Dagblad voor Schiedam en Omstreken. 17de Jaarg. Zondag: 25 Maart 1894. No. 4848. bureau ^oier^fraaf 50. JZERSTE BLAD. De Victorie Gods. Be Vioolspeler Her Sanrtttcn. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland -2.— Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Wegens liet HOOGFEEST FASCHEN zal de Nieuwe chiedciTnsche Courant Teamdag-avond niet ver schijnen. pu^.a lange gedachtenis-viering van J ristus' lijden komt het Paaschfeest ieder V1g hart verheugen. In de tallooze ar'atieën, waartoe het Gregoriaansche mu- stelgei zich bij al zijn eenvoud van het'1'6 'eent> worclt de vreugdekreet J! ^"eluja gehoord Christus overwinning van com- van en °pstanding wordt meegedeeld aan alle r'stenen die in dezen tijd de HH. Sacra- eten ontvangende fontwijding en de ^n°n der H. Mis spreekt van het Doopsel oude catechumeenen op dit feestgetij 6 Paaschkaars wordt op plechtige wijze Vreugdetakkel aan den Verrezenen Heiland gewijd en ontstoken; de getijden der 'esters en van den koordienst hebben een JZondere vreugdevolle inrichting gedurende ezen feestkring in één woord het geheele etkelijk leven is met een diepzinnige 'eOwheid en vreugde getooid, want zoo §t de prefatie der H. Mis «het is inder- aud waardig en rechtvaardig, billijk en ^at WÜ u' 0 ^eer' wel ten a"en Jde danken, maar 't allermeest in dezen jpd> nu ons Paaschlam Christus is geslacht. 'J toch is waarlijk het Lam Gods, dat de 2°nden der wereld wegneemt." deze feestuitingen zijn nog altoos n Wet het eerste Pascha. De beteekenis het denkbeeld van dit hoogfeest, hetwelk n het jaar 1490 vóór Christus door Mozes Gods bevel het eerst werd ingesteld, ..Jj^jiezelfdej^erst^pro^ Feuilleton. Eene Episode uit het Kunstenaarsleven van Cherubini. 7) »Mandat staat voor de houding der troe ft m l" bromde Parvis en voerde Leon me ach mede. hee 6 so'^aten openden de poort, nadat de een het parool hadden genoemd, den 61n'£® minuten later gingen de edellie- sta Voorz'chtig rondziende, doch met vasten P onverschrokken over de kaai du Louvre aar. de Pont-Neuf. hond ontmoetten niemand en zoover zij zien loon 6rii 'a" °°h niemand in de daarop uit rende straten in hinderlaag, en ,r|dder praatte vroolijk en zorgeloos al d 'k i 6 zÜn hijtend sarcasme uit over tribn*3 ehende mannen, die zich als volks- RezinT11 °P]?ierP?n> alsmede over de konings- en, die niet energiek genoeg tegen groote Verlossing, daarna herdacht dit feest de vervulling dier Verlossing. Maar ter wijl het ééne feest-idee dus gehandhaafd bleef, nu reeds meer dan 2500 jaren, werd de wijze van viering, wegens de bijzondere levensbetrekkingen der Israëlieten in het Oud Verbond en vooral later wegens de verandering des Ouden Verbonds in het Nieuwe, ten zeerste veranderd. Het eer ste Egyptische Pascha bestond in de vie ring van éénen enkelen avond op een onge wijde plaats. De deurposten en huisdrempels werden, als behoedmiddel tegen Gods ver derfengel, met bloed van het Paaschlam bestreken. Het gebradene lam werd staande, in reisgewaad en met haast genuttigd. Ieder Israëliet, de reine zoowel als de onreine, was gehouden van het Paaschlam mede te eten. Al deze betrekkingen veranderden in later' tijd. Reeds bij de eerstvolgende Pascha- feesten begonnen deze veranderingen. Voor eerst kwam reeds tijdens den woestijnreis uit Egypte een volledige viering van zeven dagen in gebruik. Later werd Jeruzalem veroverd en Jehova sloeg aldaar zijn woonplaats op in éénen grooten nationalen tempel. Nu werd de viering van het Pascha eene volledige, zooals de wet haar wilde, vol ceremonieën, gebeden en voorbereiding. Dit Paaschfeest, hetwelk Christus zelf met zijn leerlingen meermalen heeft gevierd, Hij vierde het op den avond voor zijn lijden voor de laatste maal. Straks ging hij heen naar den hof van Olijven en werd den vol genden dag zelf als Paaschoffer geslacht. Zijn Bloed zoude behoeden, niet meer voor den tijdelijken dood, zooals het bloed des Paaschlams in Egypte deed, neen dit Bloed zoude voor den helledood bevrijden. Hij schonk geen verlossing uit Egypte's slavernij, maar uit de wereld-slavernij des duivels. Hij deed zijn volk niet uittrekken naar een beloofde landstreek hier op aarde, maar naar het eeuwig Beloofde Land hierboven. Van toen at vierden de leerlingen des Heeren jaarlijks op het Paaschfeest deze het canaille optraden of het schenen te vreezen. Leon luisterde maar stilzwijgend toe, doch beiden verzuimden niet op hunne hoede te zijn, opdat zij niet onverwacht overvallen zouden worden. Zij hadden bijna de kaai de l'Ecole be reikt en waren dus zeer dicht bij de Pont- Neut toen Leon naar de brug wees en zeide «Ha 1 Daar is de door Mandat gestelde post 1" Ook de ridder bemerkte nu eene afdee- ling artillerie, welke naast de brug op de kaai was opgesteld. «Goed," antwoordde hij, «doch 'tis jam mer dat deze dapperen zoowel als wij niets te doen zullen krijgen. «Maar wie komt daar met zulk een spoed aan Deze laatste opmerking gold een man, die de beide heeren van de Pont-Neuf naderde. Hij was door de artilleristen niet aangehooden geworden, waarom hij niet verdacht bleek te zijn. Hij kwam op onze vrienden af, oogen- schijnlijk met het doel hen aan te spreken. Het maanlicht viel op zijn gestalte en daaruit kon men zien, dat deze man niet tot de geringe standen van de Parijsche bevolking behoorde de fraaie kleedij even bevrijding; en omdat de Heer zelf een on bloedig offer had gegeven, dat hetzelfde was als zijne Paaschlamslachting, vierden alle zijne nieuwe volkeren voortaan hun Paaschfeest, door dit waarachtig Paaschlam hier te nuttigen, dat Christus zelf was in eigen persoon. Zoo ging het eerst te Jeruzalem, waar de eerste Christen-gemeente werd gesticht. Weldra werden 's Heeren leerlingen om de vervolgingen genoodzaakt te schuilen in de Catacomben en de ingewanden der aarde. Toch als het Pascha was, klonk het Halle luja weer voor den Bevrijder hunner ziel, en werd de groote verlossing der wereld blijde herdacht, te midden van duisternis en martelie. Later weer schonk Constantijn de vrijheid aan de Christenen, en hoog klonken jaarlijks de Paaschliederen in de oudste Basilieken van Nicéa of Constantinopel in het Oosten of van Rome in het Westen. Eindelijk, daar gingen ook de langdurige middeneeuwen, jó de zeventiende en acht tiende eeuw voorbij, en nu nog heden ten dage, hoor, daar weerklinkt nog in de mil- lioenen kerken der Christenheid, aan het einde der XIXde eeuw (die eeuw van alle mogelijke ontkenning en spotternij) nog even goed als voor 2500 jaren in Egypte of aan de boorden der Jordaan, het groote PaaSch-Halleluja, en wij, wij de verre tel gen van zoovele geloovige vaderen, wij her halen nog altoos de liederen van het pro fetische Jeruzalemsche Pascha, en wij jubelen tot God in hooger zin het lied dier aloude geloovigen(a) «Hem moeten wij loven, «prijzen en verheerlijken, die aan onsen aan «onze vaderen, zoovele, zoo groote en verba zende wonderen verricht heeft. De vrijheid «heeft Hij ons verworven, onzen kommer «veranderd in vreugde, onze duisternis ver- «wisseld in helder lichtHem, Hem willen «wij zingen Halleluja, Halleluja." als de edele en voorname houding van den man duidden dit duidelijk aan. En toen hij, hoffelijk groetende, nader- kwam en men zijn gelaat kon zien, zagen de edellieden die stil bleven staan, het fraaie, geestige gelaat van een omstreeks twee en dertig jarige-man, een gelaat waarop het genie zijn stempel had gedrukt.^ De bruine, sympathieke oogen, het blauw zwarte haar, de donkere tint en het zuivere Ro- meinsche profiel van het gelaat, verriedden de Italiaan. «Maestro Cherubiniriep Leon verrast en stak hem hartelijk de hand toe. Deze zag den jongen edelman scherper aan, reikte hem toen de hand en riep met een vreemd accent «Waarlijk, ik bedrieg mij niet mijn heer de vicomte de Fonteille Hoe, gij hebt uw vreedzaam kasteel in Normandië ver laten, een ydillisch landleven vaarwel ge zegd voor de gruwelen dezer ongelukkige stad «Kon ik anders, waarde maestro ant woordde Leon weemoedig en vervolgde daarna ernstig en kalm«Gij begrijpt dat ik onder de getrouwen behoor, die zich thans rondom den koning scharen-" En nu achter deze vreugdevolle herden king van dat ééne Paasch-idée van Christus' Verlossing, dat gedurende al den tijd ge vierd is, sedert God zich een bepaald volk op aarde verkoos, komt als van zelf in onze harte op de idéé van Gods Opperheerschappij. Met den dichter der Aya Sofia roepen wij uit: God is 't leven, Groot is God Zie des doodes woede beven, Voor de hymme van het lot. (a.) Want belachelijk is inderdaad, reeds te genover dat grandioos vieren van zoovele eeuwen onzer verlossing, heel de ongeloovige wereldloopVergadert de historie van de wereldrijken der oudheid, vergadert de volg orde der latere regeeringshuizen, het schijnt als kinderspel tegenover de groote gangen Gods in de geschiedenis Zijner regeering en Zijner uitverkiezing. Waar Hij optreden wilde, vieren wij nog bij millioenen, eeuw in eeuw uit, Zijne glorie. Bijgevolg kan het zoo duister niet worden rondom ons, dat wij ooit aan Gods heer schappij zullen twijfelen. Ook de profetieën door de Kerk bij hare fontwijding geplaatst, wat spellen ze anders op Paasch-Zaterdag dan victorie van dien allerhoogsten God, die hemel en aarde eenmaal schiep; die Abra ham bij het offer van Isaac, vader aller geloovigen maakte die uit den Zondvloed een hernieuwde aarde schiepdie zijn ge vangen volk verlostte, ofschoon zij aan doods beenderen gelekendie de zijnen behoedde in een vuuroven die de ontrouwen van zijn volk, eeuwen te voren, hun straf voorspelde; die de Egyptenaars r.ederwierp in de Roode Zee die de ware wijsheid, in den persoon van Zijn veelgeliefden Zoon zeiven, op aarde zond. Alles spreekt hier van die groote Verlossing, welke eerst in figuren en profetiën werd bekend gemaakt, en welke op het Paaschfeest eenmaal voltrokken werd, om eeuwig Gods kinderen in Zijn zegepraal te doen juichen. En zonder een antwoord af te wachten, wendde hij zich naar zijn gezel en stelde de heeren aan elkaar voor met de woor den «Maestro Luigi Cherubini, de beroemde toonkunstenaar, «Lodoïska" de ridder De Parvis uit de Vendée. De ridder knikte zeer voornaam en zeide «Ik houd niet veel van muziek, maar toch prijs ik uwen arbeid." Cherubini boog ongedwongen, doch richtte daarna terstond weer het woord tot Leon. «Ach, mijnheer de vicomte," begon hij, terwijl zijn gelaat droevig werd, «mijn direc teurschap heeft een treurig einde genomen reeds ongeveer zes weken geleden sedert den ongelwkkigen 20en Juni, waarop het gepeupel de Tuillerieën binnendrong. «Dat wist ik niet," antwoordde Leon, «ik ben eerst sedert vier dagdn te Parijs." «En ik eerst sedert gisteren," vulde Par vis aan, «ook kunt ge wel denken, dat bij de verwarring, welke aan het hof en in de stad heerscht en op een tijd, waarin het groote staatsbelangen geld, men onbedui dende dingen niet in aanmerking neemt." Wordt vervolgd.) NIEUWE SCHIEDAM COURANT geloo (o) Vlg. Friedlieb's archacologie over Christus' lijden pag. 61. (a.) Zang XII. Het lied der puinen, alinea 6.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1