Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
16de Jaarg.
Dinsdag 19 September 1893.
No. 4690.
bureau J^oocpstraat 317.
ALGEMEEN OVERZICHT.
Feuilleton.
Poolsche Banneling.
PRIJS VAN DIT BLAD:
sararags
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
SCHE COURANT
Voor Schiedam per 3 maanden
Franco per post door geheel Nederland
Afzonderlijke Nommers
f 1.50
- 2.—
- 0.05
Hét auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd
volgens de Wet van 28 Juni 1881 {Stsbl.) No. 124.
in'liiitiiiïiiiini'iiiniiitn
.Ui :r iiii'i
Van 1 6 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer-0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke o\ ereen-
komsten aangegaan.
18 September '93.
De werkstaking in de kolenmijnen
re'gt allengs internationaal te zullen
Wor(l n. Heden (Maandag) ochtend ver
dacht men in de Borinage zoowel als
te Lens en in het geheele hekken van
'et dep. du Nord met uitzondering van
Ahzin, Abscon en enkele andere plaat-
waar) de niet-stakers allicht dooi
politie of de militairen zullen moeten
oeschermd worden de algemeene
^Gtstaking. Dit zal dan de eerste
s'ap zijn op den weg der internationale
^rkstakingen lij welslagen is verdere
^tbreiding der staking over Duitschland
®n Oostenrijk mede zeer mogelijk. In
bet centraal Engelsche kolenbekken en
bat van het prinsdom Wales duurt do
faking nu reeds ruim zes weken, en
ClI'ca 200.000 mijnwerkers nemen er
aan deel. De Engelsche stakers weige-
re® zich een loonsvermindering met 25
hOt. te laten welgevallen en trotseeven
"aarom honger an gebrek. De Fran-
St'be en Belgische mijnwerkers staken
®chter meer uit voorzorg en broederschap
ban om dadelijk geschil. Wel zijn ook
"h loonen een weinig verminderd, maar
pJ vroezen, dat bij een nederlaag der
j nS©lsche broeders ook voor hen de
ü(msvermindenng zich eerst recht zou
boen gevoelen. Ook achten zij zich ver
dicht door werkstaking hunnerzijds
jy n uitvoer van Fransche en Belgische
b°len naar Engeland te voorkomen.
ö.t uitvoerend comité van deu Iutelm.
'juvverkersbond, waarin 2 Belgische,
Dransche, 2 Engelsche 2 Duitsche
n Oostenrijksche gedelegeerden, onder
blesidium van Pickard, den voorzitter
j Britsche Miner's Federationzitting
llibben, had reeds den 4 Augustus 11.,
"'(jtond na het uitbarsten van de werk-
v aking in Engeland, te Parijs eene
(jörgadering gehouden, om hij circulaire
e uiet-Engelsche mijnwerkers tegen
het Fransch van Louis Collas.
49)
tak P°?dngen aangewend, hen bekend te
ifc* met de leerstellingen van de Christe-
opp ®rk- omtrent welke zij slechts een zeer
Whi* j 1 'd'e kennis bezaten; ik had hen de
'ler beschaving leeren kennen en ge-
is*? verbeteringen aan te brengen in hun
estaua.
overwerk te waarschuwen en hen te
waarschuwen vooral niet meer te delven
dan strikt noodig was, opdat geen Fran
sche Belgische, Duitsche of Oostenrijk-
sche steenkool naar Engeland zou kunnen
vervoerd worden. Deze maatregel schijnt
echter nog niet afdoende genoeg, zoodat
eene uitbreiding der werkstaking uit
naam der internationale solidariteit is
noodig geacht.
Midden in de politieke en diploma
tieks betoogingen te land (de hertog
van Connauglit is Yrijdag-avond te
Weenen aangekomen en morgen inden
namiddag komt keizer Wilhelm uit Stutt
gart te Guenz aanwaarheen keizer Frans
Jozef in gezelschap van kanselier Kal-
noky reeds vertrokken is) zijn't de demon
stration te water die de aandacht vragen.
Hoewel de Pol. Corresp. het tegenspreekt,
bestaat toch noch de mogelijkheid dat
een Oostenrijksch-Duitsch eskader zich
bij bet Engelsche eskader zal voegen
om de Italiaanscke havens te bezoeken.
Te Napels spreekt men zelfs van de
mogelijkheid op een bezoek van de
Koning en de Koningin ter deelneming
aan de officieele feesten, terwijl van
andere zijde lord Seymour's bezoek aan
het koninklijk echtpaar te Monza ale
zeker woidt gemeld in elk geval
eene betooging van beteekenis, een ge
ducht tegenhanger van het bezoek van
Ruslands eskader aan Toulon. Daarbij
komt nog, dat de deelneming van den
hertog van Connaught aan de manoeuvres
in Hongarije, door velen wordt beschouwd
als een bewijs hoe na Groot-Brittanië
zich gevoelt aan de Triple-Alliantie en
zelfs zijn er die van des hertogs aan
wezigheid te Weenen practische resul
taten verwachten. In Rusland schijnt
men wel geneigd zich Frankrijks bui
tensporige vreugde- en vriendschapsbe
toon welwillend te laten aanleunen, doch
de tot dusver gevolgde tactiek zal men
er niet om verlaten van officieele zijde
wil men in het bezoek van het eskader
aan Toulon niets anders gezien hebben
to
als^l aollting, die ik te Irkoetsk genoot, kou
achtp Pen tegen mij worden gebruikt, door de
Tvena °P te wekken van een wantron-
eeu Regeering, inaar het gat mij toch ook
•<el(je ni tegenover welken mijn vijand aar-
bespi .e" voorzichtig was. Listig en geduldig
tVftcht i hi-i H,h 'K kat een muis, geduldig
doov zijn haat vat op mij gaf
eenige onvoorzichtigheid, of tot dat het
een of ander voorval de uitvoering zijner plan
nen begunstigde.
In die dagen liet de generaal Apraxin, die
reeds sederteenigen tijd vermeed mij te ontmoeten,
mij bij zich roepen. Ik vond hem zeer veran
derd zijn vermagerd gelaat drukte lijden en
ontmoediging uit.
Gra zftten, zeide hjj, mij de hand gevende.
Eenige oogeublikken bleef hij zwjjgen, in
gedachte verdiept.
Wij beleven moeielijke tjjden, zeide hij
eindelijk.
Ik weet het, generaal en ik ben op alles
voorbereid.
Ik twijfel er niet aan, gij hebt bewezen,
dat uw moed en uw onderwerping tegen alle
beproevingen bestand zijn maar, alvorens het
onderspit te delven, mogen wij niets verzuimen
om het ongeluk te bestrijden.
„Die Ivoléief is machtig; toen men hem,
hierheen zond, heeft men hem met e«n zeer
rekbaar gezag bekleed, waardoor hij elk oogen-
blik met mij in botsing komt. In gewone tijden
zou ik het stellig van hem winnen, tenzij men
zich van hoogerhand uit de moeilijkheid redde,
door ons heiden ongeljjk te gevenmaar thans,
nu de wind uit zulk een ongnustigen hoek
waait, nu weet ik dat die onmeedoogende
schurk de overwinning zal behalen, en ik zou
mij hierbjj reeds hebben neergelegd, indien het
alleen mij zeiven gold. Fédora, alleen haar
ongeduld raadplegende, zou willen, dat ik open-
dan «en daad van vriendschappelijke
beleefdheid tegenover Frankrijk, hoog
stens eene bevestiging van de solidari
teit tusschen beide land«n op politiek
gebiedvan provocatie van de zijde
van Rusland wil de regeering niets
hooren. Dat zial de verstandige, kalme
Franschen (ongelukkig eene zeer kleine
minderheid!tot nadenken stemmen
maar de groote menigte zal haar waan-
zinsgejubel onverpoosd voortzetten.
De Russische Novoie Wremia waarschuwt
den bond der drie mogendheden voor
de opneming van Zweden in zijn coalitie
als contra-betooging tegen hetgeen te
Toulon geschiedt. Rusland, dat zich niet
meer de wet laat stellen van Berlijn
uit, zou daarop evenzeer weten te ant
woorden als op de verhooging der douane
tarieven
Wat de spanning tusschen Duitsch
land en Rusland nog grooter maakt is
de slechte verhouding tusschen keizer
Wilhelm en czaar Alexander. Aan het
hof te St. Petersburg wordt veel ge
sproken over twee gevallen, welke zich
hebben voorgedaan en aantoonen hoe
vijandig de Czaar jegens den Duitschen
keizer gezind is. De koning van Zweden
had de vorstelijk» gasten van Fredens-
borg uitgenoodigd een uitstapje te doen
naar het eiland Have om daar een groote
jachtpartij te houden. De Czaar had de
uitnoodiging reeds aangenomen, maar
vernomen hebbende dat ook keizer Wil
helm was uitgenoodigd, gaf hij te ken
nen door ongesteldheid verhinderd te
zijn. Het tweede geval is, dat keizer
Wilhelm den koning van Denemarken
had geschreven, op zijn reis naar Zweden
ook Fredeisborg te zullen bezoeken om
er den Koning en zijne gasten te be
groeten. Toen de Czaar dit vernam,
gaf hij zijn voornemen te kennen om
voor dien tijd naar Rusland terug te
keeren. Natuurlijk kwam dit den Keizer
ter oore, en deze schreef uit Berlijn
aan koning Christiaan, dat onvoorziene
omstandigheden hem dwongen zijne reis
lijk tegen dien man optraddit zou den uitslag
dien ik voorzie, verhaasten en hem te spoediger
het veld vrijlaten. Liever onderdruk ik de
inblazingen van mijn hoogmoed en ga met
voorzichtigheid te werk zoodoende zal ik tijd
winnen voor de ongelukkige slachtoffers, die
maar al te spoedig aan zijn boosaardigheid
zullen zjjn blootgesteld. Laat ons dus hem
zooveel ontzien als met onze waardigheid is
overeen te brengen.
Ik heb gedacht, dat het voor liet oogenblik
verstandig zou zfjn n tydelijk van hier te ver
wijderen. Er is spreke van, aan de oevers van
het Baïkalmeer een haven aan te leggen, bruik
baarder aan de kleine inham van Livenitchnaia
het werken aan den weg, die om het Zuiden
van het meer gaande, Irkoetsk met Sêlinguinsk
moest verbinden, is om onverwachte en onover
komelijke moeielijkheden gestaaktik zal u
instruotien geven om op de plaats zolve het
havenplan te bestudeeren. Uw afwezigheid zal
eenige dagen, misschien langer durengeduren
de dien tijd zal de opdracht zelve, welke ik
n zal geven, u beschermen tegen elke vervol
ging, en hier zullen wij de oogen openhouden.
Ik was diep getroffen door de zorg van den
generaal, maar de gedachte aan de vrienden,
welke ik hier zou achterlaten, verontrustte mij:
ik verweet mij-zelven dat ik hen aan hun lot
overliet, hij antwoordde met levendigheid op
deze bedenking.
IJw vrienden het is juist om hen, dat
naar Zweden uit te stellen, en hij tot
zijn spijt dus moest afzien van het plan
om Fredensborg onderweg aan te doen.
De spanning is zoo groot, dat de Czaar
voor zijn vertrek naar Denemarken den
Duitschen gezant niet in tijdelijke af-
scheidsaudientie heeft ontvangen, wat hij
anders altijd deed.
De uitzonderingsmaatregelen door het
Oosten rij ksche ministerie Taaffe tegen
de socialistisch - revolutionaire Jong-
Czechen van Bohemen toegepast, blijken
nog strenger te zijn dan de zoogenaamde
kleine staat van beleg en ook veel «ijpen-
der dan indertijd de socialistenwet in
Duitschland. Het tijdelijkbuiten-working
stellen der Grondwetsartikelen 12 en 13
beteekeut voor de betrokken districten
opheffiing der vrijheid van vereemging,
beslaglegging op brieven, opheffing der
vrijheid van drukpers, invoering van
dagbladcensuur, opheffing der juries of
rechtbanken van gezworenen en haar
vervanging door hoven van appèlena. enz-
üe toestand moest wel hoogst ernstig
zijn om tot zulk een gestrengheid te
leiden. Inderdaad was de uitdagende
anti-dynastische houding der Jong-
Czechen tot een uiterste gekomen en
het is dus zeer de vraag of Taaffe niet
veel te lang gewacht heeft.
Yolgens officieele berichten, Zaterdag
uit Rio de Janeiro te Buenos-Ayres ont
vangen, duurt het bombardeeren van
Nictheroy en Rio door de opstandelin
gen met tusschenpoozen voort. De kanon
nen der forten beantwoorden het vuur.
De opstandelingen hebben negen oorlogs
schepen en beschikken voorts over de
scheepmaoht van het eiland Cobrae. Het
garnizoen van het fort en de stad Gaig-
non blijven neutraal. Het fort te Santa
Cruz blijft trouw aan president Peixoto,
maar heeft gebrek aan levensmiddelen
De Braziliaansche Kamers namen een
adres aan, waarin zij betuigen Peixoto
toegedaan te zijn.
Aan de New-York Herald wordt uit
Buenos-Ayres gemeld: (De rechtstreek-
ik u van hier wil hebben, Gjj speelt met het
gevaar, onvoorzichtigeuw betrekkingen met
hen zijn bezaaid met valstrikken welker be
staan uw eerlijk hart zelfs niet schjjnt te ver
moeden het is juist op deu drempel van de
woning uwer landgenooten, dat Koléief de
hand op u zal leggen. Ladislas Pokoski is mjj
noodlottig genoeg geweest, ik wil niet dat hy
ook uw kwade geest worde.
Hij zweeghij was bleek, zjjn stem had ge
beefd bij het uitspreken van dien gehate* naam.
Weldra was hij wederom zich-zelve meester,
en op zijn gewonen toon vervolgde hjj
Ik zou niet gaarne in toorn willen spre
ken van den mau. die thans zoo wreed voor
zijn fouten boetzeer dikwjjl» heb ik hem ge
vloekt, hem, die zoo lichtvaardig den goeden
naam eener vrouw opofferde aan zijn jjdelheid
en die met een degenstoot genoegzaam de
voldoening betaald achtte, om te doen geloo-
ven, dat een onschuldig jong meisje zjjn ge
liefde was geweest, en zijn schuld, van voor
lange jaren rouw gebracht te hebben over
mijn huis. Ja, ik heb hem dikwijls gevloekt,
maar hij is ongelukkig en dat zal ik niet ver
geten ik zal ook niet vergeten, dat Helena
een engel van toewjjding is, hoe hard zjj ook
voor zijn vrouw geweest zijn. Men zal over
hen wakengij weet wel, dat ik mjjn woord
nooit te kort doe.
Wordt vervolgd