Dagblad voor Schiedam en Omstreken. eerste blad. Bij Camots vermoording. 17de Jaarg. Zondag 1 Juli 1894. No. 4927. bureau ^otex^txaat 50. Bedrog en Oprechtheid. feuilleton. PRIJS VAN DIT BLAD: Voor Schiedam per 3 maandenf 1.50 franco per post door geheel Nederland - 2. Afzonderlijke Nommers- 0.05 PRIJS DER ADVERTENTIËN: Van 1—6 regelsf 0.60 Elke gewone regel meer- 0.10 Voor herhaalde plaatsing worden billijke overeenkomsten aangegaan. e ^'Weder heeft de boosheid der menschen harer meesterstukken voltooid, Frank- lJ s president is gevallen door den dolk Van een Anarchist. Veel zuchten over de ellende onzer tijden, uitroepen waar het wel henen moet '"et de wereld ziedaar wat die vreeselijke °ord eenige dagen onder de menschen tverkt, en daarna gaat alles weder zijnen ^en gang. Een betere les echter, een les van actie in Carnots dood opgesloten. aen do Heiland van het menschelijk ge- t zijn verlossingswerk had voltooid, toen Eij twaalf Galileesche mannen uit, En h" aanschÜn ^er aar(fe te veranderen en ze Heden, vol van den Heiligen Geest V°1 van de hoogste devotie, zij hebben en "h ^ristus gepredikt en Dien Gekruist, baa Un ge^ed maakte die prediking vrucht- en weldra veranderde toen feitelijk aanschijn der aarde. c", hoelang zal het duren, voordat de °oten dezer aarde, de Magnaten van ^oigarije, de Crispi's van Italië, de Loge- van Frankrijk en Duitschland, ja dat ^ad'ca'en van Holland, gaan inzien, var a'toos die apostolische Methode rna; en Heiland aan te hangen, alle andere regelen tegen anarchie en landverderf Me,Mrafga"1' derin11 S^)reeEt in onze dagen van de vor- 0 g der kunsten, der wetenschappen, der hoez °°Vlge en neutrale wijsbegeerte. Maar hew66' a"G d'e zaEen 'n 'iun sfeer ook te °P zich61"611 Z*dn' O00'1, zullen zij als zij alleen w°rden voortwerken, het zout der aarde Immers' maatsciiaPPÜ kan bewaren, juist Z°° zeS' de abbé Naudet zeer kunsten men had ze reeds lang i) De Rotsvallei. do^krijk wordt te weinig gekend, zelfs oever Z1Jn 61gen bewoners zij bezoeken de serla 1Van den ^n' de meeren van Zwit- en z Lde v'a^ten van Lombardië, Napels keur 7?Koorlijke omgevingde toeristen ben T ge.land en Schotlandzij heb- SDani ,gotbische en moorsche steden van cesrilv ocllt' velen hebben hun naam den Rn^n °S de Eyramiden van Egypte en En nochtnïTf fcj» T eige" 'ï"d langs zijn uitoe«str«i,+ i J schoon, schoon wulhtbSw.«hoon inde i« In mwe SC"°" «n bekoorlyke oordeï j vóór Christus, en onze musea toonen ware meesterstukken aan uit de oudheid. Ook wetenschappen bezat men in die dagen, want wij werken eigenlijk nu altoos nog voort op het erfdeel, door de ouden nage laten. En evenzoo heerschte reeds de wijs begeerte, ja, onze moderne wijsgeeren zijn pygmeëen, zoodra men hen vergelijken gaat met die reuzen, welke Aristoteles en Plato werden genoemd. En toch, heel die wereld der oudheid is ten schande geworden, en zoo ziet men, hoe weinig heel de opgenoemde heerlijk heden, op zich-zelven, beduiden. Er ontbrak iets bovennatuurlijks aan die wereld, een Heiland, eene algemeene kerk of heilsin- richting voor alle volkeren, en tevens een gezelschap van apostelen, hetwelk door het gezag dier Kerk, gemachtigd, alom de zaad korrels van Gods opbeurend woord in de groeven der menschelijke ellende zouden nederwerpen. Men spot helaas in onze dagen met zulk gepreek; want men meent wat beters te hebben. Men geniet en leeft gerust ver trouwende op de algemeene beschaving, welke de vrucht der atheistische wijsbe geerte, der moderne kunsten, en der weten schap, heet. Maar ook hier mag het we! opmerkelijk heeten, dat juist ook de oud heid, de Heidensche, goddelooze oudheid, diezelfde meening heeft aangekleefd, en bij de volharding in die meening is onderge gaan. Ook toen hield men het vernisje van onderlinge welwillendheid zeer dwaselijk voor karakterook toen meende men het zwakke tentje van den goasdienst- loozen Staat als een gebouw te hebben opgetrokken; ook toen dacht men, dat wa penen en soldaten alle onwilligen konden beheerschen. Aanschouw zegt weder abbé Naudet, het oude Egypte. Dat Egypte was wel eer een beroemde natie; het leven schoot aldaar in vollen wasdom omhoog, want naast alle kunsten en kennissen, had de bescha- vulkanische bergen van Auvergne, in de schilderachtige berggroepen der Pyreneën, in de prachtige vlakten van Vlaanderen, in de uitgestrekte weiden van den Elzas en er zijn bekoorlijke valleien, die men aan het einde der wereld zou gaan zoeken, en die men niet kent, omdat zij slechts eenige mijlen van ons afliggen. Is er wel een oord, zoo verrukkelijk, zoo schaduwrijk, zoo romanesk als de Rots vallei, die zich ten noorden van Plombières uitstrekt, waar hooge dennen met hun eeuwig groen nog de onmetelijke rotsen bestrijken, die Cesar, volgens de legende, den weg versperden Het oog overziet slechts met moeite die met groen getooide murenhet oor wordt gestreeld door het murmelen der beekjes, die over de rotsen huppelen, en alleen de plechtige stilte der vallei verstoren. Een heerlijke geur, door het harsachtige geboomte verspreid, balsemt de lucht, en een onbeschrijfelijk gevoel van kalmte en eenzaamheid vervult het hart. Men vraagt daar te vergeefs naar de wereld of naar den mensch met zijne ijdele zucht naar praal en begeerlijkheidSlechts God en zijn wer ken zijn zichtbaar, en het gezang der jeug dige Hebreërs, die de gansche schepping ving daar haren troon zoo hoog mogelijk op getrokken, en onder allerlei vormen schonk zij daar vruchtbaarheid en vreugde over heel het land. En thans? Thans is heel Egypte niets anders meer dan eene onme telijke doodenstad. Alles stierf daar weg, alles verdween. De koningen van dat land zijn overgevoerd naar de Musea van Oud heden de naalden en obelisken prijken in vreemde landenaan de poort van Mem phis' wereldberoemden tempel liggen de bei de sphinxen, als geraamten van veronge lukte paarden, half onder het zand versto ven nergens orakels meer, nergens hof feesten, nergens volkswelvaartslechts de dood zwaait den looden scnepter over Egypte. Welnu. In 't verleden Ligt het heden ln het nu wat worden zal. Wanneer namelijk het hier of daar ooit weer aan de regeering gelukken zoude, om waarlijk de Christenkerk en den invloed van Christus' priesters bij haar volk uit te roeien, en onzen tijd, den tijd der negentiende of twintigste eeuw, weer eveneens van God te vervreemden, als voor Christus' komst in het oude Egypte of dergelijke landen der oud heid het geval waszie, dan zou zulk een land of maatschappij, van alle verheffing, welke de menschelijke beschaving er had opge trokken, ook weder tot in den modder der verdierlijking teruggevallen. De nacht'des verstands en de gruwelen der zeden moeten dan het hoogste woord gaan voeren. Het volk zou in die dagen maar ééne begeerte meer hebben, namelijk de begeerte om te eten en te genieten, en de overheden zouden dan zulk volk, in ruil van de eeuwige en bovennatuurlijke goederen, evenals de Ro- meinsche keizers, bloedvergietingen en be deelingen moeten aanbieden zonder eind panem et circensesbrood en bloedige circus- spelen zoo luidde immers de volkskreet van het Heidensche Rome tijdens zijn verval, dat alleen was het hoogste volksgeluk. aansporen, den lof des Scheppers te ver kondigen, komt onwillekeurig den reiziger op de lippen. Eenige jaren geleden, in het begin van den winter, bevond zich een jongentje van veertien vijftien jaar alleen op den weg door de vallei. Hij was schamel, doch netjes gekleed, en droeg op zijn schouders een linnen zak, die waarschijnlijk zijn gansch vermogen inhield. Met langzamen doch vas ten tred volgde hij geduldig de bochten der beek, die het midden der vallei doorkron kelt, en beschouwde met bewonderende nieuwsgierigheid de landstreek, die zich voor zijn oog ontrolde. Die landstreek, had een somberder aanzien dan gewoonlijk; de sneeuw bedekte met glinsterende kristalen de takken dér dennenhet vogelenkoor zweegde murmelende beekjes waren met ijs bedekt men hoorde in de verte slechts de bijl des houthakkers, en nu en dan een geweer schot, dat de aanwezigheid des jagers in het gebergte verried. De avond begon te vallen, en het jongentje trachtte zijn tred te verhaasten, ofschoon hij blijkbaar ver moeid was, maar het einde van zijn tocht lag nog ver niets veranderde rondom hem het waren altijd nieuwe rotsmuren, die den Maar sanabiles geneesbaar schiep God volgens de Heilige Schrift, zoowel de vol keren als de individeun er onze hooggeëerde Paus Leo zond juist dezer dagen zijn ency cliek aan alle vorsten en volkeren der aarde, als een uitnoodiging, om den weg der scheuring, der ketterij en des ongeloofs te verlaten en terug te keeren tot die roem volle Kerk van Christus, welke daar trots alle aanvallen nog altoos staat als de stad boven op den bergtop, vol licht en hemel- geluk Voor haar was de ouderdom geen verwelking, neen, maar een altoos frissche lauwerkrans die negentien eeuwen haar reeds gevlochten hebben om de maagdelijke slapen. Doch juist dan ook, omdat het groote heil der wereld nog is te behouden, dient er veel en krachtig te worden gehandeld. Ieder in zijn staat beware de goede be ginselen Meesters, overheden, ouders, zij moeten het is wel zonneklaar zich zeiven bepaald afvragen wat neemt er toe onder mijn volk en mijn gezin, de orde en het geloof, óf de wanorde en het ongeloof, en, naar gelang hunner conclusie moet ook hun gedragslijn wezen. En bóven en over dat alles heen worde er gebeden tot den Schepper der volkeren, veel gebeden, ook door kinderen, dienstboden, behoeftigen, in één woord door hen, die feitelijk weinig invloed schijnen te hebben op den gang der wereld. Waarlijk, waar de anarchie spreekt door bommen en dolken, daar mag het christendom wel spreken door verzorging der ondergeschikten en door gebed. P. M. BOTS, pr. ALGEMEEN OVERZICHT. 30 Juni '94. Gelijk te voorzien was, wordt de verkie zing van den heer Casimir Perier tot pre sident der Fransche republiek, van de zijde van hen die haar hebben gesteund, met groote ingenomenheid begroet, terwijl de tegens anders bij hunne meening zijn ge- gezichteinder aan zijn oog onttrokken, onbe weeglijke dennen en de vallei, die zich, zoo ver het oog droeg, voor hem uitstrekte, zon der dat hij een stad, dorp of huis te zien kreeg. Het dal van Ajol, waar bij des mor gens het ontbijt genomen had, lag reeds ver achter hem de honger begon hem te kwellen, en vermoeieuis drukte zijn schre den hij zette zich op een rotsblok neder, en haalde uit zijn zak een stuk brood, twee appelen en een fleschje met wijn en water te voorschijn, en at, terwijl hij met een beangst hart de laatste zonnestralen zag verdwijnen. Het was in de vallei bijna nacht, ofschoon de kruin der rotsen nog door een roodachtig licht beschenen werdde ooste lijke hemel betrok met dichte en grauwe wolken, die sneeuw voorspellen, en het kind, dat zijn ongerustheid steeds voelde toene men, besloot een krachtige poging te doen, om uit die eenzaamheid te geraken, en vóór den nacht een bewoonde plaats ta bereiken. Wordt vervolgd.) NIEUWE S HE COURANT

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1894 | | pagina 1