Binnenland. den Kilimandjaro wordt voorgesteld, dat de Engelsclio en de Duitsche com missaris teruggeroepen worden om zekere onderdeelen te regelen over welke zij het niet eens zijn, en hunne resnectieve regeeringen te raadplegen. Wat Oeganda betrof, de regeering doorzag volkomen de verplichtingen, haar door de tegen woordige omstandigheden en door de uit zichten met betrekking tot de toekomst opgelegd, en zij is besloten die ver plichtingen te vervullen. - Fowler ver zocht de eerste lezing van een ont werp tot het vestigen van parochie- en districtsraden in Engeland en Wales krachtens geheime verkiezingen door zei ven verkiesbare mannen en vrouwen. In eene meelfabriek te Lichfield in Illinois heeft gisteren eene vreeselijke ontploffing plaats gehad. Door ontvlam ming van het meelstof werden 40 nabu rige huizen vernield twee elevators, bevattende 200.00 bushels graan en 12 spoorwegwagens zijn verbrand. Overal in den omtrek zijn de glasruiten gebroken Tal van personen zijn door het instorten der huizeu ernstig gekwetst, doch alleen de fabriekant zelf is dood. De schade wordt op 1,150.000 d. geraamd. Het Leeningsplan in den Raad. 'De Vergadering, gisteren door den Raad de zer gemeente gehouden, leverde eenige belang wekkende incidenten op, die eene nadere be spreking wel verdienen. Terwijl de dempingswerken, waarvan de aanbesteding den 23 Februari 11. reeds heeft plaats gehad, reeds in vollen gang zijn, moes ten de gelden voor dit werk nog worden ge vonden. Zij zouden als gewoonlijk, door eene leening verkregen worden, en B. en W. had den dan ook een ontwerp-plan gereed gemaakt voor eene geheel zelfstandige leening van f68.000 nominaal, rentende 3'/, pCt. 'sjaars. Het denkbeeld van den heer Van Erpeeum, om deze leening uit te schrijven als 2e serie op de leening van f 188.000 kon bij de verga dering geen bjjval vinden. Algemeen bleek men de opvatting van den heer Dom te dee- len, dat de reeds uitgegeven serie van f 70.000 dier leeniug in geen geval hoven de later uit te geven serie bevoordeeld zou wezen, omdat de aflossing loopt over 't geheel der f188.000, zoodat ook de nog onuitgegeven aandeelen der latere serie daarin zouden deelen. Nadat aldus was uitgemaakt, dat het zou zijn eene zelfstandige leening, had de Raad te beslissen of er zou geleend worden 4 3 pCt. of 4 3'/j pCt. De heer Maas bepleitte, met het oog op den achteruitgang van den rentestandaard, het denkbeeld eener 3 pCt. leening, daarbij wij zende op het voorbeeld van Haarlem, dat nog onlangs eene leening van 6 ton 4 3 pCt. had gesloten. Met dit denkbeeld kon de heer Dom zich niet vereenigen. Hij wees er op, dat wfj hier te doen hebben met eene kleine leening en dat de inschrijvers allicht op den koers zouden verhalen, wat zij aan rente zouden verliezen. Ook de heer Hoogendam vreesde, dat bjj een rentevoet van 3 pCt. ver beneden pari zou worden ingeschreven. Het voorstel van den heer De Groot, om het betrokken leeningsplan in handen eener raadscommissie te stellen, opdat deze zou be rekenen of 3 of 3'/. pCt. voordeeliger was, wekte eeuigszins de verontwaardiging van den heer Dom. Die rekening zoo verklaarde bedoelde wethouder konden B. en W. even goed maken. Wil men alles in handen van raadscommissiën stellen, dan kan men het ge heelegemeentebestuur wel commissariaal maken. De heer De Groot wijzigde daarop zijn voor stel in dien zin, dat B. en W. zouden worden uitgenoodigd, de betrokken rekening te ma ken, het ontwerp zou dan worden aangehouden, totdat hun rapport bjj den Raad zou zijn in gekomen. Hfj zag zijn voorstel echter niet voldoende ondersteund, zoodat het geen onder werp van beraadslaging kon uitmaken. De heer Dom betoogde daarop, dat wanneer de voorstellen der oppositie werden aangeno men, wij wel konden uitscheiden met dempen; want dan krijgen wij het geld niet. Als er a 3 pCt. geleend wordt, zullen wij hij inschrij ving tot lageren koers meer moeten leenen en zullen wij ook meer hebben af te lossen. Nadat dc Raad door verwerping van het voorstelMaas den heer Dom had gerustge steld, kwam de heer Maas nog even op de zaak terug. Hjj vatte de opmerking van den heer Dom zoo op, dat wij op de leening van f68.000 niets hebben te missen, maar ook al wordt er 4 3'/, pCt, geleend, zijn wfj niet ver zekerd het volle bedrag' te krijgen. Daarom zou hij willen zien vaststellen, dat men f68.000 effectief zou leenen. De Voorzitter meende, dat de heer Maas huiten de orde ging en meende hem er aan te moeten herinneren, dat nu artikel 7 aan de orde was. Pardon, mfjnheer de voorzittter, antwoordde de heer Maas, ik heb voorgesteld in art. 1 te bepalen, dat er f68.000 effectief zou geleend worden. Met blijkbare verontwaardiging sprak daar op de heer Maas zijne, ontevredenheid uit over het feit dat dit voorstel zoo laat bij den Raad werd ingediend, deze er geene wijziging meer in kon brengen. Het argument, dat het geld op 1 Mei noodig is, achtte hij eene onge hoorde pressie op den Raad. De Raad moet vrij zijn en maar niet overal ja en amen op behoeven te zeggen. De Voorzitter antwoordde heel laconisch, dat daarin reeds de gemeentewet voorziet. Toen het voorstel—Maas met 10 tegen 7 stemmen was aangenomen, sprak de heer Van Erpeeum den wensch uit, het ontwerp naar Burg. en Weth. terug te zenden, opdat deze in de gelegenheid zouden zijn een ander in te dienen. De heer De Groot meende aan de geopperde bezwaren te gemoet te komen, door voor te stellen, dat het effectief bedrag, „zoo nauw mo gelijk" zou genomen worden. In ieder geval, meende de heer Hoogendam, moest men nu met de zaak voortgaan. Hoe wel hij apprecieerde wat de heer Maas had gezegd, geloofde hij, dat het staken der be handeling ons in de meest onaangename po sitie zou brengen. Dat Let voorstel zoo laat was ingekomen, betoogde de heer Dom, was daaraan te wijten, dat het vooruit niet te zien was, dat wij zoo spoedig met de zaak klaar zouden komen men leent geen geld in December of Januari, als men het eerst in Mei denkt noo dig te hebben. Aangenomen, dat dit waar is, repliceerde de heer Maas, hadden B. en W. ons toch wel in Januari liet plan voor kunnen leggen; de tijd, waarop het geld moet gestort worden, kon dan nader bepaald worden. Nadat het voorstel—Van Erpeeum, om de zaak aan B. en W. te renvoyeeren, was ver worpen, meende de voorsteller, dat de Raad niet beter kon doen dan op zijn besluit terug te komen en art. 1 onveranderd aannemen, zooals het door het Dag. Bestuur was voor gesteld. Daartoe werd dan ook met 14 tegen 3 stemmen, de heeren Maas, Schuurman en Den Breems, besloten. De overige artikelen, waarin o.a. de uitgifte, de aflossing enz. geregeld wordt, welke in de Schied. Couranten zal worden aangekon digd^ gaven slechts aanleiding tot enkele op merkingen. Den heer Van Erpeeum, die vroeg of de bepaling dat de coupons na vfjf jaar ver jaard zonden zijn, la mart sans phrase was, en er geen exceptie voor brand als anderszins zou gemaakt worden, werd geantwoord, dat die bepaling in alle leeningsplannen voorkomt. Het ontwerp-plan der leening werd daarop met 14 tegen 3 stemmen aangenomen, zooals het door B. en W. was voorgesteld. Schiedam, 22 Maart 1893. Aan het commissariaat van politie zijn als op straat gevonden aangebracht: een spoormandje, een armband van zwarte koralen op laken, er. een beursje met f0.45. Aldaar zijn tevens terug te bekomen vijf in de Gfroote Kerk achter gebleven parapluies. De Burgemeester van Schiedam, ge zien de wet van den 30n December 1887 Staatsblad no. 255) betreffende onderstand (ondersteuning) aan mindere geëmployeerden, vaste werklieden en bedienden, op daggeld werkzaam bij inrichtingen van 's Rijks zeemacht en op 's Rijks werk vaartuigen, niet val lende in de termen van art. 2 der wet van 24 Juni 1854 Staatsblad no. 92) Gelet op art. 6 van het Koninklijk Besluit van den lOn Januari 1888 (Staats blad no. 3), houdende bepalingen nopens de betaalbaarstelling der bij eerstge noemde wet toegekende ondersteuningen1; Maakt bekend dat de attestation de vita tot ontvangst van bedoelde onder steuningen, in het begin van ieder kwar taal, op de werkdagen van des voor middags 10 tot des middags 12 ure, ter Secretarie der gemeente verkrijgbaar zullen zijn. In de vergadering van den Gemeen teraad op gisteren waren nog ingekomen de volgende stukken eene missive van den heer J. M. van der Schalk Jr. met bericht dat de benoeming tot lid van bet burgerlijk armbestuur door hem wordt aangenomen, kennisgeving, adres sen van M. F. L. van Antwerpen, A. Bakker, B. Beukers, A. Bezemer. A. Boer, C. II. den Boer, K. van den Bout, J. Brinkman, P. J. Brökling, II. van Dijk, P. Dijkman, G. Gagestein, H. van Gent, J. J. Gouka, 0. Ileus, T. van Harmelen, J. Hoek Jaczn.. J. O. Hoek, C. J. van der Hoeven, H. Joosten, B. Jurgens, H. Kiela, C. I'. Klein, P. Kool, L. Kroskinsky, J. J. II. Kruining, 11. Landsbergen, A. Lens veld, J. Mer- ten, Jae. van der Moer, W. van der Most, J. J. de Munnik, A. Kieuw- straten, J. Penniugs, 11. Peters, A. J. van de Poel, D. A. van de Poel, D. Paardekamp, J. W. Paardekamp, II. de Reus, II. L. Roijgersberg, W. F. H. Robat, F. W. Roelman, Q. Rovers Jr Q Rovers Sr T. Rutgers, W. Rijke, J. B. F. Schaap, H. A. S. Schrijnemakers, J. D. Stooker, M. Straathof, L. Tak, A. Timmermans, C. en C. van dei- Touw, P. Verplakken, G. Verver, G. J. van der Vlies, W. van der Vlies, H. van Vliet, J. van Vliet, J. van Vliet,. J. F. WesselFz., M. Winkelman, W.Wis man en N. van Zanten, met verzoek respec tievelijk om ontheffing of vermindering van aanslag in de plaatselijke directe belasting naar het inkomen, dienst 189'' 1893, overeenkomstig het bepaalde in art. 20 der verordening op de heffing dezer belasting, werden bezwaarschriften voor zooveel noodig in banden gesteld, om onderzoek en advies, van de in dat art. bedoelde raadscommissie. Behalve deze stukken, die reeds tor visie hadden gelegen, waren later inge komen de volgende stukken. Van Ged. Staten dezer provincie eene missive hou dende bedenkingen tegen de verordening op bet gebruik en de bescherming van gemeentegrond en gemeente-eigendom men, ia banden gesteld van de comm. van fabricage, van Burg. en Weth. ont werp leglemont voor de kolenraeters- wegers met bijbehoorende memorie van toelichting, ter visie gelegd ter behan deling in eeno volgende vergaderingrap porten van curatoren van bet gymna sium en van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs op de voor stellen tot vermindering der ko'ten van het hooger en middelbaar onderwijs, ter visie gelegd om daarop bij behan deling van genoemd voorstel voor zoo veel noodig te letten. De beide laatst genoemde stukken zullen tevens in druk aan de leden worden rondgedeeld en op genomen in het gedrukt verslag der handelingen. Adres van B. G. G. Verhoeve, om plaatsing van zijn naam op de lijsten der kiezers van loden voor do Tweede Kamer der Staten Generaal, de Provin ciale Staten en den Gemeenteraad, en een adres van H. de Vringer Hz.,adjunct commies ter gemeente-secretarie, om van de kiezerslijsten te schrappen den daarop voorkomende naam van B.J .G. Verhoeve; beide adressen werden ter visie gelegd ter behandeling in eene volgende ver gadering. Adressen van A. P. van der Burg, J. Blijenburg, H. J. Gremer, N. vanGerven, E. de Goederen, H. F. Homan, II. J. W. van 't Hull, J. H. Keiser, W. F. Kern- per, 0. M. Knoop, H. Kool, J. A. Kros kinsky, S. van Loenen, N. van den Marei, J. van Marion, J. G. Sandker, W C. van der Schalk, A. Slagmolen, K. Sneijders de Vogel, J. 0. van Steen- borgen, J. S. Steens, II. Vogt, M. J. Vredebregt, G. J. van Waardenburg, J. Weuneker, J. G. van den Werka, M. J. Wouterlood, J. van Wijk en J. J.Zoetmulder Dz., betreffende hunnen aanslag in de plaatselijke directe be lasting naar het inkomen, dienst 1892--™ 1893, waaromtrent dezelfde conclusie werd genomen als omtrent de reeds ver melde adressen van gelijke strekking. Het Gymnasium t8 Schiedam. Onder bovenstaanden tit^l lezen wij in den Tijd het volgende ingezonden stuk van den beer M. Hom, leeraar aan de Hoogere Burgerschool en bet Gymnasium alhier. Vergun mij eene kleine plaatsruimte naar aanleiding van een corresponden tie uit deze stad, voorkomende in bet nummer van gisteren van uw geacht dagblad. De schrijver namelijk van die correspondentie is zoo belachelijk ver van de wijs, dat zijn stukje niet onbeantwoord mag blij ven, daar er even veel onjuistheden als m dedeelingen in staan. lo. „Door eenige leden van den Ge meenteraad is, met bet oog op den treu- rigen toestand der gemeentekas, ingediend een voorstel tot opheffing van bet gym nasium. Onjuist, Jo voorstellers meunen dat bet nut niet opweegt tegen de kosten zij willen voor bet geld daarom een of meer inrichtingen in liet leven roepen, die volgens hen meer nut stichten dan bet gymnasium, 2o. Dit wordt- bezocht door 26 leer lingen, die een minerval van f60 be talen." Onjuist, hetgymnasium wordt bezocht door 27 leerlingen, die een minerval van f70 betalen. ^Jo. „Deze inrichting kost der ge meente circa jaarlijks f 20.000." Erger dan onjuist, gewoonweg belachelijk, wane bet gymnasium kost de gemeente f9387, een kleine vergissing dus van Men duizend zes honderd gulden. 4o. „Een der leeraren, de heer M. Horn, beeft, tengevolge van het ingediend voorstel, een brochure geschreven", enz. Ook dat is onjuist, want de brochure is van het gezamenlijk leeraren-perso- neel en door ondergeteekende slechts onderteekend als secretaris der vergade ring van rector en leeraren. Op dit stukje wordt door de redactie van Be Tijcl de volgende bemerkingen gemaakt [Hoewel wij ter wille van de onpar tijdige voorstelling der feiten de opname van bovenstaand stukje niet wilden weigeren, wenschen wij toch op to mer ken, dat de bewering, als zou onze correspondent belachelijk ver van de wijs" zijn geweest, ons voorkomt, een belachelijke overdrijving te wezen. Het eenige punt, waarin hij liet nogal ver mis zou hebben gehad, betreft de op gave der jaarlijkscbe kosten, waarop bet gymnasium aan de gemeente Schie dam zou komen te staan. Wij ver moeden echter dat bij nadere beschou wing het verschil tusschen de f 20,000 van onzen correspondent en de f 9387 van den lieer Horn voor een groot gedeelte zal verdwijnen. Immers, wij achten het waarschijnlijk, dat de sa. krissen der aan bet Schiedamsche gymnasium aangestelde leeraren niet aanzienlijk lager zullen zijn dan die van hun collegaas aan gymnasiën en hoogere burgerscholen in gemeen ten van denzelfden rang. Nu zijn met het onderwijs der zeven-en-twintig leerlingen van het Schiedamsche gym nasium belast elf (zegge en schrijve elf leeraars), van welke zes den docters- titel voeren en vijf ook nog aan de hoogere burgei'school les geven. Neemt men aan, dat de zes leeraren, uitslui tend aan het gymnasium verbonden (onder welke de rector en de conrector) gemiddeld f2000 salaris genieten, dan komt men voor hen alleen reeds tot een hooger bedrag dan de f9387 van den heer Horn, plus de minervalia of schoolgelden van de 27. Blijven nog de, salarissen der vijf overige leeraren, plus de huur of do kapitaalrente voor het gebouw, het onderhoud daarvan, de uit gaven voor leermiddelen, enz. enz., alles bijeen zeker aanzienlijk meer dan het be drag van de rijks-subsidie. Zóó belachelijk ver zullen dus de gezamenlijke kosten wel niet van de f 20,000 van onzen correspondent verwijderd blijven. Wel licht, dat deze nog aanleiding vindt, het door hem genoeinda cijfer nader toe te lichten, waartoe wij hem, natuurlijk, de gelegenheid openstellen. De heer Bernhard Dessau, de gevierde Rotterdamsche violist, die zich op het laatste concert van S. M. Orpheus al hier, deed hooren, heeft zich voorgesteld 26 April a. s. in Musis Sacmm alhier, eene musicale soiree te geven, en heeft zich daartoe de medewerking weten te verzekeren van mej. Moorrees, concert zangeres te Breda, den heer Georg Rij ken (piano) en Schiedams Mannenkoor Orpheus. De indruk, die de heer Dessau bij zijn laatste optreden voor het Schie damsche publiek heeft achtergelaten, is zeker nog geenszins uitgewischt wie zou er niet naar haken dien gevierden violist nogmaals te iiooren, en genieten van zijn meesterlijk spel? Wij achten het dan ook overbodig onzen lezers aan te sporen te teeltenen op de lijst, die de heer Dessau doet circuleeren de namen èn van den violist èn van do medewerkers zijn ons borg, dat ons een avond van kunstgenot te wachten staat, waarvan zeer velen gretig zullen ge* bruilt maken.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 2