Dagblad voor Schiedam en Omstreken. %liek n Onzen 0. Fader to 1 ever den B. Rozenkrans. 16de Jaarg. Donderdag 21 September 1893. No. 4692. ISuveau ^oogstraat 317. Poolsche Banneling. ALGEMEEN OVERZICHT. Feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maanden Franco per post door geheel Nederland Afzonderlijke Nommers f 1.50 - 2.- - 0.05 Het auteursrecht van den inhoud dezer courant is verzekerd volgens de Wet van 28 Juni 1881 {Stsbl.) No. 124. PRIJS DER ADVERTENTIÊN Van 1—6 regelsf q.60 Elke gewone regel meer-0.10 "Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeen komsten aangegaan, Uo.f 'in ^ijne eerbiedwaardige broeders de u.lJilaTc^leni aartsbisschoppen, bisschoppen en re ordinariussen, in vrede en gemeen- aïJ 'net den H. Stoel, Leo XIIIPaus. Eerbiedwaardige Broedersheil en apostolische Zegen. (Vervolg) ^,/jen andere verwoestende kwaal, die tter no°^ vee1 zouden kunnen be- lj:i r®P> omdat zij de gemoederen dage- hie S Per en °P eene schadelijke ma- Ij;/ ln<lringt, is, dat men weigert te ^ye eri' dat men met) kracht alles af- «lüa i' ^at PÜnlijk voorkomt en onzen ak niet kan streelen. menschen, in plaats van de oite en het zielsverdriet te beschou- {jg/' zooals zij het moestenals eene Pli°l?n'n^ voor ^en' z*ck van dezen do0 i hebben gekweten, zonder zich tei.g de gevaren of den arbeid te laten i^j F>schrikken, voeden het hersenschim- .nkbeeld een Staat te vormen, Verar^t iedere onaangenaamheid zou 0>d«d zijn, waar men in overvloed lev genieten van de weldaden, die dit Ve» kan verschaffen. Een zoo hevig is 0anf>en naar een gelukkig bestaan zjft] UrF bron van verzwakking voor de is iodien zij niet geheel en al valt, zij *n a11en deelen opgewekt, zoodat vïUchaffelijk de kwalen van het leven ^kt en zich laat terneerslaan, hejjj *n dit gevaar kan men van den gr0o?'n Rozenkrans van Maria eene hl h,UlP verwachten om de zielen heiligen, indien de geheimen, die tot i96 Senoemd worden, stof geven vatl ®6rie rustige en zoete overweging Vei'vol prilste j0USd af, en indien men te ^°i&ens doorgaat deze nauwkeurig tns esickouwen. Zij toonen ons den Chris- die' j, '"eninnaar en voltooier van ons geloof, egint te handelen en te leerenopdat ^aar bet Fransch van Louis Collas. 51) i!r a111 eeaarea tegenstellingen van licht en schaduw v Pracht1" wanhopig te maken; het was 'sscker/ ,Ta den woestijn, verlevendigd door Sü i 'ten en zeka 'l001 een stoomboot, V k Was rook zich in ,iet luchtruim verloor. ita u°0 geheel en al in de beschouwing ij ia h/ heden der natuur verdiept, dat ta 'loor P^eel "ld bemerkte, dat het dag- li n8^ski k(i duisternis vervangen was. 5o Sein/8 011(lerscheidde ik het bjjna onmerk- v üt d00 j'waarmede een den oever naderende K 0ïUit j f water gleed; zij kwam zoo stil V>t' at "uen zou gezegd hebben, dat de Si/ de r)TOÜ|lcn waren zij landde te midden 8e. 8 Hit, 0I) een Plaa'a. welke de vis- Pcuipgl Z18*. daarvoor uitkozeneen zacht ereikte mjjn gehoor, ik hoorde een wij in Hem zeiven geschikte voorbeel den vinden, die Hij ons gegeven heeft van de manier, waarop men de ver moeienissen en het lijden moet verdragen. De smartelijkste pijnen heeft Hij wil len ondergaan met eene groote onder werping. Wij zien Hem van droefheid over stelpt op het oogenhlik, dat het bloed uit al Zijne ledematen stroomt, gelijk zweet. Wij zien Hem met ketenen be laden gelijk een dief, aan het oordeel van slechte lieden onderworpen, ten prooi aan smadelijke beleediging en en valsche beschuldigingen. Wij zien Hem genageld, met doornen gekroond, aan het kruis gehecht, beschouwd als onwaardig langer te leven, als verdienc hebbende den dood onder een uitbundig gejuich der menigte. Wij denken, welke op dit gezicht de smart Zijner Allerheiligste Moeder moet zijn geweest, wier hart niet alleen ge slagen, maar doorstoken werd met een zwaard, zoodanig dat men Haar en met recht de moeder van smarten ge noemd heeft. Hoezeer zal degene, die veelvuldig overweegt en zich niet bepaalt tot het aanschouwen met de lichamelijke oogen van zulke voorheelden van deugd, in zich de kracht moeten voelen geboren worden om ze na te volgen. Al is de aarde voor hem vervloekt en brengt zij slechts distelen en doornen voort, moge ook al zijn geest ten prooi zijn aan alle bitterheden, en de ziekte zijn lichaam overweldigen, daar is geen ramp, voortspruitende hetzij uit den haat der menschen, hetzij uit den nijd der duivelen, geen algemeene of bijzondere tegenspoed, dien hij niet met gelaten heid overkomt. Yan den zoodanigen zal men met kunnen zeggen: veel verrichten en veel lijden, is den Christen eigen. De Chris ten toch, die dezen naam waardig is, kan den lijdenden Christus niet tevergeefs vol gen. Wij doelen hierop het geduld, niet doordringende kreet, toen den val van een lichaam in het water, ik luisterde scherp toe maar gedurende eenige oogenblikken hoorde ik niets meer; daarna dacht ik een geluid te hooren als van een behendig zwemmer, die zjjn tegen woordigheid wil verbergen. Hjj scheen in mijn richting te komen. Ik ging naar beneden om hem bij te staan Op het oogenbiik, dat ik den kleinen, zonder lingen inham bereikte, waar ik dacht, dat hij aan land zou komen, bevond ik mij tegenover hemhjj kwam uit het water en mjj bemerkende smoorde hjj een kreet van schrik. Vrees niets, zeide ik ik ben een vriend, die u te hulp komt. Mjjnheer de graaf, zeide hij, mjjn stem herkennende, zijt gij het? Gode zjj dank! Het was Libanski, die door Fédora met mijn bewaking belast was. Ik wilde hem ondervragen. Niet hier, zeide hjj, laat ons vluchten, indien zjj vermoeden, dat ik ontsnapt ben, dan zullen zij mij vervolgen zjj mogen ons hier niet vinden, het zou met ons gedaan zijn. Ik kende de voetpaden tusschen de rotsen en bracht Libanski naar een plek, waar wjj niet voor overvalling hadden te vreezen. Van daar bemerkten wij eenige schaduwen, die geheim zinnig enkele woorden wisselden. Wij begrepen dat die lieden tot het besluit kwamen, dat hjj, dien zjj zochten, in de golven was omgekomen; wij hoorden, hoe zij zich verwijderden in de op dat ij del vertoon, waarmede de ziel zich verhardt tegen de smarten, en dat som mige oude wijsgeeren aan den dag leg den maar op dat, waarop het voorbeeld toepasselijk is van Christus, die den kruisdood heeft willen lijden, terwijl Hij de vreugde verkiezen kon; op dat, hetwelk dien Christus om den steun Zijner ge nade bidt en voor geen wederwaardig heid terugschrikt doch ze alle vreugde vol draagt, ze beschouwende als zoovele genaden. Het Katholicisme bezat en bezit nog volgelingen, dooidrongen van deze leer; mannen en vrouwen van alle streken, van allen stand, bereid om naar Chris tus' voorbeeld alle ongerechtigheden en alle tegenspoeden ter wille van de deugd en den godsdienst te lijden, zoodat op hen meer nog het voorbeeld dan het woord van Didymus toepasselijk is „Laten ook wij gaan en met Hem ster ven." Mogen de voorbeelden dier held haftige standvastigheid zich meer en meer vermenigvuldigen en de kracht der Staten evenals de glorie der Kerk onophoudelijk doen toenemen. De derde soort van kwaal, waartegen een geneesmiddel moet gezocht worden, doet zich vooral voor hij de menschen van onzen tijd. Die van vroegere tijden al waren zij ook, soms op misdadige wijze, aan de aardsche goederen gehecht, minachtten ten minste niet geheel en a' die des hemels; de wijzen ondei de hei denen zelfs hebben geleerd, dat dit leven voor ons eene herberg was, geene blij vende woonplaats, dat wij er eenigen tijd mochten vertoeven, niet er ons ves tigen. Tegenwoordig hechten de menschen, hoewel in de Christelijke leer onderricht, zich grootendeels aan de vergankelijke goederen van het aardsche leven, als ware de gedachte aan een beter leven, aan eene eeuwige zaligheid niet alleen uit hun geest gewischt, maar als wilde zij die zelfs geheel uitroeien bij middel van oneer. Tevergeefs heeft hun de H. Paulus de les voorgehouden „Wij heb ben geene vaste woonplaats hier beneden, maar zoeken er eene, welke wij eenmaal zullen bezitten." Wanneer men zich afvraagt, welke de oorzaken van deze kwaal zijn, bevindt men allereerst, dat velen bevreesd zijn, als zou de gedachte aan het toekomstig leven de liefde tot het aardsche vader land verdrijven en den voorspoed der Staten henadeelen. Niets is er dwazer en ongerijmder dan deze waan. De hoop op den hemel is niet van dien aard, dat zij de menschen dermate bezig houdt, om hen geheel van de zorg voor het tijdelijke af te trekken; toen Christus beval het rijk Gods te zoeken, zeide Hij, dit „eerst" te zoeken, maar niet al het overige links te laten liggen. {Slot volgt.) richting naar Irkoetsk. Libanski rilde van koude ik durfde hem niet naar de hut voeren, die mij tot woning diende, doch ging er klee deren halen, die ik naar de grot bracht, waarin ik hem had achtergelatenop mijn dringende vragen deed hij het volgend verhaal. „Ik had op mij genomen over u te waken en had mij aan uw persoon gehecht, zonder dat gij mijn tegenwoordigheid kondt vermoe den. Op het oogenbiik, dat ik u van verre gadesloeg, zag ik Koléief die op verdachte wijze tusschen de rotsen sloopik volgde hem en verborgde mij achter een rots om hem te bespieden. Toen zag ik een boot den oever naderen een man kwam er uit en had een lang onderhoud met Koléief, na met dezen eerst herkenningsteekens te hebben gewisseld. Die teekens troffen mijik herinnerde mij de vereeniging der Sclopis, een naam, waardoor men in Siberie alle godsdienstzeden aanduidt, die door een gemeenschappelijken haat tegen den Czaar en de Russische kerk vereenigd worden. Eenige herinneringen doemden weder bij mij op en ik twijfelde niet langerdie ge barentaal was dezelfde als die, waaraan de leden van de Raskol elkander herkennen. „Maar hoe kwam het, dat Koléief tot de ingewijden behoorde. In zijn jeugd en ook als amtenaar van politie had liij in betrekking kunnen staan tot die sektarissen, maar er was een machtige drijfveer noodig om toe te treden tot een vereeniging, waarover de Re- 20 September '93. De toestand in Brazilië blijft nog steeds zeer critiek en met weinig zekerheid kau men voorzien wat er uit de tegenwoor dige verwikkeling zal geboren worden. Het bombardement van Rio de Janeiro is vermoedelijk reeds eeigisteren hervat, want de Braziliaansche gezant te Was hington ontving bericht dat de opstan delingen allen nog voor Rio liggende handelsvaartuigen hadden aangezegd, onmiddellijk de haven te verlaten en de open zee te kiezen. Ook de Braziliaan sche gezant te Parijs ontving eerg is teren middag bericht, dat het bombardement met hevigheid was hervat en de Rtpu- blica naar Santos stevende. Deze kruiser is nl. het grootste der oorlogsschepen, die in de baai van Rio liggende, voor admiraal Custodio de Mello hadden partij gekozen. Niettegenstaande het voor Mello's vloot onmogelijk werd geacht, den betrekkelijken nauwen ingang der wijde baai, onder het geschut der forten te verlaten, was toch Zaterdag-avond de Republica plotseling over de versper- geering den banvloek had uitgesproken. Ik besloot het daarbij niet te laten; na een zeer levendig gesprek ging hij in de boot; de an dere volgde hem; zjj richtten zich naar dea Oosteliiksn oever. „Eenige oogenblikken later verliet de stoom boot Livenitchnaiaik nam er plaats opik kwam aan vóór de roeiboot, waarin Koléief was en zag hoe deze landde op aen eenzame plaats, even woest als die van waar zjj ver trokken was. Met de meest mogelijke voorzor gen sloop ik tusscben de rotsen door en on gezien kon [ik getuige zjjn van een geheime bijeenkomst, zooals ik later vernam, voornamelijk bestaande uit rjjke kooplieden uit Jakoetsch, Okotch, Petropaulowski en Nicolaief. Ik kon niet verstaan wat zjj zeiden, doch zag hoe alle aanwezigen dezelfde teekens wisselden, het geen bewees dat zjj allen tot dezelfde vereeni ging behoorden. „Het was nacht geworden, alvorens allen zich verspreiden, na elkander plechtig de hand te hebben gereikttoen Koléief weder in de boot was gegaan, ging ik naar Passok, om daar den nacht verder door te brengen. Onder de ingewjjden had ik een man met eenvoudig, eerljjk voorkomen opgemerkt, een timmerman, die ook handel dreef in dennenhout van de Chamardabanbergen afkomstig; ik ging hem den volgenden ochtend opzoeken en de ge heimzinnige teekens hadden gemakkelijk zjjn toenadering tengevolge. Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEOAMSCHE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1893 | | pagina 1