Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 17de Jaarg. Zaterdag 10 Februari 1894. No. 4811. "g&ureau otexztxaat 89. amsk PRIJS VAN DIT BLAD: ^oor Schiedam per 3 maanden1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. e Heien van den Merodates. Tu pl JSSc'ien de bedrijven hunner drama's reier-Sten Ouden hunne zoogenaamde (jjc^6n ®0ph°cles, de Grieksche treurspel- 0ok ®r> heeft hierin bijzonder uitgemunt. k°nit °n<^e' en ruenigeen der latere dichters- ffia' '^etl ^ehhen dit versiersel hunner dra- «iet blijde band aangegrepen. k0re at er door die reien of zoogenaamde dan wel wordt beoogd (j6t 'J ai>twoordenhet hooger idealiseeren des tragedie. Voor het neergelaten gordijn t°°neels schaart zich in de breedte des tfiels aan <W"C'S eer' zangkoor, zóo gesteld dat de &er>aamde koorvoerder in het midden en een gelijk aantal zangeren, zoowel ZlJU linker- als rechterzijde plaats neemt, korn ^0Ze *'eden zijn gecostumeerd, overeen- stlg de zangerskleedij van die streken, ko^lft ^et st,uh °f treurspel speelt, en nu r,e he inhoud van hunne zangen hierop dat zij zoo ais wij reeds aangaven van °°Ze aan het treurspel een hoogere kracht |0 P°ezie bijzetten. Dit geschiedt op tal- haa Wldzen- Oe reien kunnen bijvoorbeeld, and aa,l'eiding der treurspel-gebeurtenis, ^bb'6 ^e'ten bezingen,'welke gelijkenis sPe| 6n hadden met die van het treur ig' °f die haar geheel vooratgebeeld heb- va>t °nZ' ^'s Vondel bijv. in den Gijsbrecht Ver't tel, 3de bedrijf, eerst op het tooneel 1> °°nd heeft, hoe de vijand juist in den heft nachf Amsterdam binnendrong, dan 'ied reb na hat bedrijf, het overbekende j aan O Kerstnacht, schooner dan de Hen ,i 'n I aewijl de kindermoord van Bethlehem Sfe a "ed wordt bezongen gei^arns inname, wat droefenis aangaat, ^0°Zeien en dewijl Am- wat droefenis aangs heeft op dat, vernielen der on- van Bethlehem door lier odes. ook verder. Is vrouwe Badelsch aan einde yan het 4e bedrijf zoo uiterst be over haar gemaal Gijsbrecht, aan haar verhaalt, hoe Gijsbrecht Feuilleton. HOORD IN HET BOSCH. Naar het Fransch van Raoul de Navery. 33ï ter /J'j hebt aan de stem den brandstich tte erhend, het zij zoomaar de moor- V,.Yan uw vader. za J werd verward en toornig, toen hij [lik p®' Zeide Douce, die den rechter tege- eeld8n afbeelding van den Eik met het T0 °Veri'eikte. Mind n haalde Douce het wambuis van den i,a hield het stuk stof er bij, dat zij jT. bezit had, en zeide t)e|| 11 ls mijn bewijs. 1 lm rnaréchaussées werd bevel gegeven L0lJScb te omsingelen. De gi"g een weinig vroeger weg. 'jij d6 f°eP verdeelde zich, doch toen Douce r j gerplaats de Zigeuners kwam, was ®Vele verlaten. Naar alle kanten werden "n verzondenmen verloor tijdde y>als een sluis" de stroomen van vijanden nog zoekt te keeren hoordan ruischt na het vallen des gordijns, de keurige hymne op de huwelijkstrouw van de lippen der rei, en hij zingt Een hooge bedoeling hadden dus de rei- invoerders. Hetzij zij de historie met hun drama wisten te vereenigen, hetzij men Gods profetieën in verband met de feiten der tragedie toelichtte, hetzij men een ode op den hoofdpersoon des treurspels zong, of hetzij men zelfs in een vurige beè, God-zelf te hulp riep, bij alle reien heerschte één hoofddoelde dramatische actie moest nog meer gesublimeerd worden. En, men zong hierHet schijnt namelijk, alsof aan de tragedie, omdat zij in Christus zelf gehei ligd zou worden, de oudheid reeds geen enkele glorie wilde laten ontbreken, en aan gezien door de spelers op het tooneel slechts kon gesproken worden, plaatste men den zang in de reien. Ook die zang moest nu uiteraard éen zijn met het drama. Alleen een componist, die alle de orgeltonen der menschelijke ziel wist weer te geven, hij konde hier naar eisch optreden. Hij moest immers den toon der verontwaardiging we ten te uiten tegen de macht van het kwaad, hetwelk in den tegenrol is belichaamd hij moest straks weer den bedrukten held en hoofdpersoon van het treurspel weten te troosten en te bemoedigen met klanken, die de vlucht der blanke duive uit de arke, langs het blauwe firmament, in de gedachte opriepen; hij moest weten te jubelen in zegepraal, en ook weer te schreien in ver drukking, hij moest in een woord volkomen den gemoedstoestand bezitten van dien jeug dig-gestorvenen, priesterlijken dichter, die toen hij de voor het geloof gevallenen strij- schrik gaf den bandieten vleugelen en hun bekwaamheid, om zich te vermommen, bracht hun vervolgers meer dan eens van het spoor; twee mannen van de bende, die de be moeiingen van de justitie minder te duchten hadden, lieten zich gevangen nemen, ten einde hun kameraden den tijd te geven zich in veiligheid te stellen. Kortom, in weer wil van den ijver der ambtenaren, ging het spoor verloren. Douce begon weder haar avontuurlijk leven. Alleen, want Gildas, wiens wonde een geregelde behandeling noodig maakte, was in een gasthuis opgenomen. Het jonge meisje vroeg zich af, naar welke zijde zich te richten. Zij had een belangrijk, ofschoon onvolledig resultaat verworven. Zij kende thans den moordenaar haars vaders, De tijd om De Veldmuis te bezoeken, was nog niet gekomeu. Douce gaf zich aan het toeval over. Een groote lichamelijke mat heid maakte zich van haar meester. Haar zwak gestel leed onder die geforceerde marschen. Zij vreesde te sterven, vóór dat haar taak ten einde was. Acht dagen lang verving zij in een herberg de zieke dienst bode. Later bracht zij groenten naar de markt voor een boerin, door de geboorte ders des Pausen ging vieren, aldus aanving te zingen: De Merodaat bezat tot heden geen reien in strikten zin. Bij dit treurspel, dat geregeld wordt opgevoerd aan het bisschoppelijke Seminarie Hageveld, zong tot heden een liederentafel hare stukken tusschen de be drijven der tragedie. Of ook hierin meer malen geen groote kunst schuilde? Onge twijfeld. Tusschen de bedrijven van eenig heerlijk drama het Stabat Mater onzer grootste muziekmeesters te geven of de zegepraal der treurspelhelden met Handels Alleluja in te leiden, het was, voorwaar! ook meesterwerk. Honor cui honor. Maar elke lezer zal toch, naar mijn meening, toe geven, dat de eigeniijke, op het drama-zelf bewerkte rei-zangen, indien zij waarlijk subliem zijn, hier de beste lauweren winnen. Een Hageveldsch dichter nu, wiens naam niet eens onder zijn werk geplaatst is, hij heeft den Merodaat zijne reien geschonken. Ons bedunkens, zijn deze reien zeer voor treffelijk, een paar malen zelfs onovertref baar. Wij zullen hen ordelijk bespreken. Na het eerste bedrijf, als Merodaat wordt gedoopt, zingt de rei het volgend lied Zang. van een kind hierin verhinderd. Bij voor keur zocht zij werkzaamheden, waardoor zij in aanraking kwam met veel menschen. Eens gaf zij al het keukengereedschap mede om te herstellen, ten einde de werklieden te zien. Ditmaal waren het eerlijke, brave menschenDouce werd door haar mees teres beknordzij stelde deze tevreden, door zelf alles te betalen. Een anderen keer dacht zij op den weg het kind te herkennen, waaraan zij een afbeelding had verkochtzij ledigde haar beurs in de handen van den kleine, om een inlichting te verkrijgen, en vernam dat de kleine jongen het zesde kind was van arme arbeiders, die dicht bij het dorp in een hut woonden. Geen enkele aanwijzing verwaar loosde zij zij volgde het minste spoor, maar op het oogenblik, dat zij dacht haar doel te zullen bereiken, bemerkte zij op eens, dat zij op den verkeerden weg was en weer van voren af aan moest beginnen. M. Leguével zat ook niet stil. Hij hechtte zich met hart en ziel aan dit werk van eerherstel, eerstens omdat het rechtvaardig was, en dan, omdat hij dacht, dat het de schoonste lauwerkrans zou wezen voor zijn naam als advocaat. Tegenzang. Niet anders zoo beweren wij niet anders zoude hier Vondel gezongen hebben niet anders zingt de heilige kerk zelve, o. a. bij de font-wij dingen vóór de hoogfees ten. O, men bemerke hier toch eens de kunstAllereerst van den stijl, en de maat die, hoe Vondeliaansch ook, (b) toch geen lastige struikelblokken bezitten, maar als een paar fraaie rivieren onder liefelijk geboomte daar henenvloeien. Vervolgens de rijkdom der beelden en ideeën Eerst wordt in den zang Christus'-doopsel en Noë's vreugde tot symbool gesteld van het nieuwe leven, hetwelk Merodaat gaat bezielen, maar dan, (omdat de tegenzang nog meer een climax, een versterking yan den zang be hoort te wezen) gaat later het lied over tot een bepaald gebed aan God, aan dien Hei ligen Geest, van Wien wij eerst in het boek der Schepping lezen, dat hij vbevruch- tend zweefde over de ordelooze wateren,'" en onder Wiens hoede de zwakke arke Na het proces der Trézek's was mevrouw Leguével te Rennes gaan wonen. Een groot gedeelte van zijn tijd bracht Antonin in de gevangenis door. Elke beschuldigde, elke nieuwe misdadiger kwam hem rechtens toe. Hij pleitte meer dan eenig ander advocaat het is waar, dikwijls als toegevoegd ver dediger, en de vergoedingen voor die plei dooien deden zijn beurs niet zwaarder wor den. De rechters stelden belang in dien moedigen jongen man en steunden hem. Antonin hoopte altijd, dat bij toeval onder het groot getal zijner clienten ook de moor denaar van Louis, den marskramer, zou zijn. Hoe dikwijls ging hij op reis, als ge volg van een bijna niets beteekende aan wijzing of van een duister gezegde. Hoe dikwijls bouwde hij in gedachten een ge heel proces op, zich beurtelings als rechter van instructie, procureur generaal en ver- deniger denkende. Elke week bracht een brief van Madeleine aan de veroordeelden te Brest troost en hoop. 1 Wordt vervolgd.) E COURANT iWlilillilliiiilliHWIilH 3.D h L 2i Waer werd opreghter trou, Dan tusschen man en vrou, Ter weereld ooijt gevonden Twee sielen glöfnde aan een gesmeed, Of vast geschakelt en verbonden, In lief en leed. Een lied, een heerlijk lied weerklinkt er in mijn [harte Alsof de Geest van God daar zelf de snaren roert; Een lied, dat beurtlings trilt van zaligheid en [smarte Dat heel de ziel bedroeft en heel de ziel vervoert. Een jublend zegelied, of 't oude volk des Heeren Met rinkelbom en fluit weer overwinning viert, Maar bij het feestgedruisch en 't daav'rend psalmo- [dieeren Toch met bedwongen traan der helden lijkbaar [siert. Hoe slaat ge Merodates, de oogen Van leven tintelend ten hoogen b1 Hoe heft gij fier het hoofd, bespat Met water uit het heilig Bad Geyer, de pauselijke zouaven. (Geciteerd alleen uit de herinnering des schrijvers. Versta ten hoogen hemel. Deze vrijheid is ge heel te verdedigen door goede exempels. Waar, door zijns Vaders stem beleden, Het Leven zelf is ingetreden, Zoo stond eens hier op 't droge land De Aartsvader bij zijn offerand, Toen 't doodsbed zweeg der wilde orkanen; En blonk hem 'toog vol vreugdetranen, Als hij weer nieuwen levensgloed Zag rijzen uit den wereldvloed. O Heil'ge Geest, die neer kwaamt zweven Als wekker van het eerste leven Langs d' oeverloozen watervloed Die Noe's arke hebt behoed. Beschaduwd met gespreide vleugelen, Die wind en zee en wolken teugelen Ach, hoor op nieuw het wolkgezwiep Om de Arke, die uw Liefde schiep, (a) Daal neêr o blanke Hemelduive, Dat weer de zwarte drom verstnive Der wolken, woelend door de lucht, En op uw zachte pennenvlucht Ook Haar de Olijftak tegenwuive. (<z) Dat is de Kerk en hier de Kerk in Armenië. (b) Misschien (als wij vitten moesten) zoude in het vers: Beschaduwd met gespreide vleugelen, het woordj e ,jjespreidtjstaande tusschen beschaduwd en vleuge len, kunnen en moeten vervallen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1