Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
17 de Jaarg.
Zondag 28 Januari 1894.
No. 4800.
xtxeaix "gSoiex&txaat 39.
Het
Parijsclie Kroniek.
Feuilleton.
MOORD IK HET BOSCH.
NIEUWE
OURANT
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50
Franco per post door geheel Nederland - 2.—
Afzonderlijke Nommers- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
Van 16 regelsf H-®®
Elke gewone regel meer- ®A0
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
■We;
Z1jn niet alleen de anarchistische be-
o'ng en aanslagen welke de zieketoestand
geesten en het steeds dalende moreele
biL ^01 Sewetens duidelijk aanduiden, neen,
Zedn -0^ 6'k terre'n bespeurt men hier die
in 6 ^'ie acbteru'tgang, en sedert eenige
aaii(.en valt dit zóo in het oog, dat men
die r)8 rneeste Stallen zich afvraagt, waarop
sta ^ac'e van bet gezonde menschenver-
v Za' uitloopen. Met de feiten zoo éen-
Voln rnoSe'ijk te verhalen, zullen de ge-
rekkingen gemakkelijk te maken zijn.
de II v«fde ,vei'dieping van een huis in
vier Ue 6S ^ar^Jrs' no. 37, woonde sedert
sta 8n-twintig jaren de familie Caubet, be
doel man' vrouw en kind, eene
q er vari drie-en-twintig jaren. De heer
ti(.;r et was vroeger makelaar in assuran-
n- doch sedert een paar jaren ziek ge-
Hit 8n' moest bij deze zaken laten varen,
tekort in het huiselijk budget werd door
moedige vrouw zooveel mogelijk aan-
d zij werd makelaarster in diamanten,
welk hier indertijd een nogal winstge-
vak was. Hunne dochter Jeanne wilde
nmin ten achter blijven om voor haar
e hare moeder te steunen, en goed op-
le Vopd zijnde, zocht zij piano- en teeken-
&Sen te geven. Doch de zaken gingen niet,
n dagelijks verminderde de spaarpenningen,
Sedurende zoovele jaren bijeen verzameld.
°°r de buren was deze achteruitgang niet
e'kbaar. De vrouwen waren altijd fat-
Wijk gekleed zij bewoonden een appar-
etnent van fr. 1500 huur en hielden eene
(](8tlStrneid. Afin, een vergulde ellende. Bij
d vorigen vervaldag der driemaandelijk-
e huur, hadden de Caubet's al uitstel
^°6ten vragen, dat zij, als zulke oude huur-
rs> gemakkelijk verkregen doch nu, den
a Januari, vervielen er weder drie maan-
Qen> en er was niets in kas. De ongeluk-
Naar het Fransch van
Raoul de Navery.
22)
a Ja, antwoordde het kind op vrees-
itigen toon. Zij is goed voor mij en ook
r °r anderendit belet echter niet, dat
ea haar beschuldigt van verstandhouding
®t den boozen geest, en dat ik bang ben,
on üeer ik biJ baar kom, uit vrees, dat ik
ten a^ faJe' een groene pad zal zien zit-
h„ en m een hoek bij den schoorsteen den
.--emstok zal zien staan, waarmede zij naar
Üe* Sabbat rijdt.
Onguste Landier begon te lachen.
d0T Haar is Douce, zeide het kind, de
'ter van den marskramer.
«et jonge meisje zat op den boomstronk,
jj, ar°P verscheidene maanden geleden de
hom ars van Louis badden plaats ge-
"en. Toen zjj den jongen vreemdeling
kigen hadden geen moed meer om te vra
gen en besloten gezamenlijk te sterven. De
vader kleedde zich in 't zwart en de moeder
en dochter tooiden zich met het beste kleedje
dat zij nog bezaten. En na alles goed dicht
gestopt te hebben, ontstaken zij een vuur
van houtskool en legden zich in het midden
der salon, alwaar zij 's Maandagsmorgens
door de dienstmeid en de buren, door den
damp gestikt, gevonden werden. Toen den
vorigen avond de meid aan hare meesters
goeden nacht wenschte, hadden zij haar
gezegd, niet naar beneden te komen, alvo
rens zij geroepen werd. Dit gaf haar ach
terdocht doch zij kwam 's morgens te laat
om hen nog te kunnen redden.
Overal zoude zoo'n driedubbele zelfmoord
een algemeene en zeer pijnlijken indruk
maken en bij velen zelfs een zekeren afschrik
verwekken, vooral daar later uitkwam, dat
de familie nog eenige dagen vroeger met fr.
500 had willen te hulp komen. In Parijs heeft
het onder een zekere klasse, die helaas met
den dag in getal toeneemt, bewondering of
een ziekelijk medelijden doen geboren wor
den, in zulke mate zelfs, dat de voornaamste
kranten van moed en fierheid bij de zelf
moordenaars spraken; en toen zij begraven
werden, was er zulk een menigte, ik wil
wel aannemen ook vele nieuwsgierigen, op
de been, dat de passage in de Rue des
Martyrs er door versperd werd. Zes rede
voeringen werden er op de begraafplaats,
of liever in den verbrandingsoven gehouden
want ook daarin wilden deze levensmoeden
op de meest moderne wijze deze wereld
verlaten. Een hunner uiterste wilsbeschik-
kers, die de deelnemers aan deze treurige
plechtigheid bedankte, achtte het toch noodig
de fabel, zooals hij het noemde, tegen te
moeten spreken, dat de dooden, volgens
sommige bladen, alvorens te sterven, een
feestmaal met champagne besproeid zouden
gehouden hebben. Het is als eene episode
uit den tijd van Romes verval
Een aanslag van geheel anderen aard
zag, begreep zij den vriend van Antomn
Leguével voor zich te hebben.
Ik ben tot uw dienst, zeide de schilder.
Ik dank u, mijnheer, antwoordde Douce.
Ziehier, wat ik u verzoek. Dij ziet ginds
dien boom 1 Men noemt dien den Eik met
het Beeld.
Vroeger rustten vrome pelgrims in zijn
schaduw uit, tegenwoordig komen nieuws
gierigen er naar kijken.Üp den weg.
vlak er tegenover daar zeide liet
jonge meisje, den weg overstekende, is mijn
vader gevallen onder de hand zijns moorde
naars. Hij viel, met het gelaat naar den
hemel gekeerd, den linkerarm uitgestrekt
naar de zijde van den eik. Ik had gaarne,
dat gij deze plek in teekening bracht, het
lijk van mijn vader er bij, in de houding,
die ik u beschreven heb.
Ik zal aan uw verlangen voldoen,
mejuffrouw maar vreest gij niet, dat die
teekening u dikwijls een onherstelbaar onge
luk in het geheugen zal terugroepen
Misschien zal het mij helpen om een
ander ongeluk te voorkomen, mijnheer.
Auguste Landier ging zitten, opende zijn
album en begon te teekenenna verloop
van drie uren was hij met de teekening gereed.
toont ons, gelukkig, dat niet al de aanvallen
tegen de gezeten burgers door onverbeterlijke
anarchisten gepleegd worden. Eenige dagen
geleden werd in de restaurant van den heer
Marguery op de Boulevard Bonne ISouvelle
een groote ruit ingeworpen en kwam een
steen, zeker al zeer onwelkom, in de soep
van een der gasten terecht. De menigte daar
buiten, de dader voor een anarchist hou
dende, zoude hem bijna gedood hebben, en
de agenten hadden de grootste moeite hem
behouden in het politie-bureau te brengen.
Voor den rechter verklaarde deze ruiten
breker«Ik heb een domheid begaan en ik
«wil niets liever dan de kosten betalen,
«doch ik smeek de rechtbank medelijden
«met mijn vrouw en kind te hebben. Zoo
«ik in de gevangenis kom, dan staat hun de
«grootste ellende te wachten. De heer
Marguery getuigde, met zijne bekende wel
willendheid, dat de schade niet' zoo groot
was geweest. Honderd francs. «Ik heb,
»^oo zeide hij, de vrouw en het kind van
»den aangeklaagde gesproken en over dit
«huishouden de beste inlichtingen gekregen.
«De man had wat diep in 't glaasje gekeken,
«en ik verzoek de clementie van de recht
sbank." Na dezen zoo goedhartigen wensch
kwam de berouwhebbende zondaar er met
fr. 50 boete af en misschien zal hij de
borrel nu wat meer gaan wantrouwen.
Ten slotte wil ik nog een schrijven ver
melden door een werkman aan de Figaro
gericht, tengevolge der talrijke aanbiedin
gen om met de opvoeding van het negen
jarig dochtertje van Vaillant, de kleine
Sidonie, belast te worden. De eerste
aanbieding was die der hertogin d' Uzès,
spoedig gevolgd door anarchisten, die be-
beloofden het in de zuivere leer haars vaders
te zullen doen opgroeienverder door een
geestelijke, een socialist en een journalist. Die
Sidonie doet inderdaad opgeld. Onze werkman
schrijft: «Ik ben monteur en heb gewerkt
«zoolang ik kan en mijne vrouw niet minder.
«Nooit heb ik aan iemand iets gevraagd hoe
Hij reikte deze aan Douce over.
Het is heel goed, zeide zij nu wilde
ik, dat er afdrukken van gemaakt werden,
maar duizenden.
Wat denkt gij dan te doen? vroeg
Auguste Landier.
Ze verkoopen, antwoordde Douce be
daard.
Ze verkoopen, gij
Ja, op de kermissen en jaarmarkten.
De dochter van Louis, den marskramer, zal
den bezoekers de afbeelding van den eik,
waarbij haar vader werd vermoord, te koop
aanbieden.
Landier keek Douce met droevige ver
rassing aan, en antwoordde koel
Gij zult weldra proeven ontvangen.
Het was reeds laatde kunstenaar wilde
juist afscheid nemen van de dochter van
don marskramer, toen De Veldmuis ver
scheen. Zij groette den jongen man en bood
hem aan in haar woning uit te rusten. Lan
dier nam dit aan. Met hun drieën gingen
zij naar de hut. De toebereidselen tot den
maaltijd duurden niet lang. De Veldmuis
slachtte en bereidde een kip, terwijl Douce
de tafel dekte. Intusschen nam de kunste
naar het inwendige van de hut op. Deze
«hard wij er voor zaten. Thans leg ik ziek
«en ben mijn einde nabij, zoodat ik mijne
«vrouw, eene eerbare brave vrouw, en mijn
«tienjarig kind, zal achterlaten. Lezende dat
«eene groote dame Vaillant's dochtertje tot
«zich wil nemen, zeide ik tot mij-zelven,
«dat ik toch maar altijd dom ben geweest.
«Het spijt me zelfs, dat ik ook geen bom in
«de Kamer geworpen heb, want dan kon ik
«getroost sterven, daar zij verzorgd zouden
«zijn. Ik schrijf u dit, om mij wat te ver-
slichten, en misschien worden er ook groote
«dames gevonden die zich onbesproken men-
«schen aantrekken."
Terwijl dit alles voorviel, hield de minister
van onderwijs, en note bene van eeredienst,
de heer Spulier, een week geleden, eene rede
tot de delegatiën van het lager onderwijs,
waarin voornamelijk het zedelijk onderwijs
behandeld werd. Volgens deze hedendaagsche
zedenmeester moeten de onderwijzers de
gewetens vormen, het ware menschelijke
gevoel in de zielen storten en zoodoende alle
menschen vrij en humaan maken. Zij moeten
alle burgers hoog genoeg weten te verheffen
om ze tot de menschelijke waardigheid te
voeren, daar deze alle andere goede hoedanig
heden omvat en overtreft. Zoo de opvoeding
ernstig en krachtig wordt gegeven, dan is
het geweten van den werkman en van den
minsten onder ons evengoed in staat, edel,
verstandig, fijngevoelig en zedelijk sterk te
zijn als het meest geoefende geweten eens
wijsgeers. Dat zedelijk leven, de kostbaarste
schat, kan een ieders deel worden. Op dat
terrein alleen heerscht volmaakte gelijkheid,
daar gevoelen zich allen broeders, omdat zij
gelijkelijk de verplichting dragen zich aan
dezelfde wet te onderwerpen en dezelfde
hoogste macht te eerbiedigen.
Nu zou men denken, dat er van God,
de eenigste hoogste Rechter van ons ge
weten, zoude gesproken worden, daar de
mensch toch zijn eigen rechter moeielijk kan
zijndoch in deze lange rede drijft men
slechts op een onbepaald ideaal en van
bestond uit twee vertrekken het eene ver
trek kwam uit op een klein bloementuintje,
het tweede op een moestuin. Het bed van
De Veldmuis stond in een der hoeken, daarbij
een koffer, recht daartegenover een kast,
waarop eenige bloempotten stonden. Op den
schoorsteenmantel stond een kruisbeeld. Maar
wat aan dit vertrek een zonderling voor
komen gaf, dat waren de pakjes gedroogde
kruiden, die aan de zoldering hingen, de
tegen den muur gespijkerde vellen van
adders en padden, de aan de balken benge
lende opgezette uilen dat waren de rui
kers van mistelbloemen en ijzerkruid, die
overal in de hoeken stonden.
De jonge schilder kon het verlangen niet
weerstaan om dit zonderlinge vertrek in
teekening te brengen, en hij was juist met
zijn schets gereed, toen de Veldnmis met
de in het moestuintje versch geplukte salade
binnenkwam. Nog een paar potloodstrepen,
en ook de oude vrouw en Douce's slanke
gestalte prijkten op de teekening.
(Wordt vervolgd.)