Dagblad voor Schiedam en Omstreken. tweede blad. iï IS. 17de Jaarg. Zondag 25 Maart 1894. No. 4848. ISureau ~3Öoferstx-«of 50. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. ^e oplossing die aan de regeeringscrisis, °or de intrekking der Kieswet in 't leven geroepen, is gegeven, heeft velen verrast, niet weinige ten hoogste verbaasd. Dat de Degeering het tweesnijdend zwaard der Ka merontbinding zou gebruiken, om den Gor- 'üaanschen knoop door de verwarde beraad slaging der Tweede Kamer gelegd, door te ^akken, hadden zeker slechts weinigen ver acht. Het besluit tot Kamerontbinding, en de oproeping der kiezers tot het samen stellen van een nieuwe Kamer komen dan °°k zóo onverwacht, dat, wij ons als 'tware met de hand aan het voorhoofd een oogen- ük rekenschap moeten vragen van hetgeen er in de laatste dagen is omgegaan en ons delven de vraag stellen, welke beweegrede- nen de Hooge Regeering hebben geleid om 6ene Kamer te ontbinden, die van haren °nwil om met de Regeering tot de oplossing, ^er groote kwestiën van den dag samen te berken, volstrekt geen blijk had gegeven. Moesten wij de beweegredenen die den Minister van Binnenlandsche zaken hebben Seleid om de Kamerontbinding aan H. M. ('6 Koningin-Regentes voor te stellen, kennen mt het gebruikelijk rapport van den Minister rad, waarin die voordracht is vervat, wij z°Uden er lang op kunnen wachtenwant ïïlr- Tak heeft ook onder dit opzicht geheel met historie en traditie gebroken. De Natie, ^'e toch wel het recht had te weten, welke "eWeegredenen de Regeering tot het zoo ge wichtig besluit hadden geleid, om van de Kroon een beroep op de kiezers te vragen, moet het maar doen met een enkele zin lede in de sluitingsredeDe sKoningin- Kegentes" zoo leest men ^overtuigd, ^at in de tegenwoordige omstandigheden een beroep op de natie raadzaam is om tot eene bevredigende regeling van het kiesrecht te komen, heeft besloten de ontbinding van Tweede Kamer der Staten-Generaal uit spreken." Achter deze algemeene bewoordingen, die eigenlijk niets anders bedoelen te zeggen, ^an dat de ontbinding eene souvereine daad van het Koninklijk gezag, waarvan het tegenover de Natie geen rekenschap heeft af te leggen, verschuilt zich de geheele Verrassende handeling van den minister Tak, Want duidelijk en klaar is het, dat de ont binding zijn werk is. Slechts op de voordracht Van den Raad van ministers besluit het Ko- mnklijk gezag tot de ontbinding. En dat hier minister Tak in de plaats van den ge- heelen ministerraad treedt, daarvoor staat nJn autocratisch optreden in geheel deze Kieswetbehandeling ons ten borg. Buiten ^en ministerraad om, wist hij reeds in Juli ^an het vorig jaar van de Regentesse ver- tot het intrekken der Wet te verkrijgen, a]s een voor hem onaannemelijk amende ment door de Kamer mocht worden aange nomen. En door van deze volmacht gebruik te maken, toen er een amendement werd aangenomen, dat hij niet onaannemelijk had genoemd maar alleen onraadzaam had geacht, ging hij niet alleen de perken zijner bevoegdheid naar veler inzien te buiten, maar verrastte hij zijne ambgenooten in den ministerraad door eene daad, die zij allerminst hadden verwacht. Slechts weinige oogen- blikken voor het beslissend votum in de Kamer ging vallen, stelde hij zijne ambtge- nooten met zijn voornemen in kennis. Getuigt alzoo de verrassende handeling, waarvoor alleen de minister Tak verant woordelijk moet worden gesteld, van een autocratisch optreden tegenover zijne ambt- genooten, zij is ook eene willekeurige daad tegenover de Kamer en het Land. De Ka mer had onder geen enkel opzicht blijk ge geven, dat zij niet bereid was met den Minister tot de oplossing der zwaarwichtige kiesrechtkwestie mede te werken. Integen deel waren die Kamerleden, welke in het kiesrecht-debat door het stellen van amen dementen meer op den voorgrond traden, den Minister tot in het schroomvallige bij de behandeling zijner wet tegemoet ge komen. De heer Mackay trok aanstonds zijn amendement in, toen het bleek, dat de tegenstanders van Tak's kieswet er een wapen van smeden om de Wet te doen vallen, en de heer De Meijier bad als 't ware, na herhaalde wijziging, den Minister toch te zeggen of zijn amendement hem onaan genaam kon wezen, hij zou het in dat geval onmiddellijk terugnemen. Waren voor de ongewijzigde kieswet Tak slechts hoogstens een dertigtal Kamerleden te winnenhet meerendeel der afgevaardigden toonde zich wel bereid, mits aan hunne grondwettige bezwaren werd tegemoetgekomen, met den Minister aan eene oplossing der kiesrecht kwestie samen te werken. Ook in het Land had zich totnogtoe niet de wensch naar eene Kamer-ontbinding uitgesproken. De wijze waarop de kiesrecht- ontwerpen in de Kamer behandeld werden, mogen ook al sommigen heetbloedigen voor standers van het algemeen stemrecht niet naar den zin zijn geweest, van eene alge meene afkeuring van het gedrag der Kamer leden had men nog niets vernomen. En zelfs nu, terwijl enkele kiesvereenigingen de ge kozen afgevaardigden reeds hebben beoor deeld en veroordeeld, is het de vraag of die vereenigingen daarin werkelijk het oor deel der kiezers hebben vertolkt. De stemming in den lande, die zoo als wij reeds meerma len in 't licht stellen bij de behandeling van Tak's kieswetten zoo kalm en onverschillig mogelijk bleef, gaf dan ook allerminst den Minister van Binnenlandsche zaken aanleiding het weinig gebruikte middel van Kamer ontbinding tot oplossing der crisis toe te passen. Vatten wij aldus het hiervoor betoogde te zamen, dan komen wij tot de slotsom, dat de Kamer-ontbinding, in volle waarheid het werk van den minister Tak van Poortvliet, is eene daad van autocratische aanmatiging en ongehoorde willekeur, zooals er slechts zelden een dooreen constitutioneel minister is gesteld. Intusschen, hoe men die verrassende daad ook moge beoordeelen, zij stelt ons voor hetonvermijdelijkfeit de handen aan den ploeg te slaan en alles voor te bereiden om een klaar en duidelijk votum bij de aanstaande verkie zingen te doen uitbrengen. Niet de vraag of het kiesrecht al of niet moet worden uitgebreid, zal de aanstaande verkiezingen beheerschen, maar de kwestie of men is voor of tegen Tak's sin hoofdzaak ongewijzigde kieswet" zal de keuze bij de aanstaande verkiezingen bepalen. Op dit punt onder- vrage men de te stellen candidaten. Het antwoord op die vraag moet beslissen of een voorloopige candidaat al dan niet door eene katholieke kiesvereeniging definitief kan worden aanbevolen. Wordt de vraag zuiver gesteld, wordt ze afgescheiden van alle andere kwestiën omtrent uitbreiding van kiesrecht, democratische richting enz., die voor ieder onzer eene vrije opinie blijven, dan mag men ook een duidelijk antwoord verwachten, en zal het votum op 10 April aanst. door het Land uit te brengen, aan duidelijkheid niets te wenschen over laten. ALGEMEEN OVERZICHT. 24 Maart '94. De bekrachtiging van het Duitsch-Rus- sisch handelstractaat, welke den 20n dezer te Berlijn heeft plaats gehad, heeft aan stonds tot gevolg gehad eene wisseling van telegrammen tusschen de keizers Wilhelm en Alexander. Op Wilhelms kennisgeving van het definitief tot stand komen van het tractaat, volgde een gelukwensch van den Czaar, waarin volgens den officieusen Uamb. Corresp., niet enkel van nauwere handels betrekkingen, maar ook van inniger persoon lijke relatiën tusschen de beide keizers sprake was. Alexander zou zelfs zijne komst te Berlijn tegen den aanst. herfst hebben aangekondigd, tot persoonlijke bespreking van nog verdere staatkundige betrekkingen. En daarmede brengt het blad nu ook de omstandigheid in verband, dat de als op volger van prins Reuss te Weenen bestemde (thans nog te Munchen geaccrediteerde) ge zant graaf Eulenburg, is uitgekozen, om het departement van buitenlandsche zaken te vertegenwoordigen bij den Keizer te Abaz- zia, zoodat men mag vragen ot onder die »verdere staatkundige betrekkingen", niet juist een bijzondere operatie te Weenen moet verstaan worden, teneinde tot eene toenadering tussche Rusland en Oostenrijk te geraken. Sommigen betwijfelen de juist heid der mededeelingen van den Hamb. Corresp., en meenen, dat in de keizerlijke dépêches enkel eenige vriendschappelijke woorden zullen gewisseld zijn. Een op 20 dezer door Caprivi aan een feestmaal te Dantzig gehouden troost, opent voor anderen een nog veel ruimer politiek vergezicht. De medewerking van keizer Wilhelm, zei de rijkskanselier, was voor het tot stand komen van het tractaat van on schatbare waarde, ja zelfs onvermijdelijk noodig. De Keizer, zeide hij, doorzag niet enkel economisch nut, maar ook politiek voordeelde toenadering tot een machtigen buurman, een nieuwen waarborg des vredes en de wegbereiding voor de onderlinge aan eensluiting der Europeesclie Staten in de volgende eeuw, als enkelen alleen niet de kracht zullen hebben om tegen de komende gebeurtenissen gewapend te zijn. Met de Triple-Alliantie ging reeds een nauwere vriendschap met Engeland samenthans wordt Rusland bevriend met Duitschland en straks ook met Oostenrijk daarmede is dan de weg gebaand tot afwering van de aan slagen der democratie. Als Wilhelm en Caprivi zich met zulke verziende plannen bezig houden in 't belang van Europa's rust, vrede en welvaart, kan er, behalve de sociaal democratie, die in troebel water visschen moet, wel niemand iets op tegen hebben. Integendeel ieder zal er zich over verheugen, dat de machtige Staten van hét noorden zich ver eenigen om den hydra der revolutie den kop te verpletteren. Volgens bericht uit Londen heeft de heer Gladstone in een brief aan zijne kiezers ver klaard, dat hij wellicht geen ijverig deel zal kunnen nemen aan de zittingen van het Lagerhuis. Hij geeft een overzicht van de groote staatkundige maatregelen der laatste veertien jaren. Het hoogste zal, schrijft hij, voor het Britsche rijk verkregen zijn, wan neer de wetgevende macht aan Ierland recht zal hebben gedaan. In dat opzicht betreurt de heer Gladstone het conflict tusschen het Hooger- en het Lagerhuis. De te Parijs gearresteerde anarchist Ontir, vriend en medeplichtige van Emile Henry bij den aanslag in het Café Terminus, onkent alle medeplichtigheid daaraan, maar loochent zijn anarchistische gevoelens niet. Integendeel, hij gaat er grootsch op en neemt het air aan van een wereldhervormer! De gevangeniskost is hem te min en hij is uiterst fijn gekleed. Als de politie er niet in slaagt, zijne medeplichtigheid te bewijzen, zal hij toch in arrest blijveu als inbreker, daar hij aan het hoofd stond van een wijd vertakte bende, van welker buit hij zich het leeuwendeel placht toe te eigenen om daar van mede te deelen aan de propaganda kas der anarchistische leiders. De anarchisten blijven hun noodlottige werkzaamheid in Frankrijk voortzetten. Uit Grenoble komt het bericht van een nieuwen aanslag in een kerk. In het naburige Jal- lieu was, tijdens de predikatie van een pater missionaris, een helsche machine ir. het voorportaal der kerk geplaatst. Toen de bezoekers den rook der lont zagen, ontstond er een ware paniek; ieder zocht een goed heenkomen, en in het gedrang moeten een twintigtal personen min of meer gewond zijn. De bom sprong gelukkig eerst, toen allen het kerkgebouw hadden verlaten. Naar den dader van den aanslag wordt met ijver gezocht. NIEUWE SCHIEDANISGHE GDURANT IIHfH[limimill!IIIIIIIIKIMIHII|IIIIIIIIHIIIII|llllllll»IIHIIHIlimiMIHIHIIIIWHIIIIIln iiMiiiniiiiimiHHiiiniHUiitn

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 5