Binnenland. gespoord voor het geval de home-rule mocht tot stand komen. Volgens een telegram, aan de Herald uit Valparaiso gezonden, zijn de regee- ringstroepen, die aan de troepen van Castilhista uit Rio de Janeiro ter hulp waren gezonden, door de opstandelingen verslagen. Het verlies am dooden wordt aan heide kanten op 600 geraamd. Berichten uit Honduras melden, dat de omwenteling er zegeviert. Eenige ver spreide atdeelingen soldaten gaan nog met vechten voort, maar hun tegenstand werkt niets uit. Generaal Bonilla re geert en wordt gesteund door de vroe gere volgelingen van generaal Leiva. Schiedam, 6 April 1893. Had „Orpheus" ons met zijn laatste concert door de fraaie uitvoering der opgevoerde nummers een heerlijken avond bezorgd, niet minder was dit gister-avond het geval. De eerste afdeeüng werd geheel in beslag genomen door de Frithjofsage van Max Bruch, dat uitstekend werd ge zongen, waardoor de verschillende eigen aardige passages, die het geheele toon werk als doorwemelen, ten volle tot haar recht kwamen. Waren de koren dus zeer goed, de solo-partij en waren eveneens in uitstekende handen. Mej. Stuifzand zong de partij van Ingeborg op eene voortreffelijke wijze, zoo moge lijk schooner nog, dan wij met reden van deze gevierde sopraan mochten ver wachten. Haar „grüsse mir Erithjol" sneed door de zielzóo dieproerende toonen hooren wij niet dagelijks. Ook de partij van Erithjof werd door den heer Domhoff goed vertolkt. Mochten we in enkele momenten zijn geluid ook iets zwaarder hebben gewenscht, vooral wanneer hij de koren moest domineeren, over 't geheel mag zijne vertolking van Erithjof geroemd worden. De voordracht was zeer goed, terwijl de heer Domhoff blijk gaf te beschikken over een bariton geluid, dat zich bij voortgezette studie zeker voortreffelijk zal ontwikkelen. De passage, waarin Erithjof op het graf zijns vaders dezen smeekt, hem zijn laatsten wil te doen weten, welke hem als een lichtbeeld aan den hemel wordt te kennen gegeven, werd o. a. zeer goed gezongen. Hot quartet in scène IV, werd ook voortreffelijk uitgevoerd. Vooral de inzet „Sonne so schön" van den eersten tenor klonk zeer schoon. Een woord van hulde dient ook gebracht aan het dameskoor, dat zich uitnemend van zijne taak kweet. Alles te zamen genomen, werden de verschillende scènen uit den Erithjof zóo gezongen, dat mmi zich geheel in den tijd der Vikings meende verplaatst men aanschouwde den tempelbrand, men weeklaagde met Ingeborg ovsr haar droevig lot, men voer met Erithjof ter zee. Het Priere avant la bataille van E t- S o u b r e, dat op veelvuldig en ver- eerend verzoek door „Orpheus" weder op het program was gebracht, werd zoo mogelijk nog beter dan de eerste maal ten gehoore gebiacht. Glansrijk werden de eigenaardige moeilijkheden van deze compositie overwonnen, ieder bleek zijn partij volkomen meester. Het da vei end applaus waarmede dit nummer werd be loond, was dan ook alleszins verdiend. De liederen, door mej. Stuifzand in de tweede afdeeling gezongen, mochten eveneens een on verdeelden bijval ge nieten. Du rothe liose auf griiner Ilaid beviel ons beter nog dan Mainachi van Brahms. Het eerstgenoemde werd zoo schoon weergegeven, zoo prachtvol ge nuanceerd, dat het applaus niet ver stomde vóór mej. S. een bisnummer ten beste gaf, waartoe zij koos Serenade van Sam. de Lange. De zeldzame buig zaamheid van stem van mej. S. leent zich bij uitstek tot de eigenaardige toon zetting van deze Serenadezoodat deze dan ook werd gezongen op eene wijze, zooals het niet beter kan gewenscht worden. In 't IVoud van Richard Hol, waar mede het program werd besloten, is een compositie, die, hoewel niet nieuw moer, nog steeds in verrukking weet te bren gen. Natuurlijk bracht de uitstekende vertolking daartoe het hare bij, en de wijze, waarop de solopartij werd ver vuld, werkte er toe mede een fraai geheel te vormen. Enkele passages wa ren treffend schoon, het schoonst van alles klonk o. i. bet koor in No. 3 „zweeft op dan met ons lied, gij won dervolle klanken", wat sohoone, zoet vloeiende melodie is in deze passage weergegeven Brengen wij nog een woord van hulde aan den heer Anton Rijken voor de verdienstvolle wijze, waarop hij hei, dikwijls zeer zware accompagnement vervulde. Voorzeker, „Schiedams Mannenkoor Orpheus" mag met voldoening op de uit voering van gister-avond terugblikken. Het valt niet te miskennen, dat de laatste uitvoeringen blijk hebben gegeven van eene energie, die zoowel de leden als den volijverige» directeur, den heer Georg Rijken en het Bestuur bezielt, welke energie zeker voor de naaste toekomst rijke vruchten zal schenken. Ter gelegenheid van den verjaardag van H. M. de Koningin zullen aan de verschillende regimenten infanterie nieu we vaandels worden uitgereikt. In verband met de invoering der comp tabiliteitswet in de Westindische kolo niën is door den gouverneur van Suri name uitzending van ambtenaren ge vraagd, bekend met de op 1 Januari 1894 in te voeren bepalingen. Het Bataviaasch Handelsblad schrijft: „De politieke toestand in Atjeh blijft even treurigvan toenadering geen sprake. Blijven wij vasthouden aan de politiek van ons met den pretendent- sultan niet in te laten en T o e k o e O e m a r, die meer en meer blijkt dooi- zijn persoonlijkheid en zijn familiere- latiën een bizonder grooten invloed onder het Atjehsche volk te hebben, te negeeren van deu kant der vijan dige partij daarentegen wordt een werk zaamheid aan den dag gelegd, welke alle hoop op toenadering in de naaste toekomst doet verdwijnen. ,Zoo brutaal is die partij opgetreden, dat zij ons nu bestookt op ons grond gebied nl., in de Tamiangsehe dis tricten, een lOtal jaren geleden door den Pangeran van Langkat aan ons afgestaan. En het ergste is, dat zelfs de inlandsche hoofden dier districten, aan wier trouw en goede gezindheid voorheen niet getwijfeld is, gemeene zaak maken met den vijand." Het begint er dus met onzen ver- overings-tocht naar Atjeh steeds droe viger uit te zien. Straks gaan de At- jeliers nog op een veroveringstocht naar onze bezittingen uit en zijn de rollen omgekeerd Volgens officieele berichten hebben de Nederlandsch-Indische troepen, die strijd voeren tegen Nja Makam in Ta- miang, een succes behaald op deAtjehers. De Amst. Crt. ontving gister-morgen uit Medan (Deli) het bericht, dat onze troepen slaags zijn geweest. Het aantal dooden aan onze zijde bedraagt 5 aan de zijde van den vijand 60. „De bende werd uiteengeslagen en de vijand trekt terug." Naar de Java-Bode bericht, heeft het oud-lid der Tweede Kamer de heer J. P. Th. Van Nunen, onlangs na een zesjarig verblijf in Nederland, naar Indië teruggekeerd, thans buitenlandsch verlof aangevraagd, daar hij lijdt aan een overprikkeling van het zenuwge stel, waardoor vertrek uit Indië nood zakelijk werd geoordeeld. De heer Van Nunen is reeds met.vrouw en dochter per Prins Hendrik naar Euro pa vertrokken. Een nieuw staaltje van inbrekers bru taliteit is het volgende Op den hoek van de Posthoornsteeg en Wijnstraat te Rotterdam is in het benedenhuis gevestigd het café van den heer W. A. Van Meetoren, hetwelk des nachts onbewoond is. Blijkbaar dit we tende, hebben een paar personen Woens dag-nacht zich tot den kelder van de inrichting, welke aan de Postboonrsteeg uitkomt, toegang verschaft door een houten bint te verwijderen. Eenmaal in den kelder, is meD van daar, door het openmaken van een luik, binnenshuis gekomen en heeft men toen alles nagesnuffeld. Gelukkig was niet veel waarde achtergelaten, zoodat de inbrekers zich hebben moeten vergenoe gen met het medenemen van een heelen- en een halven-liter 's maat, wat sigaren en 27V2 cent, die men in de lade had achtergelaten. Eenflesch, die op de toon bank gestaan had, dronken zij leeg. De daders zijn onbekend. De ontvreemde maten zijn door een bewoner van de Kikkersteeg uit den Coolsingelopgevischt en bij de politie in de Pauwensteeg ge deponeerd. Maasmonde. Van geachte zijde schrijft men ons: Als een kind wordt geboren, hebben doorgaans de ouders reeds vooraf over wogen en bepaald, welken naam zij het geven zullen. En met reden, want een naam is zoo'n onverschillige zaak niet. Nu staat er evenwel in onze buurt een kind geboren te worden, dat, zoo er nog niet bijtijds voor gewaakt wordt, groot gevaar loopt van zonder vooraf gaand overleg en als bij toeval een leelijken en ongepasten naam te bekomen. Dat kind, dat nu reeds noemenswaardig is en mettertijd, naar wij hopen, zich een goeden en grootschen naam in de geschiedenis van Rotterdam zal verwer ven, is zijne voorstad aan de duinen. Van den eerlang te openen spoorweg wordt ons telkens bericht, dat hij loopen zal tot aan den H o e k v a n Holland; een omslachtige, leelijke en onjuiste naam. Hoek van Holland zijn drie woor den, een mond vol, en laat men ter be korting de twee laatste weg, dan houdt men eenen naam over, dien reeds meei dad éen dorp draagt. Bovendien verstaan de topografen onder Hoek van Holland veel meer dan de pkiats waar, rondom het station, het dorp zal verrijzen, en zij zullen die benaming voor do gansche streek ook in het vervolg kwalijk kun nen missen. Welke naam dan? Behoeft het nog gezegd? Het spreekt haast van zelf: Maasmonde. Leg den klemtoon op de tweede lettergreep, evenals in Maassluis, Maasdam enz. Maasmonde is kort, duidelijk, aan de ligging der plaats gepast, door geen ander dorp nog in beslag genomen, na verwant aan den naam van den tweeling IJmuiden. Boven dezen heeft hij voor dat bij aan onze hedendaagsche, niet aan de middel- eeuwsche taal ontleend is. Wie IJmuiden hoort zeggen, zou, als hij niet beter wist, vermoeden dat het dorp met het Noord zeekanaal, waaraan het ligt, uit den tijd van Karei den Groote dagteekent. Wie van Maasmonde hoort spreken, verneemt reeds uit den naamvorm, dat het grootsche werk, waaraan Rotter dam's voorstad haar ontstaan heeft te danken, eene schepping is van den nieuwen tijd. Zijn wij allen het hierover eens, en dat kan haast niet anders, dan ligt het, dunkt mij, op den weg van de Kamer van koophandel om voor de officieele naamgeving te zorgen. Zij zorge dat de landsregeering aan den Terminus van den eerstdaags te openen spoorweg den door ons gekozen naam hechte. Meer schijnt niet noodig; de rest volgt van zelf. Maar er is haast bij de zaak. Want heet het eindstation eens Hoek van Holland, dan zal het, vrees ik, naderhand ondoenlijk zijn die benaming, hoe omslachtig ook, weer uit den mond des volks te verbannen. (A. li. Ct De werkzaamheden voor het hoofd- stationsgebouw van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij te 's-Gra- venliage zijn thans zoover gevorderd, dat men hoopt den hoofdingang naar het perron door den tunnel, in het midden van het nieuwe gebouw, over eenige maanden voor het publiek open te stellen. Op last van don hoofdcommissaris van politie heeft de lieer J. L. Wery Woens dag-middag in het hoofdcommissariaat te 's Graven hage een cursus in de Ste nographic volgens het stelzel Stolze-— Wery geopend, waaraan vijf ambtenaren van de recherche deel nemen. Te Gouderak was mond- en klauwzeer uitgebroken bij eenen veehouder, die verzuimd had van deze ziekte kennis te geven bij den burgemeester. Dientenge volge werden eenige runderen in beslag genomen en werd proces-verbaal opge maakt. Uit Pijnakker wordt aan de Del/lsehe Ct. geschreven Door de afbraak van de Hervormde kerk alhier in het vorige jaar en den bouw van een geheel op zich zelf staand nieuw bedehuis, is ook onze oude scheeve dorpstoren op zich zelf komen te staan. Nu de gemeente als eigenares dien stoenen reus doet restau- reeren,blijkt op nieuw,dat de afgebroken kerk op haar beurt een vroegere heeft vervangen. De borstweringen van het gesloopte gebouw toch waren van zoo genaamde reuzenstecnen, waarvan som mige beschilderd, en ook het onderdeel des torens is van dat zelfde materiaal opgebouwd. Bij bet wegbreken van den lossen kerkmuur, die tegen den toren aanstond, is de moet voor den dag ge komen van den nok dier oudste kerk. Kerk en toren schijnen vroeger in ro- maanschen stijl te zijn opgetrokken, het welk blijkt uit den plompen vierkanten vorm en de blootkomende rondbogen. Naderh .nd is bij het bouwen der nieuwe kerk de toren blijkbaar verhoogd. Im mers het bovendeel des torens is in klei nen steen eningothischen stijl opgebouwd. Van die oudste kerk is de westelijke muur blijven staan en bij de vergrooting heeft men er een stuk opgemetseld. Het tegenwoordige bovenstuk van dien nU weldra afgebroken west-muur stond los tegen den toren aan, terwijl het meer omlaag éen geheel is, dat den slooper heel wat moeite kost. Uit alles blijkt, dat onze toren van zeer ouden datum, is, wat de verbazende afmetingen (muren van meer dan een meter dikte) en het kolossale bouwmaterieel reeds lang de den vermoeden. Dinsdag-avond is te Leiden in deStads- zaal een feestviering gehouden ter eere van het gouden 'priesterschap van Z. H« Paus Leo XIII. De feestavond begon met de uitvoering van Handel's Hallelujawaarna piot. Erman, van het Seminarie van Katwijk een ieestrede hield, terwijl ten slotte een cantate werd voorgedragen, met woorden van prof. J. A. De Rijk, van 't Seminarie te Hageveld en muziek van pastoor M. J. A. Lans van Schiedam, atgewisseld of geïllustreerd door onder scheiden tableaux vivants. Een en ander maakte een diepen indruk. Gister-avond zou de feestviering her haald worden en zou de weieerw. heel' Lohmeijer, kapelaan te Leiden, de feest rede houden. Het Algemeen Nederlandsch Werk lieden-Verbond hield gedurende de beide Paaschdagen te Amsterdam zijn gewone jaarvergadering onder voorzitterschap van het Tweede Kamerlid de heer B. B- Heldt. Het verbond telt thans 21 afdeelin* gen met 2176 leden. „Het Algein* Nederl. Begrafenisfonds" verkeert goeden staat. Het telt 8209 leden. Van April tot ultimo December is voor over leden personen uitgekeerd f 4296. 111 heel is reeds uitgekeerd f 68.423. 1 In zake de aanhangige kieswet de volgende motie van de afdeeling Haarlem aangenomen. „Het Algemeen Ned. Werklieden verbond, betreurende dat de Gron wet bepalingen bevat welke eel* algemeen kiesrecht uitsluiten, dring krachtig bij de regeering aan op neming der ontwerpen zoodanig,

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 2