Dagblad voor Schiedam en Omstreken, eerste blad. het Zondagsnummer. 16de Jaarg. Zondag 18 Juni 188S. No. 4614. ^Bureau J^oog^traai 317. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per poat door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 o - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 (Stsbl.) No. 124. PRIJS DER ADVERTENTIÉN Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan. Ter kennis van belanghebbenden Wordt gebracht, dat wegens den-op ZATERDAG vallenden feestdag van den H. Joannes den Dooper, te dezer stede als Zondag te vieren, het nummer °P Zaterdag 24 Juni zal zijn Advertentie*! voor dat num mer bestemd, gelieve men dus uiterlijk vóór Vrijdag middag 4 ure in te zenden. Nadat wij hebben doen uitkomen hoe °nze heele handelspolitiek er op bere kend is, weinigen te bevoordeelen ten koste van velen, wenschen wij thans uit brochure van den heer Jansen nog enkele curiositeiten van dat fraaie stel- Sel aan te halen, ten einde hot nog meer Haar waarde te doen schatten. Wij hebben gezegd, dat terwijl van verschillende nijverheidsproducten inko kende rechten worden geheven, daaren tegen geen enkel landbouwproduct door een invoerrecht wordt beschermd. Ten deele moeten wij op die bewering terug komen er is namelijk één bevoorrecht landbouwproduct, dat op de bescherming °nzer regeering bogen mag, en dat is de kaas. Van deze wordt namelijk 15 Percent geheven. Waarom juist van de kaas en niet van de boter, die toch ook v°or een aanmerkelijk bedrag wordt Ingevoerd (2.443,015 kilo in '91) Ja, dat is het geheim onzer handelspolitiek, datzelfde stelsel levert nog meer curio siteiten van dien aard op. Als in Neder land een slager een koe of een kalf slacht, dan moet hij betalen 10 petder waarde van de huid, vet, roet en afval, maar als dn groothandel invoert aan huiden van rundvee 15.493,776 kilo, aan reuzel 1^,726)374 kilo, aan talk, vet en smeer dO-764,065 kilo, dat is, volgens de ufiicieele statistiek, voor een waarde van 'J4.818,879 gulden, dan betaalt de groothandel geen cent Nog iet Volgens de statistiek der regeering heeft een hectoliter bier een fpmiddel !e waarde van f 6, en daar deze drank op den invoer belast is met f3 Per hectoliter, geniet hij dus een be scherming van 50 pet. der waarde. Jaarvoor verdient de regeering een pluimpje vooreerst omdat wij van het buitenland alleen biersoorten ontvangen Van fijne kwaliteit, daar de geiinge soorten het hooge invoerrecht niet dra den kunnen en ten tweede omdat in het vaderland, door de weldadige be scherming, voortdurend meer leven in de brouwerij komt. Maar als nu een welgesteld brouwer vaat- en kuipwerlc noodig heeft en dit uit den vreemde laat komen, betaalt hij daarvoor geen cent aan de schatkist, omdat de invoer van vaat- en kuip werk is vrijgesteld. Waarom vrijgesteld? Mis schien om den kleinen kuipershaasjes, die men vroeger overal aantrof, hun broodwinning te ontnemen ten behoeve van rijke brouwers en branders Men zou het zoo zeggen in elk geval past het volkomen in het systeem om onkelen te beroordeelen ten koste van velen. In 1891 is aan kuip- en vaatwerk, vrij van rechten, ingevoerd voor een waarde van f 1.265.549.000dat is zeker geen bagatel. Al die kleine haasjes als kuipers, touwslagers, mandenmakers, steenbak- kors, nagelsmeden, klompenmakers, steenhouwers, houtzagers, schavers enz., enz., die men vroeger overal aantrof en die behoorlijk met vrouw en kinderen hun brood hadden, zijn opgeofferd aan onze ongelukkige handelspolitiek. Al de voortbrengselen toch van die kleine fabrikantjes of ambachtslui zijn vrijge steld van invoerrechten, 't Is of het er alles om te doen geweest is, de kleinen te ruineeren en de grooten te bevoor deelen. Wil een deftig heerschap zijn meube len uit Pruisen, België, Frankrijk of Engeland la.ten komen, Jan betaalt hij daarvoor zoo weinig invoerrecht, dat het haast de moeite niet waard is er op te letten: 30, hoogstens 40 gulden van de 1000. In elk geval betaalt hij van de meu belen dan toch iets. Maar koopen wel gestelde Nederlanders, uit ijdelheid, hun lcleeren buitenslands, dan betalen zij voor het maakloon feitelijk niets en voor de stof hoogstens 3 a 4 pet. van de waarde. Zij krijgen dus den arbeid van onze kleermakers, naaisters en modisten vrij van rechten op den koop toe, van onze kleermakers en naaisters, die in het lieve vaderland hooge belasting moeten betalen Als van het gedistilleerd een invoer recht van 23 pet. wordt geheven, van de kaas 15 Dct., van de sigaren 20 a 30 pet., van het hier 40 4 50 pet., waarom zou dan van meubelen en klee- dingstukken, die niet tot de gewone fa brikaten behooren, geen 10 pet. mogen geheven worden Kon de minister daartoe besluiten, dan zouden de liefhebbers van buitenlandsch goed, die nu in de lage rechten een aanmoediging inden om hun geld bui tenslands te besteden, in plaats van inlandsche handworks- en ambachtslie den voort te helpen, zich wel tweemaal bedenken eer zij bij de buitenlandsche prijzen nog 10 pet. invoerrecht betaalden. In 1891 is aan meubelen ingevoerd voor een waarde van f 1.329,961 en aan kleed in gstukken voor een som van f 4,114,501waai bij gerust kan gevoegd worden, 30 pet. afgetrokken bij den in voer, dus fl .633,351. Dat maakt samen f7,077,886, zegge ruim zeven millioen gulden Wat een rijkdom zouden die millioenen onzen handswerks- en ambachtslui aan gebracht hebben, als al dat contant geld in het vaderland verwerkt was indien de bemiddelde ingezetenen ge noopt waren geworden, dat geld, zonder een cent te verliezen, op weldadige wijze te besteden tot ondersteuning, instandhouding en uitbreiding van den nationalen arbeid, dat is de rijkdom van allen. Maar daar vraagt onze handelspoli tiek niet naar. Zij schijnt het er op gezet te hebben, alle werkzaamheid hij net volk te dooden. Zoo zag men vroe ger, gedurende de lange avonden bij heeren en burgers overal het spinnewiel snorren maar onze handelspolitiek heeft er voor gezorgd, dat dit niet meer noo dig is. Volgens de statistiek der regeering is er in 1891 voor niet minder dan dertig millioen aan manufacturen, gebreide en geweven kleedingstukken en modewaren ingevoerd. Stel dat daarvan, tengevolge van doelmatige bescherming, maar de helft in Nederland gefabriceerd was, hoeveel duizenden handen hadden daardoor werk kunnen vinden, wat een arbeids vermogen, welk een vermeerdering van den nationalen rijkdom zou er door ont staan zijn! Al het geld toch, dat dooi den arbeider wordt gewonnen, wordt weer omgezet in allerlei levensbehoefte, waarop bakker, brouwer, winkelier en leverancier elk op hun beurt profiteeren terwijl bovendien een groot gedeelte als belasting en accijns in de schatkist terecht komt. Salomon heeft gezegd: die werkt is rijk. Maar onze handelspolitiek schijnt van het tegenovergesteld gevoelenzij laat do gereedschappen voor den werk man uit het buitenland invoeren opdat de Nederlandsche werkman die voor werpen niet behoeft te vervaardigen Wil een gefortuneerd man een fabriek oprichten, dan kan hij al de noodige werk tuigen daartoe vrij van rechten uit het buitenland laten komen. Maar zoekt de Nijverheid, dat is de werk man, die stoom werktuigen en machinerieën zelf te ver vaardigen, dan kan hij zich onmogelijk staande houden omdat zijn product geen genade vindt in de oogen der regeering. Reeds veleu hebben beproefd, op vader- landschen bodem fabrieken van etoom- en andere werktuigen op te richten 0111 die voorwerpen zelf te vervaardigen, maar bijna allen zijn gevallen, omdat onze handelspolitiek dat zoo verlangt. Aan gereedschappen en werktuigen is in 1891 ingevoerd voor een waarde van twaalf millioen. Die twaalf mil lioen had de Nederlandsche werkman kunnen verdienen, als onze hoogwijze handelspolitiek hem niet voor onmondig verklaard had. Dank aan dit stelsel is ook onze scheepsbouw, die vroeger een Euvopeesche vermaardheid had, nagenoeg totaal ver nietigd. Al de stoomhooten, die onder Nederlandsche vlag varen, zijus buitens lands gebouwd. De regeering zelf geeft het voorbeeld in het voortrekken van het buitenlandsche fabrikaat hoven den vaderlandschen arbeid. Ouze eigen oorlogsschepen laat zij buitenslands bouwen Zoo is de heele handelspolitiek er op berekend, den Nederlandschen werk man het werk uit de hand en daardoor het brood uit den mond te nemen, enkel om eenige honderden rijke groot handelaars te bevoordeelen. Tot in de minste kleinigheden schijnt de toeleg te heerschen om de kleinen te henadeelen en de grooten te bevoor deelen. Ook hiervan nog een paar staaltjes. Zoo moet de schamele huis moeder, die in een vrij uurtje kousen of sokken breit, van de katoen of sajet betalen 3 pet. der waarde, maar rijke dames, die zijden garens gebruiken om lieve handwerkjes te borduren, betalen daar niets voor. Voor aarden plavuisjes voor de rainge- goeden wordt 5 pet. der waarde ge heven, terwijl de kostbare marmeren vloertegels voor de vestibules van rijke huizen van rechten zijn vrijgesteld. Houten schoorsteenmantels van f 10 waarde zijn aan een invoerrecht van 5 pet. onderworpen, maar voor een marmeren schoorsteenmantel van f 1000 wordt geen cent betaald. Ten slotte nog een curiositeit. In de statistiek over 1891, uitgegeven door het departement van Financiën komt onder algemeenen uitvoer voor, aan tarwe rogge, gerst, maïs, haver, boekweit, erwten en boonen, een hoeveelheid van veertien millioen kilo Hoe is dat nu mogelijk? zal men zeggen. Het is van algemeene bekend heid, dat Nederland graan te kort komt en het voert meer dan veertien millioen kilo daarvan uit! Nog sterkerin dezelfde statistiek figureeren onder den titel uitvoer niet murder dan elf honderd millioen kilo steenkolen, terwijl ieder weet dat Neder land geen mud steenkolen uit te voeren heeft. Yan waar dit onverklaarbaar ver schijnsel? Dit komt doodeenvoudig hier vandaan dat bedoelde statistiek de arti kelen, die enkel doorgevoerd worden, en reeds eenmaal onder invoer vermeld staan, nogeens als invoer opgeett, om zoodoende den oningewijden zand in de oogen te strooien. Aldus wordt het Nederlandsche volk, behalve nog benadeeld, nog voor den gek gehouden op den koop toe, alles om den wille van enkele groote hanzen, die zich verrijken ten koste van allen. (77.) IEUWE SC

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1