Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 16de Jaarg, Woensdag 25 Januari 1893 bureau Jsoogstraat 317. No. 4495. ALGEMEEN OYERZICHT. De "Witte Wolf 6 uil Ie to n. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÉN Naar hst Fransch van Paul Féval, IEUWE COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124. Van 16 regelst 0.60 Elke gewone regel meer0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 24 Januari '93. l)e gerechtelijke instructie van de Panama-zaak is gisteren te Parijs ge ëindigd. De rechter van instructie Dranqueville sloot het onderzoek, na voor de laatste maal de beschuldigde vijf senatoren en vijf afgevaardigden verhoord te hebben. Ook Gobron werd thans niet meer als getuige maar als Aangeklaagde gehoord. De stukken borden morgen aan den procureur der republielc gezonden. Binnen drie dagen zal het parket ze weer aan Franqueville doen toekomen, die niet later dan Vrij dag moet beslissen over de al of niet verwijzing naar de terechtzitting. In het toestemmende geval moet de Kamer van in beschuldiging stelling van het hof van appèl beslissen o. a. de ver- Wijzing der beschuldigden naar het as sisenhof. Over de aanklacht tegen Gobron wordt veel gesproken. Yoor de enquête-commissie heeft Cle- "ienceau gezegd, dat de verklaring van Gtephane een met opzet tegen hem be faamde streek van zijn staatkundigen iegenstander is. De interpellatie van -Millevoye zal vermoedelijk tegelijk met de behandeling der begrooting van bin- nenlandsche zaken Woensdag aan de urde komen. Men gelooft, dat het ge ding wegens de omkoopmg van arnbte- naren in de tweede helft van Februari v°or het assisenhof zal komen. De pro cureur der republiek zou benoemd wor den tot procureur-generaal. Volgens sommigen zal ten opzichte van Fleve- ^et en Renaut, volgens anderen zal voor Bouvier beslist worden, dat er geen grond is hem te vervolgen. lihre Parole sommeert de regee- *mg om Tirard, Magnin (gouverneur er h ransclie bank) Leon Say, Burdeau ^B'Gchild gevangen te nemen wegens De Figaro logenstraft en ho het 'ogverraaL -.'-au.Jje Jiigaro lUgOUOUdll en°ht, dat gezanten opnieuw bij den minister van buitenlandsche zaken stappen hebben gedaan ten behoeve van Szekely, den uit het land gezetten cor respondent van Buda-Pest Hirlap. De Nordd. Allg. Zeitmg schrijft in een blijkbaar van lioogerhand ingege ven bericht, dat Duitschland bereid zou zijn zich aan te sluiten bij de groote mogendheden, Engeland, Rusland, Oos tenrijk en Italië, wanneer deze hare gezanten last gaven, op grond van de te Parijs heerscliende zucht tot ver dachtmaking, waardoor ook de vertegen woordigers van vreemde mogendheden niet gespaard blijven, om den verderen loop der gebeurtenissen te volgen bui ten Frankrijks grenzen. Indien deze last gegeven werd, zou Duitschland ongetwijfeld daarmede instemmen. Vol gens telegrammen uit Parijs liep daar reeds het gerucht, dat de Oostenrijksche regeering gedreigd zou hebben haren gezant door eenen zaakgelastigde te vervangen. Volgens bericht uit Berlijn werd gis teren in den Duitschen Rijksdag bij de tweede lezing met groote meerderheid het voorstel aangenomen betreffende de eenheid van tijd. Eenige leden van het Centrum hebben er tegen gestemd. De staatssecretaris Von Bötticher zeide, dat men zich aan de eenheidstijd spoedig zal gewennen, gelijk de ervaring in Zuid-Duitscliland bewezen heeft. De loslating van den dynamietman Egan veroorzaakt in de Londensche pers zeer tegenstrijdige uitingen. De Uni onistische ziet daarin den politieleen dood eener regeering, welke de lersche partij tot eiken prijs concilieeren moet. De Standard wijst" daarbij op lïealy's jongste redevoering te Meath, waarin hij Egan's amnestie de voorloopster noemt van andere, terwijl hij ook reeds Egan's candidatuur voor het Lagerhuis voorschreef. Daarentegen beschouwt de pers der Engelsche Homerulers Egan's loslating als geen politiek precedent, maar slechts als eene individueele recht- doening tegenover eenen niet twijfel loos schuldigen man. Ondanks het algemeene gevoel van verlichting dat op de bekendmaking van de schikking tusschen dsn Khedive en lord Cromer volgde, heerscht er te Cairo toch nog bezorgdheid over den verderen loop van zaken. De houding van den Khedive, die volksbetoogingen aanmoedigt, gepaard aan zijn overmoedig iptreden inde moskee en in het theater, 11 li 1 H1 Anrl OT rlo min- prikkelt de opwinding onder de min dere klassen en het angstige gevoel onder de Europeanen. De Engelsche be ambten achten hunne positie geschokt en de vooruitstrevende hervormingen in gevaar gebracht, terwijl de Engelsche officieren eene versterking van het Brit- sche bezettingsleger als noodzakelijk beschouwen. De Times verneemt uit Cairo, dat bij des Khedives opera-bezoek de overheid buitengewone maatregelen nam.^ De po litie bewaakt het theater, terwijl troe pen in de kazerne waren geconsigneerd. De spanning duurt voort, gelijkende op den toestand in 1882. De plaatselijke pers noemt de Britsche beambten rebellen, omdat zij weigerden de ministers door den Khedive benoemd, te erkennen. Deze pers, thans versterkt door een Grieksch orgaan, welks plaatselijke invloed over wegend geworden is, beweert, dat de Khedive besloten heeft, alle Engelsche hoofdambtenaren af te danken. Hij staat volkomen onder den invloed zijner om geving. Het Journal de St. P eter sb ourg zegt omtrent de iongste gebeurtenissen in Egypte„Is" het niet merkwaardig dat in Egypte, een schatplichtig land, dat onder de suzereiniteit van den Sul tan staat, door een vreemde Mogendheid ministers worden aangesteld en afgezet De Khedive sprak in het gehoor, dat hij den Engelschen gezant verleende, van het tijdperk der bezetting. Is het vreemde vooral dat wij thans beleefden, niet uiterst geschikt om het verlangen op te wekken, dat aan de inmenging van Engeland spoedig een einde ge maakt worde Berichten uit Rome melden, dat ook het Vaticaan tengevolge der bedriege rijen bij de Banca Romano groote ver liezen lijdt. De gevangen gezette directeur der Bank, senator Torlonia, dreigt bescheiden openbaar te zullen maken, waardoor een aantal Italiaansche staatslieden in een kwaad daglicht zullen komen. Van 1875 af zouden de meeste verkiezingen met geld uit de emissiebanken betaald zijn. Bij die van 1882 zou de Banca Romana het ergst hebben moeten bloeden. Groote sommen zijn er verdeeld onder regeeringsgezinde dagbladschrijvers, bloedverwanten van ministers en afgevaardigden. De radi cale bladen beweren, dat er allerlei ont hullingen op til zijn. In verband met de dreigende minis- terieele crisis verneemt de Times uit Lissabon, dat het Lagerhuis wel-is-waar besloot de buitenlandsche schuldregeling allereerst aan de orde te stellen, maar dat de aanvoerder der Reg ener adores ver klaarde, dat daaruit niet volgt, dat zij de financieele plannen der regeering steunen zalintegendeel maakt een hou ding dier partij een aanblijven van het Kabinet zeer twijfelachtig. In den mi nisterraad, die gisteren zou gehouden worden, zou dienaangaande worden beslist. Het Portugeesche ministerie is op de been gebleven dank zij een votum dat wel niet van groot vertrouwen getuigt, maar toch het aanblijven der ministers voorloopig nog mogelijk maakt. De Kamer van afgevaardigden heeft nl. Zaterdag met 107 tegen 4 stemmen eene motie aangenomen, waarmede het Kabi net zich had vereenigd. Daarin wordt verklaard, dat het tijdstip ongeschikt is voor een votum van vertrouwen (J) De progressisten zeiden, geen vertrouwen in het Kabinet te stellen, maar het met de Regeering eens te zijn ten op- 18) naïeve lafddS'de ™-°toht ,hÜ gelooven, dat dit hij er van verwachtte "g Z0U hebben> die Nicolas Treml bleef' beslnitCa weldra streek hij met zijn 1 a staiJu; maar hoofd, als wilde hij een Uatste a°Ir" V°°r" daar verjagen en gaf zijn paard de sp^en Jean Blanc klom naar beneden en ad zwijgend naar liet Wolvenliol terug. Bij de deur van de hut zag hij iets in de zon glinsteren. Het was de beurs van den ouden edelman. Tranen verduisterden de oogen van Jean Blanc. God bescherme hem; zuchtte hij. Hij is goed, hij gelooft goed te doen. Hij ging voor de hut zitten, in gedachten verzonken. Arme, kleine heer Georgeszeide hij na een lang stilzwijgenalleen in handen van dien Vaunoy, die aan God noch duivel gelooft. Wederom zweeg hij een poos, waarna hij vervolgde Men noemt mij het witte schaap.Ik hen het schaap en die man is de wolf; moeie- lijke strijd! de wolf heeft zijn tanden; indien ik ook eens tanden kreeg.het schaap zou een wolf worden, om hen die hij liefheeft te verdedigen of te wreken. Wij zullen zien De laatste stem, welke Nicolas Treml op zijn o-oederen hoorde, was die van Jean Blanc, wiens zwaarmoedig gezang hem bij zijn ver trek als een afscheidsgroet klonk. Hij hoorde in dat lied een bedreiging weerklinken. De oude' edelman liad al zijn zielskracht noodig, en al de, aa.u het Bretonsche karakter zoo eigen, stijfhoofdigheid, om de droefheid te over winnen welke zijn hart bestormde. Hij drong de gedachte aan Georges zoo ver mogelijk terug en vervolgde zijn weg. Hij wilde niet, dat men zou weten, welken weg hij volgde, want 11a twee mijlen ver ge reden te hebben in de richting van Couesnon eu de zee, keerde hij plotseling om, reed om Vitré heen, welks sombere citadel donker afstak tegen de heldere lucht eu bereikte zoo den weg naar Laval, rechts de groene weiden latende liggen, waardoor de beek stroomt, die hier reeds den naam van de Vilaine draagt. Tusschen Laval en Vitré, op korten afstand van den burcht van Ernée, die vier en twintig iaar later zulk een groote rol zou spelen in den oorlog der Chouans, stonden op een kleine hoogte twee palen, waarvan het bovenste ge deelte was weggenomen, Die twee palen stonden ongeveer dertig meter van elkander en waren dooi grachten gescheiden, waartusschen men nog de vermolm de overblijfselen van een slagboom zag. Nicolas Treml hield zijn paard staande en ont blootte zich het hoofd. Evenzoo demi .TudeLeker. Nog eenige schreden, zeide M. de ia Tremlay, en wij bevinden ons op vijandelijk gebied, op Franschen grond. Terwijl wij ons liog op den vaderlandschen bodem bevmuen, moeten wij een gebed richten tot Onze Lieve Vrouwe van Miforêt. Beiden baden bet gebed in het Latijn. Vroeger, hernam de oude edelman, waren die palen hooger. Deze droegen een wapen schild, waarboven een hertogelijke kroon; de andere droeg op een azuren veld drie gouden leliën. Aan deze zijde van den slagboom stond een Bretonsch krijgsman, aan de andere zijde een Fransch voetknecht. De krijgslieden zagen elkander in het ge laat; de wapenschilden waren niet verder dan eenige lansenlengten van elkander verwijderd. Dreux en Valois waren gelijken. Dat was een roemvolle tijd, M. Nicolas! zuchtte Jude. Dreux is niet meer, ging Treml, wiens stem beefde, voort, en Bretagne is een Fransche provincie. Maar God is rechtvaardigHjj zal mijn arm kracht geven. Voorwaarts! Zij overschreden de oude grens tusschen beide Staten en vervolgden zwijgend hun weg. De reis duurde lang. Eerst kwamen zij te Laval, een oud leen van La Trêmoilledaarna Mayenne, dat zijn naam gaf aan den grootsten der eedgenooten; toen Alem;on, de apanage van de Koninklijke kinderen van Frankrijk. In elk dier steden hielden zij zich niet langer op dan noodig was, om hun paarden te laten uitrusten. Zij vervolgden met den meesten spoed hunne reis. Waarheen gaan wij vroeg Jude Leker zich somtijds af. Doch hij deed die vraag met luide. Indien Nicolas Treml over het doel der reis verkoos te zwijgen, dan was het niet aan Jude, om er naar te vragen. Zijn onzekerheid zou overigens met lang meer duren. Zij kwam en door Montague, toen door Verneuil, vervolgens door Dreux, en op den ochtend van den zesden dag lieten zij het vergulde hekwerk van Versailles achter zich. 1 Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1