Dagblad voor Schiedam en De Duitsche Keizer te Rome. No. 4575. bureau ^oogstraat 317. EERSTE BLAD De Witte Wolf. 16de Jaarg. Zondag 30 April 1893. nviju» PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN Feuilleton. Na va hst Fbansch van Paul Fèval, NIEUWE SCHIE E COURANT Voor Schiedam per 3 maanden^ t 1.50 Franco per post. door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nummers 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet vau 28 Juni 1881 [Stsbl.) No. 124. Van 1 6 regelst C.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Yoor de tweede maal in een tijds verloop van nauwelijks vijf jaren be zoekt de Duitsche Keizer, de beheerscher van het nieuwe Duitsche Kijk, uit de puin- hoopen van het oude Roomsche rijk ge sticht, de Eeuwige Stad, d« stad der Cesars en der Pausen, waar vóór vele eeuwen de eerste Duitsche Keizer kroon en scepter ontving uit de handen van den Verheven Plaatsbekleeder van Hem, Die als de Eeuwige Oorsprong van alle gezag door alle eeuwen wordt gehuldigd. Groot en opvallend is het onderscheid tusschen eerstbedoeld keizerlijk bezoek, door den machtigen beheerscher der Franken te Rome gebracht, en de her haalde komst van den Keizer van het nieuwere Duitsche rijk in de Eeuwige Stad, die reeds zoovele vorsten binnen hare muren zag. Toen op het Kerstfeest van het jaar 800 Karei de Groot e knielde aan de voeten van Paus Leo III, vond hij den Vader allei geloo- vigen in den vollen luister van zijne hoogepriesterlijke en souvereino macht. De Kerk, uit de duisternissen der Cata comben en het geweld der langdurige vervolging getreden, zag de eerste Ro meinsche keizer, die het kruis op zijne kroon verhief, wijken voor den Stede- kouder van Hem, die hem in dat kruis de overwinning had beloofd. Aldus legde Constantijn den grondslag voor die veel- kesproken tijdelijke macht des Pausen, welke later door Pepijn en Karei met ket zwaard heroverd, in den loop der eeuwen aan zooveel wisselvalligheden was blootgesteld, en als de zon aan het firmament steeds in nieuwen glans schit terde, als hare belagers dachten, dat zij voor goed was onder gegaan. In onzen tijd zien wij opnieuw een Duitsch keizer naar Rome opgaan, maar onder geheel andere omstandigheden als die, welke den vorst van het oude Room- sche rijk naar Rome dreven. Rome, door de revolutie verscheurd en verdeeld, is als den Janus der oudheid een wezen met dubbel aangezicht. De eene zijde biedt de Duiischen vsrst het beeld van de eerbiedwaardige traditiehet oude Rome met zijne eeuwenoude monumenten en kerken, de hoofstad der wereld, de ver blijfplaats van den grooten Vredevorst, in Wiens geestelijk gebied de zon nooit ondergaatde andere kant vertoont hem de type van eene mis lukte nabootsing der moderne hoofdste den, het zoogenaamde lioma Intangïbele, de hoofdstad van het nieuwbakken Ita- liaansche eenheidsrijk, 'twelk waggelt op zijne op zaüd gebouwde grondslagen. Dit tweevoudig Rome is het doel van 's Keizers komst. Zoowel het oude als het nieuwe Rome trekt hem aan; im mers, noemt hij den overweldiger van het nieuwe Rome zijn vriend en bondgenoot tegen de vijanden die zijn rijk van buiten bedreigen de hulp van den beheerscher van het oude Rome kan hij niet ontberen in den strijd tegen de vijanden der open bare orde die de kracht van zijn rijk inwendig ondermijnen. Zoo ziet zich dus de machtige Bonds vorst van het Duit sche rijk genoopt, zijn aandacht aan liet dubbele Rome te wijden.; Hoe zal hij de heide machten van dit verdeelde rijk gelijkelijk voldoenhoe zal hij de eene het' hof maken, zonder de andere te mis hagen Het was het moeilijk vraagstuk dat hij dezer dagen had op te lossen, de on verkwikkelijke openbaring van die gewichtige kwestie welke secleit jaren vorsten en staatslieden het hoofc. doet breken, en die zich in hare scherpe resolutie doet kennen als de Romeinsche kwestie, die sinds de overweldiging van Rome alle andere vraagstukken overheerscht. Want neen, de Romeinsche kwestie is niet afgedaan, niet van de groote 95) Marie gehoorzaamde lijdelijk, evenals een kind, dat /onder er tegen te morren de beve- len van zijn meester volbrengt. Het laken werd onder Didier doorgeschoven, ®n dit 1 j de vier hoeken nemende, lichtten zij haar Wenden last op. Zij wankelden onder het gewicht. Toch gingen zij moedig de lange gangen van het kasteel in. Van alle kanten hoorde men het lachen en ringen van de Wolven, die, gelukkig, zich ernstig bezighoudende met drinken, den af tocht van de jonge meisjes niet verhin derden. Zonder den minsten tegenstand gingen zij door de sombere, lange gangen van het kasteol en bereikten het plein, waar zij den kapitein op den grond legden om een oogenblik adem te scheppen. Marie hijgde en beefde. Alix ademde zacht en scheen niet vermoeid. Haar gezellin be schouwde haar met bewondering, vermengd met schrik. Wat is dat? vroeg mile. De Vaunoy op een voorwerp wijzende, dat zich bij den muur bewoog. Een paard, antwoordde Mane. Terwijl ik over het plein dwaalde, is een bediende uws vaders het daar komen vastbinden. Wy zullen dus den sleutel van den stal niet noodig hebben. Wat die van de buiten deur betreft, de Wolven zullen er ongetwijfeld wel voor hebben gezorgd, dat wij ook die kun uen missen. Nog een poging, Marie. Zij namen hun last weder opna vele vergeefsche pogingen, gelukte het haar einde lijk den kapitein op het paard te krijgen, ter wijl Marie, die eveneens het paard besteeg, hem ondersteunde. Ga nu, myn zuster, zeide Alix, ik heb gedaan wat ik doeu moest, liet is nu verder aan u om ons werk te voltooien door een schuilplaats voor hem te vinden- Marie boog zich voorover, mile. De Vauuoy kuste haar op het voorhoofd. Gij zijt goed en edelmoedig, freule, fluis terde Marie. Ik dank u voor hem en voor mij zelve. De Wolven hadden werkelijk de deur open- wereldagenda afgevoerd Zij, die zich vooistelden haar door de eerste komst des Duitschen Keizers van die agenda af te voeren, hebben zich deerlijk be drogen gezien. Nog prijkt zij daarop met gloeiende letteren, nog doet zij zich in al hare zwaarwichtigheid gevoelen, meer nogzij vordert in verhoogde mate de aandacht van vorsten en vol len, sinds de Duitsche keizer zelf al een dwang, al het pijnlijk knellende, ïecft ondervonden van den toestand door het noodlottig dualisme in 't leven geroepen. De Keizer, die om aan de rechtmatige eischen van den Paus te voldoen, zich moest onderwerpen aan een heiemmerend ceremonieel, dat niet anders dan onaangenaam kon zijn in de oogen van het Italiaansche Hof tei- wijl hij, om zijn vriend en bondgenoot te' helioven, hem een eer bewees, die slechts pijnlijke gewaarwordingen kon opwekken bij de Pauselijke curie, bevond zich in een moeilijk parket. Die moei lijke, gedwongen houding, heelt hem zeker herinnerd aan het historisch woord van den groorin Constantiju, dat Rome geen plaats biedt voor twee vorsten, maar er slechts éen als zijn waren ko ning en heerscher kan huldigen. Zou aldus de veelbesproken Roomsche reis van den Duitschen keizer niet tot geheel andere resultaten kunnen leiden dan die, welke de voorstanders van het moderne Italië er zich van hebben vooi- gesteld Moest dan Keizer Wilhelm zelf te Rome komen om de volle waar heid in zake het Romeinsche vraagstuk te ervaren? Van de daken heeft men het verkondigd, dat Rome door den vrijen wil des volks, in het plebisciet vertolkt, onder den scepter van het Huie van Savoye was overgegaan, met eer biediging van de verheven positie van den Paus, wien hij afzonderlijke wet eene koninklijke behandeling was ge waarborgd. En wat moest de Duitsche Keizer te Rome ontwaren? Dat het Huis van Savoye zoo weinig van zijne positie in de Eeuwige Stad zeker is, het zich-zelf en zijne hooge gasten hij de komst des Duitschen Keizers door een dubbele haag soldaten deed bescher men, terwijl de militaire muziek aan heide kanten van den stoet ging, om alle oneerbiedige kreten te overstem men. Verder ontwaarde de beheerscher van het Duitsche rijk, dat het Romein sche volk, de onverbasterde Romeinen, zich in grooten getale op zijn weg naar het Vaticaan verdrongen en hem toe juichten, omdat hij den waren koning van Rome, den Paus, zijne hulde ging brenger, terwijl de Italiaansche repti- liënpers knarste van spijt en woede over de beleefdheid en de égards den Paus bewezen, en het hem euvel duidde, dat hij na zijn bezoek ten Vaticane, niet aanstonds naar het Quirinaal reed. Zoo kreeg de Keizer het beeld van het dubbele Rome in al zijne scherpe, afschuwwekkende trekken te aanschou wen. Zal het hem overtuigd hebben van de onomstootelijke waarheid, dat de Revolutie hier liet leven schonk aan een gedrocht, dat hoe eer hoe beter van het aardrijk behoort te verdwijnen Van zijn scherpen blik en eerlijk, vast beraden karakter mogen wij het met grond verwachten. Maar eenmaal tot de overtuiging gekomen, dat te Rome een onhoudbare toestand heerscht, zal de Duitsche Keizer, die in zijne kort stondige regeering reeds tot meerdere ingrijpende zaken het initiatief nam, wellicht ook met betrekking tot de Romeinsche kwestie het initiatief nemen tot een ingrijpende daad, die niemand van hem had verwacht. De omstandig heid, dat hij als bondgenoot van den Italiaanscheu vorst een eigenaardige positie inneemt, die sommigen als een onoverkomelijk bezwaar achten, zou in tegendeel van zijnen kant juist tot zulk een daad kunnen leiden. In 't eigen be lang van den bondgenoot zal de Duit sche Keizer de verbetering moeten wen- schen van een toestand, die de positie gelaten. Alix sloeg met de vlakke hand op het kruis van het paard, dat onmiddellijk ver trok. God wake over hem, zeide zy. Toen ging zy op de steenen bank zitten, die naast de deur stond. Intusschen was Alain, min of meer ontnuch terd door de verscluining van de dochter zijns meesters, M. De Vannoy verantwoording van het negatieve resultaat van den nachtelyken aanval op Didier verschuldigd. De oude hofmeester had moeite zijn heer te vinden. Deze had reeds bij het begin van den aanval zijn kamer verlaten, had zijn paard doen zadelen, hetzelfde paard, dat op dit oogen blik met Marie en Didier door het bosch draaf de, en daarna, vertr mwende op de maatregelen dié genomen waren om de maréebaussées en oldaten onmachtig te maken, was hij de Wolven tegemoet gegaan en had hen m per soon naar de schuur geleid, waar de met het geld geladen voertuigen onder dak waren ge bracht. Dit gedaan zijnde, rekende hij er op te paard te stijgen, en in een draf tot Hennes door te rijden. Zjjn plan, hoe eenvoudig ook, was daarom niet minder behendig. Het zou natuurlijk schij nen, dat Didier, gedurende den aanval ver moord, bezweken was bij de verdediging van de hem toevertrouwde fondsen. Alleen de Wol ven zouden zekerlijk van dezen moord beschul digd worden, feu hij, Vaunoy, het eerste te Rennes aankomende, om van de overrompe ling mededeeling te doen, zou niet de minst bedroefde zijn over deze ramp, die aldus een veelbelovend jeugdig officier in den bloei des levens wegrukte. Tot zelfs de bekende vermetelheid van Di dier was een waarschijnlijkheid te meer voor de lezing, die de meester van La Tremlay van het gebeurde zou geveu. Deze laatste was dan ook volkomen zeker van zyn zaak. Zijn eenige zorg, of liever zijn eenig verlangen, was dan ook slechts om een twee tal mijlen tusschen zich en ziju nieuwe vrien den, de Wolven, te stellen, daar hij zeer ge gronde redenen had om huu oogmerken ten zijnen opzichte te wantrouwen. Na gedurende twee uren vergeefsche po gingen te hebben aangewend, om aan de waak zaamheid van zijn gevaarlijke gezellen te ont snappen, was hem dit toch eindelijk gelukt, en bereikte hij al tastende het plain, om daar te paard te stijgen, toen hij en Alain in de duis ternis op elkander stootten. Reeds hij de eerste woorden van den hof meester stond Vaunoy als door den donder ge troffen. Didier leefde. Al het overige was dus verloren moeite. Wordt vervolgd./

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1