijk tumult. Deroulède vraagt,
hoe Hertz 200.000 frs. aan de justitie
heeft doen overgeven. Clemenceau zegt,
dat hij geen schriftelijke bewijzen bezit
voor zijne onschuld, maar zijn geheele
leven als journalist heeft hem de achting
doen verwerven van zijne vrienden. Hij
zal op de beleedigingen van Deroulède
niet antwoorden, maar persoonlijk zal
hij hem verantwoording vragen. Hij
hecht er aan Hertz te rechtvaardigen,
die Frankrijk als soldaat en als genees
heer heeft gediend. Hertz was een waar
vriend van Boulanger. Hij erkent dat
zijn blad Justice vele commanditairen
had, maar de financieole ondernemingen
van Hertz heeft hij nooit verdedigd.
Ten slotte zeide Clémenceau, dat Derou
lède loog, toen hij hem verweet, het
vaderland te hebben verraden door
vreemden invloed te doen gelden.
Millevoye beantwoordde Clémenceau
zeer heftig en beschuldigde hem, mis-
IEUWE SC
HE COURANT
1|iHüutli»«ii1ini
M'i,i .,ii i' in: n:
AAN DE
EN AAN