natuurlijk tevergeefs,had aangewend, worden
thans uitvoerige bijzonderheden gemeld.
Tegen elf ure Zondag-avond werd de tijding
bekend, dat Henryzijn misdrijven den volgen
den dag zou boeten, zoodat tal van personen
zich naar de Place de la Roquette spoedden.
Op het plein der Roquette, voor de gevan
genis, stond het schavot. Gendarmen te
paard, in eene hoefijzervormige reeks op
gesteld, hielden den weg en het schavot
vrij. Vijfhonderd man republikeinsche gar
des hadden het plein afgezet, en in de
omliggende straten weerhielden een 400
man politie, met behulp van houten staket
sels, de toedringende menigte.
Toen den anarchist werd medegedeeld,
dat zijn laatste uur geslagen was, sprak hij
geen woordzijne gelaatstrekken krompen
ineen en hij werd doodsbleek. Hij stond
zenuwachtig op, greep bevend zijn kleeren
en kleedde zich snel aan. De stoet verliet
de gevangenis. Voorop ging de beul, dan
de aalmoezenier abbé Valadier, die zeer bleek
was en op zij ging, om den veroordeelde
door te laten. Tot het laatste toe weigerde
Henry zijne priesterlijke hulp. Henry werd
ondersteund door de beulsknechten en was
loodgrauw. »Moed, kameraden, leve de
anarchieriep hij. Daarop viel de bijl,
het hoofd rolde in de mand. Van de daken
der naburige huizen hadden velen het bloe
dig tooneel aangezien.
Aan de gerechtigheid was voldaan. Daar
het lijk niet opgeëischt was, werd het naar
de ontleedkamer der medische faculteit ge
voerd. Daar bleek het, dat alle organen in
uitmuntenden toestand waren. Toen het
Ijjk naar het kerkhof werd gereden, riepen
deze mannenvieve de anarchieen uit
ten doodsbedreigingen tegen president Carnot
en de ministers. Zij werden dadelijk gegre
pen en naar de gevangenis gebracht.
Bijna op denzelfden tjjd, vier ure Maandag
ochtend, dat Henry te Parijs zijn euveldaden
met den dood boette, werden te Barcelona
de zes anarchisten die wegens de dynamiet-
aanslagen aldaar ter dood veroordeeld waren,
op het bolwerk der citadel Monjuich ge
fusilleerd. Zij weigerden de militaire aal
moezeniers en de Broeders van barmhar
tigheid, die belast waren met hen in hunne
laatste oogenblikken bij te staan, aan te
hooren. Bet afscheid van hunne gezinnen
was treurigeen der ter dood veroordeel
den spoorde zijn zoon aan, zijn dood te
wreken. De omtrek der vesting werd door
soldaten afgezet. Daarna werden de ver
oordeelden geblinddoekt en op de knieën
geplaatst met den rug naar de pelotons die
met de strafoefening belast waren. Een
commando klonk de geweren knetter
den en er waren zes moordenaars
minder op de wereld.
Stads- en Gewestelijk Nieuws.
Schiedam, 23 Mei 1894.
Wjj vestigen de aandacht op achterstaande
advertentie, waarin de Uitvoering van de
Zangvereeniging sSt. Gregorius" ten voor-
deele van de »St. Willebrordus-Stichting"
wordt aangekondigd. Bij ervaring weten
wij, dat hetgeen door »St. Gregorius" wordt
geleverd, goed is, maar wij durven verzeke
ren dat hetgeen nu zal worden geboden,
aller verwachting zal overtreffen. Een groote
opkomst is dan ook Zondag aanst. èn om
den feestelijken avond èn om het lofwaardig
doel dat er mede wordt beoogd, te wachten.
Onder deze omstandigheden zal het zaak zijn,
zich tijdig van kaarten te voorzien, te meer
daar, naar wij vernemen, 's avonds aan de
zaal geen kaarten tweede rang zullen worden
afgegeven.
In de vergadering van den Gemeenteraad
op gisteren waren behalve de reeds ge
noemde nog ingekomen de volgende stuk
ken welke overeenkomstig art. 10 van het
reglement van orde ter visie hadden gelegen
bericht van den heer C. J. Wouterloud dat
de benoeming tot lid der voorlichtingscom
missie voor de inkomstenbelasting door hem
niet kan worden aangenomen, kennisgeving
adres van den heer dr. B. Köster, leeraar
aan de Hoogere Burgerschool alhier, met
verzoek hem na 10 Juli aanst., wanneer hij
den leeftijd van 70 jaren zal hebben be
reikt, alsnog voor een jaar in zijn ambt te
laten, om advies in handen gesteld der com
missie van toezicht op het middelbaar onder
wijs, adres van J. Hoek Az. alhier, com
missionair in effecten, met verzoek om aan
stelling tot makelaar in effecten, beleenin
gen, prolongaties en disconto's, om advies in
handen gesteld der Kamer van koophandel
en fabriekenadres van J. N. Burgerhoudt,
gemeente-ontvanger te Enkhuizen T. J. W.
Daniels, gemeente-secretaris te Velsen T. A.
Haanebrink, ambtenaar bij het dept. van
financiën te 's-Gravenhage, C. R. Bentfort,
gemeente-ontvanger te Vlaardingen, N. Cos,
gemeente ontvanger te Monster, L. Veenen-
bos, adspirant-surnumerair der registratie en
domeinen te Rotterdam, om benoeming tot
ontvanger dezer gemeenteal deze adressen
werden ter visie gelegd om daarop voor
zooveel noodig te letten, wanneer het doen
eener benoeming van gemeente-ontvanger
aan de orde zal zijn.
De later ingekomen stukken zijn verschil
lende missives van Gedeputeerde Staten ten
geleide van door hen goedgekeurde raads
besluiten, welke voor kennisgeving werden
aangenomenrapport der commissie van
van fabricage op het in hare handen gesteld
adres van het Weeshuis der Hervormden in
zake grondsafstandmissive van de com
missie van toezicht op het middelbaar on
derwijs met bericht dat zij meent dat eene
gelijksoortige regeling der jaarwedden van
de leeraren aan de middelbare scholen
binnen de grenzen van het totaal bedrag
dat thans aan hen voor jaarwedde wordt
uitgekeerd, zooal niet onuitvoerbaar toch
zeker niet gewenscht is, en op dien grond
voorstellende de jaarwedden onveranderd te
laten, doch die bij eventueele vacaturen aan
eene herziening te onderwerpenrapport
dier zelfde commissie op het voorstel van
den heer Loncq tot wijziging van art. 4 van
het huishoudelijk reglement op de mid
delbare scholen; ter visie gelegd ter be
handeling in eene volgende vergadering
adressen van J. Eggink, ambtenaar ter se
cretarie te Wassenaar, en W. Lotsy, ge
meente-ontvanger te Gouda, om benoeming
tot ontvanger dezer gemeente; ook deze
adressen werden ter visie gelegd, om er
voor zooveel noodig op te letten als de
benoeming van een gemeente-ontvanger aan
de orde zal zijn.
Op voorstel van Burg. en Weth. besloot
gisteren de Raad, bij de heropening der
openbare zitting, bij Gedeputeerde Staten
stappen te doen, om de jaarwedde van den
Gemeente-ontvanger vastte steller, op f2200
en den zakelijken borgtocht voor dien amb
tenaar, te bepalen op f30.000.
Ten slotte werd het voorstel van B. en
W. ingediend, den Burgemeester te mach
tigen om het tekort in de gemeentekas van
f82.144.80, verminderd met de door den
ontslagen ontvanger tot borgtocht in pand
gegeven effecten, in rechten voor de ge
meente op te vorderen.
De heer mr. Poortman meende, dat dit
voorstel niet voldoende was toegelicht. Er
moest uitgemaakt worden was er tekort
zoo ja, hoeveel en waar was 't gebleven
daar had de burgerij recht op. Ook de heer
Van Erpecum verzette zich aanvankelijk
tegen het voorstel.
Nadat echter uit het rechtskundig advies
van mr. E. E. van Raalte was voorgelezen,
dat de gemeente zich had te plaatsen op
de basis van de saldo's van 4891 en 1892
en de werkelijke ontvangsten en uitgaven
van 1893 en 1894, werd het voorstel met
44 tegen 3 stemmen aangenomen.
In ons raadsverslag van gisteren valt te
verbeteren, dat de heer De Groot niet heeft
opgemerkt, het beter was, het bedrag van
het tekort in de kas van den Gemeente
ontvanger niet te noemen, maar alleen heeft
voorgesteld de woorden ïvan het bedrag"
te schrappen, opdat de nadruk meer op het
tekort dan op het bedrag zou vallen.
Den heer Joh. J. Zoetmulder werd ont
heffing van pi. dir. belasting, niet van in
komstenbelasting verleend.
Nog eens de Waagmeester.
In de vergadering van den Gemeenteraad
op gisteren, werd over de zaak van den
Waagmeester, naar aanleiding van het be
kende voorstel van den heer Elzevier Dom,
nog een uitvoerig debat gevoerd.
De heer Dom trad allereerst in eene uit
voerige bespreking van het preadvies van
B. en W., dat hem in zijne verwachtingen
had teleurgesteld. Hij had gehoopt, dat de
gronden, door hem voor zijn voorstel aan
gevoerd, door B. en W. zouden weerlegd
zijn, maar daaromtrent had hij niets ge
vonden. Het argument, dat het niet van
eerbied voor de besluiten van den Raad zou
getuigen, als B. en W. nu adviseerden op
het betrokken raadsbesluit terug te komen,
kon hier niet gelden, waar zoo vele raads
besluiten worden geredresseerd. Het geldt
hier een zaak van het allergrootste belang,
nl. of wij eerlijke lieden zijn, die het een
maal gesloten contract uitvoeren. Nog eens
betoogde de heer Dom, dat er bestaat een
zedelijk contract tusschen de gemeente
Schiedam en den waagmeester Berghout,
die op eene jaarwedde van f500 werd aan
gesteld. Dit contract mag niet eenzijdig
verbroken worden. En de zaak die hierin
t spel is, is dan ook niets meer of minder
dan de kwestie, of wij getrouw zullen zijn
aan het eens gegeven woord.
Met de opvatting van den heer Dom, dat
het contractbreuk zou zijn, de wedde van
den waagmeesfer te verlagen, kon de heer
De Groot zich niet vereenigen. In de maat
schappij zien wij herhaalde gevallen van
loonsvermindering. Ook strijdt het volgens
een arrest van den Hoogen Raad niet met
art. 59 der Gemeentewet, de jaarwedde
van een ambtenaar te verminderen. Een
andere vraag is het echter, of men daartoe
lichtvaardig mag overgaan vooral tegenover
de oeconomisch zwakken moet men hierbij
de noodige behoedzaamheid in acht nemen.
Maar hier geldt niet voor alles het belang
van de gemeente-ambtenaren, maar dat van
de burgerij, welke niet behoeft te betalen
voor diensten, die niet gepresteerd worden.
Deze uiteenzetting gat aanleiding tot een
repliek van den heer Dom en dupliek van
den heer De Groot, waarbij beide hun be
kend standpunt bleven innemen. Ook den
heer Van Erpecum kwam het voorstel van
den heer Dom te kras voorhet zou een
brevet van goede of kwade trouw uitreiken,
al naar gelang de raadsleden voor of tegen
de verlaging van de wedde van den waag
meester stemden. Wel wil hij echter, naar
aanleiding der opmerkingen van den heer
Dom, de zaak nog eens zien overwegen en
ze daarom alsnog aanhouden. Zijn voorstel
tot aanhouden -"erd echter met 13 tegen
6 stemmen verworpen.
Ook de heer Hoogendam kon zich met
de beschouwingen van den heer Dom om
trent het contract niet vereenigen. Maar
hij meende mèt den heer De Groot, dat
wij niet lichtvaardig tot tractementsverla-
ging moeten overgaan. En waar er nu nog
zooveel ambtenaren in de gemeente zijn,
die kolossaal groote tractementen hebben,
zou hij met het schoonmaken van de trap
willen beginnen van boven at en niet bij
de onderste trede. Daarom zou hij tegen
het preadvies van B. en W. stemmen.
Nadat de heer Den Breems nog betoogd
had, dat hier geen van de beide gevallen
waarom op een raadsbesluit kan worden
teruggekomen, nl. noch dwaling noch ge
wijzigde omstandigheden, aanwezig waren,
werd overeenkomstig het preadvies van B.
en W. op het voorstel—Dom met 12 tegen
7 stemmen afwijzend beschikt.
De „Augiasstal" in den Raad.
Alvorens in de raadszitting op gisteren
de deuren werden gesloten, werd den heer
Dom gelegenheid gegeven, naar aanleiding
van de ingekomen gespecificeerde opgave
omtrent enkele begrootingsposten, enkele
opmerkingen te maken.
In de vorige raadszitting was gezegd,
de Raad, genoopt de overschrijving der be-
grootingsposten goed te keuren, voor ee°
fait accompli wordt gesteld. De bedoel'0»
was klaarblijkelijk de schuld van het tegen-
woordig bestuur af te wenden, en die zooveel
mogelijk te leggen op het oude bestuur*
Is er schuld, dan zal spr. het niet ontkennen*
Maar de beschuldiging hier bedoeld, is °(l'
gegrond. Spr. somt daarop tal van begro"'
tingsposten op, die overschreden werden ten-
gevolge van genomen raadsbesluiten, die
moesten worden uitgevoerd. Slechts bij een
viertal posten hebben B. en W. zich 'jeT'
oorloofd eigenmachtig, in het belang de"-
gemeente, de betrokken posten te over
schrijden. En dan vraagt spr., of dit rede"
geeft zoo nadrukkelijk de schuld op het
vorig bestuur te werpen. De heer Ma°s
heeft gezegd, dat een ïAugiasstal" niet »n
weinige maanden kon worden gereinigd-
Zoo er ooit een waar woord is gezegd, da°
is t het hier bedoelde. Maar het vorig be"
Stuur behoeft het zich niet aan te trekker*
Dit woord zou alleen de comm. van fabr*
kunnen treffen. Spr. zou zich echter we'
gewacht hebben, haar zulk een verwijt na®1"
het hoofd te slingeren. Het vorig bestuur
heeft er zich dan ook toe bepaald, fabr. ui'
te noodigen, zooveel mogelijk binnen de
perken der begrooting te blijven, overtuigd
als 't was, dat de fabr. de begrootingsposte"
niet zou overschrijden, als het niet hoog
noodig was. Na een kort betoog van den
wethouder Visser, dat fabricage voor die
overschrijding steeds de noodige machtiging
had gevraagd, repliceerde de heer Dom, dat
hij overtuigd was, de fabr. voor feiten stond
waaraan zij niets kon doen.
De wethouder Maas verklaarde, dat hem
de rede van den heer Dom vreemd, onbe
grijpelijk voorkwam. Spr. zou ten onrechte
van een Augiasstal gewaagd hebben. Hij
neemt dit woord echter niet terug en her
haalt het. Nu is het verbazend moeielijk
in een openbare vergadering al de redenen
bloot te leggen, die hem aanleiding gaven
dit woord te gebruiken. Maar dit wil hij
wel zeggen, dat er geen toezicht is geweest
op den financieelen toestand. Bij gemis aan
behoorlijk toezicht was er voor de gemeente
gewerkt en aan haar geleverd tot bespot
telijk hooge prijzen. Spr. noemt slechts
het feit, dat petroleum geleverd werd a If
ets. per liter in een tijd, dat de handels
waarde niet meer dan 4 cent was. He*
tegenwoordig bestuur vond bij zijn optreden
een aantal rekeningen tot belachelijk hoog
bedrag. Spr. had als wethouder van finan
ciën onder de mandaten voor bedoelde
leverantiën zijne handteekening moeten
zetten, maar hij had er met blauw potlood
bij gezet, dat dergelijke belachelijk hooge
rekeningen nooit voor de gemeente betaald
moesten worden. De sedert ingevoerde ver
plichting, om bij ieder mandaat de betrok
ken rekening over te leggen, had reeds
goede vruchten opgeleverd. Alles bij elkaar
genomen blijft spr. de uitdrukking Augias
stal" handhaven.
Op de vraag van den heer Dom, wie de
rekeningen had goedgekeurd, verklaarde de
heer Maas niet te begrijpen, wat den heer
Dom aanleiding geeft zich deze zaak per
soonlijk aan te trekken. Spr. wees toch
alleen op den toestand, maar liet zich niet
uit wie de schuldigen zijn.
Nadat de heer Den Breems nog had
betoogd, dat de schoolcommissie, na het tot
haar gericht verzoek om binnen de perken
der begrooting te blijven, besloten had geen
post te overschrijden zonder verlof, merkte
de heer Dom nog op, dat ook de fabr zulk
eene mededeeling had moeten hebben.
Hiermede was dit belangwekkend inci
dent geëindigd.
Te dezer stede hebben zich drie gevallen
van roodvonk voorgedaan.
Over de aanlegplaats der stoombooten,
nabij de boeien op de rivier de Maas alhier,
ligt een stoombaggermachine ten einde
eenige ondiepten in de rivier te verwijderen,