Binnenland Toch was dit geen aanleiding, dat spr. lieden in herhalingen zou vallen, daar het voornaamste doel zijner voor dracht zou zijn eene vergelijking tus- schen het electrisch- en liet nieuwe gasgloeilicht. Werd het electrisch licht eenigen tijd geleden het „licht der toe komst" geheeten, sinds het gasgloeilicht is ontdekt, is er een strijd op leven en dood tusschen beiden ontstaan, waarin de kansen der overwinning naar liet laatste overschellen. Spr. ontkende vol strekt niet, dat het gasgloeilicht ook zijne bezwaren had, dat het electrisch licht sommige eigenschappen op het gas gloeilicht voor heeft, maar ook omge keerd. Bovendien is de prijs van het laatste, door het uiterst gering gasver bruik, naar verhouding minder. scliien wel verscheidene millioenen te hebben gekregen voor zijn raad 0111 Egypte op te geven (groot tumult) De minister Bourgeois zeide, dat hijde zaak van Hertz voor den tuchtraad van het Legioen van Eer zal aanhangig maken. Deroulède trok daarop zijne motie in en zeide, voldaan te zijn met deze verklaring der regeering. Hiermede was het incident gesloten. Clémenceau heeft Deroulède en Millevoye uitgedaagd. Bij de behandeling van het voorstel tot prorogatie der emissiebanken voor 8 maanden in de Itaüaansclie Kamer vroeg de afgevaardigde Colajanni eenc prorogatie voor fi maanden en eoue par lementaire enquête in plaats van een rogeeringsonderzoek. De minister-presi dent Giolitti bestreed dit voorsteldo regeering zal oen streng onderzoek in stellen en het resultaat aan de Kamer mededeelen. Hij stelde de kwestie van ver trouwen. De Kamer verkeerde in zenuw achtige opgewondenheid. Giolitti ont kende dat het laatste onderzoek dei- banken een onregelmatigcn toestand aan het licht gebracht zou hebben. Indien de Kamer niet de parlementaire enquête verwierp, zou hij geen oogenhlik langer minister blijven. Crispi en Di Rudini steunden de Regeering em stelden eene motie voor, om de prorogatie voor 3 maanden en het regeeringsonderzoek goed te keuren. Yolgens telegrafisch bericht uit Rome is er gister-nacht te Pessara een bom ontploft voor het huis van den afge vaardigde Yaccai. Een persoon werd gekwetst. Verscheidene lieden zijn in hechtenis genomen. Naar de dagbladen te Lissabon mel den, Heeft de minister van buitcnland- sche zaken zijn ontslag ingediend. Uit Oporto wordt aan de Times gmeld, dat het mond en klauwzeer in de streek aldaar uitgebroken is, waardoor het verkeer aldaar verlamd wordt, daar als trekdieren voornamelijk ossen worden gebruikt. Yolgens te LondeD ontvangen tele grammen uit Colorado zijn te Alamos bOO Nederlandsche kolonisten aange komen mot hot voornemen aldaar eene kolonie te stichten. Zij werden daartoe verlokt door, inmiddels valsch gebleken voorspiegelingen van eenen speculant, die beweerde eene ónder bescherming van den staat staande landmaatschappij in Colorado te vertegenwoordigen. De bedoelde 900 kolonisten moeten 30.000 gestort hebben voor te koopen landerijen maar bevonden hebben, dat de bedoelde maatschappij eigendomtitels noch mid delen bezit. De voornaamste burgers van Alamos, onder wie de burgemeester, hebben zich bereid verklaard de onge- lukkigen, die geen Engelsch kennen, hij te staan. Uit Valparaiso wordt aan de New- lork Herald gemeld, dat er te' Santiago groote ongerustheid iieerscht over de té verwachte uitspraak van den krijgsraad, voor welken de gewezen officiereu be trokken in de kortelings ontdekte sa menzwering terecht staan. Er wordt gevreesd dat een deel der beschuldigden ter dood en andere tot deportatie ver oordeeld zullen worden. Schiedam, 21 December 1892. TWEEDE KAMER. Zitting van (Dinsdag 20 December. In de eerste plaats kwain in behandeling de suppl. Vesting-begrooting voor 1892. De heer Seret vereenigde zich zoowel wat de technische uitvoering van de linie betreft, als wat de zoetwatervijvers aangaat, met het stelsel van den Minister in tegenstelling met dat van den generaal Den Beer Poortugael, wien hij er een ernstig verwijt van maakte, dat hij op de wijze als hij gedaan heeft, openlijk in het strijdperk is getreden met den Minister van Oorlog. De heer De Ras daarentegen achtte't, met 't oog op de afwijkende opinie van den heer Dsn Beer Poortugael, eu waaraan hij veel ge wicht hecht, niet raadzaam, om thans den eersten termijn toe te staan voor een uitgave van f 1.100,000 voor de zoetwatervjjvers, waar omtrent een opvolgende Minister weder een andere meening kan zijn toegedaan. De heer Schimmelpenninck v. d. Oye vereenigde zich daarentegen met de door den Minister zaakrijk eh helder ontwikkelde plan nen, die hij geheel afgescheiden van zijne denk beelden van legervorming beschouwde. De heer Rutgers spreekt in 't breede cri- tiek uit over de tegenwoordige inrichting dei- stelling van Amsterdam, waarbij hij, wat de hoofdzaak betreft, de aansluiting van het wes telijk front aan de Noordzee, zich met het stelsel- Den Beer vereenigt. De heer Conrad ging de technische moeilijk heden na welke aan de uitvoering van 's Mi nisters plannen voor den aanleg van de zoet watervijvers verbonden zijn en gaf eenige middelen aan de hand om het boezemwater voor Amsterdam drinkbaar te houden. De heer Yan Vlijmen vereenigde zich in hoofdzaak met de plannen der Regeering die een verderen mogelijkeu aanleg van forten niet praejudicieeren. De heer You Löben Seis ging mee met 's Mininister plannen betrekkelijk de zandop- lioogingen die onvermijdelijk zijn geworden. Maar wat de zoetwatervijvers betreft, was hij bevreesd dat de Kamer daardoor gebonden zou worden aan de cijfers op de nieuwe begrooting om de inrichting der forten, in verband met die vijvers terwijl bovendien door den aanleg van die vijvers zonder meer, zonder zorg speciaal voor eene goede prise d'eaude agressieve kracht der linie niet zal verzekerd zijn. De Minister, van Oorlog zijne voordracht verdedigende, wees er op hoe de goedkeuring daarvan zal kunnen strekken om tijdig de aan bestedingscontracten gereed te maken. Hij verdedigde zich tegen het verwijt alsof hij zonder aanleiding met generaal Den Beer Poor tugael in debat was getreden. Hij moest dit doen en heeft het gedaan zonder eenig geheim te schenden. Wat de voltooing der stelling betreft, het komt voornamelijk aan op de sluiting der linie en daarover zijn allen het eens, terwijl omtrent de zoetwatervijvers de genie-autori teiten nog heden-morgen hun oordeel hebben gezegd. Het amendement-Ccnrad om f 100.000 voor de zoetwatervijvers voorloopig totdat een nader onderzoek zal hebben plaats gehad niet toe te staan, werd aangenomenmet 73 tegen 17 stemmen, zoodat slechts het crediet is toegestaan voor de zandophoogingen in de stelling. Het wetsontwerp werd daarna aangenomen met 68 tegen 21 stemmen. De Suppl. Begrooting van Oorlog voor 1892, hiermede in verband staande, werd goedgekeurd. De algemeene beraadslaging werd toen geo pend over de Begrooting van Oorlog voor 1893. De heer Seret motiveerde zfjn ongunstig oordeel over 's Min. beleid, welk oordeel nog is versterkt door het achterwege blijven van de regeling der tractementen en pensioenen voor de officieren, door de uitbreiding van de verloven der miliciens. Ten onrechte verheft de Minister zich op het bekende Noodwetje terwijl de lof voor de mobilisatie-maatregelen vooral toekomt aan den energieken chef van den generalen staf eu aau 's Minister voorgan ger Als spr. mocht stemmen vóór de Begrooting zal 't niet zijn als blijk van vertrouwen in den Minister. De heer Travaglino wilde voor de R. K. militairen vrijstelling van dienst op hunne feestdagen, even goed als de Israëlieten die genieten. Door herstel van den verplichten kerkgang zullen alle gemoedsbezwaren worden opgeheven. Heden-avond voortzetting. Avondzilting van (Dinsdag 20 (December. In de avondvergadering van Dinsdag, wer den de algemeene besohouwingen over de B e- grooting van Oorlog voortgezet. De bear Van der Schriek, bij alle per soonlijke hoogachting voor den Minister, ont wikkelde tegen diens voorstellen, maatregelen en inzichten, velerlei bedenkingeu, voorop stellende, dat hij aan een goed geoefend, ge disciplineerd en geleid leger, de voorkeur gaf boven verkorten diensttijd. Vooral de lang durige verloven aan de miliciens, keurde spr. af. Innig dankbaar daarentegen was hij voor de verhooging van het subsidie aau de Ver- eeuigiug„Trouw aan Vaderland en Koning". Hij hoopte, onder toejuiching der Kamer, dat de „vétérans dercorés" die. gebrek lijden, wel dra tot de legende in Nederland zullen behooren. De heer De Ras, hulde brengende aan de buitengewone werkkracht ven den Minister, die in moeielijke omstandigheden eene zware taak heeft te verrichten, had echter ook zeer over wegende bezwaren, welker oplossing zelfs zijne stem over de Begrooting zal bepalen tegen het naar huis zenden der miliciens, vóór zij behoorlqk geoefend zijn. Hij had ook be zwaar tegen het hooge eindcijfer. Onder het gelach der Kamer protesteerde hij tegen de ontblooting van Zuid-Limburg (van garnizoen). De daarmtde beoogde strategie, „gaat een ge woon menschenverstand te boven." De heer Levy achtte uitstel van de rege ling van den staat van oorlog en beleg (art. 187 Gwt) niet voldoende gemotiveerd. Zoolang die regeling niet heeft plaats gehad, blijft het militair strafrecht een brokstuk. De heer A. Mackay (wiens stem vóór de Begrooting geen votum van vertrouwen zal zijn) maakte het den Minister tot een ernstig verwijt, dat hij, luisterende misschien naar den raad van den heer Van Houten, het groote doelorganisatie van de levende strijdkrach ten. onder allerlei kleinere organisatiën bedelft. Waarom is alles blijven liggen, wat 's Min. voorganger heeft nagelaten Waarom de wet ten op den staat van oorlog en beleg niet mede ingediend De Kamer hoopt ze terug te vin- deu in Februari. Vóór alles, moeten wij ove rigens goede soldaten krijgen, dat is meer waard dan de organisatie van de landmacht. Allereerst is noodig een sterk leger, anders heeft men ook aan de stelling van Amtterdam niets. Eu wat baten vele lichtingen met on geoefende soldaten Wij hebben echter op dat oogenhlik zelfs geen zekerheid van zeven lich tingen. De geheele mobilisatie zal niets baten als wij geen manschappen hebben. De hear Schimmelpenninck v. d. Oye verweet den Min. dat hij in zijne begrooting telkens vooruitloopt op latere organisatiën en plannen. Daarom zou spr. stemmen voor alle, of bijna alle amend, van de Comm. v. Rapp. De heer Van Houten achtte door hat be sluit van Zaterdag jl., omtrent do marine, de toestand parlementair eu financieel veranderd, ten nadeele van het Ministerie. Wij kunnen het hooge eindcijfer der militaire begrootingen niet volhouden zonder belastingverhoogiug. Men mag, om den buitenlandschen vqand, den bin- nénlandschen niet over 't hoofd zien. Na Za terdag overal steun te hebben gezocht, bij de sterkste militaristen en bij de ministerieelen in buitengewone dienst, verleent zij haar niet de hulp van „gewone ministerieelen". Hij wil geen tollenaar zijn van de militaristen aan de overzijde. Als protest tegen de opdrijving der militaire uitgaven, zou hij tegen de Begroo ting stemmen. De heer Van Vlijmen roemde de bijzon dere activiteit des Ministers, en waardeerde diens practischen blik ter zake der regeling van de oefeningen. Het langdurig verlof aan miliciens is niets nieuws, en is bovendien fa cultatief gelaten ter bevordering van de korps- kommandanten. Ten opzichte der dislocatie en mobilisatie, acht hij 't met den Minister beter, de kavale- rie te plaatsen in Limburg en de artillerie meer achterwaarts. Maar Maastricht moet niet ontbloot worden van infanterie. De heer K i e 1 s t r a verdedigde ook den Mi nister. Evenals de vorige sprekers, wees hij op 't gewicht der maatregelen voor de mobi lisatie en was Hij den Min. dankbaar voor zijne zucht tot gemeen overleg bij de Noodwet, die nu althans tot 1895 dnurt, terwijl men vroeger telken jare tijdelijke maatregelen moest nemen. Laat men overigens geen voorbarige critiek uitoefenen over wetten, die nog moeten ko men. In weinige maanden kan de Minister toch het leger niet weerbaar makenOok ter zake der winterverloven heerscht groote over drijving. Het geldt hier een noodzakelijke proef, die ook voor de zeemilitie en voor Indië goed werkt. De korps-kommandanten klagen niet over gemis van practische bruikbaarheid, maar voor de gezinnen en de financiën was de maatregel goed. De klimming van het eind cijfer spruit voornamelijk voort uit pensioenen en hier goedgekeurde organisatiën. De heer Van der Kaay verzette zich te gen de afstemmingspolitiek van den heer Van Houten, maar raadde den Min. aan, zooveel mogelijk tot bezuiniging mede te werken. De heer B o r e e 1 nam met warmte de partij van den Minister op, tegen z. i. onbillijke aanvallen. De Minister verdedigde in 'tbreede zijn beleid, den klem leggende op 't betoog, dat hij niet stil heeft gezeten, maar gewerkt heeft met kracht. Hij klaagde over onbillijke beoor deeling, verklaarde dat het effect der proef met de winterverloven, eerst zal blijken het volgend jaar, als de militie met 1 Maart ou der de wapenen komt. Het leger gaat onder de verloven volstrekt niet achteruit. De Min. zal zooveel de dienst 't toelaat, de katholieke militairen in staat stellen hun gods dienstplichten te vervullen. Herstel van het verplichte kerkgaan is echter niet mogelijk. De wensch van den heer Levy zal de Min. nog eens aan den Min. van Justitie onder werpen. Blijkt de noodwet niet te voldoen, dan kan 's Ministers opvolger, door een klein wetje het cijfer van 5 (lichtingen) dat de Min. bij zijn optreden vond, weer veranderen. Aan de heeren Van Houten en v. d. Kaay vroeg de Min., of Oorlog moet stilstaan omdat Marine 3 schepen heeft gekregen Op hunne bepaalde vraag antwoordde de Minister niet, omdat dit het geheele Ministerie raakt. De heer Rutgers motiveerde zijne stem tegen de Begraoting. Na replieken werd tegen middernacht het algemeen debat gesloten. Aan hot commissariaat van politie zijn als op straat gevonden aangebracht of aangegeven een nieuw lederen kindér- schoentje (Molière) een oude parapluie, een stalen rozenkrans, een bloedkoralen oorbelletje met goud, een glacé-hand schoen en een sleutel. In de zitting van den Gemeenteraad op gisteren waren ingekomen verschil lende missives van Ged. Staten dezer provincie, ten geleide van door hen goedgekeurde raadsbesluiten, o. a. het goedgekeurde raadsbesluit van 6 dezer, regelende de verdeeling en bezoldiging der onderwijzers en onderwijzeressen aan de openbare lagere scholen, allen aangenomen voor kennisgeving, en een missive, eene opmerking bevattende om trent de in afschrift toegezonden dooi den raad bij zijn besluit van G dezer vastgestelde verordening op het rijden binnen deze gemeente met verzoek om door wijziging dier verordening aan de gemaakte'bedonkingen tegemoet te komen. De ontworpen pensioen-regeling voor de gemeente-ambtenaren gaf tot vele discussie aanleiding. Nadat het beginsel dat er pensioen zon worden verleend, was uitgemaakt, vroeg de heer Tak, waarom de ambtenaren niet tot dat pensioen zouden bijdragen. Het pensioen, dat hun verleend zal worden, is een gunst; zij si ij ïi daar niet op aangenomen. Nu gelooft spreker wel dat prof. Legebeke oen knap man is, maar om te zeggen, dat de gemeente het pensioen moet be talen, was zooveel kennis niet noodig; dit had spr. ook wel kunnen zeggen. Buitendien de gemeenteambtenaren zijn nog zoo oud niet en worden goed gesala rieerd; hij ziet dus niet in, waarom ze niet tot het pensioen zouden bijdragen; de „pensioenen" die tot hiertoe verleend werden, waren geen pensioenen maar gratificatiën; het was een gunst. Als spr. 40 jaar belasting betaald heeft, krijgt hij nog geen cent pensioen De heer De Groot hield daarentegen vol, dat het moeilijk ging, de ambte naren tot het pensioen te doen bijdragen. Prof. Legebeke had daaromtrenteen acht tal bezwaren ontwikkeld, dieniet over het hoofd moesten worden gezien. Ook de vergelijking met het rijk ging niet op, want het rijk staat 2/3 van het tracte- rnent als pensioen toe, en wij geven maai de helft. Nadat do heer Tak daarop nog geantwoord had, dat hij ook 2/3 wilde toestaan, mits het pensioen dan op denzelfden voet geregeld werd als bij het' rijk, repliceerde de heer De Groot nog, dat als ook wij 2/3 gingen toe staan, do lasten voor de gemeente zeker veel grooter zouden worden. Daarop kwam het eerste deel van het voorstel-Visser (de bestaande ambtenaren dragen bij tot het hun te verleenen pen sioen) in stemming de stemmen staakten (8 tegen 8). Tegen stemden de heeren Knappert, Loopuyt, Dom, Loncq, De Groot, Schuurman, Yan Erpecum en Brillenburg. Het tweede deel (de nieuw aan te stellen ambtenaren dragen bij tot het hun te verleenen pensioen.) werd daarop niet in stemming gebracht. De verdere behandeling van het ont werp werd nu tot eene volgende ver gadering uitgesteld. Het departement Schiedam van de Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid hield gisteravond eene bui tengewone vergadering. De heer G. Vis ser Bzn. opende de vergadering en ver leende het woord aan den heer dr. Bleek rode. De lieer Bleekrode herinnerde er aan, hoe hij vóór twee jaren \oor de zelfde vergadering eene voordracht had gehouden bijna over hetzelfde onderwerp. Na de zeer onbevooroordeelde schets van dr. Bleekiode zou men geneigd zijn de voorkeur te geven aan het gasgloei licht. De belangrijke proeven, die dr. Bleekrode tot bevestiging en verduide lijking zijner woorden nam, daartoe in staat gesteld door de welwillendheid van onzen stadgenoot den heer Jacs. Mak, droegen er niet weinig toe bij, de aantrekkelijkheid zijner voordracht te verhoogen. Verrassend was de uitslag, dien men verkreeg, wanneer men het nuttig eJJ'ect der verschillende soorten kunstlicht naging. Wat wij zoeken in dat kunst licht, is lichtgeen warmte; wij behoe ven daartoe D'ö/Ubronnen, geen warmte- bronnen. En toch is de hoogste kwaliteit nuttig effect, tot heden bereikt, slechts circa 10 °/0 Wel een bewijs hoe onvol-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1892 | | pagina 2