Dagblad voor Schiedam en Omstreken. asta" h"*w« »»- LEO xm, 17de Jaarg. Dinsdag 26 Juni 1894. No. 4923. bureau oterztxaat 50. «I ENCYCLIEK toot de fioielijte VoorziaiileU Paus. Feuilleton. Een vreeselijke zeereis. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 Franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 16 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. Aan alle vorsten en volkeren der aarde LEO XIII, PAUS Heil en Vrede in den Heer. Ue schitterende bewijzen van algemeene deelneming, welke Wij gedurende het ge- eele verloopen jaar bij gelegenheid van ns bisschoppelijk jubilé uit alle oorden der gereld hebben ontvangen, en die in den aatsten tijd nog vermeerderd zijn geworden door de treffende bewijzen van kinderlijken Eerbied Ons uit Spanje geschonken, hebben ns °P de eerste plaats daarom verblijd, ^!]1 in die eensgezindheid de eenheid der erk en haar wonderbare vereeniging met don Paus van Rome, heerlijk heeft uitge blonken. Het scheen alsof de katholieke wereld in die dagen de gedachte aan al het andere ad laten varen en hart en geest, alleen gevestigd hield op het Vaticaan. Gezant- Schappen van vorsten, ontelbare pelgrims jaren, geschreven betuigingen van de nrtelijkste liefde, plechtigheden vol verhef- lng legden een treffend getuigenis af dat aanhankelijkheid jegens den Apostolischen 0el al de Katholieken één van ziel waren één van geest. Hn dit verschijnsel was voor Ons des te aarigenamer en weldadiger wijl het zooge- eel overeenstemde met Onze bedoelingen Onze gezindheid. Met het oog immers de tijdsomstandigheden en gedachtig aan ttZe bediening hebben Wij steeds hiernaar racht, en door woord en daad zooveel in 2) ïk trachtte om mij heen te zien, maar slechtt eWUSjWaS te diuht; en het was erin i de Sr00tste ^spanning, dat ik etrekkerf 6' vermoelde leden uit te Paaiwi ^'le zlJden ingesloten met slechts een dek P U'm ,ucHt tusschen mijn hoofd en het miinrTa? d® ve.rschrikkelijke gedachte bij van do'k '"dien door het overhellen werd eLer' bist of een koffer verplaatst Ï'CW' verpletterd zou wor dteen ik gedaan'1SP ,k het dwaze ,an te stelled trahttet? gerust »ndom „ij „erd dr„lkelld^P»; "Mocht Ons vermogen was, beoogd, om alle volken en stammen nauwer aan Ons te verbinden en den heilzamen invloed van het Pausschap in een helder licht te stellen. Daarom zijn en blijven Wij vervuld met dankbaarheid, vooreerst jegens Gods Goed heid, die Ons het groote voorrecht schonk, dezen hoogen ouderdom te bereiken; ver volgens jegens de Vorsten, de bisschoppen, de geestelijkheid en jegens allen, die door veelvoudige blijken van kinderlijke liefde en hulde getracht hebben Onzen persoon en Onze waardigheid te vereeren, te vertroos ten en te verblijden. Toch ontbrak er veel aan een volkomene en rechtmatige vreugde. Want te midden van die uitingen van algemeene blijdschap en geestdrift werd een groote menigte op gemerkt, die geenszins met het vreugde betoon van de Katholieken instemde, deels wijl zij geheel van de verhevene leer der Evangelies is uitgesloten, deels wijl zij, ofschoon nog den naam van Christen dra gende, zich van het katholieke geloof blijft verwijderd houden. Die gedachte deed ons en doet dit nog voortdurend pijnlijk aan: het is immers niet mogelijk, zonder smartgevoel te denken aan zulk een groot gedeelte van het menschelijk geslacht, dat door de dwa ling van ons verwijderd is. Daar Wij de plaats bekleeden van den almachtigen God die wil dat alle menschen zalig worden en tot de kennis der waarheid komen, en, nu Onze hooge leeftijd en Onze bittere zorgen Ons voortdrijven naar het einde van Ons leven op aarde, scheen het Ons toe Onze plicht te zijn, het voorbeeld na te volgen van Onzen Verlosser en Mees ter Jezus Christus, Die kort voordat Hij zou wederkeeren naar den Hemel, met innige gebeden aan Zijnen Goddelijken Vader smeekte dat Zijne leerlingen en Zijne vol gelingen één mochten worden van geest en van hart77c bid U, dat allen één mogen zijn, zooals Gij Vader in Mij en Ik in U, lende bestanddeelen van de lading gaven een reuk van zich, die ver van welriekend was. Ik moet eindelijk in een staat van halve verdooving gekomen zijn, hoewel 't mij voor kwam, dat ik steeds wakker was, toen ik plotseling tot de ontdekking kwam, dat de boot op een gevaarlijke manier begon te stampen en over te hellen. Het verlangen naar voedsel, hetgeen ik voor dien tijd zoo hevig had was min of meer verdwenen, maar ik snakte naar een slok koud water. Niet lang duurde het, of ik begon mij flauw en mat te gevoelen, en spoedig onderging ik al de ellende der zee ziekte. Een rat liep over mijn voeten, terwijl ik daar lag, biddende om verlossing, zelfs door d?i°dmaar ze'*s dd; d'er deed mij niet ontstellen, daar het niets was in vergelijking met al mijn ander leed. nnHpr Z1Hkte 1S een Sfoote plaag, maar nnJ™!) omstand'ghedan, waar ik haar De reis van Gravesend naar Plymouth, die door groote stoombooten steeds m onge veer vijf-en-twmtig uur wordt afgelegd scheen mij eindeloos toe, en, had ik kracht opdat ook zij één mogen wezen in Ons." (1) Dat deze goddelijke bede niet alleen hen omvatte, die toen in Jesus Christus geloof den, maar ook allen zoovelen er in den volgenden tijd gelooven zoudendaarin ligt voor Ons een gegronde reden om met vertrouwen Onze verlangens uit te spreken, en om te trachten, zooveel in Ons vermo gen is, dat alle menschen, zonder eenig onderscheid van geslacht of woonplaats, worden geroepen tot de eenheid van het Goddelijk geloof. Wijl Wij bij deze Onze plannen worden aangespoord door de liefde, die te eerder toesnelt daar waar de noodzakelijkheid om te helpen grooter is, daarom wordt Onze geest het eerst geroepen tot de volkeren, welke het ongelukkigst zijn van alle die het lichtst des Evangelies óf nimmer moch ten ontvangen, óf bij wie het, nadat zij het ontvangen hebben, door eigen zorgeloosheid of door te verren afstand van Ons, weder gedoofd is. Daar alle heil komt van Jezus Christus, »want geen andere naam is onder den he mel den menschen gegeven in welken wij kunnen zalig worden" (2), daarom wenschen Wij allervurigst, dat alle streken der aarde weidra worden vervuld van Jesus' allerhei ligsten naam. Hierin heeft de Kerk nooit te eeniger tijd nagelaten de taak te vervullen, die Haar door God is opgedragen. Wat heeft zij negentien eeuwen lar.g ge arbeid wat heeft zij met grooteren ijver en wat met grooter volharding als haar taak volbracht dan alle volkeren te voeren tot de waarheid en tot de instellingen van Christus En nog heden ten dage steken de ver kondigers van het Geloof op Ons woord over de zeeën, om voort te trekken tot de uiterste oorden en nog heden smeeken wij dage- genoeg bezeten, voorzeker zou ik pogingen gedaan hebben, om uit mijn gevangenis te worden verlost, reeds voordat laatstgenoemde haven bereikt was, niettegenstaande ik wel wist, dat ik zonder veel omslag aan land zou worden gezet. Geheel uitgeput, wachtte ik bedaard de aankomst af, in de hoop, alsdan misschien bevrijd te zullen worden, en eindelijk toonde een lang gefluit, gevolgd door eene lang zame beweging der machines, aan, dat wij op het punt van landen waren. Nu volgde er een oogenblik van stilte, daarna het geweld, dat de kabels en de kettingen, die over het dek gesleept wer den, veroorzaakten, en wij lagen voor anker. Het gevoel van stilligen was iets heerlijks maar nu de zeeziekte voorbij was, kwam de honger weer boven met al zijn ellende ter wijl ik bovendien over mijn geheele lichaam pijn begon te gevoelen. Boven mijn hoofd hoorde ik haastige voet stappen en het gelach van vroolijke reizigers, die natuurlijk niet het minste vermoeden hadden, dat er onder hen een levend stuk bagage lag. Ik moest mij bedwingen, om niet tegen het dek te schoppen of te klop pen, en zóó hun aandacht te trekken, daar lijks van God af, dat Hij genadig het aantal moge vergrooten van de bedienaren van het Heilige, het apostolisch ambt waardig, die, in waarheid, niet aarzelen alle gemakken en hun veiligheid, en zoo het moet, ook hun leven te offeren voor de uitbreiding van het rijk van Christus. Daarom haast U, behoeder en vader van het menschelijk geslacht, Jesus Christus, stel niet uit te vervullen, wat Gij eenmaal gezegd hebt te zullen doen, dat Gij, als Gij zoudt zijn ten Hemel opgeklommen van de aarde, allen zoudt optrekken tot U. Derhalve daal neder en vertoon u aan die ontelbare schare, die tot nu toe verstoken is gebleven van de overgroote weldaden, welke Gij door Uw bloed voor de stervelingen verworven hebt. Wek hen, die in de duisternissen en in de schaduw des doods gezeten zijn, op, opdat zij, verlicht door de stralen van Uwe wijsheid en Uw macht, in U en door U één zijn. Over dit geheim der eenheid nadenkende, komen Ons verder voor den geest al de volken, welke de goddelijke genade reeds lang van de dwalingen van den tijd tot de wijsheid van het Evangelie getrokken heeft. Niets voorzeker is aangenamer, om zich te herinneren, noch wekt ons meer op tot lof prijzing der Goddelijke Voorzienigheid, dan de terugblik op de oude tijden, toen het geloof, van Godswege ontvangen, als het vaderlijk erfdeel van allen en van ieder af zonderlijk beschouwd werdtoen alle be schaafde volken, door woonplaats, aanleg, zeden verschillend, ofschoon over andere zaken meermalen onderling strijd voerend, niettemin door den godsdienst, door het christelijk geloof allen te zamen verbonden werden. En maar al te zeer moeten Wij Ook, deze herinneringen Ons voor den geest roepende, bejammeren, dat in den loop van latere eeuwen door het stoken van verdacht makingen en vijandschap groote en bloeiende volken van de gemeenschap der Kerk van Rome werden losgerukt. Hoe droevig dit ik besloten had te wachten, tot de mach tige machines weder begonnen te werken. Spoedig waren wij weer in zee. Elk oogenblik rolden de hooge golven tegen de zijde van het schip, zoodat het hevig stampte. Nadat ik, volgens mijn meening, een grooten afstand had doen komen tusschen de boot en den wal, dacht ik, dat nu de tijd gekomen was, om mijn onaangenaam verblijf onder het dek te verruilen voor het vrijere en frisschere op het dek. De ge dachte aan de wijze, waarop ik daar boven wel kon ontvangen worden, was echter weinig opwekkend. Het gelukte mij nu over balen en kisten te kruipen, totdat ik aan een houten be schot kwam. (Slot volgt.) NIEUWE SCHIEDAMSGHE COURANT VAN °nzen Allerheiligstcn Vader (1) Joan. XVII: 20- 21. (2) Handelingen IV 12.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1