Dagblad voor Schiedam en Omstreken. Eerste blad. De nieuwe sera. 16de Jaarg. Zondag 10 September 1893. No. 4683. bureau £booQ$traat 317. ^6 Poolsche Banneling. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: PRIJS DER ADVERTENTIËN: NIEUWE SGHIEOAMISIE COURANT Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.— - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Jnni 1881 StsblNo. 124. Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer-0.10 Voor herhaalde plaatsing -vorden billijke otereen- komsten aangegaan. b.e afgeloopen week heeft ons de vol ding gebracht van het werk, dat met e periodieke raadsverkiezing een aan- jang heeft genomen. Het raderwerk 6l' gemeentelijke administratie is weder elkaar gezet; in de vacatures door b Periodieke aftreding dor wethouders 0tltstaan, is voorzien de leden der vaste ^adscommissiën zijn benoemd de afdee- ,!ngen voor het onderzoek der begroo- 'ng samengesteld; en als straks het ürwerk der gemeente-administratie met behandelen der begrooting voor het Jaar ]894 zijn gewone loop herneemt, de gang der gemeente-huishouding eder verzekerd zijn. ^Jp vele plaatsen, waar bovenbedoelde utatiën een kalm verloop hadden, zal en dan kunnen zeggen, dat alles weer ot het oude is teruggekeerd maar op eerdere gemeenten waar de raadsver- leUwing niet zonder wrijving plaats zal dit woord niet van toepassing 'JQ- Zoo zal de hoofdstad des rijks, har de heer mr. Reekers het ambt van .^thouder van publieke werken aan J1 geestverwant den heer mr. Schöl- ^lllck moest afstaan, wellicht ondervin- e,b dat eene andere hand de openbare Seitioente-werken leidt. Den Haag zal y. l°ht niet in baron du Tour weder- 'hden wat het in mr. Lisman verloor. zal het waarschijnlijk al spoedig ®Uierken, dat de heer Kipp de plaats den heer Van de Mandele heeft genomen en last not least Schiedam a het alras ervaren, dat in het drietal ^houders, dat het zich zelf heeft ge- r Veni geheel andere mannen aan het z zijn gekomen, dan die welke de vb eL aan de bestuurstafel eerst korte- n8s hebben verlaten. Naar het Fransch van Louis Collas. *2) Lkoetsksche gezelschappen, het moet 1 word u, munten niet uit door gedis- ke,,t ert*e manieren. Intellectueele genietingen h'eti lezen doet men niet, de ge- rrieti flauw, eentonig en zonder geest d«2e .sPi"ei:t er veel weelde ten toon, maar Men8 ^'"hkeloos en grotesk. ter doet er zeer groote uitgaven, die ech- °vérvtU°we' znc1lt om zÜn kennissen te >an "ëelen als het onverstand, waarop men Alle Z'Jn f°rtuin gebruik maakt, bewijzen, het D.Z<ïrg "cht zich op het materieel leven; Uien alc van te eten gaat boven alles en derv;nj5 rkt het genoegen niet, dat men on- Le a van aan een goede tafel aan te zitten, jloch t 5 wag met weelderige pracht gedekt, Keheel maakte een bespottelijken Nog onder den indruk van den ge weldigen ommekeer,die in het dagelijksch bestuur onzer gemeente heeft plaats gehad, willen wij trachten dit opzien barend feit in het ware licht te stellen, opdat het voor stadgenoot en vreem deling duidelijk worde, hoe Schiedam er toe gekomen is, drie zijner achtens waardige burgers, die vele jaren het gewichtig ambt van wethouder hebben bekleed, bij deze verkiezing niet meer te herbenoemen. En dan willen wij aller eerst vooropstellen, dat de reden van hunne niet-herbenoeming allerminst in gebrek aan ijver en bekwaamheid moet gezocht worden. Zij hebben, hetzij dan in meerdere of mindere mate, getoond de bekwaamheid voor het wethouders ambt gevorderd, wel te bezitten, en aan ijver heeft het hun evenmin ontbroken. Hoe komt het dan, dat de Raad bij deze verkiezing het mandaat der aftredende wethouders niet meer heeft hernieuwd Om deze vraag afdoende te beantwoor den, behooren wij eenige jaren in de geschiedenis onzer stad terug te gaan. De Raad dezer gemeente bood voor het jaar 1889 bijna het beeld harer nijvere burgerijde liberale partij beschikte over meer zetels dan haar rechtmatig toekwam doch de Katholieken waren er toch ook door een zevental hunner mannen vertegenwoordigd, en de anti revolutionaire partij nam twee raads- zetels in. Nu zou men meenen, dat de onderscheidene partijen, betrekkelijk tevreden gesteld, eendrachtelijk aan het heil der gemeente zoude arbeiden. Doch de liberale partij betoonde zich tot die loyale samenwerking allerminst gezind. Yan hare meerderheid bewust, wist zij haren wil in alles door te drijven, en maakte met den voorzitter aan het hoofd front- tegen de Katholieken, die toch ook het belang der gemeente, zooals zij dit begrepen, op het oog hadden. Bij de meerderheid van den Raad gold blijk baar niet de overwegingis dit of dat voorstel in het belang der gemeente, Zeer dure, maar slecht toebereide gerechten en wjjnen, die men wel met groote kosten uit verre streken had laten komeu, doch wel ke ondrinkbaar waren. Ik was over deze bijzonderheden niet zeer verwonderd, doch merkte met verbazing op, dat men zich van mij terugtrok men sprak op gedempten toon en zweeg plotseling, wan neer men dacht, dat ik enkele woorden van het gesprek kon verstaanik dacht te begrij pen, dat er sprake was van pas ontvangen nieuwstijdingen. Ik wist wel, dat wederzijdsch wantrouwen een zeer gewoon verschijnsel is in het land, waar de spionnage zoo weelderig bloeit, waar een onvoorzichtig woord de vree- selijkste gevolgen kan hebben, waar men dingt naar de gunst der ambtenaren, maar ik was in het geheel niet er op voorbereid aan deze soort quarantaine te worden onderworpen. Fédora merkte dit ostracismus, waardoor ik in een moeielijken toestand werd geplaatst, weldra op zij verdubbelde haar voorkomend heden en trachtte mij schadeloos te stellen door lieve gezegden, zoo gemakkelijk gevon den door een edelmoedig hart. De maaltijd duurde langmaar eindelijk toch was die algeloopenvan de gasten wa ren sommigen weldra in een soort bespiege ling verzonken, gedurende welke zij de groo te hoeveelheid spijzen verwerkten, tegen welke alleen Siberische magen schijnen bestand te zjjnde anderen, verhit door de vele aan god maar domineerde alleen de vraagdoor wien wordt het voorgesteld? Komt het van de Katholieken, dan behoort het alleen daarom te worden verworpen. Die vernederende pijnlijke positie heb ben de Katholieken zich jarenlang laten welgevallen. Ten laatste echter toonden velen hunner zich onwillig om zich nog verder tot die rol te leenen. En na de groote raadsverkiezing van 1889, die om de daarbij door de liberalen ge volgde tactiek immer gedenkwaardig zal blijven, namen de enkele Katho lieken, die nog in den Raad waren ge bleven, met uitzondering van den wet houder J. B. Nolet, die later volgde, hun ontêlag. Nu zou men met grond mogen verwachten, dat waar de Ka tholieken immer de wrijfpalen in den Raad waren gebleken, bij hun vertrek elke wrijving zou vermeden zijn en het gemeen te-uurwerk geregeld zou ioopen. Doch die zoo dachten, hadden buiten den waard, in casu den Voorzitter, ge rekend. Nu hij zijn Pappenheimers niet meer tegen de Katholieken ten strijde kon voeren, bleek hij den troep niet meer bijeen te kunnen houden en de verdeeldheid in eigen boezem kwam weldra aan den dagDe Raad splitste zich in twee partijen, al werden zij toen ook nog niet met de namen „pari ij- Maas" en „partij-Knappert" aangeduid, ilij de gewichtige kwestiën, die onze Raad bezig hielden, vooral bij de alles beheerschende kwestie der Waterver- versching, kwam de verdeeldheid van den liberalen gemeenteraad steeds meer aan den dag. De klove tusschen de bur gemeesters- en de oppositie-partij werd steeds grooter. en de verhouding van het Dagelijksch Bestuur tot deliberalo meerderheid van den Raad voor de be langen der gemeente immer meer beden kelijk. Waarvan eene loyale samenwer king van het Dagelijksch Bestuur met den Gemeenteraad alleenheil voordegemeente was te verwachten, was niet alleen van die samenwerking niets te bespeuren, Bacchus gebrachte drankoffers, spraken met luide stem en lachten hardop. Fédora stond op en trok mij mede in een hoek, zjj wees op de tafel, die wij zoo juist hadden verlaten en met haar oogen scheen zij te zeggen "Een beminnelijk gezelschap, niet waar Zij bracht het onderhoud op onderwerpen, die zy veronderstelde, dat mij aangenaam wa ren. Daar echter de gesprekken rondom ons meer en meer luidruchtig werden, kon zij een beweging van ongeduld niet onderdrukken, zij opende een dichtbijstaande, slechte piano, sloeg eenige akkoorden aan en begon toen een Poolsch lied te spelen. Dit was een plagerij aan het adres van de gasten, wier lafhartigheid ongetwijfeld partij zou kiezen tegen deze quasi-oproerige mani festatie maar zjj was er verre af den indruk te verwachten, dien zij teweeg bracht. Alle gasten stonden tegelijk op, hun geheele hou ding verried een komischen schrik. Een be zwering van geesten bad geen levendiger ont roering kunnen doen ontstaan. De gastvrouw naderde het jonge meisje, dat nog altijd voort ging met spelen, oogenschijnljjk zonder iets op te merken. Fédora, zeide zij, hoe kunt gij in een oogenblik als dit, dat lied spelen Weet gij dan niet, dat Polen in opstand is Fédora zweeg en wierp mjj een smartvollen blik toe. - Ja, zeide een der gasten, die lieden zijn maar trad de onderlinge tegenwerking zelfs duidelijk in 't licht. Onder die omstandigheden meende de oppositie partij een poging te moeten wagen, aan dien onhebbelijken toestand een einde te maken, door te trachten hem te ver wijderen, die als de onmiddellijke oor zaak ervan werd beschouwd, den Burge meester, die het Dagelijksch Bestuur geheel beheerschte, sinds de Raad de fout had begaan, hem daarin een over wegende stem te geven. Zij die niet geheel vreemdeling in Jeruzalem zijn, weten hoe en door welke machtige in vloeden die poging is mislukt, en hoe de Burgemeester na zijne herbenoeming in Sept. 1892 triomfeerender wijze ge tuigde, dat nog nooit eene herbenoe ming hem zooveel genoegen had gedaan. Nu aldus de Voorzitter van het Dage- gelijksch Bestuur weder vaster in zijne positie stond dan ooit, poogde men door eene omzetting van het college te verkrij gen, wat men langs den weg van eene verwijdering van zijnen voorzitter niet had kunnen bereiken de periodieke af treding der wethouders bood daartoe eene gewenschte gelegenheid, die de meerderheid van den Raad niet onge bruikt heeft gelaten. Zoo heeft de oppositie-partij das het doel bereikt, dat zij zich voorstelde: eene omzetting van het college van Burg en Weth., waardoor de ge wenschte samenwerking tusschen het Dagelijksch Bestuur en den Gemeente raad zou verkregen worden. Was wellicht oppervlakkig beschouwd de wijze waarop die omzetting werd tot stand gebracht niet van nepotisme vrij te pleiten, bij nader inzien zal men moeten erkennen, dal de oppositie toonen moest de verantwoordelijkheid te willen dragen voor den toestand door haar- zelve in 't leven geroepen, en zij aldus hare hoofden de teugels moest doen grijpen van het bewind, die de aftredende wethouders moesten laten glippen. Was het voor de aftredende wethouders eene weer in opstand gekomenzjj zullen niet te vreden zjjn, voor men den laatste hunner ge dood heeft. Gelukkig zal het niet van langen duur zijn, zeide een ander. Ieder droeg het zjjne bij tot deze betoo ging van anti-Poolsche gezindheid, ten einde zijn verantwoordelijkheid voor het gebeurde schandaal van zich af te schuiven. Ik stond verpletterdniets had mjj op de ze tijding voorbereid. De herinnering aan mjjn vaderland was wel niet geheel bij mjj uitge- wischt, maar toch aanmerkelijk verzwakt. Vreeselijk was voor mjj het ontwaken. Ik duchtte nieuwe ongelukken voor mijn landge- nooten, en »ok voor mij zeiven ik had een voorgevoel, dat er verandering zou komen in mijn positie. Fédora was zeer bedroefd. Vergeef het mjj, zeide zij, ik wist het niet0 neem het mij niet kwalijk. Zij gaf haar moeder een teeken en beiden voerden mij naar buiten. Hoe groot mijn droefheid ook was, hun genegenheid kon toch de smart niet verzach ten, aan welke ik ten prooi wasik haastte mjj hen te verlatenik had er behoefte aan alleen te zijn ik bracht een moeilijken nacht doorde vreeselijkste beelden doemden voor rnjj op en wanhopig riep ik uit: Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1