Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
17de Jaarg.
Dinsdag 6 Februari 1894.
No. 4807.
bureau *g$otex&txaat 39.
PRIJS VAN DIT BLAD:
Aoor Schiedam per 3 maandenf 1.50
franco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
-6 regels
Van 16 regelsf 0.60
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Ce CH0P VAN HAARLEM,
de feestelijkheid en de Geloovigen
van ons Bisdom,
j.. zaligheid in den heer.
r0e ^et begin der Veertigdaagsche Vaste
de H. Kerk aan hare kinderen toe
^tof811^ mensc'1i dat gij stot zijt en tot
Zek ZU't wederkeeren." Het is derhalve
°Vereenkomstig den geest der H. Kerk,
(j Wy in dit herderlijk schrijven aan
geti eze'fde vermaning geven en tot u zeg-
Ove gedenkt toch, Beminde Geloovigen,
'»"gt het wel en tracht u zooveel ffio-
(je te overtuigen en te doordringen van
,4ro°te waarheid »dat gij stof zijt en tot
zult wederkeeren." Bovendien meenen
d0gr daarom nog te meer te moeten
°mdat die waarheid regtstreeks ge-
«ant
\ve| ls le8en de dubbele kwaal, die altijd
it» Seheerscht heeft op de wereld, maar
Za ?r'Ze da§en vooral zooveel onheil veroor-
9eestnameliJk [hoogmoed van den
j eo de hoogmoed van het vleesch.
ha grootste hoogmoed van geest open-
zich in den verblinden en waanwijzen
ge^1Sc'') die alleen aan zijne eigene rede
2 ag toeschrijft, zich daarom aan het ge-
°htk Va" onttrekt, het gezag van God
ent en zelfs het bestaan van God zou
0v tlSchen te kunnen loochenen. Doch hier-
spreken Wij niet tot u, B. G., die
kinderen zijt der H. Katholieke
h:
erk n
t*ij echter staat even goed bloot aan
gevaar al is het dan ook op andere
lat e om u door hoogmoed van geest te
■yern beheerschen, en met het oog daarop
jpJ^fen Wij u: Dgedenkt dat gij stof zijt
^^t°t st0{ zuit wederkeeren."
Feuilleton.
MOOR!) IN HET BOSCH.
Naar het Fransch van
Raoul de Navery.
29)
schelmen, die de hoeve van Laloue
w ,,en 'O brand gestoken en plunderden,
Zijn 11 aangevoerd Jdoor den man, die bij
*i)ti eerste bezoek bij Cado, den kleermaker,
'ijti r°°d wambuis had achtergelaten, en bij
t)i6 'weede bezoek een nieuwen kiel kocht.
u'tge<faan en °P een veilige
Hjke 8e^orgen) opdat deze later geen moge-
t<w sporen van brand of bloed zou ver-
en- Zijn twee helpers, Tire! en Cormerau,
V»^refl °ude kennissen van de justitie, doch
kw e° niettemin nog zoo vei hard in het
^Vfj'l i' a's de man van de' wamfcm*s- Ter
rain boosdoeners de huisgenooten van
er, ,Ue bonden, had Simon twee arbeiders
6 melkmeid geroepen. Om meer op hun
ak te kunnen plunderen, hadden de
In de eerste plaats roepen Wij die woor
den toe aan hen, die met gezag bekleed of
in overheid gesteld zijn, en Wij denken
daarbij allereerst aan onzen eigen persoon.
Door den H. Geest gesteld, om de Kerk
Gods te besturen, kunnen Wij zoo ligt de
handhaving van het Ons toevertrouwd godde
lijk gezag verwarren met het handhaven onzer
persoonlijke ijdelheiddaarvoor kan ons be
waren eene voortdurende herinnering aan
onze nietigheid en vergankelijkheid, die Ons
noopt, bij de moeijelijkheden van ons bis
schoppelijk bestuur God om inlichting te
bidden, bovendien den raad van andere
personen te vragen en dien raad in den
regel liever op te volgen, dan te handelen
volgens eigen inzigten. Maar evenzeer kunt
gij allen, die, hetzij door uwe priesterlijke
waardigheid, hetzij door uwe burgerlijke
betrekking, hetzij door uwen stand in de
maatschappij over anderen te bevelen hebt,
evenzeer kunt gij gemakkelijk uw gezag en
overwigt misbruiken. Door groote gedachte
te hebben van uw verstand, door groote
waarde te hechten aan uw eigene denk
beelden en opvattingen, komt gij zoo spoe
dig tot maatregelen van willekeur en on-
regtmaligen dwang, tot liefdelooze, hard
vochtige en onregtvaardige handelingen, die
wederkeerig de hartstogten uwer onderge
schikten in verzet brengen, niet alleen tegen
u, maar tegen de gansche maatschappij.
Hoeveel onheil en jammer heeft deze hoog
moed van geest reeds voortgebracht! Wilt
gij die onheilen niet helpen vermeerderen,
herinnert u dan voortdurend, dat gij, zoo
wel als zij die aan uwe magt moeten ge
hoorzamen, slechts stof zijt, en even als zij,
tot stof zult wederkeeren.
Veel noodzakelijker nog is de herinnering
aan deze groote waarheid voor hen, die niet
met gezag zijn bekleed. Wat toch zien wij
in onzen tijd dagelijks gebeuren Eene
menigte personen, zich inbeeldend verstand
te bezitten om over alles te oordeelen, in
die inbeelding versterkt door den omgang
dieven aan de binnenzijde de deur gebarrika-
deerd. Simon en zijne makkers trachtten
de deur in te loopen. Er waren krachtige
pogingen noodig om de deur te doen be
zwijken. Doch de stevige knapen ontzagen
zich zeiven niet, en op hetzelfde oogenblik,
dat de dieven de kast van den boer ledigden,
viel de deur krakend de kamer in. De dieven
dachten, dat hun verspieders zich bij hen
kwamen voegen, doch het gezicht van twee
zeisen en een hooivork bracht hen weldra
tot andere gedachten en noodzaakte hen op
hun verdediging bedacht te zijn. Daar zij
reeds in het bezit waren van het geld van
Laloue, hadden zij niets meer te doen dan
te vluchten. De eenige op de tafel gewor
pen toorts verspreidde slechts een zwak
licht zij veinsden te willen ontvluchten
door de buitendeur, en terwijl Simon en
zijne kameraden zich haastten om hun den
weg te versperren, snelden zij naar een
naburige kamer, sprongen uit het venster
en over de heg van den tuin en bevonden
zich toen bij de schuur.
Uit elkaar, zeiden zij, wij weten, waar
wij elkaar zullen terugvinden.
De man van het wambuis haalde onder
een struik den bij Cado gekochten kiel weg,
en de gesprekken van ontevredene men-
schen, of door het lezen van opruijende dag
bladen en andere geschriften, plaatst zich
vol trots en eigenwaan op den regterstoel,
om uitspraak te doen over alle mogelijke
onderwerpen meenen zij bij anderen, in
zonderheid bij boven hen geplaatste magten,
inisbruiken op te merken, die misbruiken
worden op liefdelooze wijze besproken en
ten toon gesteld wat inderdaad geen mis
bruiken zijn, zien zij in hunne kortzichtig
heid dikwerf voor wezenlijke misbruiken
aaneen ieder hunner meent de middelen
te kennen, waardoor de maatschappij moet
verbeterd worden, en de oplossing te kun
nen geven, voor de moeijelijkste vraagstuk
ken. Vandaar de zucht om alles zelf te rege
len en te besturenvandaar hartstogtelijke
bestrijding van allen, die met hen in mee
ning verschillen verdachtmaking van andere
personen twist, partijschappen, vijandschap
pen, onverzoenlijke haat tusschen hen, die
als kinderen van denzelfden God en leden
derzelfde maatschappij elkander hartelijk
moesten liefhebben. Zouden wij, B. G. van
dat alles getuigen zijn, indien die hoogmoed
van geest beter onderdrukt werd, indien
ieder zijne nietigheid en vergankelijkheid
beter besefte Waarlijk heilzaam is daarom
voor ons die vermaning der H. Kerk »ge-
»denk o mensch, dat gij stof zijt en tot stof
zult wederkeeren."
II. Wij spraken nog van eene tweede
soort van hoogmoed, dien wij den hoogmoed
van het vleesch noemden. Want het vleesch,
dat is, de zinnelijke natuur, behoort te ge
hoorzamen en onderworpen te zijn aan den
geest, aan de rede en juist het tegendeel
lieeft plaatsvolgens het woord van den
Apostel: nhet vleeschbegeert tegen den geest
verheft het vleesch zich boven den geest
en de zinnelijke natuur brengt den mensch
tot handelingen, die zijne rede moet ver-
oordeelen en verafschuwen.
en hij was bezig dezen aan te doen, toen
twee handen hem om de keel grepen.
Het was Gildas, wien het, door Douce
geholpen, was gelukt den hooizolder te ver
laten, en die nu voor de tweede maal de
stem van den ellendeling had herkend.
Douce Douceriep de grijsaard, de
moordenaar van uw vader is hier.
Meer kon Gildas niet zeggen hij voelde
een scherpe, stekende pijn in de borst, zijn
handen Heten den bandiet los, en hij viel
achtei over.
Douce Douce herhaalde hij op zwak
ker toon.
Hier ben ik, antwoordde het jonge
meisje.
Zij kwam aanloopen, gevolgd door de
knechts, die de brandstichters zochten, doch
zij vond slechts Gildas op den grond lig
gende.
De hoeve zag er treurig uitLaloue, die
door de bedienden van zijn banden was
bevrijd, deed hopelooze pogingen om den
brand te blusschen. De vrouwen weenden,
zonder de kracht te hebben den brand te
helpen stuiten. De schaapherder ging hulp
halen de knechts deden bovenmenschelijke
pogingen om den omvang van den brand
Helaas, B. G., hoe groot is tegenwoordig
de heerschappij der zinnelijkheid Hoe velefï
leven alleen om hunne zinnelijke lusten te
bevredigen door eten en drinken, vermaken
en uitspattingenOm dat doel te bereiken
schijnen geen offers te groot verteringen
worden gemaakt, die de huisgezinnen te
gronde rigtenverteringen, die louter dief
stal zijn, omdat men daarvoor schulden
maakt, die men niet betalen kande bui
tensporige weelde der hoogere standen wekt
niet alleen wrevel bij de mindere klassen
der maatschappij, maar wekt ook bij dezen
een verlangen, eene begeerte, een bijna
onweerstaanbaren lust, om op hare beurt
zooveel mogelijk van de aarde te genieten.
Ziet slechts rond in de wereld zucht tct
arbeiden vermindert, zorg voor het gezin
verdwijnt, en wijl de armoede daardoor toe
neemt, komt men tot diefstal en onregt-
vaardigheid want men wil, men moet zijne
zinnelijke hartstogten voldoen en men leeft,
alsof men geschapen was alleen om dat
ligchaam, dat vleesch te bevredigen, dat
slechts stof is, en dat na korten tijd in
den schoot der aarde zal worden wegge
borgen, om daar ontbonden te worden en
tot stof weder te keeren.
HI. Wilt dan, B. G., vooral in den aan
staanden Vastentijd, volgens de vermaning
van de H. Kerk, met grooten ernst uwe
nietigheid en vergankelijkheid overwegen.
Die overweging zal u helpen, om dien hei
ligen tijd door te brengen gelijk het be
hoort, namelijk: als een tijd van gebed,
var. versterving en boetedoening.
Als gij diep doordrongen wordt van uwe
nietigheid en menschelijke ellende, dan zult
gij luisteren naar het woord, dat dagelijks
gedurende de Vaste u in de H. Mis wordt
toegeroepen: vernedertbuigt uwe hoof
den voor Goden door het gebed zult gij
hulp en kracht zoeken bij Hem, met Wiens
genade wij alles kunnen.
Als gij diep doordrongen zijt van de nie
tigheid en vergankelijkheid van uw ligchaam,
te beperken. De schuur stond in lichter
laaie. Maar daar dit gebouw door een af
stand van eenige meters van het huis ge
scheiden was en de wind in de tegenover
gestelde richting waaide kon men de hoop
voeden, dat de ramp zich zou bepalen tot
het verlies van de schuur en het daarin
geborgen graan.
De bedienden poogden te vergeefs de
brandstichters te vervolgen dezen waren
verdwenen. Douce bleef bij Gildas, die be
wusteloos was. De buren kwamen toe-
loopen men redde het huis, doch de familie
Laloue was niettemin den ondergang nabij.
Het scheelde weinig, of men beschuldigde
den blinde van medeplichtigheid aan de
misdaad. Had de jonge knecht hem niet ver
dedigd, dan zou men hem dadelijk aan de
Justitie hebben overgeleverd.
Douce verbond hem met kinderlijke liefde,
bracht hem toen naar een in de nabijheid
liggenden molensteen, en wachtte tot hij
de oogen opende.
Wordt vervolgd.)
NIEUWE SCHIEDAMSCHE COURANT
öOor
DE GENADE GODS EN DE GUNST VAN
|w DEN apostolischen STOEL
PrELAAT van Z. H. LEO XIII, ASSISTENT-
"'«SCHOP BIJ DEN PAUSELIJKEN TROON,
1) Gal. V, 7.