Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 16de Jaarg. Zondag 28 Mei 1898. No. 4597. "•Bureau J^oog^traaf C£ 31.7. Een tweetal bijdragen in zake de pensioneering yan werklieden. Filips II en Don Carlos. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIÉN: ii. NIEUWE SGH HE COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht yan den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 StsblNo. 124. l|||llllllllliUHli!iiili)iini Van 1 6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Den lOden April van het vorige jaar hield de Ned. 11. K. Volksbond zijne derde Centrale Vergadering. Op de agenda stond een voorstel betreffende eene pensioenregeling voor oude werk lieden. Lang en hevig werd gestreden over de vraagIn hoeverre mag ol moet naar katholieke beginselen de Staat zijn invloed laten gelden bij deze regeling Het gevolg der discussie was, dat de Vergadering zich onbevoegd verklaarde in deze een oordeel uit te spreken en besloot h«t voorstel in handen te geven aan eene commissie van onderzoek, te vormen uit rechtsgeleerden, Godgeleer den en werklieden. Een verzoek, des betreffende aan eenigen onzer beste man nen gericht, werd met de meeste be reidwilligheid aangenomen en onder het hooggewaardeerd voorzitterschap van onzen voormaligen Minister van Jus titie, Jhr. Mr. Ruys van Beerenbroek, aanvaardde en volbracht de commissie haar moeielijke taak. Nu ons dezer dagen van bevriende zijde het bondige en zakelijke rapport dier commissie werd ter hand gesteld, kwam het ons niet onnut voor, naast de meening van anderen, welke wij de eer hadden uit deze courant te leeren kennen, ook eens de meening dier al leszins bevoegden te plaatsen en in wijden kring bekend te maken. •Jfi Al degenen, die belangstellen in het lot van den arbeider Godlof, hun aantal is niet gering en groeit dagelijks onder den lichtgevenden en koesteren den gloed van 's Pausen woord, wenschen den ouden werkman iets an ders in de hand te leggen dan een min of meer vernederende aalmoes. Zij wen schen zijn ouden dag te veraangenamen, door hem ook dan nog te laten genie ten de zoete vrucht van eigen arbeid, in heter dagen gewonnen en bespaard. De ervaring, zoowel in andere landen al3 hier opgedaan, bevestigt, dat de zorg voor zijn ouden dag niet aan den werk man zei ven kan worden overgelaten, zonder gevaar, de meeste werklieden in een toestand van treurige afhankelijk heid, vernedering en armoede te bren gen. Verschillende oorzaken werken daartoe samen. Is dan de wensch naar verplichte pensioneering van den arbei der een ziekelijke uitwas van valsch en overdreven medelijden te noemen Zou de vervulling van dezen wensch den werkman eer nadeel dan voordeel aanbrengen Kan men zich eenvou dig van deze zaak afmaken met de bewering, dat bij den gedrukten toestand van handel en nijverheid, het loon onmogelijk zóó kan geregeld wor den, dat den matigen spaarzamen werk man behalve zijn dagelijksch onderhoud een rustigen ouderdom verzekerd worde Zou men den toestand gezond durven noemen, die den ouden werkman toe vertrouwt aan de noodzakelijkerwijze ontoereikende zorgen van openbare en particuliere liefdadigheid Wij gelooven, dat ieder zulks ten sterkste zal betwij felen en huldigen ten volle het begin sel, door bovongenoemd rapport uit 's Pausen encycliek afgeleid: „Wij be schouwen het als geheel in overeen stemming met de eischen der mensche- „lijke natuur en der billijkheid, dat de „totaal opbrengst van den arbeid, ver dicht met de voll# werkkracht, die „eenen normalen mensch gedurende zijn „levenstijd ten dienste staat, toereikend „moet wezen voor zijn onderhoud ge durende geheel zijn leven derhalve „niet slechts voor den tijd, dat een „norm ile mensch voldoende werkkracht „pleegt te beziten, maar ook voor het „levensdeel, waarin zij hem pleegt te „ontbreken." Critisch-Geschiedkundige beschouwing door L. L. 3) Allsen Bilderdjjk dorst het schreven, „ner gens vi' tic men spoor of schaduw van eenige bijzond re betrekking tusschen Filips' zoon en de Koningin". Nuyens zegt in 't algemeen, dat van alles wat men in de veroordeeling van Carlos door Filips vindt opgeteekend door vijandige schrijvers, niets waar is. Doch dit is zeker, dat niet Filips' vrienden dit verhaal hebben rondgestrooid, en zoo kunnen wij daar uit afleiden, wat fanatieke haat die lieden be zielde, die zelfs de weinige eer, welke den bedorven zoon nog overbleef, ten offer bi acn- ten aan een demonischen zucht om den ka- Wanneer men dit gezonde beginsel aanneemt, heeft men te gelijkertijd het antwoord op de vraag Uit welke mid delen moeten de kosten eener werklie- den-pensioneering bestreden worden Wie moet de verzekeringspremie be talen De Staat de werkman of de werkgever Volgens bovengenoemd beginsel is het duidelijk dat de verzekeringspremie moet worden voldaan door het surplus van het loon, wat juist daarvoor den werkman verstrekt wordt. Dat beginsel gedoogt derhalve nietdat de betaling der premie geschiede uit de Staatskas. Immers wanneer de premie moet. vol daan worden uit het arbeidsloon, dan kan van den Staat de betaling dier premie niet gevorderd worden, wijl hij den ai beider volstrekt geen arbeidsloon schuldig is om de eenvoudige reden, dat hij in verhouding staat tot den werkman, niet als werkgever en arbei der, maar als overheid en onderdaan. Alleen dan wanneer men het stelsel van volledig Staats-socialisme in zijn uiterste consequentiën huldigt, den Staat wil zien optreden als eenige opperste werkgever en loonbetaler, alleen dan kan men zonder inconsequentie aan dringen op pensioneering uit de Staatskas. In ieder ander stelsel is en blijft o. i. Staatspensioneering een onding, waarbij het ware karakter van pensioen geheel verloren gaat. „Pensioen (aldus bedoeld rapport) is „geen aalmoes, geen geschenk, maar be maling voor verrichten arbeid. Het is „bespaard salaris. Juist daarom is het „lrekken van pensioen even weinig ver- „nederend, of liever even eervol, als het „ontvangen van salaris. Tusschen heide „bestaat geen karakter-verschil. Beide „zijn vancivielrechterlijken aard eneven- „als het looncontract, waaruit ze voort spruiten." Geeft men toe dat iemand, die zich niet tegenover den Staat als tegenover zijn werkgever bevindt (gelijk ambte naren etc.), pensioen zou kunnen eischen van den Staat, dan moet men eveneens toegeven dat zoo iemand uit de Staats kas betaling zou kunnen eischen van het loon, dat zijn bijzondere werkgever hem schuldig is. En dit zal toch wel niemand beweren. Betaalde derhalve de Staat het pen sioen, dan zou dit worden een aalmoes, min of meer vernederend voor den werk man, dan zou men juist, wat men wil verhinderen, verkrijgen, nl. den werk man afhankelijk maken van aalmoezen. „Het zou zijn bedeeling aan hem die aanspraak heeft op betaling." (Rapport.) VervolgensWie is verplicht den vollen arbeidsprijs te betalen Natuur lijk degene, die den arbeid gekocht heeft en de voordeelen ervan geniet, m. a. w. de werkgever. Betaalt nu de Staat de verzekerings premie voor den arbeider, dan kan deze niet meer den vollen arbeidsprijs eischen nl. een loon dat niet alleen voor het oogenblik maar ook voor de toekomst zijne behoeften voorziet, want de in tholieken vorst en vader der verachting prijs te geven. Met koninklijken luister werd den 2en Febr. 156Ü bovengemeld huwelijk te Toledo ingeze gend. Kort daarop, den 22sten, zou D. Carlos bij gelegenheid van het houden der algemeene Cortez als opvolger zyns vaders worden er kend. By het eed doen der Cortez aan hem was zijn gedratr uiterst stootend Een in 't oog loopend woeste, ongeregelde drift onder scheidde hem. Waarschijnlijk was dit het ge volg eener derdendaagsche koorts, waaraan hij kort te voren nog geleden had. Tot hiertoe volgden wij in hoofdzaak Bilderdijk, wiens waarheidlievendheid wij geen reden vonden in twijfel te trekken. Bij geen anderen schrijver vindt men iets naders omtrent de jeugd van Carlos medegedeeld, en hetgeen Bilderdijk ons daarvan verhaalt, komt zoowel overeen, met hetgeen men over zyn verderen leeftijd vindt opgeteekend by alle andere schrij vers,' dat reeds dit ons gewillig oor deed leenen aan hetgeen Bilderdijk in ziiiie ophel- dengen neerschreef. Van nu af echter zullen wij van de verschillende schrijvers door el kander gebruik maken. De lezer heeft wel licht zich-zelven reeds een paar malen de vraag gesteldWaartoe een geheel overzicht van het leven van Don Carlos gegeven Wat heeft dit met Filips' gedrag in het feit der veroordeeling te maken Ons antwoord is, dat wanneer wij eenmaal Carlos' leven in 't kort doorloopen hebben, wij Filips' daden ten zjjnen opzichte gemakkelijke!' rechtvaardigen kunnen, ja, dat wij zelfs Filips' handelwijze ten eenemale zullen goedkeuren. In 't voor bijgaan zij opgemerkt, dat wij in deze zaak Van Meteren niet genoeg kunnen laken over zijn lichtvaardig en ongegrond oordeel, wat betreft het karakter, het leven, en de bedoe lingen van D. Carlos. Deze schrijver schijnt er zich een verplichting van te hebben ge maakt, om den katholieken vorst Filips II voor tijdgenoot en nageslacht zoozwart mogelijk te schilderen. Waartoe anders zijn gunstig oordeel over Don Carlos? Wij bevinden ons thans in het jaar lo6'2. Don Carlos heeft Madrid verlaten voor Al- cala. Vergezeld van Don Johan van Oosten rijk en Alexander Farueze, Prins van Parma, zal hy zich op de hoogeschool in de letteren bekwamen. Doch geen pogingen gelukten, om de hem voor stand en staat onontbeerlijke kennis in te prenten. Liever bracht hij zijn tijd in ongebondenheden door, die hem dermate verzwakten, dat een vroegtijdige dood reeds toen zeer waarschijnlijk werd. Wilt gy hier van het bewijs Welnu, eens gebeurde bet, dat hij in 't najageu van zekere persoon, met wie hij eene oneerbare betrekking wenschte aan te knoopen, zoo doldriftig te werk ging. dat hij van een hooge trap viel, hetgeen hem een hevige hersenschudding bezorgde. Lang lag hij op den rand van het graf, en Staat zorgt voor zijn toekomst. Derhalve behoeft de werkgever in dat geval niet den vollen prijs te betalen voor den arbeid, waar hij de voordeelen van ge niet, maar wordt de betaling van het surplus geschoven op de belastingschul digen, die volstrekt niets met het ar beidscontract tusschen werkgever en ar beider te maken hebben. Derhalve eene onredelijke ontheffing van lasten voor don eenen, met een even onredelijke verzwaring van lasten voor den ander. Ten slotte: De Staat moet gelijke zorg dragen voor al zijn leden. Werd dit stelsel van Staatspensionee ring toegepast alleen op den werkman met uitsluiting van andere burgers, die geen handenarbeid uitoefenen, doch dik wijls is nog veel moeielijker omstandig heden kunnen verkeeren, dan zou zulks een bevoorrechting scheppen, die niet minder onredelijk dan onbillijkzou wezen. genas niet dan als door een wonder, Dientengevolge moest zijn hersenpan wor den doorboord met een schedelboor d. i. hy moest getrepaneerd worden, waarvan hem een volslagen zwakheid van hoofd overbleef voortaan onbekwaam tot zelfs de geringste inspanning, werd zijn aard met den dag woes ter. Beschuldig mij niet, dat ik hem u al te donker afschilder. Een voorbeeld moge u daar van overtuigen. Als eens zyn schoenmaker hem laarzen, die iets te nauw waren, te huis ge bracht had, liet hy die in stukkeu snijden, ze koken en dwong den man ze op te eten, deze gehoorzaamde, kreeg daarvan een zware ziekte, en bracht er nauwlijks het leven by af. On geruster van geest en wantrouwiger werd er niemand gevonden dan Filips' zoon. Met bloote zwaarden en geladen zinkroeren onder zijn oorkussen verborgen, begaf hij zich te ruste, voorts lageii nog twee geweren ge reed in een koffer, om bij eventueel ongeval terstond dienst te kunnen doen. Ook duldde hy des nachts niemand in zyn vertrek, maar had men hem te bed geholpen, dan moest een ieder zich verwijderen, waarna hij door middel van zekere kokerrollen, daar toe bijzonder vervaardigd, de deur sloot zonder bet bed te verlaten. Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1