Dagblad voor Schiedam en Omstreken. No. 4515. bureau hoogstraat 317. De Witte "Wolf. 16de Jaarg. Vrijdag 17 Februari 1893 ALGEMEEN OVERZICHT- Advertentiën voor het door ons op 19 Februari a. s. uit te geven Feestnummer worden ten spoedigste inge wacht. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÈN Bij de behandeling der begrooting van eeredienst in de Pruisische Kamer werd eergisteren eene merkwaardige minist.e- rieele verklaring afgelegd. De Centrums man dr. Porsch bracht nogmaals de voornaamste grieven der Katholieken in het midden. Al is de openbare Kul- turkampf uit, zeide hij, de stille krijg dar ondergeschikte ambtenaren duurt niettemin voort. Ook is nog geen vrede gesloten, maar gelijk de IT. Vader het indertijd zoo juist zeide, slechts de toe gang tot den vredo geopend. De Staat bemoeit zich nog met allerlei zaken van zuiver kerkdijken aard, als bisschopsbe noemingen, pastoorsaanstellingen enz., enz.; de Katholieken worden nog steeds stelselmatig uit staatsbedieningen ge weerd; de grondwetsartikelen, die hun rechten en vrijheden waarborgden, zijn nog niet hersteld, en de geestelijke orden zijn nog steeds van haar vrijheid be roofd. De intrekking der Jezuïeten wet behoort niet in de Kamer, maar in den Rijksdag behandeld te worden, doch er is buitendien nog zooveel wat de Ka tholieken grieftde oud-katholieken wet bijv., waarbij deze scheurmakers nog steeds met Katholieken gelijkstaan en zelfs over dezer kerken beschikken de staatseed voor vicarissen-eapitulaar enz., enz. Maar vooral de school De Ka tholieken dweepten volstrekt niet mot het ontwerp Von Zedlitz, maar dat het werd los gelaten als ware dat mini mum van vergelijk nog te veel, hoeft E COURANT Voor Schiedam per 3 maanden t 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2.— Afzonderlijke Nommers0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124. Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 16 Februari '93. hen ditp gegriefd. En nu meende spreker dat, in afwachting van dergelijke rege lingen, de Regeering in elk geval be hoorde te zorgen, dat in de praktijk de ondergeschikte ambtenaren binnen de grenzen der tegenwoordige wetgeving, althans de meest mogelijke tegemoet koming zouden betoonen daaraan ont breekt zeer veel. Wat de kwestie dei- kinderen van dissidenten of beslist on- geloovigen betreft, het Centrum wenscht geenszins dat zij tot het bijwonen van een zoogenaamd staatsgodsdienstonder- wijs zullen gedwongen worden want de Staat is tot het geven van onderwijs volstrekt niet bevoegd dit komt uit sluitend der Kerk toe. De minister van eeredienst, dr. Von Bosse, antwoordde op zeer welwillen- den toon, dat de Kulturkampf wel de gelijk uit was, en dat ook hij volstrekt niet van „speldeprikken" hield maar juist omdat de Kulturkampf nu geheel tot het verleden behoort, kon hij niet aannemen, dat de gemaakte stukken slechts een inleiding of ingang tot den vrede zouden wezen de tegenwoordige toestand geldt voor hem als definitief, zoodat hij op de eischen van dr. Porsch slechts weigerend kon antwoorden. Ook moest hij voorloopig zijne beschikking handhaven, waarbij de kinderen van atheïsten op de volksscholen, verplicht zijn het onderwijs in den godsdienst, dat daar gegeven wordt, bij te wonen. „Zonder God is er geen godsdienst", zeide de minister. Bij de kinderen van hen, die niet tot een kerkgenootschap behooien, moet men bewijzen, dat men in huis voldoend onderwijs in den gods dienst geeft, zullen zij vrijgesteld kun nen worden van het godsdienstig ondei- richt op de scholen. De afgevaar digde ltickert noemde deze laatste verklaring van den minister in strijd met de Grondwet en eene verkrachting van het geweten. Daarop ontvouwde de vrijheer Von Heereman nogmaals de grieven der Katholieken in t bijzonder Naar hbt Fransch van Pari. Féval, betreffende de voortdurende ballingschap der religieuzen. Ook werd nog het woord gevoerd door kapelaan Dasbacli van Trier, waarna de verdere discussie tot heden werd verdaagd. Sinds eenigen tijd doen zich in het katholieke Duitschland gevallen voor, welke bedenkelijk mogen genoemd wor den. Eenige dissidenten beginnen het hoofd op te steken en zoo was men[ er onlangs getuige van, dat in Beieren tegenover den officieelen candidaat van de centrumspartij een ander candidaat zich voor een vacant district candidaat stelde. Hetzelfde doet zich thans voor in het district Arnsberg in Westfalen, waarvoor binnenkort een verkiezing moet plaats hebben ter vervulling der vacature ontstaan doorliet overlijden van den heer Reichensperger. Door de meerder heid der Katholieken is daar di Bose candidaat gesteld, maar tegenover dezen treedt de journalist Fussangel in het veld. Fussangel is vooral bekend ge worden door zijn heftige campagne tegen den nationaal-liberalen industrieel Baare, dien hij van zeer leelijke dingen be tichtte en zeer in het nauw bracht, hoewel hij zelf in de gevangenis raakte. Het is zeer waarschijnlijk, dat Fussangel niet zal worden gekozen, maar de ver deeldheid door zijn candidatuur veroor zaakt, moet desniettemin worden be treurd. Het oordeel der Engelsche pers over Gladstone's home-rule ontwerp is, gelijk te verwachten was, verdeeld, naar ge lang van het politiek standpunt dei- bladen. Intusschen verdient liet op merking, dat terwijl de afkeurende taal der unionistischs organen, zoo be slist mogelijk luidt, aan den anderen kant de Gladstoniaansche bladen geen bijzonder groote warmte aan den dag leggen en zelfs in vele gevallen zich niet onthouden van critiek op sommige punten. Aanstipping verdient de uiting der Pall Mall Gazettedie het ontwerp kenschetst als strekkende om „Ierland tot eene Britsche kolonie te maken." Zeer in 't bijzonder hekelt voorts dit blad Gladstone's bekentenis, dat de stembevoegdheid der Iersche leden in het Rijksparlement nog geheel onom- schreven is gelaten, ja, dat dit punt eene „onverduwbare" moeilijkheid ople vert, die „al de denkende en redenee- rende vermogens" van het Huis op de proef zal stellen, en omtrent welke hij (Gladstone) zelf nog geen begrip heeft, hoe het Huis der Gemeenten haar in het oog vallen zal. Dit (zegt het blad) is een beroep ad misericordiam. Het belangrijkste punt wordt onbeslist gelaten. Gladstone zelf beweert in luchtigen trant dat het onmogelijk is tusschen zuiver Iersche aangelegenheden en rij ksaangelegenheden te onderscheiden In de vergadering gisteren door de commissie van enquête te Parijs gehou den heeft de voorzitter zich verklaard tegen een voorstel van den heer Bigot om de buiten vervolging gestelde sena toren en afgevaardigden voor zich te roepen. De voorzitter verklaarde voorts, dat de commissie het geheim zal be waren omtrent de haar medegedeelde stukken, gelijk zij beloofd heeft. Hij voegde er bij dat de commissie aan het ten einde brengen harer werkzaamheden moet denken en eenen algemeenen rap porteur benoemen. Er is daarop met 17 stemmen tegen 7 besloten een voor- loopigen rapporteur te benoemen. Met eenparige stemmen is de heer Brisson, de voorzitter, daartoe gekozen. De regeering zal bij de Kamer een wetsontwerp aanhangig maken, waarbij bepaald wordt, dat de collectieve actie van alle houders van Panama titels in de plaats treedt van de individueel in gestelde acties, welke toch het grootste deel zouden toekennen aan lien, die de eerste geweest waren om een actie in te stellen. Havas bevat de volgende nota: Men verwondert zich over de strenge maat regelen van sommige staten ten opzichte 87) Daar heb gij gelijk in, mjjn vriendalles wat ik kan doen zal ik doen. Maak mjj eens duidelijk wat gij van my verlangt. Ia de eerste plaats, antwoordde Jude, ofschoon liet reeds twintig jaar geleden is, dat ik voor het laatst een voet in het kasteel ge zet heb, zou er nog altijd iemand kunnen zijn, die mij zou kunnen herkennen, en ik heb er belang bij mij te verbergen. Het liefst zou ik er niet aankomen voor de duisternis is ingevallen. Goed, het is mooi weerwij zul len in het bosch wachten. Maar het mid del schijnt mij niet erg afdoende toewant °p het kasteel van M. de Vaunoy zijn toortsen en lampen. Dat is waar, mompelde de arme Jude treurigdaaraan had ik niet gedacht. Glimlachende hernam de kapitein Er is een middel oin dat te schikken vriend. TVij zullen ons in onze reismantels wikkelen en ik zal wel een middel vinden om u voor onbescheiden blikken te vrijwaren. Verder? Verder, zeide Jude zeer verward, verder zal ik op de eene of andere wijze trachten te ontdekken wat er van onzen jongen heer Georges geworden is. Juist, wfj zullen trachten. De avond viel, onze twee reizigers werden, zooals wjj gezien hebben, het kasteel binnen gelaten en Simonnet belastte er zich mede, hen bij zijn meester aan te dienen. In de salon bevouden zich Hervé de Vau noy, zijn dochter Alix, een jongere zuster van de Vaunoy, mile Olive de Vaunoy, en M. Béchaneil, markies De Nointel, Koninklijk in tendant van de belastingen. De kapitein werd leeds sedert eenige dagen verwacht, ofschoou de naam van den nieuwen titularis onbekend was. Zoodra Simonnet het woord kapitein genoemd had, stonden al'.e aan wezigen op en richtten allen hun blikken, van meer° of minder nieuwsgierigheid getuigende, op de deur. De kapitein kwam binnen, gevolgd door Jude, die, het gelaat in de plooien van zijn mantel verbergende, bij de deur bleef staan. Didier trad met den hoed onder den arm naar voren, met opgericht hoofd en een vrijmoedig heid en gemakkelijkheid, zooals te verwachten was van een man, volkomen met de vormen van het Hof bekend. Allen schenen ten hoogste verbaasd over zijn tegenwoordigheid op deze plaats, hetgeen zeer duidelijk, zij het dan ook op verschillende wijzen, op ieders gelaat zicht baar was. Mile Olive beet zich op de lippen, terwijl zij zenuwachtig haar waaier bewoog. Alix verbleekte en zocht steun tegen de rug leuning van haar stoel. M. De Vaunoy liet, ofschoon hij bedriege- lijk glimlachte, een zenuwachtig kuchje hooren. M. Béchaneil, markies De Nointel eindelijk, liet de jammerlijkste grijns ziet, die ooit op het gelaat van een onaangenaam verrast geldman zichtbaar was. Didier boog diep voor beide dames, een weinig minder voor M. De Vaunoy, terwijl hij den Koninklijken intendant bijna in 't ge heel niet groette. Geheel en al glimlach, ging Vaunoy den kapitein tegemoet. Lieve beste 1 jonge vriend! riep hij zoo hartelijk mogelijk uit, ik heet u dubbel welkom 1 Een voorgevoel zeide mij, dat ik u weldra als officier zou terugzien. Uw hand, kapitein! lieve hemel, uw hand Didier scheen ten zeerste ingenomen met deze hartelijke ontvangst Na beide dames de hand te hebben gekust, die van Alix zonder een woord te spreken en die van Mile Olive, terwijl hij een niets beteekenend compli ment maakte, nam hij dicht by M. De Vau noy plaats. Het bevel van Zijne Majesteit zeide hij liet. mij de keuze tusschen de gastvrij heid van mijnheer den markies De Nointel en de uwe. Ik heb gedacht, dat ik u nooit lastig zou vallen, wanneer ik voor eenige dagen uw gastvrijheid verzocht, Lieve hemel! jonge vriend, riep Vaunoy uit, juist het tegenovergestelde zou mij ge speten hebben. Ik dank u, en om maar dadelijk ge bruik te maken van uw welwillendheid, vraag ik uw toestemming om mijn bediende dade lijk naar de voor mij bestemde kamer te doen geleiden. Mile Olive bracht een in haar nabijheid op den schoorsteenmantel staande tafelschel in beweging. Uw bediende zal toch eerst wel met myn hofmeester Alain een glas drinken, zeide Hervé De Vaunoy. Bij het hooren van den naam Alain, werd Jude doodsbleek. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1