Dagblad voor Schiedam en Omstreken.
eerste blad.
"Val der Kieswet
17de Jaarg.
Zondag: 11 Maart 1894.
No. 4836.
bureau looierstraat 50.
moord in het bosch.
ymmm.
e li. 111 e t o ii.
NIEUWE SGHIEDAMSCHE COURANT
PRIJS VAN DIT BLAD:
Voor Schiedam per 3 maanden f 1.50
bianco per post door geheel Nederland - 2.
Afzonderlijke Nommers- 0.05
'niii'itIiji'
PRIJS DER ADVERTENTIËN:
'16 regelsf 0.60
Van
Elke gewone regel meer- 0.10
Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten
aangegaan.
Lr
het ^e'1 kes'echt! De Kieswet—Tak,
tnaar'Jl0<;'Uc' van de scherpzinnigheid,
is o- Van onberadenheid eens ministers,
heeft6Vf"en' ^'n'ster Tak van Poortvliet
Vetw laar n*et verder aan de kans eener
b,0üteipir,g bÜ de eindstemming willen
den) S 6"en' maar nadat de Kamer het amen-
in een aan§enomen> waardoor de Wet
fast6 h ''arer hoofdbeginselen wordt aange-
die 3 ee^ de Minister de wetsvoordracht,
z°oveei°Vee' boob'en warm heeft gemaakt,
tfokk Pennen in beweging bracht, inge-
Wat
ketl 18 er "iet met deze veelbespro-
veiTa*etsvoord''acht gebeurd, eer zij tot dit
jaar J?"' e'Ilc'e was gekomen 1 Ruim een
der 5e'e^en werd zij bij de Tweede Kamer
Zij t<lten-Generaal ingediend. En nadat
Zoek'"," 'angen weg van het afdeelingsonder-
d°or doorloopanwerd zij bij herhaling
het 6,1 ^''lister gewijzigd. In Juli van
k0tftV°''° jaar in openbare behandeling ge-
ein(jGn' Wenden de beraadslagingen bij het
f>ar.e ber vorige zittingsperiode van het
dit -ment a'sebroken, om in Februari van
te ^aar met de behandeling der artikelen
orden hervat. Zelden heeft een wets-
g tot
°ht\v Aeiaen neett een v
hoofu' der Regeering meer aanleiding ioi
hen Jreben' der Kamer meer stof tot spre-
orc,a °.egeveri dan deze Wet, die diep in het
door'"Srn,e van bet Staatsbestuur ingreep,
Staat\S ware de grondslagen waarop dit
blijk S estuur berust, te verleggen. Het
pla da' mm'ster Tak van Poortvliet ge-
V°0r VOor de taak, de grondwettige eischen
Scha- 161 kiesrecht«geschiktheid en maat-
te ^Pebjken welstand," in een wetsontwerp
Verl e"cbamen> als 't ware het hoofd heeft
^°'en^en ten einde raad, niet beter wist
Naar het Fransch van
Raoul de Navery.
6l)
tuigt ^'8 d«rft dat dan te doen? Wie ge-
°D Vr,er.tegen Basile vroeg de herbergier
De d toon'
v°0,.h rf'e vrouwen, die tot nu toe met het
buiteui tegen de ruiten geleund, naar
j,hadden staan kijken, keerden zich om.
hiantei ze'de een harer, de kap van haar
TréZgu naar achteren slaande, ik, Madeleine
échten W'er vader en broeder in het bagno
^slaat^' voeSde de tweede er bij, het bleeke
*er van^11 h*01106 ontblootende ik, de doch-
It S' <lea marskramer.
lait'+ ze*de eindelijk de derde, ik, die
eh ep7- s gesprek met Rufin afluisterde
*'en heb, hoe gij hem bij den Eik met
te doen dan of het niet-bedeeld zijn als
kenmerk van maatschappelijken welstand
aan te te nemen, of ten hoogste de conti
nuïteit der woning met het vermogen om
een zekere formule na te schrijven als af
doende bewijzen voor de constitutioneele
eischen van welstand en geschiktheid aan
te nemen.
De Kamer heeft in dit moeilijk vraagstuk
al evenmin den steen der wijzen kunnen
vinden. Ware de zaak met «beraadslagen"
goed te maken geweest, dan was zij zeker
wel in orde gekomen, want aan debat heeft
het bij het behandelen van Tak's kiesrecht-
ontwerp niet ontbroken. Zooals nog deze
week ironisch werd berekend, hebben de
heeren Kamerleden er een ontzaglijk deel
van den nationalen tijd aan vermorst. Zoo
wat viermaal de lengte van den Rotter-
damschen Grooten Kerktoren of den Amster-
damschen Westertoren werd door hen vol
gepraat. En terecht werd daarbij betwijfeld,
cf de belangstelling des volks een zelfde
hoogte had bereikt. Inderdaad van die
belangstelling des volks is al heel weinig
gebleken. Behalve eenige agitatie van de
zijde der socialisten of een adres-betoog
van het «Algemeen Nederlandsch Werklie
denverbond" heeft er zich weinig of niets
voorgedaan, waaruit men zou kunnen aflei
den, dat de Nederlandsche natie het algemeen
stemrecht verlangt, 'twelk minister Tak
haar in den schoot wilde werpen.
Het is te begrijpen, dat deze koude on
verschillige houding van het Nederlandsche
volk, die ondank aan de zijde waar hij het
meest op erkenning had gehoopt, niet zon
der invloed op de houding en de gedragslijn
van den Minister van Binnenlandsche zaken
is gebleven. De Minister heeft voor zijn
wetsvoordracht geen steun gevonden bij »het
volk achter de kiezers," dat hij beweerde
met zijn ontwerp-kieswet vooral op het oog
te hebben. Het is dus niet te verwonderen,
dat hij, buiten de Kamer niet de gewenschte
waardeering voor zijn ontwerp vindende, en
het Beeld het mes in de borst stak. Ik, de
Veldmuis, even standvastig in haar vriend
schap als in haar haat
Allen! ja, allen"riep Rufin met ge
dwongen vreugde uitik zal niet alleen het
schavot bestijgen gij hebt mij betaald om
Louis te vermoordengij zult dat met uw
hoofd betalen.
Een wanhoopskreet klonk door de zaal
Genoveva viel bewusteloos op den vloer.
Douce en Madeleine vlogen naar haar toe.
Basile sprong op Rufin toe en greep hem
bij de keeldoch de maréchaussées dwon
gen hem met geweld om los te laten en
deden hem de boeien aan.
Niet begrijpende, waarom noch de her
bergier noch diens vrouw terugkwamen,
vertoonden de op het doopfeest genoodigde
gasten zich in de zaal. Het zien van de Jus
titie deed hen verschrikt stil staan.
Genoveva keerde tot bewustzijn terug.
Mijn kind mijn arm kind zuchtte zij.
Door Douce en Madeleine ondersteund,
begaf zij zich naar haar kamer en ging op
den rand van haar bed zitten toen gaf zij
met de hand een teeken, dat zij alleen
wenschte te blijven.
Toen de beide medelijdende vrouwen haar
het politiek amendementen-geknutsel in de
Kamer moede wordend, een betrekkelijk
eervolle retraite boven een smadelijke ne
derlaag heeft gekozen.
Immers, wat men nu ook den Minister
Tak in deze geheele historie der Kieswet
behandeling moge verwijten, in éene zaak
mag hem de eer dien hem toekomt niet
onthouden wordende Minister is conse
quent en zich-zelven ten einde toe gelijk
gebleven. Wordt de Wet in een harer
hoofdbeginselen aangetast, dan zullen wij
haar niet verder kunnen verdedigen, zoo
had de Minister herhaaldelijk verklaard, en
aan dat woord is hij ten einde toe getrouw
gebleven. Hetbekende amendement—Mackay
tastte volgens den Minister de Wet in hare
hoofdbeginselen aan, hij kon het dus niet
aanvaarden. Hier ruimde echter de heer
Mackay zelf voor den Minister het struikel
blok uit den weg. Het amendement -De
Meijier was in strijd met de hoofdbeginselen
der Wet. De Minister wilde met de uit
breiding van het kiesrecht gaan tot de
uiterste grenzen bij de Grondwet gesteld.
Het amendement De Meijier liet naar's Mi
nister inzien, die grenzen in het verschiet,
dus was het niet homogeen met het karak
ter van het Regeeringsontwerp. De Minister
handelde dus consequent, toen hij, in het
gewaad van het amendement—De Meijier
zijn eigen kind niet meer herkennend,
het voor 't vervolg zijne vaderlijke zorgen
onttrok.
En nu aldus dit monsterkind van het
kiesrechtministerie tot een roemloozen dood
werd gedoemd, rijst de vraag wat het lot
zal zijn van hen, die deze kleine het leven
schonken en zijne eerste schreden op het
doornige pad des levens hebben geleid. Won
aanvankelijk de meening veld, dat zij de
vuurproef eener Kamerontbinding zouden
doorstaan, de laatste dagen hebben zeker
velen bevestigd in de overtuiging, dat de
huidige ministers zich aan dit brandende
element niet zouden wagen. Zulk een be-
hadden verlaten, verviel zij tot sombere
wanhoop.
Hoezij had lafhartig den ongelukkigen
Marcel verlaten zij had haar oogen en haar
hart afgekeerd van dien goeden, braven
jongen man, en, zonder dat iets haar voor
haar onvoorzichtigheid waarschuwde, had
zij haar hand gelegd in de hand van den
moordenaar.
Sedert achttien maanden leefde zij aan
de zijde van dien man zij had het leven
geschonken aan een kind, en de wet zou
dat kind weldra tot wees maken
Zij, de trotsche Genoveva, zou de weduwe
zijn van een ter dood veroordeelde.Van
Eloi sprekende, zou men zeggen »De zoon
van Basile, den moordenaarOveral zou
zij zich verjaagd zien, gehoond en veracht,
en ieder zou juichen om de straf voor haar
hoogmoed,
Haar hart klopte haar in de keel, zij
klappertandde, het zweet stond op haar
voorhoofdzij zocht naar een uitweg in
dien doolhof. Zij vroeg zich af, wat zij doen
kon. Doch zij gevoelde zich zoo mat, zoo
zwak, zoo gebroken, dat het haar toescheen,
alsof het haar onmogelijk zou zijn, haar
plaats en die kamer te verlaten. Toch trachtte
roep op het volk zou ook geheel misplaatst
zijnimmers, waar de Ministers zelf er
kennen, dat het tegenwoordige kiezerskorps
niet vertegenwoordigt het geheele Neder
landsche volk, kan ook van deze kiezers
geen afdoend plebisciet over de nu inge
trokken kiesrechtontwerpen worden ver
wacht. Zeer waarschijnlijk zouden zij eene
Kamer samenstellen, weinig verschillend
met die, waarin Tak's kiesrechtontwerp het
leven liet. Het kiesrechtministerie Tak kan
dan ook na intrekking van de Kieswet, die
het kleur en leven schonk, zijn taak als ge
heel geëindigd beschouwen. Blijft ook al
de kiesrechthervorming op de agenda der
groote vraagstukken van den dag, wellicht
niet met deze Kamer, wier leven ten einde
spoedt, maar zeker niet met dit ministerie
zal zij worden tot stand gebracht. Meer dan
ooit is er onder de gegeven omstandigheden
plaats voor een ministerie van zaken, dat de
dringendste aangelegenheden met deze Ka
mer afdoet, om in 1895 de oplossing van
het kiesrechtvraagstuk aan een nieuwe
Kamer en een nieuw ministerie over te
laten.
Intusschen verheugen wij ons van harte
over de gevallen beslissing. Nederland is
ons inziens door Hoogere Macht nog terug
gehouden op den rand ran het hellend vlak,
dat naar den afgrond voert en de onbera
den stap naar het duistere onbekende is,
gelukkig, nog niet gezet. Ligt het op de
lijn der historische ontwikkeling de volks
rechten en vrijheden uit te breiden, dat het
dan geschieden op welberaden, voorzich
tige wijze, zoodat de rechten'van allen wor
den gewaarborgd en de maatschappelijke
orde afdoende zij verzekerd. Voor over
ijlde stappen, voor een onbesuisd voortuit-
schrijden zij in het kalme Nederland ook in
de toekomst geen plaats
zij op te staan. Zij wilde het huis ontvluch
ten, ver, ver weggaan, haar kind mede-
nemen.
Als zij geen brood kon vinden voor hem
en voor haar-zelve, dan zou zij den moed
hebben om te sterven.
Doch het was haar onmogelijk, het bed
te verlaten, waarop zij was neergezegen,
een brandende koorts brak uit, Gedurende
een maarid zweefde zij tusschen leven en
dood, alleen verzorgd door de Veldmuis, de
eenige vrouw, die haar tegenstand en af
keer kon overwinnen.
Voor de tweede maal zouden de mede
spelers in dit drama elkander voor het Hof
terugzien. Nog nooit was het publiek zoo
in spanning geweest als bij deze gelegen
heid De herinnering aan de Trézek's en
aan de engelreine dochter van Louis, den
marskramer, veroorzaakte ontzaglijk veel
beweging in de rechterlijke wereld. Er was
was thans niet alleen sprake van een ge
wone veroordeeling, maar van de bestraf
fing van twee ellendelingen van de ergste
soort, en van het herstellen in hun eer van
twee onschuldigen.
Wordt vervolgd.)