Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 16de Jaarg. Zaterdag 25 Februari 1893 No. 4522. "purecut Jioocjstraaf 317. ALGEMEEN OVERZICHT. De Witte "Wolf. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÊN: NIEUWE SGHIEDAMSCHE COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124. f 1.50 - 0.05 IIIIIUIIIIIimillHIlUIIIII Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. 24 Februari '93, De aftreding van Le lloyer als presi dent van den Franschen Senaat zou zeker geen feit van politiek belang zijn, ware het niet dat een ander verrassend feit met deze minder beduidende ge beurtenis in verband stond. Dat Ferry, „de Tongkinees", de man die doorliet Fransche volk om zijn aandeel aan den noodlottigen Tongkin-oorlog diep ver acht wordt, weder een beduidende rol in bet politieke leven zou gaan spelen, hadden zelfs de stoutste droomers niet verwacht. Jules Ferry's verleden maakt zijne waarschijnlijke verschijning tot president van den Senaat, zooals de Figaro het uitdrukt, tot de belangrijkste politieke gebeurtenis, welke zich sedert tal van jaren heeft voorgedaan de Kamerzitting van 31 Maart 1885, welke onder den indruk van de neder laag hij Langson Ferry deed vallen als een slachtoffer van de koloniale politiek en van de daarbij ondervonden teleur stellingen, heeftden tegenwoordigen candidaat van den voorzittersstoel in den Senaat een zoo geweldigen stoot toegebracht, dat hij van dat oogenblik bijna als politiek dood is beschouwd, in ieder geval als eene onmogelijke figuur voor eane in het oog loopende plaats in de politieke wereld. Ieder zal zich nog de beweging herinneren, welke in '86 alleen reeds de kans van Jules Ferry tot president der republiek te krijgen, te Parijs veroorzaakte, en nu eensklaps zoo onverwacht mogelijk uit de vergetelheid waarin hij leeft te voor schijn gehaald en bestemd om naast Carnot, Ribot en Casimir Périer den vierden presidentszetel in te nemen! De Senaat, meent de Ganloisbindt den strijd aan met iedereen, met het Elysée dat duidelijk den lieer Magnin had gepatroniseerd, met de regeering, met de Kamer, met het land, met de openbare raeening. De Intransigeant is natuurlijk woedend. Bij de Lanterue is Ferry de meest impopulaire man van Frankrijk, de meest gehate man bij het volk, en volgens den Eclair is zijn naam synoniem met verdeeldheid. Hij is het, die gezegd heeft, dat men moet regeeren tegen de helft der republikeinsche partij geen gevaarlijker keus kon de Senaat doen dan Ferry op een oogenblik als dit tot voorzitter aan te wijzen. In de Kamer van afgevaardigden werd gisteren de beraadslaging hervat over de wet op de middelen en de discussie geopend over het ontwerp betreffende de belasting op den omzet ter beurze. Yves Guyot stelde voor, het ontwerp naar eene bijzondere commissie te ver zenden. De Kamer besloot over dit voorstel te beraadslagen. Yves Guyot erkende, dat zijn voorstel gelijk staat met een tot verdaging der behandeling van het regeeringsontwerp, dat, naar hij zeide, voornamelijk ten doel heeft, toezicht te houden op degenen die in de coulissen werkzaam zijn, dat zijn meest vreemdelingen. Lam&rzelle zou bepaald willen zien, dat de wisselagen ten en tusschenpersonen Franschen moe ten zijn. De Kamer besloot tot de be handeling der artikelen van het wets' ontwerp over te gaan. De in Achter-Indië reizende prins Ferdinand van Orleans, heeft in een open brief de aandacht gevestigd op den volgens hem bedroevenden toestand in de Fransche kolonie Tongkin, waar alle energie ontbreekt om ook maar in de meest dringende behoeften te voorzien. De onlangs overleden hoofdambtenaar De Massie, zegt hij, moest zijn persoon lijk vermogen ten offer brengen om aan de tekortkomingen der Regeering zoo veel mogelijk tegemoet te komen. De Prins wil, dat de minister Ribot ein delijk eens doortastend zal optreden. De Times is van oordeel, dat Ribot zich nog wel even zal bedenken, alvorens den weg in te slaan die eenmaal voor Jules Ferry zoo noodlottig was. Naar het Fransch van Paul Féval. Aan den Standard wordt uit Bangkok geseind, dat de wrijving tusschen Fran schen en Siameezen zeer toeneemt. De Fransche consul werd na een hevige scène met den minister van buiten- landsche zaken genoodzaakt, de hoofd stad te verlaten, terwijl Frankrijk's politieke vertegenwoordiger dermate ge- boycott wordt, dat de minister-presi dent verontschuldigingen moest aan bieden. De eerstgenoemde vraagt vol doening wegens de bejegening van eenige Franschen die uitgewezen werden, of schoon zij behoorlijk van paspoorten waren voorzien, terwijl een andere Franschman aan de oostelijke grenzen werd mishandeldEen invloedrijk Fransch afgevaardigde deelde aan den correspon dent van den Standard mede, dat de herhaalde Siameesche beleedigingen ernstige gevolgen kunnen hebben Siam onderschrijft gaandeweg zijn eigen dood vonnis. Frankrijk begint de fout dei- bezetting van Tongkin in te zien, waar de Franschen voortdurend bloot staan aan den guerilla der Chineezen, terwijl een Fransch beheer van Siam veel ge- gemakkelijker geweest ware. Inmiddels spuwt de Fransche pers in Tongkin vuur en vlam tegen Siam en dringt op eene militaire demonstratie in de Mekongvallei aan. BehaHe vele Iersclie nationalisten oppert ook een steeds aangroeiend aan tal radicale leden van het Engelschs Lagerhuis bezwaar tegen het behoud van Iersche afgevaardigden in het Rijks- parlement. Gladstone zoekt op minne lijke wijze dit punt te regelen hij zou desnoods genegen zijn, het getal der Iersche afgevaardigden m Westminster na de home-rule tot dertig terug te brengen, maar dan zouden zij mogen medestemmen over alle behandelde onder werpen. Buxton deelde in het Lagerhuis mede, dat Martin, Engelsch resident in Swazi land, na zijn terugkeer uit den Congo- staat een onderhoud zal hebben met de Koningin-Regentes, om haar te verze keren van de vriendschappelijke ge voelens van koningin Victoria. Deze verzekering zal volstrekt geen staat kundig doel hebben, en niet strekken om de Koningin-Regentes over te halen tot eene wijziging in of tot intrekking van den toestand, die bij de tractaten van 1884 en 1890 aan de Swazis ver zekerd is. De minister Asquith droeg, als eerste stap tot de scheiding van Kerk en Staat in Wales, de eerste lezing van een wetsontwerp voor, waarin bepaald wordt dat het scheppen van nieuwe beneficiën voor de Kerk in Wales gedurende een bepaalden tijd geschorst wordt. Gorst stelde als amendement voor, het wets ontwerp te kenmerken als eene onge legene en onrechtvaardige stap, zoo lang het parlement het beginsel der scheiding van Kerk en Staat niet aan genomen heeft. Nadat het voorstel-Gorst met 301 stemmen tegen 245 verworpen was, is de wet in eerste lezing aan genomen. De voorloopige hegrooting van ont vangsten der schatkist werd gisteren in de Italiaansche Kamer tot den 31n Maart verlengd. In antwoord aan Ti- lopanti zeide de minister Giolitti, geen kennis te dragen van oproerige kreten door pelgrims in de St. Pieterskerk geuit. De bedevaarten zijn het bewijs van 's Pausen vrijheid Italië zal de wetten van den Staat doen eerbiedigen. De Kamer verwierp na discussie met 197 tegen 92 stemmen een voorstel Agini, om de handelingen van het mi nisterie ten opzichte der banken in handen eener commissie te stellen. Het nieuwe Portugeesche ministerie heeft zich gisteren voor de Cortes ver toond. De minister-president Ribeiro heeft in de Kamer het programma der regeering ontvouwd. Zij kent de moei lijkheden van den toestand. Er worden aangekondigd eene amnestie voor poli tieke en persmisdrijvenontwerpen tot 43) Nog dezen nacht! dadelijk! riep Vaunoy op harden toon uit. Iets zeg mij, dat de tegen- woordigheil van dien man een gevaar of een ongeluk is. Volgt mjj. Lapierre had wel willen opmerken, dat naar alle waarschijnlijkheid de kapitein en zfju knecht op dit uur sliepen, doch de toon. waarop Vaunoy gesproken had, liet geen op merking toe. De beide dienaren stonden op, Vaunoy open de zonder geraas de deur van zijn kamer en alle drie begaven zich in den gang, die de twee vleugels van het kasteel met elkander verhond. Na eenige schreden te hebben gedaan, bleef Hervé staan en drukte zijn hofmeester sterk op den arm. Zij slapen niet, zeide hij zacht, daarbij op een lichtend punt wijzende, dat aan het andere einde van den gang in de duisternis blonk. Dit schjjnsel kwam werkelijk uit de kamer van den kapitein. Wat kunnen zij op dit uur doen? her nam Vaunoyindien zij met elkaar praten, dan zullen wij luisteren. Het een of ander woord zal mijn vrees wel doen ophouden of deze wettigen. En indien ik reden heb om te vreezen, indien hij alles weet of indien hij slechts vermoedt, bij den hemeldan zal zijn opdracht hem niet redden Langs den muur slopen zij verder, de hof meester, geheel wakker geworden, vooraan. Bij de deur gekomen, gluurde hij door het sleutelgat. Jude lag geknield voor zyn bed en bad; hjj verborg zijn gelaat in beide handen. Meester Alain kon hem dus niet voldoende zien. Na enkele seconden eindigde de oude stal meester zijn gebed en stond op. Het volle licht viel op zijn gelaat. Plotseling richtte de hofmeester zich op. Ik ken dien man zeide hij. Vaunoy duwde hem terug en gluurde op zijn beurt door het sleutelgat, doch hij zag niets meer dan de roode, walmende pit van de toorts, die Jude had uitgedaan alvorens zijn legerstede op te zoeken. Lieve hemel! mompelde hij, zich weder oprichtende. Gij zegt, dat gij hem kent Wie is hfj Meester Alain trachtte zich te herinneren. Ik ken hem, ik heb hem vroeger gezien, zeide hij eindelijk; maar waar, wanneer? Ik weet het niet, het moet lang geleden zijn. Vaunoy vloekte, de wijsgeer Lapierre Wacht tot morgen, dan is het licht. Heeds voor het aanbreken van den dag was Jude ontwaakt. Stil stond hij op, ten einde zijn meester niet wakker te maken, die nog sliep, zooals men slaapt op vijf en twintig-jarigen leeftijd na een lange en ver moeiende reis. Ofschoon de schemering nog met doordrong in de dikke duisternis van de lange gangen, vond Jude er toch den weg zonder te moeten zoeken. Hjj was op het kasteel geboren en had er veertig jaren gewoond. De groote trap, die naar de eerste ver dieping voerde links latende liggen, bereikte bij de huishoudkamer, en ging toen een smal- len gang in, die naar de bediendenvertrekken voerde. Veel was veranderd in de gewoonten op La Tremlay, doch de bediendenvertrekken hadden hun oorspronkelijke bestemming behouden. Zonder deze omstandigheid zou het uitmunten de geheugen vaii Jude hem weinig hebben geholpen. Drie deuren in den zijgang ging hij voorbij, aan de vierde klopte hij. Men kan wel als zeker aannemen dat Goton Rehou, de huishoudster, op dat uur gewoonlijk geen bezoeken ontving. De goede vrouw was zestig jaar en op dien leeftijd vreezen huis houdsters alleen de dieven. Zij sliep of hield zich slapende: Jude kreeg althans geen antwoord. Hij klopte opnieuw en harder. Gerechte hemel! riep de oude vrouw met schorre stem, staat het kasteel in brand Ik ben het, Jude, Jude Leker, fluisterde deze nog altjjd kloppende. Goton was niet vreesachtig. Zij nam een stok en ging naar de deur om deze open te maken, ofschoon zij geen woord had verstaan van alles wat Jude had gezegd. Ik zal het maar wagen, mompelde zij; als het Wolven zijn, welnu! Dan zal ik tot hen spreken van den ouden Treml, en zij zullen aan geen stroohalm raken in het huis, dat eens het zijne wasindien het gees ten zijn Zij maakte het kruisteeken en bleef stil staan. Doe toch openzeide Jude. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1