Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. Is de Jaarg. Zondag 25 Februari 1894. No. 4824. bureau ^êofergtraat 39. ^ypTTret^" <ien strii?|f!',?0Pen Weetl beeft ons van nabiJ ,r°at met Wa""' UIt "oossl Delar)gnJk 11 de b ezen werd gemist. De indruk °P de j^eraadslagingen van den eersten dag ndelio0 V" de eerste zitting aan de be" v«rh, JI00RI) IN HET BOSCH. SCHE COURANT - 0.05 PRIJS VAN DIT BLAD: V °or Schiedam per 3 maandenf 1. arico Per post door geheel Nederland Wonderlijke Nommers PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. if rhitnen t-f,°en beschouwen, die sedert ge- SPatinin<r 'J vele 'n den 'ande ooet fecbt-ontJVer .V8rbeid- ^et gewijzigde kies- 6 ber *-S 6en onderwerP van open- ^arner a slaging geworden in de Tweede tfir behanH ,.nasenoegen in volledig getal e mg van dit gewichtig onder- "^er de door P ver gewichtig onder- °ntbrake. d was" Slechts enkele 'eden r». ^«en on i. al te VeTe van8henng hebben gemaakt, moet wel de preker em°edigend ziJn geweest. Onder braken rechts enkele le getdale af 0f) aPP®' en daaronder 2iekte gevaardigde van Almelo, die door de®' te lndeid aan de beraadslagingen del3at metrr- d'1 bo°gst belangrijk Pieker o "*j" 5CWCCOI. vmutjr *°°rd na 'S Va" verschillende kleur die het ^armte vrn' Was er n'e' ®en die het met t gendeT het Regeeringsvoorstel opnam. aaten z 6er werden van verschillende ^rieer bezwaren ontwikkeld, dat u van h f 6ene gewone wet gold, het beslist zii 6 ^'etsontwerp wel spoedig zou faadslaoin!' hoofdmoment van de be- M <je aer Kieswet gewijd, was zeker btpati n 6 Van den beer b*e Savornin 2aken 6 oud"minister van binnenlandsche ^"eet on 16t ba-hinet-Mackay zette niet r?denen u tZ6er duidelijke wijze de f'r,gsvo0rru. e6vn' Waarom hij tegen de regee- midd )aC Za' sfemmen, maar gaf ook middel a 'arbeterinrr °m tot eene gewenschte '8e Ve te k°men. De oorzaak der hui- VQ'gens aril"g omtrent het kiesrecht is art. g"*1 ge'e8en 'n de slechte redactie *'ageri Voq ei Grondwet, waarin de grond- bet kiesrecht zijn gelegd. Dat Naar het Franse h van Kaoul de Navery. 49) - T (iV'a bedaarjf duiz°nd france, zeide Geno- bii'V^abof m6'5611^ abeen dat geld, de schuld lf>VB anderQaau dat °^er beteekent niets t bm' ,r';f:b ik u verkocht! .77 levPn andere h ®r beteekent mets k, i dat it' ls mijn gezondheid, mijn r,eh heb ik U gegeven heb... mijn ge- En 'k U ÏOrk„„L, J 5 Zoo gii i vurKocht biet'S nU P'et knnnen beminnen, Pr( ik I, l "V "'cl «.linnen Deminnen, ro, g'ng> al=ern"?Als mijn fortuin te af^hfeerd ,Vo''!1Jn g°,ede naam gecom- ^erd u,„ i imain i^ecom- °nd stortte r?' a'S plotseling in den tiek,als Wareika ZOudt giJ mij ontvluch- Ze» aangeta.» 00r een besmettelijke ^iel'ïlli, dat fzen°vevaGenoveva 1 ^ojh* 111611 kan na01t van miJ zu,t sche'den. 11 Zoovele t ,6tj wefen- fn het leven kwade dagen.Ik heb te artikel laat ruimte tot verschillende inter- pretatiën. De heer Lohman meent daarom, dat wij moeten komen tot eene nieuwe Grondwetsherziening om de basis van het kiesrecht in vaster grondslag te leggen. De beraadslagingen liepen in deze eerste zittingsdagen hoofdzakelijk over art. 3 der aanhangige wetsvoordracht, luidende »Deze wet houdt voor kenteeken van geschikt heid en maatschappelijken welstand het voor zien in eigen ouderhoud en in dat van het gezin." Daarop was door de heerèn Van Alphen en Mackay als amendement voor gesteld de bedoelde kenteekenen aanwezig te achten bij het hoofd van een huisgezin en de daarmede gelijkgestelden. Het amen dement-Mackay, zooals het. verkort naar den samensteller van het vorige ministerie werd genoemd, bedoelde in hoofdzaak het huis manskiesrecht, het ideaal van de Standaard- partij, in de Wette doen opnemen. Het was, zooals de heer Beelaerts van Blokland het zoo juist heeft gezegd, eene eerste poging om de radicale kieswet voor de antirevo lutionaire partij smakelijk te maken. Dat ze is mislukt, moet wel uitsluitend aan de voorstellers, inzonderheid den heer Mackay, geweten worden. Het amendement-Mackay vond toch veel bijval onder de Kamerleden van verschillende kleur. Niet alleen onder de antirevolutionaire partij, maar ook onder de liberale Kamerleden betuigden velen hunne instemming met deze verbeterde redactie van art. 3 van het Regeeringsontwerp, en zelfs van de zijde der katholieke leden werd instemming betuigd met dit amendement, dat volgens hen de Wet zou verbeteren. Dat ten slotte de heer Mackay-zelf eene stemming over zijn amendement onmogelijk heeft gemaakt, is eene van die zonderlinge zwenkingen in de antirevolutionaire poli tiek, welke ook de leider der partij buiten de Kamer meermalen te aanschouwen geeft. Nog te meer verwondert ons deze zwen king door de wijze waarop ze werd uit gevoerd. Nadat het amendement een Deiang- veel geld verdiend Ik ben te gelukkig ge weest Dat alles zal ik moeten betalen I Somtijds zijn de menschen onbillijk.Een los daarheen geworpen woord is dikwijls voldoende iemands goeden naam te ver woesten. Als men mij eens beschuldigde, als de justitie want de justitie vergist zich somtijds. Genoveva rildede herinnering aan Mar cel kwam bij haar op. Basile vervolgde Als de wet mij eens rekenschap vroeg van iets ongehoords, van een afschuwelijke daad, wat zoudt gij dan doen, Genoveva Zeg, Genoveva, wat zoudt gij doen Zonder dat jonge vrouw van het waarom rekenschap kou geven, klonk de bedreiging van De Veldmuis haar in de ooren zij her innerde zich de woorden Het schurftkruid voor uw weduwenstaat, de cypres voor uw dood." Zonder haar echtgenoot aan te zien, ant woordde zij Om mijn vader en mij-zelve de schande te besparen in het oog van onze dorpsge- nooten te zijn onteerd, heb ik er in toege stemd uw vrouw te worden doch ik zou sterven, als ik werd onteerd door uw ver rijken steun had verkregen door de ver klaring van den heer Van Houten, dat hij er voor zou stemmen, tenzij de Minister zich ten opzichte van de redactie van art. 3 tot het oude amendementVan der Kaay (de belastingcensus tot vorming van de eer ste kiezers categorie) zou willen bekeeren, deed de heer Mackay den Minister een vraag, die dezen raadsman der Kroon eigenlijk liet antwoord op de lippen legde. Hij vroeg hem, of hij met de behandeling der Kieswet zou voortgaan als het amendement —Mackay werd aangenomen. De Minister moest daarop antwoorden, dat hij het amendement niet als basis voor eene verdere behandeling zou kunnen aannemen, omdat het afwijkt van het streven in de regeeringsvoordracht om tot eene finale kiesrechtuitbreiding, zoover de grenzen der Grondwet dit gedoogen, te geraken, en dus die voordracht in haar hoofdbeginsel aantast. Na deze openhartige verklaring, trok de heer Mackay aanstonds zijn amendement in. Had hij voorzien, dat het door vele Kamerleden, in stede van een middel tot wetsverbetering, tot een storm ram tegen de Kieswet-Tak zou worden aan gewend Zijne verklaring, dat hij geene politieke stemming wilde uitlokken, doet het vermoeden. Wei mocht daarop de heer Beelaerts getuigen, dat de eerste poging om de radicale kieswet voor de antirevolu tionaire partij (althans voor sommige harer dissidente leden) smakelijk te maken, had gefaald. Nadat aldus de heer Mackay zelf den weg tot eene principieele beslissing over art. 3 had afgesneden (de stemming over het amendement op art. 3 zou een votum zijn geweest over de al- of niet-invoering van bet huismanskiesrecht) werd door vele leden eene stemming over art. 3, zonder eene voorafgaande beschikking van art. 4, van niet de minste waarde geacht. De heer Reekers vertolkte de meening van die Ka merleden, door zijn voorstel om de stemming over art. 3 tot na het votum over art. 4 oordeeling, al mocht die rechtvaardig of onrechtvaardig zijn. Niemand met mij, niemandzeide de herbergier. Hij verborg zijn gezicht in zijn handen en liet een dof gebrul hooren. Den volgenden morgen scheen Basile tien jaar ouder geworden. Met onrustige oogen keek hij ieder nieuws gierig aan. Hij rilde als had hij de koorts. Genoveva alleen zorgde voor den geregel- den gang van zaken in het geheele huis. De angst van Basile stootte haar tegen de borst. Zij minachtte hem, om zijn den vori- gen avond getoonde zwakheid. Reeds van het aanbreken van den dag waren de dienst boden bezig. Het was kermis. De geboende tafels schitterden in de zon, het beschilderde vaatwerk bekoorde het oog, de glinsterende tinnen schotels deden de lekkerbekken denken aan een goed voor- zienen disch. Rond de herberg was alles leven en be weging. Aari al de in den muur bevestigde ringen waren paarden en ezels vastgebon den. Luid lachende wenschte men elkaar goeden dag. De boeren schudden elkaar de aan te houden. Zijn voorstel gat aanleiding tot een levendig debat of art. 3 het begin sel der wet insluit dan wel of dit in art. 4 is te vinden. Van verschillende zijden, zoo wel van liberalen als anti-liberalen kant, werd volgehouden, dat art. 3 slechts een theoretisch voorschrift is, maar het beginsel der wet in art. 4 moet gezocht worden, omdat het de personen aanwijst, bij wie het bezit der kenteekenen aanwezig moet wor den geacht. De Minister verklaarde daaren tegen pertinent, dat art. 3 wel degelijk het beginsel der wet bevat, en art. 4 de uit werking van dat beginsel inhoudt. Volgens hem was dus de stemming over art. 3 eene stemming over het beginsel zijner voor dracht. De groote meerderheid der Kamer leden bleek dit gevoelen niet te deelen, want nadat het voorstel—Haffmans (om de stemming over art. 3 aan te houden tot na het votum over art. 4) met 63 tegen 31 stemmen was verworpen voor stemden 24 Katholieken, 4 antirevolutionairen en 3 liberalen werd art. 3 met 86 tegen 17 stemmen (12 Katholieken, 3 liberalen en 2 antirevolutionairen) aangenomen. Ware er een beginsel-kwestie uit te maken geweest, voorzeker geen 80 leden, waaronder' ver scheidene erkende tegenstanders der Wet, zouden zich voor art. 3 hebben verklaard. Toen aldus de weg was gebaand, namen de beraadslagingen over art. 4 een aanvang. Dit artikel wijst de personen aan, bij wie de kenteekenen van geschiktheid en maat schappelijken welstand, in het vorig artikel genoemdhet voorzien in eigen onderhoud en in dat van het gezin, aanwezig worden geacht. Met den woning-census als kop en de schrijfproef als staart, bevat het een reeks van uitsluitingen, die het bewijs moe ten leveren, dat de ongeschikten niet tot het kiesrecht worden toegelaten. Op dit artikel zijn niet minder dan zeven amende menten gesteld, waarvan de voornaamste zijn het amendement Mackay-Van Alphen, om de schrijfproef als kenmerk van geschikt- hand, en spraken over den prijs van het vee en koren. De kooplieden stalden hun wollen en zijden koopwaren uitde potsen makers en kunstenaars maakten zich ge reed voor hun vertooningen. Een kwak zalver gaf op zijn straatorgel het nieuwste lied ten beste, terwijl hij zijn fleschjes en potjes gereed maakte. In een tent, achter het scherm, was een koorddanser bezig twee gestolen kinderen te slaan, om hen zoodoende te dwingen in een berenhuid te kruipen. De koperen muziekinstrumenten, het ge schreeuw van »Gaat binnen 1 gaat binnen 1" het gegil van gebrekkigen, het gezang van liedjesverkoopers, dit alles te zamen vormde een oorverdoovend geraas, luid genoeg om dooden uit hun graf te doen opstaan. Iemand, die een weinig aandachtig den in Hongaarsche kleederdracht prijkenden knecht van den kwakzalver had opgenomen, zou een minstens zonderlinge gelijkenis heb ben getroffen met den bedelaar, die den vorigen avond van Basile duizend francs ontving, om daarvan zijn overtocht naar Amerika te betalen. (Wordt vervolgd.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1